Gechaperonneerd
caïro, november 1890
Hoewel de Murray-tweeling min of meer toestemming heeft om vrij rond te lopen in de verborgen uithoeken van wat dikwijls ‘achter de schermen’ wordt genoemd – een grillige ruimte ter grootte van een herenhuis, met paadjes en gangen, waar de bewoners van het circus wonen als ze niet optreden – moeten ze tijdens de openingstijden een chaperon hebben als ze in het circus willen zijn. Ze tekenen regelmatig op luide toon bezwaar aan tegen deze maatregel, maar hun vader maakt onmiskenbaar duidelijk dat deze regel zal worden toegepast tot ze op zijn minst acht jaar zijn.
Widget vraagt vaak of die acht jaar een optelsom is, in welk geval ze nu al aan de criteria voldoen.
Ze worden er regelmatig aan herinnerd dat ze een vorm van structuur moeten hebben in hun nachtelijke schema, aangezien ze de enige kinderen in een nogal onconventioneel huishouden zijn.
Vooralsnog hebben ze een wisselende reeks chaperons, en vanavond mag de illusionist een oogje op de tweeling houden. Die rol krijgt ze niet vaak toebedeeld, hoewel de tweeling erg op haar gesteld is. Deze avond heeft ze tussen haar optredens door echter genoeg tijd om ze een poosje te begeleiden.
Geen van de bezoekers herkent Celia zonder haar hoge hoed en zwart-witte jurk, zelfs niet als ze haar enkele uren eerder hebben zien optreden. Als voorbijgangers haar al opmerken, is dat omdat ze zich afvragen hoe de kinderen in haar kielzog aan zulk rood haar komen aangezien dat van Celia zo donker is. Verder lijkt ze gewoon een jonge vrouw in een blauwe jas, die net als elke andere bezoeker door het circus loopt.
Ze beginnen in de IJstuin, hoewel de tweeling al snel ongeduldig wordt door het rustige tempo waarmee Celia tussen de bevroren bomen door loopt. Nog voordat ze de helft van de ruimte hebben doorkruist smeken ze of ze op de carrousel mogen.
Ze kibbelen over de vraag wie er op de griffioen mag, maar Widget laat zich overhalen als Celia het verhaal vertelt van de vos met negen staarten er pal achter, waardoor die opeens veel interessanter lijkt. Zodra ze afstappen, vragen ze of ze nog een keer mogen. Voor het tweede ritje door de bochten van zilver raderwerk en tunnels kiezen ze zonder moeilijk te doen voor een slang en een konijn.
Na de ritjes in de carrousel wil Widget iets eten, en dus begeven ze zich naar de binnenplaats. Als Celia een zwart-wit gestreepte zak popcorn voor hem koopt, staat hij erop dat hij ook karamel krijgt, en hij zegt dat hij het zonder niet wil eten.
De verkoper die appels aan stokjes in donkere, kleverige karamel doopt, doet hem een plezier en giet de karamel over de popcorn. Verscheidene bezoekers vragen hetzelfde.
Poppet zegt dat ze geen trek heeft. Ze lijkt afwezig, dus als ze over een stiller paadje een eindje van de binnenplaats lopen, vraagt Celia of iets haar dwarszit.
‘Ik wil niet dat die aardige mevrouw doodgaat,’ zegt Poppet, zachtjes aan Celia’s rok trekkend.
Celia blijft staan en steekt een hand uit om te voorkomen dat Widget, die slechts oog heeft voor zijn popcorn, verder loopt.
‘Wat bedoel je, lieverd?’ vraagt ze aan Poppet.
‘Ze gaan haar in de grond stoppen,’ legt Poppet uit. ‘Dat vind ik zielig.’
‘Welke aardige mevrouw?’ vraagt Celia.
Poppet trekt haar neus op terwijl ze nadenkt. ‘Dat weet ik niet,’ zegt ze. ‘Ze zien er hetzelfde uit.’
‘Poppet, lieverd,’ zegt Celia, en ze trekt de tweeling een nis in, waar ze bukt om Poppet in de ogen te kunnen kijken. ‘Waar is die mevrouw in de grond? Ik bedoel: waar heb je haar gezien?’
‘In de sterren,’ zegt Poppet. Ze gaat op haar tenen staan en wijst naar boven.
Celia werpt een blik op de sterrenhemel. Ze ziet de maan achter een wolk verdwijnen en richt haar aandacht weer op Poppet. ‘Zie je vaak dingen in de sterren?’ vraagt ze.
‘Soms,’ zegt Poppet. ‘Widget ziet dingen op mensen.’
Celia wendt zich tot Widget, die zijn popcorn met karamel met kleverige handen naar binnen werkt. ‘Zie jij dingen op mensen?’ vraagt ze hem.
‘Fomf,’ mompelt hij met zijn mond vol.
‘Wat voor dingen?’
Widget haalt zijn schouders op. ‘Plekken waar ze geweest zijn,’ zegt hij. ‘Dingen die ze gedaan hebben.’ Hij schuift nog een handvol plakkerige popcorn in zijn mond.
‘Interessant,’ zegt Celia. De tweeling heeft haar al veel merkwaardige dingen verteld, maar dit lijkt meer dan een kinderlijke gril. ‘Kun je iets op mij zien?’ vraagt ze aan Widget.
Widget knijpt zijn ogen toe en kauwt op zijn popcorn. ‘Kamers die naar poeder en oude kleren ruiken,’ zegt hij. ‘Een vrouw die de hele tijd huilt. Een spookman met een overhemd vol kantjes die achter je aan loopt en…’ Hij zwijgt opeens en fronst zijn wenkbrauwen. ‘Je hebt ervoor gezorgd dat het wegging,’ zegt hij. ‘Er is niks meer. Hoe deed je dat?’
‘Sommige dingen mag je niet zien,’ zegt Celia.
Widget trekt even een indrukwekkende pruillip, maar die verdwijnt weer zodra hij een vuist popcorn naar zijn mond brengt.
Celia kijkt van de tweeling weer naar de binnenplaats, waar het licht van het vuur de randen van de tenten laat opgloeien en dansende schaduwen van bezoekers over het gestreepte canvas werpt.
Het vuur gaat nooit uit. De vlammen haperen geen moment.
Zelfs wanneer het circus zich verplaatst wordt het niet gedoofd, het wordt onaangeroerd van locatie naar locatie gebracht. Gedurende de hele treinreis smeult het veilig in zijn ijzeren ketel.
Het heeft gestaag gebrand sinds het op de premièreavond ceremonieel is ontstoken.
En tegelijkertijd weet Celia nog steeds zeker dat er sinds dat vuur is aangestoken iets in gang is gezet dat het hele circus en iedereen die ermee te maken heeft beïnvloedt.
Inclusief de jonge tweeling.
Widget, die vlak voor middernacht was geboren, aan het einde van een oude dag. En Poppet, die even later volgde, op een nieuwe dag die nog maar net was begonnen.
‘Poppet,’ zegt Celia, en ze richt zich weer tot het meisje, dat met de mouw van haar jas speelt. ‘Als je dingen in de sterren ziet waarvan je denkt dat ze belangrijk zijn, wil ik dat je me daarover vertelt, begrijp je dat?’
Poppet knikt ernstig en haar rode haar deint golvend op en neer. Ze leunt naar voren om Celia een vraag te stellen, en ze kijkt heel serieus. ‘Mag ik een karamelappel?’
‘Mijn popcorn is op,’ klaagt Widget, en hij houdt zijn lege zak omhoog.
Celia pakt de zak van hem aan en vouwt hem tot steeds kleinere vierkantjes terwijl de tweeling toekijkt, tot hij volledig verdwenen is. Als ze klappen, zitten de handen van Widget niet langer onder de karamel, hoewel hij dat zelf niet doorheeft.
Celia kijkt even naar de tweeling terwijl Widget zich afvraagt waar de popcornzak is gebleven en Poppet in gedachten verzonken opkijkt naar de hemel.
Het is geen goed idee. Ze weet dat het geen goed idee is, maar het is beter om ze in de buurt te houden, om ze gezien de omstandigheden en hun overduidelijke talenten nauwkeuriger in de gaten te houden.
‘Willen jullie leren hoe je zulke dingen kunt doen?’ vraagt Celia.
Widget knikt onmiddellijk, zo enthousiast dat zijn pet over zijn ogen schuift. Poppet aarzelt, maar dan knikt ook zij.
‘Dan zal ik jullie lesgeven als jullie iets ouder zijn, maar het moet wel ons geheim blijven,’ zegt Celia. ‘Kunnen jullie een geheim bewaren?’
De tweeling knikt eendrachtig. Widget moet zijn pet opnieuw rechtzetten.
Vrolijk lopen ze achter Celia aan, die hen mee terug neemt naar de binnenplaats.