•45•
Page woonde op de begane grond van een groot gebouw dat rond de eeuwwisseling in Georgetown was opgetrokken en dat sindsdien verbouwd was tot een reeks pittoreske appartementen. De slaperige eigenaar van het gebouw had niet tegengesputterd toen Sawyer hem vertelde dat hij het appartement wilde bekijken. De man had gelezen dat Page dood was en zei dat hij het heel erg vond. Er was nog niemand aan de deur geweest, maar Pages dochter had gebeld vanuit New York. De privé-detective was een voorbeeldige huurder geweest. Hij hield er een wat eigenaardig levensritme op na en was soms een paar dagen weg, maar hij had altijd keurig op de eerste van de maand zijn huur betaald en zich altijd rustig en netjes gedragen. Voorzover de eigenaar wist, had hij geen vrienden.
Met behulp van de sleutel die de eigenaar hun gegeven had, maakte Sawyer de voordeur van de flat open. Nadat Sidney en hij naar binnen waren gestapt, drukte hij op de lichtknop en duwde toen de deur weer in het slot. Hij hoopte dat hij nu eindelijk ook eens een puntje zou scoren en als het even kon zelfs een home-run.
Ze hadden het logboek van de bewaker gecheckt: daaruit bleek dat de archiefkast de vorige dag was weggehaald. Twee mannen in werkkleding, met een keurig uitziende werkopdracht èn de sleutels van het kantoor. Sawyer dacht dat het bedrijf waarschijnlijk toch nep was geweest en de inhoud van Pages archiefkast, die vrijwel zeker een schat aan informatie had bevat, was nu vermoedelijk niet meer dan een hoopje as op de bodem van de een of andere verbrandingsinstallatie.
Pages huis was al even eenvoudig en netjes ingericht als zijn kantoor. Sawyer en Sidney liepen de kamers door om te zien hoe de flat was ingedeeld. De sfeer in de woonkamer werd sterk bepaald door een fraaie open haard met een grote schoorsteenmantel in Victoriaanse stijl en een van de wanden ging volkomen schuil achter een grote boekenkast. Te oordelen naar de boeken die erin stonden, had Ed Page veel gelezen en een eigenzinnige smaak gehad. Er was echter niets te vinden waaruit zou kunnen blijken waar Page de afgelopen tijd was geweest of wie hij naast Sidney en Jason Archer nog meer gevolgd zou kunnen hebben. Nadat ze zorgvuldig de woonkamer en de eetkamer hadden doorzocht, liepen ze verder.
De keuken en de badkamer leverden niets van enig belang op. Sawyer probeerde de gebruikelijke plaatsen, zoals de stortbak en de koelkast. Om te zien of die wel echt waren en geen geheime bergplaatsen voor aanwijzingen naar de moord op Ed Page, controleerde hij zelfs aandachtig de blikjes cola en de kroppen sla die in de koelkast lagen. Sidney was inmiddels de slaapkamer binnengelopen en had daar een grondig onderzoek ingesteld. Ze was begonnen onder het bed en de matras, en geëindigd met de kleerkast. De paar lege koffers daar waren niet voorzien van oude bagagelabels en ook de prullenbak was leeg. Ze gingen naast elkaar op bed zitten en keken aandachtig de kamer rond. Sawyer zag een klein stapeltje foto’s op het nachtkastje liggen: Edward Page en zijn gezin, in duidelijk gelukkiger dagen.
Sidney pakte een van de foto’s op. ‘Een leuk gezinnetje.’ Plotseling gingen haar gedachten naar de familiekiekjes in haar huis. Het leek ineens zo lang geleden dat iemand dat van haar eigen gezinnetje had gezegd. Ze gaf de foto aan Sawyer.
De vrouw was knap, dacht hij. De zoon leek sprekend op zijn vader en de dochter was heel leuk om te zien. Rood haar en met lange, puberachtige benen. De datumstempel op de achterkant gaf aan dat de foto vijf jaar geleden genomen was. Ze moest nu echt een stuk zijn, dacht hij. En toch had de huisbaas gezegd dat ze allemaal in New York woonden en Page had hier gewoond. Waarom?
Toen Sawyer de foto van de familie Page weer terug wilde leggen, voelde zijn wijsvinger een lichte oneffenheid aan de achterkant van de foto en toen hij die lospulkte, vielen er een paar ongeveer half zo grote foto’s uit. Sawyer raapte ze op en bekeek ze aandachtig. Ze waren allemaal van een en dezelfde persoon, een jongeman van midden-twintig, en hij meende een spoor van gelijkenis met Ed Page te ontwaren in de vorm van de kaak en de donkerbruine ogen. Een knappe vent, maar naar Sawyers smaak eigenlijk een beetje té knap. Een ontzéttend leuke jongen, dat was het eerste wat in hem opkwam; zijn kleren waren net iets te modieus en zijn haar zat veel te mooi.
Sidney draaide de foto’s één voor één om, maar de achterkant was blanco, op één foto na, en daar was het woord ‘Stevie’ op geschreven. Misschien was het Pages broer. Maar waarom had hij die foto’s dan verborgen?
Sidney keek hem aan. ‘Wat zou dat betekenen?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik begin bang te worden dat deze hele zaak me boven mijn pet gaat.’ Hij schoof alle foto’s weer terug, behalve de foto met de naam erachterop, die stopte hij in zijn jaszak. Ze keken de kamer nog eens rond, stonden op en gingen weg, waarbij ze de deur goed achter zich afsloten.
Sawyer liep met Sidney naar binnen en om er zeker van te zijn dat er verder niemand aanwezig was en dat alle ramen en deuren goed afgesloten waren, doorzocht hij het hele huis. ‘Of het nou dag of nacht is, zodra je iets hoort, bel je me. Begrepen?’ Sidney knikte. ‘Ik heb buiten twee man opgesteld en die kunnen hier binnen enkele seconden zijn.’ Hij liep naar de voordeur. ‘Ik ga even wat dingen natrekken en kom morgenochtend weer terug.’ Hij draaide zich om en keek haar aan. ‘Jij redt je hier wel, hè?’
‘Ja.’ Sidney sloeg haar armen om zich heen.
Sawyer zuchtte en leunde tegen de deur. ‘Ik hoop dat ik je op een dag de kant-en-klare oplossing van deze zaak kan komen brengen, Sidney, en dat méén ik.’
‘Je... je gelooft nog steeds dat Jason schuldig is, hè? Ik denk dat ik je dat ook niet kwalijk kan nemen. Alles lijkt daarop te wijzen, dat weet ik ook wel.’ Toen ze Sawyer nadrukkelijk aankeek, betrok zijn gezicht. Hij zuchtte en keek een andere kant op. Toen hij haar weer aankeek, zag ze echter een vage schittering in zijn ogen.
‘Laat ik het zo zeggen, Sidney,’ zei hij. ‘Ik begin enigszins te twijfelen.’
Ze keek hem vol verwarring aan. ‘Over Jason ?’
‘Nee, over iets anders. Maar dit kan ik je wel beloven: mijn eerste doel is het veilig en wel terugvinden van je man. Daarna kunnen we dan de rest wel uitzoeken. Oké?’
Ze trilde even en knikte toen. ‘Oké.’ Toen hij zich omdraaide, zei ze: ‘Dank je wel, Lee.’
Van achter het raam zag ze Sawyer naar de zwarte wagen met de twee fbi -agenten toe lopen. Hij keek even om, zag haar staan en zwaaide. Ze deed haar best om terug te zwaaien, maar veel meer dan een slap handgebaar werd het niet. Ze voelde zich eigenlijk nogal schuldig over wat ze nu ging doen. Ze liep van het raam weg, deed alle lichten uit, pakte haar jas en haar tasje en rende de achterdeur uit. Nadat ze tussen de bomen achter de achtertuin door was gerend, kwam ze bij het volgende huizenblok weer op de weg uit. Ze liep snel verder en vijf minuten later kwam ze bij een telefooncel. Nog geen tien minuten later kwam de taxi haar al ophalen.
Dertig minuten later duwde ze haar sleutel in het veiligheidsslot van haar kantoor en hoorde de zware glazen deur openklikken. Snel rende ze naar de liften en een minuut later stond ze op de verdieping waar haar firma zat. Stilletjes liep ze door de schemerige gang. De bibliotheek bevond zich aan het eind van de hoofdgang op haar verdieping. Door de openstaande matglazen deuren zag ze de lange rijen boeken die samen de indrukwekkende collectie juridische literatuur vormden waarover haar firma beschikte. De collectie was ondergebracht in een grote open ruimte met daaromheen een reeks studiehokjes en aparte werkkamers. Achter een paar schermen stond een rijtje computerterminals die de juristen van de firma gebruikten voor hun geautomatiseerde literatuuronderzoek.
Behoedzaam bleef Sidney in de deuropening staan en ze speurde de in het halfduister gehulde bibliotheek af. Ze hoorde niets en zag nergens iets bewegen. Gelukkig had geen enkele jonge collega het nodig gevonden om de hele nacht door te werken. Aan twee op elkaar aansluitende zijden van de bibliotheek keken twee glazen wanden uit op de straten van de stad. De luxaflex was echter helemaal naar beneden getrokken en dus kon niemand van buiten naar binnen kijken. Sidney ging aan een van de donkere beeldschermen zitten en zette het kleine bureaulampje aan dat naast de computer stond. Het was een risico, maar ze waagde het er maar op. Daarna haalde ze de diskette uit haar tasje en legde hem op tafel. Binnen een minuut was de computer gereed voor gebruik en kon ze de commando’s aanklikken die nodig waren om America On-Line op te starten. Ze tikte Jasons gebruikersnaam en wachtwoord in, en bedankte hem er in stilte voor dat hij haar die, toen ze een paar jaar geleden een aansluiting hadden genomen, uit het hoofd had laten leren. Terwijl ze met een verbeten en angstig gezicht naar het scherm staarde, werd haar ademhaling ondiep en kreeg ze een onvast gevoel in haar maag, alsof ze een verdachte was die op een uitspraak van de jury zat te wachten. De computerstem deed haar geschrokken opveren, maar hij zei waar ze op gehoopt had. ‘Er is post voor u.’
In de hal slopen twee paar benen naar de bibliotheek toe.
Sawyer keek op en zag Jackson binnenkomen. Ze zaten in de conferentieruimte van de fbi . ‘Zo, wat ben je te weten gekomen over meneer Page, Ray?’
Jackson ging zitten en sloeg zijn aantekenboekje open. ‘Ik heb een leuk gesprek met de Newyorkse politie gehad. Page is daar ooit agent geweest. Ik heb ook met Pages ex gesproken. Ik heb haar uit bed moeten bellen, maar je zei dat het belangrijk was. Ze woont nog steeds in New York. Sinds de scheiding heeft ze niet veel meer met hem te maken gehad. Hij onderhield echter heel nauwe banden met zijn kinderen. Ik heb zijn dochter gesproken. Het is een eerstejaars studente, achttien jaar oud, en nu moet ze haar vader al begraven.’
‘Wat had ze te vertellen?’ vroeg Sawyer.
‘Een hoop. Dat haar vader de afgelopen weken zo nerveus was geweest en niet wilde dat ze op bezoek kwamen. Hij droeg sinds kort weer een pistool bij zich, en dat had hij in jaren niet gedaan. In feite had hij zelfs een pistool meegenomen naar New Orleans, Lee. Hij heeft zelfs niet de kans gekregen om het te gebruiken. Arme vent.’
‘Waarom is hij vanuit New York hierheen verhuisd terwijl zijn gezin daar is blijven wonen?’
Jackson knikte. ‘Dat is interessant. Zijn vrouw wilde er niets over kwijt. Het huwelijk was op de klippen gelopen en daarmee uit. Zijn dochter dacht daar echter heel anders over.’
‘Heeft ze je een reden gegeven?’
Ed Pages jongere broer woonde ook in New York. Hij heeft een jaar of vijf geleden zelfmoord gepleegd. Hij had suikerziekte en heeft zichzelf een zware overdosis insuline toegediend nadat hij eerst zwaar had gedronken. Page en hij hadden een heel goede band. Zijn dochter zei dat haar vader daarna nooit meer de oude is geworden.’
‘Dus hij wilde gewoon een verandering van omgeving?’
Jackson schudde zijn hoofd. ‘Uit wat ik van zijn dochter heb gehoord, maak ik op dat Ed Page ervan overtuigd was dat zijn broer geen zelfmoord had gepleegd.’
‘Hij dacht dat het moord was?’
Jackson knikte.
‘Waarom?’
‘Ik heb bij de Newyorkse politie een kopie van het bestand opgevraagd. Misschien dat we daar wat wijzer van worden, hoewel... Ik heb een kort gesprek gehad met de rechercheur die de zaak destijds in behandeling heeft gehad, en die zei dat alles op zelfmoord of op een ongeluk wees. Page was dronken.’
‘Als hij zelfmoord heeft gepleegd, is daar dan ook een mogelijk motief voor bekend?’
Jackson leunde achterover. ‘Zoals ik al heb verteld, had Steven Page suikerziekte, wat wil zeggen dat zijn gezondheid niet al te best was. Volgens Pages dochter slaagde haar oom er nooit in om zijn insulineniveau goed in te stellen. Hoewel hij pas achtentwintig was toen hij stierf, was de biologische leeftijd van zijn inwendige organen dus waarschijnlijk een stuk hoger.’ Jackson zweeg even en bladerde zijn aantekeningen door. ‘Bovendien had Steven Page kort daarvoor te horen gekregen dat hij seropositief was.’
‘Shit. Dat verklaart waarom hij zo veel had gedronken,’ zei Sawyer.
‘Waarschijnlijk wel, ja.’
‘En misschien ook de zelfmoord.’
‘De Newyorkse politie denkt van wel.’
‘Hoe heeft hij dat opgelopen?’
Jackson schudde zijn hoofd. ‘Officieel weet niemand dat. Ik bedoel dat dat echt niet in het verslag van de patholoog-anatoom zal staan. Ik heb het aan de ex gevraagd, maar dat leverde ook al niets op. De dochter was er echter van overtuigd dat haar oom homoseksueel was, zij het niet openlijk, en dat hij op die manier met het hiv -virus besmet is geraakt.’
Sawyer wreef over zijn voorhoofd en blies een mondvol adem uit. ‘Wat kan de mogelijke moord op een homoseksuele man in New York, vijf jaar geleden, nou in vredesnaam te maken hebben met het feit dat Jason Archer zijn werkgever heeft bestolen en dat een vliegtuig in Virginia is neergestort?’
Jackson trok peinzend aan zijn lip. ‘Misschien was Page er op de een of andere manier achter gekomen dat Archer niet aan boord van dat vliegtuig is gegaan.’
Sawyer voelde zich even schuldig, hij wist door een gesprek met Sidney – een gesprek waarvan hij zijn partner niet op de hoogte had gebracht – dat Page wìst dat Jason niet aan boord was.
‘Dus Jason Archer verdwijnt en Page probeert het spoor te volgen via zijn vrouw?’
‘Dat zou best kunnen. Hé, misschien heeft Triton Page wel ingehuurd om te kijken of er ergens een lek in de organisatie zat, en is hij dat op het spoor gekomen.’
Sawyer schudde zijn hoofd. ‘Met hun eigen staf en het bedrijf van Frank Hardy hebben ze al meer dan genoeg beveiligingsmensen.’
Er liep een vrouw de kamer binnen. Ze had een dossiermap in haar hand. ‘Ray, dit is net overgefaxt. Het komt van de politie in New York.’
Jackson nam de map aan. ‘Bedankt, Jennie.’ Nadat ze weer de kamer uit was, begon Jackson aandachtig het dossier door te lezen terwijl Sawyer een paar telefoontjes pleegde.
‘Steven Page?’ vroeg Sawyer een tijdje later.
‘Ja. Erg interessant allemaal.’
Sawyer schonk een kop koffie in en ging naast zijn partner zitten.
‘Steven Page werkte voor Fidelity Mutual in Manhattan,’ zei Jackson. ‘Dat is een van de grootste beleggingsmaatschappijen van het hele land. Hij woonde in een mooie flat vol met antiek en schilderijen; hij had een kast vol met dure maatpakken en een Jaguar in de parkeergarage. Bovendien beschikte hij over een uitgebreide effectenportefeuille: aandelen, obligaties, staatsleningen, vreemde valuta. Alles bij elkaar was die portefeuille meer dan een miljoen dollar waard.’
‘Niet slecht voor iemand van achtentwintig, maar die effectenmakelaars verdienen allemaal schatten geloof ik. Je hoort in elk geval de hele tijd verhalen over snotapen die ongelooflijk veel geld verdienen en Joost mag weten wat ze er eigenlijk voor gedaan hebben, waarschijnlijk mensen zoals jij en ik een poot uitgedraaid.’
‘Ja, maar Steven Page was geen makelaar. Hij was financieel analist, iemand die de markt in de gaten houdt. Dat is gewoon loondienst, en niet eens zo’n heel hoog loon ook, volgens dit rapport.’
Sawyer trok zijn wenkbrauwen op. ‘Waar zijn al die effecten dan vandaan gekomen? Heeft hij het verduisterd bij Fidelity?’
Jackson schudde zijn hoofd. ‘Dat heeft de Newyorkse politie nagetrokken. Fidelity was geen geld kwijt.’
‘Dus wat was hun conclusie?’
‘Ik denk niet dat ze ooit zover gekomen zijn. Page werd in zijn appartement gevonden, alleen. De deur en de ramen waren allemaal van binnenuit afgesloten. En de patholoog-anatoom had verklaard dat het waarschijnlijk zelfmoord was door een overdosis insuline, dus toen hebben ze min of meer hun belangstelling verloren. Voor het geval je het niet wist, er worden in de Big Apple zo veel moorden gepleegd dat ze met een enorme achterstand zitten.’
‘Bedankt voor die nuttige informatie over het lijkenoverschot in New York, Ray. Wie heeft het geld geërfd?’
Jackson bladerde het dossier door. ‘Steven Page had geen testament laten opmaken. Zijn ouders waren dood en hij had geen kinderen, dus is alles naar zijn broer Edward gegaan. Verder had hij geen broers of zussen.’
Sawyer nam een slok koffie. ‘Interessant.’
‘Maar ik denk niet dat Ed Page zijn jongere broer heeft vermoord om het collegegeld van zijn kinderen te kunnen betalen. Uit wat ik heb gehoord, was hij net zo verbaasd als wie dan ook toen hij hoorde dat zijn broer miljonair was.’
‘Stond er verder nog iets in het verslag van de lijkschouwing?’
Jackson haalde twee pagina’s uit de map en schoof die naar Sawyer toe. ‘Steven Page is overleden aan een enorme overdosis insuline die hij eigenhandig in zijn dijbeen heeft geïnjecteerd. Dat is een lichaamsdeel dat diabetici vaak gebruiken om zich te injecteren en andere wondjes op het dijbeen gaven aan dat hij dat wel vaker gedaan had. Op de spuit die naast het lijk lag, zijn alleen zijn eigen vingerafdrukken gevonden. Bij het toxicologische onderzoek is er een alcoholpromillage van 0,18 in zijn bloed aangetroffen en dat zal de effecten van die overdosis beslist niet verzacht hebben. De temperatuur van het lijk was ongeveer 26 graden en dat wijst erop dat hij ongeveer twaalf uur dood moet zijn geweest toen hij werd gevonden. Het lijk was toen al volkomen stijf. Dat klopt met de lichaamstemperatuur en wijst er dus op dat hij tussen drie en vier uur ’s ochtends moet zijn gestorven. De huid was ook volkomen gelijkmatig verbleekt, wat aangeeft dat hij is gestorven op de plek waar zijn lijk is gevonden.’
‘Wie heeft hem gevonden?’
‘De huishoudster,’ zei Jackson. ‘Het zal wel geen leuk gezicht zijn geweest.’
‘Dat zijn lijken maar zelden. Is er nog een afscheidsbriefje gevonden?’
Jackson schudde zijn hoofd.
‘Heeft Page nog iemand gebeld voordat hij stierf?’
‘De laatste keer dat Steven Page vanuit zijn flat een telefoongesprek heeft gevoerd, was diezelfde avond om half acht.’
‘Wie heeft hij toen gebeld?’
‘Zijn broer.’
‘Heeft de politie Ed Page verhoord?’
‘Reken maar, vooral toen ze erachter kwamen hoeveel geld Steven Page had.’
‘Had hij een alibi?’
‘Een heel goed alibi zelfs. Zoals je weet, zat hij toen nog bij de politie. Terwijl zijn broer stierf, was hij samen met een stel collega’s op de Lower Eastside een paar drugsdealers aan het inrekenen.’
‘Heeft de politie naar dat telefoongesprek gevraagd?’
‘Hij zei dat zijn broer erg van streek was geweest. Steven had hem verteld dat hij seropositief was. Ed Page zei dat zijn broer al flink aangeschoten had geklonken.’
‘Is hij hem niet gaan opzoeken?’
‘Hij zei dat hij dat wel had willen doen, maar dat zijn broer er niets van wilde horen en uiteindelijk de hoorn op de haak heeft gesmeten. Hij heeft nog geprobeerd hem terug te bellen, maar er werd niet opgenomen en om negen uur begon zijn dienst. Hij zei dat hij had besloten dat hij zijn broer die nacht maar beter alleen kon laten en dat hij hem de volgende dag wel zou opzoeken. Hij was pas om tien uur ’s ochtends klaar met zijn werk, is een paar uur gaan slapen en is toen rond een uur of drie naar het kantoor gegaan waar zijn broer werkte. Toen hij daar te horen kreeg dat Steve die dag niet op zijn werk was verschenen, is hij rechtstreeks naar zijn broers flat gegaan en daar is hij min of meer op dezelfde tijd aangekomen als de politie.’
‘Jezus, wat moet die man zich schuldig hebben gevoeld.’
‘Als het mijn kleine broertje was geweest...’ zei Jackson. ‘Verdomme. Maar goed, ze hebben dus besloten dat het zelfmoord is geweest, en alle feiten lijken daar inderdaad wel op te wijzen.’
Sawyer stond op en begon rond de tafel te lopen. ‘En desalniettemin geloofde Ed Page niet dat het zelfmoord was. Ik vraag me af waarom.’
Jackson haalde zijn schouders op. ‘Waarschijnlijk is de wens de vader van de gedachte geweest. Misschien voelde hij zich wel ontzettend schuldig en gaf die gedachte hem een wat prettiger gevoel. Wie weet? De politie heeft niets gevonden wat op een misdrijf wees en nu ik het dossier heb gelezen, heb ik ook de indruk dat het gewoon zelfmoord was.’
Sawyer gaf geen antwoord. Hij was diep in gedachten verzonken.
Jackson pakte het rapport over Steve Page en nadat hij het weer in de dossiermap had gelegd, zei hij: ‘Hebben jullie in Pages kantoor nog iets gevonden?’
Sawyer keek zijn partner verstrooid aan. ‘Nee, maar bij hem thuis wel.’ Hij stak een hand in zijn binnenzak, haalde de foto met het opschrift ‘Stevie’ eruit en gaf die aan Jackson. ‘Hier, dit is wel interessant, want deze zat praktisch verstopt achter een andere foto. Ik ben er vrij zeker van dat dit een foto van Steven Page is.’
Zodra Jackson de foto zag, zakte zijn mond open. ‘O, mijn god!’ Hij stond op en terwijl hij met trillende handen de foto vasthield, zei hij opnieuw ‘O, mijn god!’, maar nu wat luider. ‘Dat kan niet. Dat is niet mogelijk.’
Sawyer greep hem bij de schouder. ‘Ray? Ray? Wat is er, verdomme?’ Jackson rende naar een andere tafel, en begon verwilderd het ene dossier na het andere door te bladeren. Terwijl hij telkens nadat hij er een paar seconden in gebladerd had, het dossier weer op tafel smeet en een nieuw pakte, werden zijn bewegingen steeds panischer. Na een tijdje kwam hij echter eindelijk tot rust en bleef met een opengeslagen dossier in zijn hand naar iets in de dikke stapel papier staan staren. Vrijwel onmiddellijk kwam Sawyer naast hem staan. ‘Godverdomme, Ray, wat is er nou?’ zei hij woest.
Nadat Jackson hem langzaam iets uit het dossier had aangegeven, bleef Sawyer vol ongeloof naar het iets te knappe gezicht op de foto staan staren. Het was een andere pose, maar het gezicht dat hem vanaf de foto aanstaarde, was duidelijk dat van Steven Page.
Sawyer griste de foto die hij uit de flat van Ed Page had meegenomen van het bureau waar Jackson hem zolang had neergelegd en keek er nog eens naar. Het was duidelijk dezelfde man.
Met grote ogen keek Sawyer naar Jackson. ‘Waar heb je die foto vandaan, Ray?’ vroeg hij heel langzaam, met een stem die nauwelijks meer was dan gefluister.
Nerveus likte Jackson zijn lippen af. ‘Dat geloof je toch niet?’
‘Waar, Ray? Wáár komt die foto vandaan?’
‘Uit de flat van Arthur Lieberman,’ zei Ray Jackson eindelijk.