•57•
‘Daar gaan we dan, jongens. Hou je vast.’ Kaplan nam gas terug en deed iets met de instrumenten, zodat het vliegtuig plotseling uit de laaghangende wolken te voorschijn kwam. Een paar kilometer voor hen gaven in de harde grond gestoken stokken met een lamp eraan aan waar de landingsbaan zich bevond. Toen Kaplan het lichtende pad naar de veiligheid zag, verscheen er een trotse glimlach op zijn gezicht. ‘Verdomme, wat ben ik toch goed.’
Nauwelijks een minuut later kwam de Saab in een grote wolk opstuivende sneeuw op de grond neer. Nog voordat het vliegtuig tot stilstand was gekomen, had Sawyer de deur al geopend en toen hij met volle teugen de ijskoude lucht inademde, was zijn misselijkheid al snel verdwenen. Snel strompelden de hrt ’ers het vliegtuig uit en enkelen van hen lieten zich naar adem happend op het asfalt zakken. Jackson was de laatste die uitstapte. Sawyer, die zich inmiddels al weer prima in orde voelde, keek hem eens aandachtig aan. ‘Verdomme, Ray, je ziet bijna wit.’ Jackson wilde iets zeggen, maar wees toen met een trillende vinger op zijn partner, sloeg zijn andere hand voor zijn mond en liep zwijgend met de hrt ’ers mee naar de gereedstaande wagen; om hen te laten zien waar ze heen moesten, stond een staatspolitieman ernaast met zijn zaklantaarn te zwaaien.
Sawyer stak zijn hoofd weer in het vliegtuigje. ‘Bedankt voor de rit, George. Weet je zeker dat je hier paraat wil blijven? Ik weet niet hoe veel tijd dit gaat kosten.’ Kaplan kon zijn grijns nauwelijks verbergen. ‘Dat meen je toch niet? Denk je dat ik de kans zou willen missen om jullie straks weer te mogen terugbrengen? Ik blijf wel hier, hoor.’
Sawyer gromde iets, sloeg de deur dicht en liep haastig naar de wagen. De anderen stonden op hem te wachten. Toen hij zag wat het voor een wagen was, bleef hij stilstaan en keek net als de anderen verbaasd naar het arrestantenbusje.
Tussen het achterste gedeelte en de cabine zat een klein raampje met gaas ervoor. Jackson schoof het open, zodat de politieman hem kon horen. ‘Jezus, kan de verwarming hier niet aan?’
‘Sorry,’ zei de man. ‘Een van de arrestanten is gek geworden en heeft de leidingen kapot geslagen. We hebben ze nog niet laten repareren.’
In elkaar gedoken op het bankje zat Sawyer naar wolken adem te kijken die zo dicht waren dat het wel leek of er brand was. Hij legde zijn geweer neer en om zijn van kou verstijfde vingers wat soepeler te maken, wreef hij in zijn handen. Een kille wind uit een of ander onzichtbaar gat in het koetswerk blies recht tussen zijn schouderbladen. Hij huiverde. Christus, dacht hij. Het was alsof iemand de airconditioning op volle kracht had aangezet. Sinds hij in die parkeergarage de lijken van Parker, Brophy en Goldman had bekeken, had hij het nog niet zo koud gehad. Toen herinnerde Sawyer zich de keer daar weer voor dat hij het zo koud had gehad: in de flat van de vermoorde tankwagenchauffeur. De uitdrukking op zijn gezicht was er nu een van volstrekt ongeloof. ‘O, mijn god.’
Sidney realiseerde zich dat de mannen die haar vader hadden ontvoerd maar over één manier beschikten om contact met haar op te nemen. Ze parkeerde de wagen bij een convenience store , een winkel voor kleine dingen waar je onderweg behoefte aan kunt hebben, en liep haastig naar de telefoon. Daar draaide ze het nummer van haar huis in Virginia. Toen ze luisterde wat er op het antwoordapparaat stond, deed ze haar best om de stem te herkennen, maar dat lukte haar niet. De stem gaf haar een nummer dat ze moest bellen, vermoedelijk dat van een mobiele telefoon. Ze haalde diep adem en draaide het nummer. Er werd onmiddellijk opgenomen. Het was niet dezelfde stem als op het antwoordapparaat, maar ook deze stem kon ze niet thuisbrengen. Ze kreeg opdracht om Route 1 te nemen en twintig minuten ten noorden van Bell Harbor de afslag naar Port Haven te nemen. Daarna volgde een gedetailleerde routebeschrijving die haar naar een geïsoleerd stuk land ergens tussen Port Haven en het wat grotere stadje Bath zou brengen.
‘Ik wil mijn vader spreken.’
Haar verzoek werd geweigerd.
‘Dan kom ik niet. Voor zover ik weet, is hij al dood.’
Het enige antwoord was een onheilspellende stilte. Ze voelde haar hart in haar keel kloppen, maar toen hoorde ze ineens een stem en opgelucht blies ze haar ingehouden adem uit.
‘Sidney, schat.’
‘Pa, alles goed?’
‘Sid, maak dat je hier weg...’
‘Pa? Papa?’ schreeuwde Sidney in de hoorn. Een man die de winkel uit kwam lopen met een kopje koffie, keek haar even aan, liet zijn blik toen over de zwaarbeschadigde Cadillac gaan en keek toen weer naar haar. Terwijl Sidney zijn blik beantwoordde, ging haar hand onwillekeurig naar het pistool in haar zak. De man liep haastig naar zijn wagen en reed weg.
De stem kwam weer aan de lijn. Sidney had dertig minuten om haar bestemming te bereiken.
‘Hoe weet ik dat jullie hem laten gaan als ik jullie de diskette geef?’
‘Dat weet je niet.’ De toon van de stem maakte duidelijk dat hij geen tegenwerpingen duldde.
Dit bracht de advocaat in Sidney echter weer naar boven. ‘Dat is niet voldoende. Als jullie die diskette zo hard nodig hebben, dan zullen we het eens moeten worden.’
‘Dat meen je toch niet? Je wil je vader toch zeker wel heelhuids terugzien?’
‘Dus spreken we ergens in de wildernis af. Ik geef jullie het bandje en dan laten jullie hem en mij gaan, puur uit goedhartigheid? Dat geloof je toch zelf niet? Dan hebben jullie straks die diskette en mijn vader en ik liggen als haaienvoer op de bodem van de oceaan. Als je die diskette wil hebben, zul je toch met iets beters moeten komen.’
Hoewel de man zijn hand over het mondstuk hield, kon Sidney aan de andere kant van de lijn toch stemmen horen. Een paar ervan klonken duidelijk kwaad.
‘We doen het op onze voorwaarden of we doen het niet.’
‘Prima. Dan ga ik nú naar de politie. Let maar goed op de nieuwsberichten. Ik weet zeker dat jullie niets willen missen. Dáág.’
‘Wacht even!’
Een minuut lang bleef Sidney zwijgend staan. Toen ze weer het woord nam, klonk er veel meer zelfvertrouwen in haar stem door dan ze op dat moment voelde. ‘Over dertig minuten sta ik op de kruising van Chaplain en Merchant Street, in het centrum van Bell Harbor. Ik zit in mijn wagen en die is moeilijk te missen. Er zitten een hoop extra ventilatiegaten in. Jullie knipperen twee keer met jullie koplampen en dan laten jullie mijn vader vrij. Aan de overkant van de straat zit een restaurantje. Als ik hem daar naar binnen zie gaan, maak ik het portier open, leg de diskette op de stoep en rij weg. Vergeet alsjeblieft niet dat ik zwaarbewapend ben en er geen enkel bezwaar tegen heb om jullie allemaal naar de andere wereld te helpen.’
‘Hoe weten we dat het de juiste diskette is?’
‘Omdat ik mijn vader graag levend terug wil zien. Het is de goede diskette en ik hoop dat je erin stikt. Hebben we een deal of niet?’ De toon in haar stem maakte duidelijk dat ze het zo wilde hebben en niet anders.
Gespannen wachtte ze op het antwoord. Alstublieft God, zorg dat ze niet zeggen dat ik maar naar de politie moet gaan. Ze slaakte een zucht van verlichting toen het antwoord kwam. ‘Dertig minuten.’ De verbinding werd verbroken.
Sidney stapte in de auto en klemde haar handen vol machteloze woede om het stuurwiel. Hoe hadden ze hen in vredesnaam kunnen volgen? Dat was toch niet mogelijk? Het was alsof ze hen voortdurend in de gaten hadden gehouden. Die witte bestelwagen had ze ook in het benzinestation gezien. Als die politiemensen niet ineens waren komen aanrijden, zouden ze hen waarschijnlijk daar al hebben overvallen. Ze ging dwars over de voorstoelen liggen en probeerde wanhopig haar zenuwen de baas te worden. Ze schoof haar tasje opzij en maakt het toen open, gewoon om even te kijken of de diskette er nog in zat. De diskette in ruil voor haar vader. Maar als die diskette eenmaal verdwenen was, zou ze de rest van haar leven op de vlucht blijven voor de politie. Of in elk geval tot ze haar te pakken kregen. Een prettige keuze. Maar in feite had ze natuurlijk helemaal geen keus.
Ze ging rechtop zitten en wilde haar tasje dichtmaken, maar stopte daarmee toen haar gedachten teruggingen naar die nacht in de wagen. Sinds die angstaanjagende ontsnapping was er zoveel gebeurd, maar trouwens, het was toch helemaal geen ontsnapping geweest? De moordenaar had haar laten gaan en was zo beleefd geweest om haar haar tasje te laten houden. In feite zou ze dat zelfs zijn vergeten als hij het haar niet had toegeworpen. Ze was zo blij geweest dat ze er levend van af was gekomen dat ze zich nooit echt had afgevraagd waarom hij zoiets vreemds had gedaan... Ze begon koortsachtig door de spullen in haar tasje te zoeken. Het kostte haar een paar minuten, maar uiteindelijk vond ze het toch, helemaal onderin. Het was door een kleine snee in de voering geschoven. Ze hield het voor haar gezicht en staarde ernaar. Een klein zendertje.
Ze keek om zich heen en voelde de rillingen over haar rug lopen. Snel startte ze de motor en reed weg. Een eindje voor haar ging een tot sneeuwploeg omgebouwde vrachtwagen langs de kant van de weg staan. Ze keek in haar spiegel. Er zat niemand achter haar. Ze liet het zijraampje naar beneden schuiven, stopte naast de vrachtwagen en maakte aanstalten om het zendertje in de laadbak te gooien. Plotseling hield ze haar arm echter stil en liet het raampje toen snel weer omhoog schuiven. Ze had het zendertje nog steeds in haar hand. Ze gaf gas en terwijl ze de vrachtwagen achter zich liet, keek ze naar het zendertje, dat haar de afgelopen dagen voortdurend vergezeld had. Wat had ze te verliezen? Snel reed ze naar de stad. Ze moest zo vroeg mogelijk op de afgesproken plek zijn... maar eerst moest ze even langs de kruidenier.
Het eethuisje dat Sidney tijdens het telefoongesprek had genoemd, zat vol met hongerige klanten. Twee huizenblokken van de afgesproken plek stond de Cadillac geparkeerd, vlak naast een indrukwekkende denneboom met een twintig centimeter hoog gietijzeren hekje eromheen. Ze had de lichten van de auto uit gezet en in de auto zelf was het zo donker dat het silhouet van de bestuurster nauwelijks zichtbaar was.
Twee mannen liepen over het trottoir en aan de overkant van de straat liepen twee anderen met hen op. Een van hen keek op een klein apparaatje dat hij in zijn handen hield; er stond een raster op het donkergele schermpje en in dat raster brandde een lichtje dat duidelijk aangaf waar de Cadillac zich bevond. Snel liepen de mannen op de wagen af en terwijl een van hen een pistool door de opening stak waar ooit het rechterzijraampje had gezeten, rukte een ander het linkerportier open. Stomverbaasd keken de overvallers naar de bestuurster: een ragebol met een leren jack eroverheen gedrapeerd en een honkbalpetje erbovenop.
De witte bestelwagen stond met draaiende motor geparkeerd op de kruising van Chaplain en Merchant. De bestuurder keek op zijn horloge, speurde de straat af en drukte toen twee keer op de knop van het groot licht. Achter in de wagen lag Bill Patterson op de vloer. Zijn handen en voeten waren stevig vastgebonden en zijn mond werd dichtgehouden met een stuk plakband. De bestuurder keek snel opzij toen het rechterportier met een ruk werd opengetrokken en er een 9mm pistool op zijn hoofd werd gericht. Sidney stapte in en keek snel achterom om te zien of haar vader wel in orde was. Ze was ervan uitgegaan dat ze erop voorbereid zouden zijn om haar vader ook daadwerkelijk aan haar over te dragen en toen ze een minuut geleden de wagen had opgemerkt, had ze al even door het achterraampje gekeken om te zien of Bill Patterson achterin zat.
‘Pak je pistool vast bij de loop en leg het op de grond. Als je vinger zelfs maar in de buurt van de trekker komt, schiet ik het hele magazijn leeg in je hoofd. En vlug een beetje!’
Snel deed de bestuurder wat hem gezegd was.
‘Stap uit.’
‘Wat?’
Ze duwde het pistool pijnlijk hard tegen een kloppende ader in zijn nek.
Toen hij het portier opende en haar de rug toekeerde, zwaaide Sidney haar benen omhoog en legde ze op de zitting, trok ze op en trapte de man toen zo hard als ze maar kon in zijn rug, zodat hij languit voorover op het trottoir viel. Onmiddellijk daarna trok ze het portier dicht, schoof achter het stuur en gaf gas. De banden slipten even door de sneeuw en toen schoot de wagen weg.
Tien minuten buiten de stad zette Sidney de wagen langs de kant, sprong de laadruimte in en maakte haar vader los. Ze sloegen hun armen om elkaar heen en bleven huiverend van angst en opluchting een paar minuten zitten.
‘We hebben een andere wagen nodig. Volgens mij zou hier ook best eens een zendertje in kunnen zitten,’ zei Sidney terwijl ze met hoge snelheid over de weg reden.
‘Ongeveer vijf minuten hiervandaan is een autoverhuurbedrijf. Maar waarom gaan we niet gewoon naar de politie, Sid?’ Haar vader wreef over zijn polsen. De zwellingen rondom zijn ogen en de schrammen op zijn knokkels wezen erop dat de oude man zich danig geweerd had.
Ze haalde diep adem en keek hem toen aan. ‘Pa, ik wil weten wat er op die diskette staat. Als dat niet voldoende is...’
Haar vader keek haar aan. Langzaam drong het tot hem door dat hij zijn kleine meid toch nog kwijt zou kunnen raken.
‘Het zal zeker voldoende zijn, Sidney. Als Jason zo veel moeite heeft gedaan om je die toe te sturen, dan móet het voldoende zijn.’
Ze keek hem glimlachend aan, maar toen betrok haar gezicht. ‘We moeten uit elkaar gaan, pa.’
‘Nee, ik laat je absoluut niet in de steek.’
‘Als je met me meegaat, ben je medeplichtig en één ding wil ik je wél vertellen: wij draaien niet allebei de gevangenis in.’
‘Dat maakt me geen moer uit.’
‘Oké, maar ma dan? Wat moet er dan van haar worden? En Amy? Wie zorgt er dan voor háár?’
Patterson wilde iets zeggen, maar bedacht zich. In plaats daarvan bleef hij met een sombere blik in zijn ogen een tijdje voor zich uit zitten staren. Toen hij haar weer aankeek, zei hij: ‘We gaan samen naar Boston en daar praten we dan wel verder. Als je dan nog steeds wil dat we uit elkaar gaan, dan moet het maar.’
Terwijl Sidney buiten in het bestelbusje bleef zitten, liep Patterson naar binnen om een wagen te huren. Toen hij een paar minuten later weer naar buiten kwam en naar het busje toe liep, draaide Sidney het zijraampje omlaag.
‘Heb je een wagen gehuurd?’ vroeg ze.
Patterson knikte. ‘Over vijf minuten staat hij klaar. Ik heb een ruim vierdeursmodel gehuurd, zodat je achterin wat kunt slapen. Ik rij wel. Over een uur of vijf zijn we in Boston.’
‘Pa, je bent een schat.’ Sidney draaide het raampje weer omhoog en reed weg. Verbijsterd rende haar vader nog een eindje achter haar aan, maar ze verdween al snel uit het zicht.
‘Christus!’ Sawyer tuurde ingespannen naar buiten, maar het zicht was vrijwel nihil. ‘Kunnen we niet wat sneller?’ schreeuwde hij door het raampje naar de politieman. Ze hadden de ravage die er in het vakantiehuis van de Pattersons was aangericht, al gezien en waren nu wanhopig op zoek naar de familie Archer.
De politieman brulde terug. ‘Als we nog sneller gaan, belanden we vroeg of laat in een greppel.’
Dood. Zou Sidney nu dood zijn? Sawyer keek op zijn horloge en zocht daarna in zijn zak naar een sigaret. Jackson zat naar hem te kijken.
‘Lee, je gaat hier toch niet roken, hè? Het is hier zo al benauwd genoeg.’ Sawyer wilde net zijn mond opendoen toen hij het platte voorwerp in zijn zak voelde zitten. Langzaam trok hij het kaartje eruit.
Terwijl Sidney de stad uit reed, besloot ze haar emoties goed in bedwang te houden en haar oude gewoontes het roer over te laten nemen. De laatste paar dagen had ze alleen maar instinctief gehandeld, reagerend op de ene na de andere crisis, en ze had geen moment de tijd gehad alles eens goed op een rijtje te zetten. Ze was een advocate. Ze was erop getraind om logisch te denken, geen enkel detail over het hoofd te zien en alles samen te voegen in een groter verband. En ze had wat informatie tot haar beschikking om mee te werken. Om de CyberCom-deal voor te bereiden had Jason hard aan Tritons archieven gewerkt. Dat wist ze. Jason was onder mysterieuze omstandigheden verdwenen en had haar een diskette gestuurd met wat informatie erop. Dat was ook een feit. Jason had geen geheimen verkocht aan rtg , want dan zou dat bedrijf Brophy’s diensten helemaal niet nodig hebben gehad; dat was haar ook wel duidelijk. En dan waren er de financiële gegevens. Kennelijk had Triton die eenvoudigweg overgedragen. Waarom had hij dan zo veel herrie getrapt tijdens die bespreking in New York? Hij had Jason toen al een e-mailtje gestuurd om hem te feliciteren met zijn goed geslaagde werk, dus waarom had hij hem dan zo nadrukkelijk te spreken gevraagd? En waarom had hij haar in zo’n onmogelijke situatie gemanoeuvreerd?
Ze minderde vaart en zette de wagen langs de weg. Tenzij hij al die tijd al van plan was geweest om haar in een moeilijk parket te doen belanden. Misschien had hij het wel willen doen voorkomen alsof ze had gelogen. Vanaf dat ogenblik had ze voortdurend onder verdenking gestaan. Wat had er precies in die archieven gezeten, die archieven in dat pakhuis? Wat stond er op de diskette? Was het iets wat Jason te weten was gekomen? Die nacht dat Gamble haar in die grote wagen van hem naar zijn landgoed had laten rijden, had hij duidelijk naar iets zitten vissen. Had hij misschien willen weten of Jason haar iets had verteld?
Triton was nu al enkele jaren een cliënt van haar, een groot bedrijf, met een verleden dat slechts aan zeer weinigen bekend was. Maar wat had dat precies te maken met alle andere gebeurtenissen, zoals de dood van de gebroeders Page en Tritons overwinning op rtg in de slag om CyberCom? Terwijl Sidney nog eens terugdacht aan die afschuwelijke dag in New York, schoven een aantal heel verschillende gegevens ineens in elkaar. Vreemd genoeg had ze dezelfde inval die Lee Sawyer een tijdje geleden om een heel andere reden had gehad: een toneelstuk?
Mijn god! Ze moest contact zien op te nemen met Sawyer. Ze startte de motor en reed de weg weer op. Toen werd haar gedachtengang verstoord door een schril gepiep. Ze keek de wagen rond tot ze de mobiele telefoon opmerkte, die tegen een magnetische plaat onder het dashboard zat geklemd. Tot op dat moment had ze die helemaal niet opgemerkt. Ging die over? Onwillekeurig bracht ze haar hand naar de telefoon, en trok hem toen weer terug. Uiteindelijk nam ze echter toch op.
‘Ja?’
‘Ik dacht dat je geen spelletjes wilde spelen?’ De stem klonk nu woedend.
‘Precies. En jij was vergeten te vertellen dat er een zendertje in mijn tas zat en dat jullie klaarstonden om me te overvallen.’
‘Oké, maar dat is verleden tijd. We willen die diskette hebben en jij komt ons die brengen. Nú!’
‘Ik hang gewoon op. Nú!’
‘Dat zou ik niet doen als ik jou was.’
‘Hoor eens, als je denkt dat je me zo lang aan de lijn kunt houden dat je kunt peilen waar ik me precies bevind, dan kun je dat wel...’
Sidney hield haar mond en voelde elke spier in haar hele lichaam verslappen toen ze het zachte stemmetje aan de andere kant van de lijn hoorde.
‘Mammie? Mammie?’
Haar tong voelde ineens zo groot aan dat ze hem niet kon bewegen. Haar voet schoof van het gaspedaal en haar armen hadden ineens niet meer de kracht om het busje nog te besturen. De wagen minderde vaart en kwam langzaam tot stilstand in een hoop sneeuw langs de rand van de weg.
‘Mammie? Pappie? Komen jullie?’ Het stemmetje klonk bang en meelijwekkend.
Plotseling voelde ze zich kotsmisselijk worden en terwijl haar lichaam onbeheerst heen en weer zwaaide, slaagde Sidney erin een paar woorden uit te brengen. ‘Amy. Schattebout.’
‘Mammie?’
‘Ja, schatje, met mammie. Ik ben hier, hoor.’ Plotseling biggelden de tranen over haar wangen.
Toen hoorde ze hoe iemand Amy de hoorn afpakte.
‘Tien minuten. Ik zal zeggen hoe je moet rijden.’
‘Laat me nog even met haar praten. Alsjeblieft!’
‘Je hebt nog negen minuten en vijfenvijftig seconden.’
Plotseling schoot Sidney iets te binnen. Wat als het weer een bandopname was?
‘Hoe weet ik dat jullie haar werkelijk in handen hebben? Het zou gewoon een bandje kunnen zijn.’
‘Prima, als je dat risico wil nemen, dan kom je maar niet.’ De stem klonk nu zeer zelfverzekerd. Dat risico zou Sidney nooit nemen en dat wist de stem maar al te goed.
‘Als jullie haar wat aandoen...’
‘Dat kind kan ons niets schelen. Dat kan ons nooit identificeren. Nadat dit allemaal achter de rug is, zetten we haar wel ergens af, op een veilige plek.’ Hij zweeg even. ‘Maar jou niet, Sidney Archer. Voor jou zijn er nu geen veilige plekken meer.’
‘Laat haar gaan. Alsjeblieft, laat haar toch gaan. Ze is nog maar een babytje.’
Sidney trilde nu zo hevig dat ze nauwelijks de hoorn meer aan haar mond wist te houden.
‘Je kunt het maar beter even opschrijven, anders verdwaal je nog, en als dat gebeurt, zal er niet eens meer genoeg over zijn van je kind om haar te kunnen identificeren.’
‘Ik zal er zijn.’ Ze zei het met een gedempte stem en reed de weg weer op. Plotseling schoot haar iets te binnen. Haar moeder! Waar was haar moeder? Haar bloed leek wel te stollen in haar aderen en ze klemde het stuurwiel stevig vast. Toen hoorde ze opnieuw iets piepen. Met trillende hand nam Sidney de telefoon op, maar deze keer was er niemand aan de lijn en eigenlijk klonk het gepiep deze keer ook anders. Ze zette de wagen weer naast de weg en keek wanhopig om zich heen. Uiteindelijk bleven haar ogen rusten op de zitting rechts van haar. Ze keek naar haar tasje, stak langzaam haar hand erin en haalde er iets uit. Op het kleine schermpje van haar buzzer stond een telefoonnummer dat ze niet herkende. Ze zette het geluid af. Waarschijnlijk iemand die verkeerd was verbonden. Ze kon zich niet voorstellen dat iemand van de zaak of een van haar cliënten nog zou proberen haar te bellen; ze was nu echt niet in een positie om juridische bijstand te verlenen. Ze wilde het bericht wissen, maar haar vinger bleef boven de knop zweven. Zou het Jason zijn? Ze dacht even na. Als het Jason was, dan was dit wel zo ongeveer de beroerdste timing van de hele wereld. Haar vinger bleef boven de erase -knop hangen. Na een tijdje liet ze de buzzer weer in haar schoot vallen, nam de telefoon op en toetste het nummer in. De stem die ze nu uit de hoorn hoorde komen, was voldoende om haar naar adem te doen happen. Kennelijk gebeurden er toch wonderen.
Het hoofdgebouw van het landgoed was in duisternis gehuld en de dichte rij naaldbomen die ervoor stond, zorgde ervoor dat het nog verder van de bewoonde wereld leek te liggen dan het al lag. Toen de bestelwagen over de lange oprijlaan kwam aanrijden, stapten twee gewapende bewakers te voorschijn om hem tegen te houden. De sneeuwstorm was de afgelopen minuten heel wat minder hevig geworden, maar achter het huis beukten de onheilspellende, donkere wateren van de Atlantische Oceaan nog steeds onbarmhartig op het land in.
Toen de wagen geen aanstalten maakte om te stoppen, sprongen de bewakers achteruit. ‘Shit!’ riep een van hen. De bestelwagen scheurde langs hen heen, ramde zich dwars door de voordeur heen en botste toen tegen de éénmetertwintig dikke wand. Een van de wielen was los van de grond gekomen en tolde nog rond. Er kwamen een paar zwaarbewapende mannen op de wagen af rennen en nog geen minuut later werd het verbogen portier al open gewrikt. De wagen was leeg. Snel lieten ze hun ogen over de plek gaan waar onder normale omstandigheden de mobiele telefoon hing. Die lag nu helemaal onder een van de voorstoelen en in het zwakke licht van het binnenlampje was het snoer nauwelijks te zien. Waarschijnlijk dachten ze dat de telefoon door de klap van de botsing was losgeschoten. In werkelijkheid was hij daar echter met opzet neergelegd.
Sidney liep het huis binnen via de achterdeur. Toen de man haar had verteld hoe ze moest rijden, had ze zich onmiddellijk gerealiseerd waar ze moest zijn. Jason en zij hadden daar verschillende keren gelogeerd en ze wist heel goed hoe het huis vanbinnen in elkaar zat. Doordat ze een binnenweggetje had genomen, had ze veel minder tijd nodig gehad dan de ontvoerders haar gegeven hadden en die kostbare extra minuten had ze gebruikt om het stuurwiel en het gaspedaal vast te zetten met een stuk touw dat ze achter in de wagen had gevonden. Terwijl ze voorzichtig door de donkere kamers sloop, hield ze haar hand stevig om de kolf van het pistool geklemd en liet haar vinger licht op de trekker rusten. Ze was er voor negentig procent zeker van dat Amy hier niet werd vastgehouden, maar vanwege die tien procent twijfel had ze de bestelwagen als afleidingsmanoeuvre gebruikt, zodat ze zelf een reddingspoging zou kunnen wagen. Hoe klein haar kans van slagen ook mocht zijn, ze wilde het in elk geval geprobeerd hebben. Deze mannen zouden Amy nooit vrij laten. Daar maakte ze zich geen illusies over.
Voor zich hoorde ze luide stemmen en voetstappen die naar de voorkant van het huis renden. Ze boog haar hoofd schuin naar links toen ze in de hal een paar andere voetstappen hoorde. Deze man holde niet, maar liep kalm en rustig de gang door. Ze deed snel een stap achteruit, zodat ze verscholen ging in de schaduw, en wachtte tot hij haar zou passeren. Toen hij langs haar kwam, duwde ze hem de loop van het pistool in zijn nek.
‘Geen kik of ik schiet je dood,’ zei ze kil en zakelijk. ‘Handen omhoog.’
Haar gevangene gehoorzaamde. Hij was lang van stuk en had brede schouders. Ze zocht op de tast naar zijn pistool en voelde dat het in een schouderholster zat. Nadat ze het pistool in een zak van haar jack had geduwd, duwde ze hem voor zich uit. De grote kamer recht voor hen was goed verlicht. Voor zover Sidney kon horen, kwam er geen enkel geluid uit, maar ze dacht niet dat die stilte lang zou aanhouden. Ze zouden haar list al snel doorzien. Misschien hadden ze die zelfs nu al door. Door middel van een por met het pistool gaf ze de man te kennen dat hij de donkere gang in moest lopen.
Ze kwamen bij een deur. ‘Maak open en stap naar binnen,’ zei ze.
Hij maakte de deur open en nadat ze hem naar binnen had geduwd, zocht ze met één hand op de tast naar de lichtknop. Toen het licht aanging, duwde ze met haar hand achter haar rug de deur dicht en keek de man recht in het gezicht.
Het was Richard Lucas.
‘Je bent dus niet verbaasd,’ zei hij. Zijn stem klonk kalm en rustig.
‘Laten we het er maar op houden dat ik niet meer zo gemakkelijk te verrassen ben,’ zei Sidney. Met haar pistool gebaarde ze naar een stoel met een rechte rug. ‘Ga zitten. Waar zijn de anderen?’
Lucas haalde zijn schouders op. ‘Overal. Het zijn er een heleboel, Sidney.’
‘Waar is mijn dochtertje? En mijn moeder?’ Lucas zei niets.
Sidney greep het pistool met beide handen vast en richtte het recht op zijn borstkas. ‘Voor dit soort geintjes heb ik geen tijd. Waar zijn ze?’
‘Toen ik voor de cia werkte, was ik een gevangene van de kgb en voordat ik kon ontsnappen, hebben ze me twee maanden lang gemarteld. Ik heb hun nooit iets verteld en jou ga ik ook niets vertellen,’ zei Lucas kalm. ‘En als je denkt dat je mij soms kunt uitwisselen met je dochtertje, zet dat dan maar uit je hoofd. Ze kunnen mij best missen. Dus je kunt net zo goed meteen de trekker overhalen, Sidney.’
Terwijl Lucas en zij elkaar strak in de ogen keken, begon Sidneys om de trekker gekromde vinger te trillen. Na een tijdje vloekte ze binnensmonds en liet het pistool zakken. Er verscheen een grijns op Lucas’ gezicht.
Snel dacht ze na. Oké, klootzak. ‘Wat voor kleur muts heeft Amy op, Rich? Als je haar hebt ontvoerd, moet je dat toch weten.’
De grijns verdween van zijn gezicht. Hij aarzelde even en zei toen: ‘Beige.’
‘Goed antwoord. Neutraal, daar kun je een heleboel verschillende kleuren mee aanduiden.’ Ze voelde zich alsof er een steen van haar hart gewenteld werd en staarde even zwijgend voor zich uit. ‘Maar Amy had geen muts op.’
Lucas veerde op uit zijn stoel, maar Sidney was hem te snel af en sloeg hem met het pistool zo hard tegen zijn voorhoofd dat hij bewusteloos in elkaar zakte en op de grond gleed. Terwijl ze hoog boven hem uittorende, zei ze: ‘Je bent een achterbakse klootzak.’
Sidney liep de kamer uit en sloop zachtjes de gang door. Toen ze hoorde dat er een aantal mannen aan kwam lopen vanuit de richting van de deur waardoor ze het huis was binnengekomen, veranderde ze opnieuw van koers en liep naar de verlichte kamer die ze al eerder had opgemerkt. Ze tuurde om de hoek. Het licht uit de kamer was sterk genoeg om op haar horloge te kunnen kijken. Zwijgend deed ze een schietgebedje en stapte toen zijdelings de kamer binnen, waarbij ze zorgde dat ze zich verborgen hield achter een lange sofa met een met houtsnijwerk versierde rugleuning. Ze keek om zich heen en zag een enorme kamer met een hoogte van minstens zes meter en aan de oceaanzijde een lange rij openslaande balkondeuren. Halverwege de tegenovergelegen wand liep een binnenbalkon en een derde wand ging geheel schuil achter lange rijen fraai gebonden boeken. Her en der door het vertrek verspreid stonden banken en gemakkelijke stoelen.
Toen een groep gewapende mannen, die allemaal een zwarte overall aan hadden, door een andere deur de kamer binnen kwam lopen, deed Sidney een paar stappen achteruit en trok zich zo ver mogelijk terug in de schaduw. Een van hen blafte iets in een portofoon en uit wat hij zei, maakte ze op dat ze al wisten dat ze zich in het gebouw bevond. Het was nu alleen nog maar een kwestie van tijd voordat ze haar zouden vinden. Terwijl ze er goed op lette dat ze schuil bleef gaan achter de sofa, sloop ze het vertrek uit. Het hart klopte haar in de keel. Toen ze de gang had bereikt, liep ze snel terug naar de kamer waar ze Richard Lucas had achtergelaten. Ze was van plan om hem te gebruiken als een manier om weg te komen. Misschien dat ze het niet erg zouden vinden om Lucas neer te schieten als ze daarmee háár te pakken konden krijgen, maar op dit ogenblik was de chef Beveiliging haar enige kans.
Haar plan stuitte echter vrijwel ogenblikkelijk op problemen, want Lucas bevond zich niet langer in de kamer. Ze had hem een harde klap gegeven en eventjes verwonderde ze zich over zijn incasseringsvermogen. Kennelijk was het waar, dat verhaal over de kgb . Ze spurtte de kamer uit en rende naar de deur waardoor ze het gebouw was binnengekomen. Lucas zou alarm slaan. Dat was absoluut zeker. Ze had waarschijnlijk maar een paar seconden om zich uit de voeten te maken. Ze was nog maar een paar meter van de deur verwijderd toen ze het stemmetje hoorde.
‘Mammie, mammie.’
Sidney bleef vrijwel onmiddellijk stilstaan en keek met een ruk om. Amy’s gehuil bleef aanhouden.
‘O, mijn god!’ Sidney draaide zich om en rende naar het geluid.
‘Amy? Amy!’ De deuren van de grote kamer waar ze daarnet was geweest, waren nu gesloten. Ze duwde ze open en rende de kamer binnen. Hijgend keek ze met een verwilderde blik in haar ogen om zich heen.
Nathan Gamble zat haar glimlachend aan te kijken. Achter hem stond Richard Lucas. Hij glimlachte niet. De zijkant van zijn gezicht was helemaal opgezwollen. Snel grepen Gambles mannen haar vast en pakten haar het pistool af. Daarna werd de diskette uit haar tasje gehaald en aan Gamble overhandigd.
Gamble hield een geavanceerd elektronisch apparaatje omhoog en opnieuw hoorde ze Amy’s stemmetje. ‘Mammie? Mammie?’
‘Jij, klootzak.’ Sidney staarde hem ziedend aan. ‘Ik wist dat het een valstrik was!’
‘Je had toch op je intuïtie af moeten gaan, Sidney. Dat werkt voor mij ook altijd!’ Gamble zette de band stil en liep rustig naar een bureau dat tegen een van de muren stond. Voor het eerst viel het Sidney op dat er een laptop op stond. Gamble pakte de diskette en schoof hem in de computer. ‘Leuk idee, dat je man degene was die het wachtwoord had. “Alles omgekeerd”. Je bent heel bijdehand, maar ik durf te wedden dat je daar niet uit bent gekomen.’ Grijnzend keek hij op van het papier. ‘Slimme jongen, die Jason. Dat heb ik altijd al geweten.’ Met één vinger tikte Gamble een aantal toetsen in en keek toen naar het beeldscherm. Terwijl hij daarmee bezig was, ging hij zitten en stak een sigaar op. Toen er inderdaad op de diskette bleek te staan wat hij had verwacht, ging hij op de stoel zitten, sloeg zijn armen over elkaar en tikte zijn as op de vloer.
Ze bleef hem strak aankijken. ‘Onze hele familie is slim. Ik weet alles, Gamble.’
‘Volgens mij weet jij helemaal niks,’ zei hij kalm.
‘Ik weet dat jij miljoenen dollars hebt verdiend met speculeren op wijzigingen in de officiële rentetarieven en dat je daarmee Triton Global op poten hebt gezet.’
‘Interessant. Hoe weet je dat?’
‘Je wist de antwoorden al voordat het proefwerk werd uitgereikt. Je hebt Arthur Lieberman gechanteerd. De machtige zakenman, die nooit iets te betekenen zou hebben gehad zonder leugen en bedrog!’ Die laatste woorden sprak ze vol verachting uit en toen Gamble haar weer aankeek, was er een boosaardige schittering in zijn ogen te zien. ‘Toen Lieberman besloot alles te onthullen, stortte zijn vliegtuig neer.’
Gamble stond op en kwam met gebalde vuisten op Sidney af lopen. ‘Ik heb miljoenen verdiend op de aandelenmarkt, en volkomen op eigen kracht. Toen hebben een paar jaloerse concurrenten een paar beurshandelaren omgekocht om me in het geniep helemaal blind te stelen. Ik kon niets bewijzen, maar zij kregen allemaal een mooie baan in Wall Street terwijl ik alles kwijt was. Is dat soms eerlijk?’ Hij bleef stilstaan en haalde even diep adem. ‘Maar je hebt gelijk. Ik ben achter Liebermans geheimpje gekomen. Toen heb ik genoeg geld bij elkaar weten te schrapen om mijn eigen geheim agentje een luxeleven te bezorgen en daarna heb ik rustig het juiste ogenblik afgewacht. Maar zo eenvoudig bleek dat niet te zijn.’ Er verscheen nu een satanische grijns op zijn gezicht. ‘Ik heb gewacht tot de mensen die me hadden genaaid, een positie hadden ingenomen op een bepaalde ontwikkeling van de rentetarieven; toen heb ik op een tegenovergesteld koersverloop gespeculeerd en Lieberman gezegd wat er moest gebeuren. Toen het allemaal achter de rug was, was ik weer boven Jan en hadden die lui zelfs geen nagel meer om aan hun kont te krabben. Allemaal zeer eenvoudig en uiterst bevredigend. Mijn wraak was zoet.’ Glunderend dacht hij terug aan die persoonlijke overwinning. ‘Als mensen mij naaien, naai ik hen, en veel erger nog. Zoals die Lieberman. Omdat ik zo’n aardige vent ben, heb ik die hufter meer dan honderd miljoen dollar betaald voor dat gedoe met de tarieven, en denk je dat hij me dankbaar was? Nee, hoor. Hij probeerde me onderuit te halen. Is het soms mijn schuld dat hij kanker kreeg? Hij dacht mij te slim af te kunnen zijn, die dure meneer die aan die hele chique universiteit had gestudeerd. Hij dacht dat ik niet wist dat hij dood- en doodziek was, maar als ik zaken met iemand doe, zorg ik er altijd voor dat ik alles over hem te weten kom. Alles!’ Gambles gezicht liep even vuurrood aan, maar toen verscheen er een doortrapte glimlach op zijn gezicht. ‘Er is maar één ding waar ik spijt van heb, en dat is dat ik geen foto heb van zijn gezicht op het moment dat dat vliegtuig de grond raakte.’
‘Ik wist niet dat je ook al aan genocide deed, Nathan. Er waren mannen, vrouwen en kinderen aan boord van dat vliegtuig.’
Nu staarde Gamble gekweld voor zich uit. ‘Denk je dat ik dit zo heb gewild? Ik hou me bezig met geld verdienen, niet met het vermoorden van mensen. Als ik een andere manier had kunnen bedenken, dan had ik die gekozen. Ik had twee problemen: Lieberman en jouw man. Beiden kenden de waarheid, dus ik moest ze alle twee uit de weg zien te ruimen en het vliegtuig was de enige manier om twee vliegen in één klap te slaan. Ik zou van Lieberman verlost zijn en jouw man zou daar de schuld van krijgen. Als ik alle zitplaatsen aan boord van dat vliegtuig had kunnen opkopen, dan zou ik dat hebben gedaan.’ Hij zweeg even en keek haar aan. ‘Als dat je een goed gevoel geeft: mijn particuliere liefdadigheidsinstelling heeft al tien miljoen dollar overgemaakt naar de verwanten van de slachtoffers.’
‘Geweldig. Zo kun je zelfs nog pr-punten scoren met je eigen vuile zaakjes. Denk je soms dat geld overal het antwoord op is?’
Gamble blies een wolk rook uit. ‘Het zou je verbazen hoe vaak het wel een antwoord is. En uiteindelijk ben ik helemaal niet verplicht om ook maar een vinger voor die lui uit te steken.’
Plotseling keek Sidney hem boos aan. ‘Waar is hij? Waar is mijn man, vuile hufter dat je bent?’ Ze had haar woede nu niet meer in bedwang en als zijn manschappen haar niet zouden hebben tegenhouden, was ze op Gamble afgesprongen.
Gamble ging recht voor haar staan en gaf haar een kaakslag. ‘Kop dicht!’
Sidney staarde even versuft voor zich uit, maar herstelde zich snel, rukte haar arm los en klauwde met haar vingernagels over zijn gezicht. Geschrokken deed hij een paar stappen struikelend achteruit en greep naar zijn beschadigde huid. ‘Godverdomme!’ brulde hij en terwijl hij haar vol razernij aankeek, duwde hij zijn zakdoek tegen zijn gezicht. Sidney keek hem recht in de ogen. Haar hele lichaam trilde van woede, de hevigste woede die ze in haar hele leven ooit had gevoeld. Uiteindelijk gebaarde Gamble naar Lucas. De chef Beveiliging ging even de kamer uit, en toen hij terugkwam, was hij niet alleen.
Sidney deed onwillekeurig een stap achteruit toen Kenneth Scales de kamer binnen stapte. Uit de manier waarop hij Sidney aankeek, sprak een intense haat. Ze keek weer naar Gamble. Die sloeg zijn ogen neer en duwde zijn zakdoek weer in zijn zak. Daarna slaakte hij een diepe zucht en voelde voorzichtig aan zijn hoofd. ‘Ik neem aan dat ik dat wel heb verdiend. Weet je, ik was helemaal niet van plan om jou ook uit de weg te laten ruimen, maar je wist gewoon niet van ophouden.’ Hij streek met zijn hand door zijn haar. ‘Maak je geen zorgen, ik heb een groot beheersfonds opgericht voor je dochtertje. Wees maar blij dat ik altijd overal aan denk.’ Hij wuifde achteloos naar Scales.
Sidney schreeuwde hem toe. ‘O, werkelijk? Heb je je dan nooit gerealiseerd dat als ik daarachter heb weten te komen, Sawyer daar ook weleens in geslaagd zou kunnen zijn?’ Gamble gaapte haar aan. ‘Zoals het feit dat je Arthur Lieberman hebt gechanteerd door hem in contact te brengen met Steven Page. Maar net toen Lieberman genomineerd werd voor het lidmaatschap van de Fed, bleek Page seropositief te zijn. Dus wat deed je? Hetzelfde wat je naderhand met Lieberman hebt gedaan. Je hebt hem laten vermoorden.’
Gambles antwoord bracht haar volkomen van haar stuk. ‘Waarom zou ik hem laten vermoorden? Hij werkte voor me.’
‘Hij spreekt de waarheid, Sidney.’ Ze draaide zich met een ruk om en staarde verbijsterd naar degene die die woorden had gesproken. Quentin Rowe kwam de kamer binnen lopen. Gamble keek hem met grote ogen aan. ‘Hoe ben jij hier gekomen, verdomme?’
Rowe keurde hem nauwelijks een blik waardig. ‘Ik heb een eigen suite aan boord van het privé-vliegtuig, weet je nog wel? En bovendien hou ik bij voorkeur zelf de vinger aan de pols tot een project helemaal is afgerond.’
‘Heeft ze gelijk? Heb jij je eigen vriendje laten vermoorden?’
Rowe keek hem kalm aan. ‘Dat gaat je niets aan.’
‘Het is mijn bedrijf. Alles gaat mij aan.’
‘Jouw bedrijf. Dat dacht ik niet. Nu we CyberCom in handen hebben, heb ik jou niet meer nodig. Mijn nachtmerrie is eindelijk voorbij.’
Gambles gezicht liep rood aan. Hij gebaarde naar Richard Lucas. ‘Ik denk dat we dit lulletje rozewater eens wat respect voor zijn meerderen moeten bijbrengen.’
Richard Lucas trok zijn pistool.
Gamble schudde zijn hoofd. ‘Gewoon een pak slaag. Dat is voldoende,’ zei hij met een boosaardige schittering in zijn ogen. Die schittering stierf echter snel weg toen Lucas het pistool op hém richtte en terwijl hij zijn sigaar uit zijn mond liet vallen, zei de Triton-directeur: ‘Wel godverdomme, smerige verrader dat je...’
‘Kop dicht!’ brulde Lucas. ‘Als je nou je smerige rotkop niet houdt, dan schiet ik die er meteen af.’ Hij keek Gamble zo intens woedend aan dat die snel zijn mond hield.
‘Waarom, Quentin?’ De woorden zweefden zachtjes door de kamer. ‘Waarom?’ Rowe draaide zich om en zag dat Sidney naar hem stond te staren. Hij haalde diep adem. ‘Toen Gamble zich inkocht in mijn bedrijf, heeft hij een paar clausules in de overeenkomst laten opnemen die hem officieel het beheer gaven over al mijn ideeën. In wezen had hij mijzelf overgenomen.’ Een ogenblik keek hij vol nauw verholen weerzin naar de nu ineens heel gehoorzame Gamble. Daarna keek hij weer naar Sidney en leek onmiddellijk te raden wat ze dacht. ‘Ja, we vormen het vreemdste paar van de hele wereld. Ik weet het.’ Hij ging aan het bureau zitten en terwijl hij bleef praten, tuurde hij naar het scherm. De aanwezigheid van hoogtechnologische apparatuur leek een kalmerende uitwerking op hem te hebben. ‘Maar toen raakte Gamble al zijn geld kwijt. Zó had ook mijn bedrijf geen enkel perspectief. Ik heb hem gesmeekt om de overeenkomst te ontbinden, maar hij zei dat hij me onmiddellijk voor de rechter zou slepen als ik me niet aan onze afspraken hield. Ik zat volkomen klem. Toen ontmoette Steven Lieberman en dat bracht ons op een idee.’
‘Maar je hebt Page laten vermoorden. Waarom?’
Rowe gaf geen antwoord.
‘Heb je nooit geprobeerd om erachter te komen wie hem die hiv heeft bezorgd?’
Rowe gaf geen antwoord, maar plotseling druppelden er tranen op de laptop.
‘Quentin?’
‘Ik! Hij had het van mij. Van mij!’ Rowe sprong op, bleef wankelend even staan en liet zich toen weer in zijn stoel zakken. Met een gekwelde stem vervolgde hij. ‘Toen Steven me vertelde dat hij seropositief was, kon ik dat niet geloven. Ik was hem altijd trouw geweest en hij bezwoor me dat hij dat ook was geweest. We dachten dat het misschien van Lieberman afkomstig was en dus hebben we een kopie van zijn medisch dossier laten maken, maar hij had niks. Toen heb ik zelf een test laten doen.’ Zijn lippen begonnen te trillen. ‘En toen kreeg ik te horen dat ik seropositief was. Het enige wat ik kon bedenken, was een bloedtransfusie die ik heb gehad na een ernstig auto-ongeluk. Ik heb contact opgenomen met het ziekenhuis en ben erachter gekomen dat verschillende andere patiënten bij wie destijds een chirurgische ingreep is verricht, dezelfde infectie hadden opgelopen. Ik heb Steven alles verteld. Ik gaf zoveel om hem, ik had me in mijn hele leven nog nooit zo schuldig gevoeld en ik dacht dat hij het wel zou begrijpen.’ Rowe haalde diep adem. ‘Niet dus.’
‘Heeft hij gedreigd jullie verhouding te onthullen?’ vroeg Sidney.
‘We hadden te veel meegemaakt, te hard gewerkt om dat te kunnen toelaten. Steven dacht niet helder meer. Hij...’ Volkomen verslagen schudde Rowe zijn hoofd. ‘Op een nacht kwam hij naar mijn flat; hij had zwaar gedronken en hij vertelde me wat hij van plan was. Hij zou alles verraden over Lieberman, over de chantage. We zouden allemaal de gevangenis in gaan. Ik heb hem gezegd dat hij maar moest doen wat hem het beste leek.’ Rowe zweeg even, en zei toen met overslaande stem: ‘Ik spoot hem zo vaak zijn dagelijkse dosis insuline in, dat ik zelfs een voorraadje bij mij thuis bewaarde. Hij dacht er nooit aan.’ Rowe keek naar de tranen die nu op zijn handen drupten. ‘Steven was stomdronken en is op de bank in slaap gevallen. Terwijl hij daar zo lag, heb ik hem een overdosis insuline toegediend. Daarna heb ik hem wakker gemaakt en hem in een taxi gezet. En hij overleed. We hadden onze relatie geheimgehouden. De politie heeft me nooit ondervraagd.’ Hij keek Sidney aan. ‘Dat begrijp je toch wel?’ vroeg hij zachtjes. ‘Ik kon niet anders. Mijn dromen, mijn toekomst...’ Het klonk bijna smekend, maar Sidney gaf geen antwoord. Na een tijdje stond Rowe op en veegde zijn tranen af. ‘CyberCom was het laatste stukje van de legpuzzel dat ik nodig had. Maar ik heb voor dat alles wel een prijs moeten betalen. Omdat we samen zo veel geheimen hadden, zaten Gamble en ik voor de rest van ons leven aan elkaar vast.’ Rowe trok een lelijk gezicht, maar toen hij Gamble aankeek, begon hij plotseling weer te glimlachen. ‘Gelukkig zal ik hem jaren overleven.’
‘Jij godverdomde, leugenachtige hufter die je bent!’ Gamble deed zijn best om Rowe aan te vliegen, maar Lucas hield hem tegen.
‘Maar toen hij in dat pakhuis al die papieren zat door te werken, is Jason alles te weten gekomen, hè?’ vroeg Sidney.
Rowe verloor opnieuw zijn zelfbeheersing en zei tegen Gamble: ‘Idioot dat je bent! Je hebt je nooit gerealiseerd dat die e-mailtjes tussen Lieberman en jou op de back-uptape zouden komen te staan, of je ze nou later verwijdert of niet. Als je niet zo’n hebzuchtige idioot was geweest, zo iemand die alles bewaart, dan had je al de winsten die je hebt geboekt met behulp van Liebermans manipulaties, niet keurig laten vastleggen in een aparte reeks kasboeken. En je hebt die ook nog allemaal in dat pakhuis laten liggen, idioot die je bent!’ Hij keek weer naar Sidney. ‘Ik heb dit nooit gewild, geloof me.’
‘Quentin, als je alles eerlijk opbiecht aan de politie...’ begon Sidney.
Rowe barstte in lachen uit, zodat Sidneys laatste hoop nu ook de bodem werd ingeslagen. Hij liep naar de laptop en liet de diskette eruit springen. ‘Ik heb nu de leiding over Triton Global. Ik heb zojuist dat ene stukje gereedschap in handen gekregen dat me in staat zal stellen om een betere toekomst voor ons allemaal te verwezenlijken, en ik ben niet van plan om dat droombeeld te verwerkelijken vanuit een gevangeniscel.’
‘Quentin...’ Ze verstarde toen hij zich omdraaide en tegen Kenneth Scales zei: ‘Doe het snel. Laat haar niet nodeloos lijden. En dat méén ik.’ Hij knikte naar Gamble. ‘Dump de lijken in de oceaan, zo ver uit de kust als je maar kunt. Een mysterieuze verdwijning. Over zes maanden is iedereen je volkomen vergeten,’ zei hij tegen Gamble, en zijn ogen begonnen te glimmen bij de gedachte.
Langzaam werd Gamble weggeleid. Hij stribbelde verwoed tegen en vloekte als een bezetene.
‘Quentin!’ gilde Sidney toen Scales op haar afkwam, maar Quentin Rowe draaide zich niet om.
‘Quentin, alsjeblieft!’ Toen keek hij haar eindelijk aan. ‘Sidney, het spijt me. Het spijt me écht.’ Hij had de diskette nog steeds in zijn hand en maakte aanstalten om de kamer uit te lopen. Toen hij langs haar kwam, gaf hij haar een vriendelijk klopje op haar schouder.
Zowel lichamelijk als geestelijk volkomen murw liet Sidney haar hoofd op haar borst zakken. Toen ze weer opkeek, kwamen die kille blauwe ogen langzaam op haar afzweven. Ze keek om zich heen. Alle aanwezigen keken aandachtig toe hoe Scales kalm en weloverwogen op haar af kwam lopen. Sidney klemde haar tanden op elkaar en stapte langzaam achteruit tot ze met haar rug tegen de muur stond. Ze deed haar ogen dicht en deed haar uiterste best om zich het beeld van haar dochtertje voor de geest te halen. Amy was veilig. Haar ouders waren veilig. Gezien de omstandigheden was dat het beste wat ze kon bereiken. Dag, schatje. Mammie houdt van je. De tranen dropen haar over de wangen. Vergeet me alsjeblieft niet, Amy. Alsjeblieft.
Scales bracht zijn mes omhoog en er verscheen een trage glimlach om zijn mond toen hij naar het blikkerende mes keek. Het licht dat op het lemmet weerkaatste, gaf het een felrode kleur en Scales’ glimlach verdween weer toen hij keek waar dat rode licht vandaan kwam en het rode puntje van een laserstraal op zijn borstkas zag... en de nauwelijks zichtbare straal die opsteeg vanuit dat puntje.
Terwijl hij geschrokken naar Lee Sawyer keek, die een aanvalsgeweer met een telescopisch laservizier op hem gericht hield, deed Scales langzaam een paar stappen achteruit. Verbijsterd keken de huurlingen naar de wapens die Sawyer, Jackson, de hrt’ ers en een contingent van de staatspolitie op hen gericht hielden. ‘Wapens neer, heren, anders kunt u dadelijk uw hersens van de vloer vegen,’ brulde Sawyer, terwijl zijn vingers strakker om het geweer klemden. ‘Wapens néér! Nú!’ Hij stapte nog wat verder de kamer binnen en kromde zijn vinger om de trekker. De mannen begonnen hun wapens neer te leggen. Vanuit zijn ooghoek zag Sidney dat Quentin Rowe zich discreet uit de voeten probeerde te maken. Sawyer richtte het geweer op de computerdeskundige en zei: ‘Nee, meneer Rowe, dat dácht ik niet. Ga zitten!’
Verschrikt ging Quentin Rowe in een stoel zitten. Hij hield de diskette nu tegen zijn borst geklemd. Sawyer keek naar Ray Jackson. ‘Eropaf.’ Sawyer liep naar Sidney om haar te bevrijden uit Scales’ greep. Op dat ogenblik klonk er een schot en werd een van de agenten neergeschoten. Rowes manschappen maakten van de gelegenheid gebruik hun wapens te grijpen en het vuur te openen. De politiemensen zochten snel dekking en beantwoordden het vuur. De dodelijke kogels vlogen nu door de kamer en het duurde maar een paar seconden voordat alle lampen in het hele vertrek door schutters van beide partijen waren uitgeschoten, en het vrijwel volkomen donker werd in het vertrek. Het enige wat er nog te zien was, waren de mondingsvlammen van de wapens.
Sidney, die precies tussen de twee partijen in zat, had zich plat op de vloer laten vallen en terwijl de kogels over haar langs floten, sloeg ze haar handen over haar oren.
Sawyer liet zich op zijn knieën zakken en kroop op handen en voeten naar haar toe. Vanuit de andere richting kwam Scales eveneens op haar af gekropen. Hij hield zijn mes tussen zijn tanden geklemd. Sawyer bereikte haar het eerst en nam haar bij de hand om haar in veiligheid te brengen. Sidney gaf een gil toen ze Scales’ mes door de lucht zag schieten. Sawyer strekte zijn arm en ving het grootste deel van de klap op. Het mes sneed door zijn dikke jack heen en boorde zich in zijn bovenarm. Grommend van pijn probeerde hij Scales een schop te geven, maar daardoor verloor hij zijn evenwicht en viel met zijn rug op de grond. Scales dook op de fbi -agent af en stak hem twee keer in zijn borst. Het mes bleef echter steken in het geavanceerde Teflonweefsel in Sawyers kogelvrije vest en dat leverde Scales twee harde klappen op: Sawyers grote vuist werd tegen zijn mond geramd en Sidneys elleboog raakte hem hard in zijn nek. De man brulde van de pijn toen zijn toch al zo gehavende neus en mond het opnieuw zwaar te verduren kregen. Woedend wierp hij Sidney van zich af, zodat ze over de vloer gleed en tegen de muur sloeg. Daarna liet hij zijn ene vuist een paar keer op het gezicht van de fbi -agent neerkomen en hief toen zijn mes op, zodat het recht boven zijn doel kwam te hangen: het brede voorhoofd van de fbi -agent. Sawyer klemde zijn hand om Scales’ pols en duwde die toen langzaam maar zeker naar beneden. Scales voelde hoe verbazingwekkend veel kracht de fbi -agent in zijn grote lijf had; een kracht die de veel kleiner gebouwde Scales nooit zou kunnen evenaren. Scales, die eraan gewend was dat zijn slachtoffers al dood waren voordat ze zelfs maar de kans kregen om tegen te spartelen, kwam nu tot de ontdekking dat hij een soort grote witte haai aan de haak had geslagen. Nu duwde Sawyer Scales’ hand met zo’n klap tegen de vloer dat het mes uit diens hand schoot en in het duister uit het zicht verdween. Toen haalde Sawyer uit en gaf hem een keiharde stomp midden in zijn gezicht. Scales sloeg achterover en greep brullend van pijn naar zijn neus, die nu plat tegen zijn rechterwang aan gedrukt zat.
Ray Jackson zat in een hoek van de kamer en werd onder vuur genomen door twee van Gambles manschappen. Drie hrt ’ers hadden het binnenbalkon weten te bereiken en vanuit die tactisch superieure positie waren ze het gevecht nu snel in hun voordeel aan het beslechten. Twee van de huurlingen waren al dood en bij een derde had een kogel in zijn been de slagader opengereten, zodat hij nu ook elk moment dood kon zijn. Er waren ook twee leden van de staatspolitie getroffen, en een van hen was er ernstig aan toe. Twee hrt ’ers waren weliswaar geraakt, maar namen nog steeds deel aan het vuurgevecht.
Terwijl hij even stopte om te herladen, zag Jackson dat Scales overeind krabbelde en met opgeheven mes op de zeer brede rug van Lee Sawyer af kwam rennen, terwijl die opnieuw probeerde om Sidney in veiligheid te brengen.
Ray Jackson zag het allemaal gebeuren maar hij had geen tijd om zijn geweer te herladen. Zijn pistool was leeg en hij had geen nieuwe magazijnen meer. Hij kon roepen, maar het geluid van het vuurgevecht was nu zo hevig dat Sidney hem waarschijnlijk niet zou kunnen horen. Jackson sprong op. Als lid van de ‘Veelvraten’, een van de footballteams van de universiteit van Michigan, had Ray Jackson zich duizenden malen door een hele horde tegenstanders heen naar het doel gesprint en nu ging hij de sprint van zijn leven maken. Met een enorme krachtsexplosie kwamen zijn gespierde benen in beweging en terwijl de kogels hem om de oren floten, wist hij na drie stappen al zijn topsnelheid te bereiken.
Scales was een stevig gebouwde vent, maar hij was een kilo of tien minder zwaar dan de negentig kilo zware fbi -agent die nu als een stormram tegen hem aan beukte. Hoewel hij een buitengewoon gevaarlijke man was, had Kenneth Scales nog nooit uit de eerste hand ervaring opgedaan met de rauwe en gewelddadige werkelijkheid van het Amerikaanse football.
Scales’ mes was nog geen dertig centimeter van Sawyer verwijderd toen Jacksons keiharde schouder in botsing kwam met zijn borstbeen. De knarsende klap waarmee Scales’ borstkas in elkaar werd gedrukt, klonk bijna boven het knallen van de schoten uit. Zijn lichaam werd van de grond gelicht en stopte pas toen hij in volle vaart tegen de meer dan een meter van hem verwijderde, met massief eiken beslagen wand sloeg. De tweede klap was minder luid, maar kondigde wel Scales’ vertrek uit deze wereld aan. Zijn nek was gebroken. Langzaam gleed zijn lijk langs de muur naar beneden en kwam plat op zijn rug op de grond terecht. Nu was het eindelijk zíjn beurt om met nietsziende ogen omhoog te staren. Hoe je het ook wendde of keerde, hij had al veel eerder aan de beurt moeten komen.
Jackson betaalde echter wel een prijs voor zijn heroïsche gedrag, want hij werd in zijn arm en zijn been getroffen voordat Sawyer erin slaagde om de schutter met een paar vuurstoten van zijn 10mm buiten gevecht te stellen. Sawyer greep Sidney bij de arm en sleurde haar naar een veilige plek achter een zware tafel, die ergens in een hoek van de kamer met zijn zijkant op de grond lag. Daarna rende hij naar Jackson, die nu zwaar ademend tegen de muur geleund zat en begon hem eveneens naar een veilige plek te trekken. Een centimeter of twee naast zijn hoofd sloeg er een kogel in de wand en daarna smakte er een recht in zijn ribbenkast. Terwijl hij in elkaar zakte en bloed ophoestte, vloog het pistool hem uit de hand en gleed een eind over de vloer. Het vest had opnieuw zijn werk gedaan, maar toen de kogel insloeg, had hij een rib horen breken. Hoewel hij weer overeind wist te krabbelen, ging het uiterst moeizaam. Van nu af aan was hij aangeschoten wild.
Opeens kwam er een lange reeks schoten vanuit een punt naast de houten tafel. De barrage werd gevolgd door een plotselinge schreeuw uit de richting van waaruit het schot was gelost waardoor Sawyer zojuist was getroffen. Hij keek naar de tafel en zijn ogen werden groot van verbazing toen hij Sidney het nog rokende 10mm-pistool in haar broekband zag schuiven. Ze rende weg uit haar dekking en samen met Sawyer trok ze Jackson achter de tafel.
Ze zetten hem met zijn rug rechtop tegen de muur.
‘Godverdomme, Ray, dat had je niet moeten doen, man.’ Snel keek Sawyer of Ray inderdaad niet meer dan twee schotwonden had opgelopen.
‘Ja, en zeker de rest van mijn leven luisteren naar het getier uit jouw graf? Mooi niet, Lee.’ Jackson beet hard op zijn lip toen Sawyer hem zijn das afrukte en met behulp van de stiletto een tourniquet aanlegde boven de wond in zijn been.
‘Hou je hand hierop, Ray.’ Sawyer nam Jacksons hand in de zijne, legde die op het heft van het mes en duwde de vingers van zijn partner er stevig omheen.
Om het bloeden in de andere wond te stelpen, trok hij daarna snel zijn jas uit, maakte er een bundeltje van en drukte dat tegen de wond in Jacksons arm. ‘Die kogel is er dwars doorheen gegaan, Ray. Je komt er wel weer bovenop.’
‘Dat weet ik. Ik voelde hem er weer uit komen.’ Het zweet droop nu van Jacksons voorhoofd. ‘Jij bent ook geraakt, hè?’
‘Nee, mijn vest heeft hem opgevangen. Met mij gaat alles goed.’ Terwijl hij zich weer achterover liet zakken, begon zijn gemaltraiteerde onderarm weer te bloeden.
‘O, god, Lee.’ Sidney staarde naar het stromende bloed. ‘Je arm.’ Ze deed haar sjaal af en wikkelde die om Sawyers gewonde arm.
Hij keek haar vriendelijk aan. ‘Bedankt, en ik heb het niet over dat sjaaltje.’
Sidney ging eveneens tegen de muur zitten. ‘Godzijdank waren we toen je belde in staat om de witte plekken in elkaars verhaal aan te vullen. Om tijd te winnen, heb ik Gamble maar vergast op mijn briljante deducties, maar het zag er bijna naar uit dat dat niet voldoende zou zijn.’
Hij ging naast haar zitten. ‘Door die godverdomde sneeuw waren we een paar minuten lang het radiosignaal van de mobiele telefoon kwijt. Godzijdank zijn we erin geslaagd om het weer terug te vinden.’ Plotseling ging hij rechtop zitten, wat de pijn in zijn gebroken rib nog verergerde. ‘Je bent toch wel in orde, hè? Jezus, dat was ik helemaal vergeten te vragen.’
Ze wreef voorzichtig over haar gezwollen kaak. ‘Niets wat met een beetje tijd en wat make-up niet te verhelpen valt. En jij?’
Sawyer schrok opnieuw op. ‘O, mijn god! Amy? Je moeder?’
Snel legde ze uit dat het een bandopname was geweest.
‘Wat een klootzakken toch!’ gromde hij.
Ze keek hem wat weemoedig aan. ‘Ik weet niet wat er zou zijn gebeurd als ik niet had gereageerd op dat bericht op mijn buzzer.’
‘Je hebt wel gereageerd en daar gaat het om. Ben ik even blij dat ik je kaartje bij me had.’ Hij glimlachte. ‘Misschien is al dat hoogtechnologische gedoe toch wel ergens goed voor, mits met mate gebruikt.’
In een andere hoek van de kamer zat Quentin Rowe in elkaar gedoken achter een sofa. Hij hield zijn ogen dicht en om zich zoveel mogelijk af te sluiten voor alle knallen om hem heen, had hij zijn handen over zijn oren geslagen. Hij merkte de man die op hem af kwam kruipen dan ook pas op het laatste moment op. Een harde ruk aan zijn paardestaart zorgde ervoor dat zijn kin omhoog werd getrokken... steeds verder en verder. Toen grepen twee handen zijn hoofd beet en rukten het hard naar rechts, zodat hij net voordat hij zijn nek hoorde knappen het gemeen grijnzende gezicht van Nathan Gamble voor zich zag. De president-directeur van Triton Global liet hem los en het slappe lichaam zakte op de vloer: morsdood. Quentin Rowe had zijn laatste visioen gehad. Gamble greep de laptop en sloeg die in stukken.
Gamble boog zich nog even over Rowes lijk heen, draaide zich toen om en wilde er net vandoor gaan toen de kogels hem vol in zijn borst raakten. Vol ongeloof en woede keek hij naar zijn moordenaar en voordat hij voorover op de grond viel, wist hij nog net diens mouw vast te grijpen.
De moordenaar bukte zich, pakte de diskette op die naast Quentin Rowe op de vloer was gevallen, en liep naar buiten.
Rowe was op zijn zij terechtgekomen en daarna op zijn rug gerold, zodat zijn gezicht nu naar Gambles lijk toegekeerd lag. Navrant genoeg waren Gamble en hij nu maar een paar centimeter van elkaar verwijderd; in de dood waren ze veel nader tot elkaar gekomen dan tijdens hun leven ooit het geval was geweest.
Sawyer stak voorzichtig zijn hoofd boven de tafel uit en keek de kamer rond. De overgebleven huurlingen hadden hun wapens laten vallen en kwamen nu met hun handen omhoog te voorschijn uit hun schuilplaatsen. De hrt ’ers stapten op hen af en binnen een paar seconden lagen de huurlingen met handboeien om naast elkaar op de vloer. Toen zag hij de levenloze gestalten van Rowe en Gamble liggen en buiten op het balkon hoorde hij rennende voetstappen. Hij keek om en zei tegen Sidney: ‘Pas goed op Ray. De voorstelling is nog niet voorbij.’