•32•

‘Lee, laat me je even waarschuwen dat hij soms tamelijk moeilijk in de omgang kan zijn. Zo is hij nou eenmaal.’ Frank Hardy keek om naar Sawyer en nadat ze de lift waren uitgestapt die hen naar de bovenste verdieping van het Triton Global Building had gebracht, liepen de twee mannen een lange gang in. ‘Fluwelen handschoentjes, Frank, dat beloof ik je. Als ik met de slachtoffers ga praten, laat ik mijn boksbeugel meestal thuis, weet je.’

Terwijl ze de gang doorliepen, dacht Sawyer na over de resultaten van het onderzoek dat ze op de luchthaven hadden ingesteld naar Jason Archer. Zijn mannen hadden twee leden van het grondpersoneel weten te vinden die Archers foto hadden herkend. Een van hen was de Western Airlines-medewerkster bij wie Archer die ochtend zijn tas had ingecheckt. De andere was een portier die Jason een krant had zien zitten lezen. Hij had zich Jason herinnerd omdat de man zijn leren koffertje geen ogenblik had losgelaten, zelfs niet terwijl hij de krant zat te lezen en een slokje van zijn koffie nam. Jason was naar het toilet gegaan, maar de portier was ergens anders heen gegaan en had hem er niet weer uit zien komen. De jonge vrouw die de instapkaarten van de passagiers had ingenomen, konden de fbi -agenten niet meer ondervragen, want ze was een van de stewardessen van Vlucht 3223 geweest. Een aantal mensen kon zich Arthur Lieberman nog herinneren. Hij was al jaren een vaste klant op Dulles. Al met al had dit deel van het onderzoek dus niet veel nuttige informatie opgeleverd.

Sawyer richtte zijn blik weer op de rug van de man voor hem, die nu snel over het dikke tapijt in de gang liep. Het was niet gemakkelijk geweest om toegang te krijgen tot het hoofdkantoor van de technologie-reus. Tritons beveiligingsdienst was zo grondig geweest dat ze zelfs de fbi hadden willen bellen om de serienummers op Sawyers identiteitsbewijzen te checken, en pas na Hardy’s boze opmerking dat dat niet nodig zou zijn en dat deze ervaren agent een heel wat beleefdere behandeling verdiende, hadden ze daarvan afgezien. Zoiets was hem in al die jaren die hij nu voor het Bureau had gewerkt, nog nooit overkomen, en zonder er al te serieus over te doen, liet hij de schaapachtig voor zich uit starende Hardy dat toch wel even voelen.

‘Hé, Frank, bewaren jullie hier soms baargoud of uranium 235?’

‘Laten we het er maar op houden dat ze een beetje paranoïde zijn.’

‘Ik ben zeer onder de indruk, hoor. Meestal jaagt iemand van de fbi iedereen de stuipen op het lijf. Ik durf te wedden dat ze ook een lange neus maken tegen de controleurs van de belastingdienst.’

‘Het hoofd van hun afdeling Belastingzaken is vroeger belastinginspecteur geweest.’

‘Jezus, ze nemen hier geen enkel risico.’

Een onbehaaglijk gevoel bekroop Sawyer. Hardy en hij werkten tegenwoordig niet meer voor dezelfde organisatie. Toegang tot informatie werd voor een groot deel geregeld door computers en op dat terrein lag de particuliere sector zo ver voor op de overheid dat die laatste geen enkele kans had om zijn achterstand ooit nog in te lopen. Zelfs de fbi , die wat informatietechnologie betreft een toonaangevende overheidsinstelling was, was maar een heel kleine jongen in de wereld waar Triton Global zijn veldslagen leverde. Dat besef bezorgde Sawyer een onaangenaam gevoel. Je moest wel achterlijk zijn om niet te onderkennen dat computermisdrijven binnenkort alle andere manifestaties van het kwaad in de mens zouden overtreffen – in elk geval wat geld betrof. Maar geld was erg belangrijk; geld vertegenwoordigde banen, huizen en gelukkige gezinnen. Of niet. Sawyer bleef stilstaan. ‘Je zei dat Triton Global je grootste cliënt was. Mag ik vragen hoeveel omzet ze je opleveren?’

Hardy draaide zich om, keek hem wat verward aan en begon plotseling te glimlachen. ‘Hoezo? Wil je soms voor jezelf beginnen en mijn klanten stelen?’

‘Hé, ik wil gewoon eens weten hoe de zaken lopen, voor als ik ooit eens van je aanbod gebruik mocht maken.’

Hardy keek hem scherp aan. ‘Meen je dat?’

‘Op mijn leeftijd weet je heel goed dat je nooit iets kunt uitsluiten.’

Terwijl hij de woorden van zijn voormalige partner tot zich liet doordringen, verscheen er opnieuw een ernstige uitdrukking op Hardy’s gezicht. ‘Ik ga liever niet op de details in, maar Triton levert ons elk jaar een omzet op die ruim in de zeven cijfers valt, plus een vast bedrag dat ze betalen om überhaupt gebruik van onze diensten te kunnen maken.’

Sawyer floot zachtjes voor zich uit. ‘Christus, ik hoop dat je daar een dikke plak van overhoudt, Frank.’

Hardy knikte kort. ‘Dat lukt wel, en voor jou ligt er ook een klaar, Lee, als je ooit verstandig wordt en voor mij komt werken.’

‘Oké, ik hap wel. Waar hebben we het dan over, qua salaris dus? Gewoon een ruw idee.’

‘Vijf tot zes ton in het eerste jaar.’

Sawyers mond zakte zover open dat zijn onderkaak bijna de vloer raakte. ‘Dat meen je niet.’

Hardy grijnsde. ‘Als het over geld gaat, ben ik altijd serieus, Lee. Zolang er misdaad is, hoeft niemand in dit land arm te zijn.’

De twee mannen liepen weer verder. ‘Denk er eens over na, Lee.’

Sawyer wreef over zijn kin en dacht over zijn gestaag stijgende schulden, zijn nooit-eindigende werktijden en zijn kleine kantoortje in het Hoover Building. ‘Dat zal ik zeker doen, Frank.’ De gedachte aan zijn jongste dochter van wie hij zo vervreemd was geraakt, dreigde een diepe somberheid in hem op te roepen en daarom veranderde hij maar snel van onderwerp. ‘Is die Gamble een one-man-show?’

‘Absoluut niet. O, zeker, hij is de absolute leider van Triton, maar het technologische brein achter de hele zaak is Quentin Rowe.’

‘Wat is dat voor iemand? Zo’n wereldvreemd genie?’

Hardy bleef weer even stilstaan. ‘Ja en nee. Quentin Rowe is als beste van zijn jaargang geslaagd aan Columbia State University. Daarna is hij onderzoekswerk gaan doen, eerst bij de Bell Laboratoria en toen bij Intel. Hij heeft er een hele reeks wetenschappelijke prijzen mee gewonnen en op zijn 28e is hij een eigen bedrijfje begonnen. Drie jaar geleden was dat bedrijf een van de meest gewilde aandelen van de nasdaq , en toen Nathan het overnam, was het een van de meest gewilde acquisities van het jaar. Het is een briljante zet van hem geweest. Synergie, dat is vandaag de dag de sleutel tot het succes, Lee. Quentin is de man met visie; hij is de drijvende kracht achter de overname van CyberCom. Gamble en hij kunnen niet al te goed met elkaar overweg, maar ze hebben samen ongelooflijk veel succes gehad en dus heeft Gamble de neiging om naar hem te luisteren. Over succes valt niet te twisten.’

Sawyer knikte en ze liepen verder. ‘Trouwens, we laten de gangen van Sidney Archer nagaan, vierentwintig uur per etmaal.’

‘Dus dat gesprek met haar heeft je argwaan gewekt?’

‘Dat kun je wel zeggen, ja. En net toen we daar binnen kwamen, was ze heel erg van streek geraakt over het een of ander.’

‘Wat dan?’

‘Een telefoontje.’

‘Van wie?’

‘Dat weet ik niet. We hebben het getraceerd, maar het kwam vanuit een telefooncel in Los Angeles. Diegene die heeft gebeld, wie het ook mag zijn, kan nu al hoog en breed in Australië zitten.’

‘Denk je dat het haar man was?’

Sawyer haalde zijn schouders op. ‘Onze bron zei dat Sidney Archers vader de telefoon opnam en dat de beller tegen hem over zijn identiteit heeft gelogen. En hij wist ook te vertellen dat Sidney Archer na dat gesprek doodsbleek zag.’

Met een chipkaart maakte Hardy de deur van een privé-lift open. Terwijl ze opstegen naar het penthouse, ging Hardy voor de spiegelwand staan om zijn modieuze das recht te trekken en met een korte handbeweging zijn haar in model te duwen. Hij had een maatpak aan dat hem minstens duizend dollar had gekost en zijn manchetknopen waren van goud. Sawyer nam zijn voormalige partner aandachtig op en keek toen naar zijn eigen spiegelbeeld. Zijn overhemd was weliswaar pas gewassen, maar de boord vertoonde duidelijke tekenen van slijtage en zijn das was minstens tien jaar oud. Het geheel werd voltooid door zijn spuuglok, die nu recht omhoog stond, als een klein periscoopje. Toen hij de elegante Hardy weer aankeek, nam Sawyers stem een gemaakt serieuze toon aan. ‘Weet je, Frank, het is maar goed dat je bij het Bureau bent weggegaan.’

‘Wat?’ zei Hardy geschokt.

‘Je bent veel te mooi om nog voor een fbi -agent te kunnen doorgaan.’ Sawyer grinnikte.

Hardy lachte. ‘Over mooi gesproken, ik ben gisteren wezen lunchen met Meggie. Die is niet alleen mooi, maar ook slim. Het is niet gemakkelijk om toegelaten te worden op de juridische faculteit van Stanford. Die gaat een mooie toekomst tegemoet.’

‘Ondanks haar vader, bedoel je zeker.’

De lift kwam tot stilstand en ze stapten uit. ‘Zo goed kan ik nou ook weer niet overweg met die twee van mij, Lee. Dat weet jij ook wel. Je bent niet de enige die een hoop verjaardagen heeft gemist.’

‘Ik denk dat jij tegenwoordig een betere verhouding met hen hebt dan ik.’

‘Ja? Nou, Stanford is niet goedkoop, hoor. Denk maar eens over dat aanbod van mij. Misschien gaat het dan straks wel een stuk beter tussen jullie. We zijn er.’ Hardy liep naar een paar elegante glazen deuren met een ingeslepen tekening van een adelaar erop. Ze gleden geruisloos open toen hij naderbij kwam. De directiesecretaresse, een vrouw die er aardig uitzag en een efficiënte en strenge manier van doen had, zei iets in haar halsmicrofoontje om aan te kondigen dat ze eraan kwamen. Ze zat achter een constructie van metaal en hout die meer aan een stuk moderne kunst deed denken dan aan een bureau en nadat ze op een knop had gedrukt, wuifde ze naar Hardy en Sawyer dat ze naar een solide wand van gelakt ebbehout moesten lopen. Toen ze er dichterbij kwamen, schoof een deel van de wand weg. Sawyer schudde vol verbazing zijn hoofd; niet voor de eerste keer trouwens sinds hij het Triton-gebouw was binnen gelopen.

Een ogenblik later stonden ze voor een bureau waarop de naam ‘commandocentrum’ eigenlijk beter van toepassing was. Er stond een lange rij monitoren op, plus een aantal telefoons en een heleboel elektronica, die allemaal keurig was ingebouwd in de blinkende tafel en indrukwekkende rekken langs de wanden. De man aan het bureau legde net de hoorn neer en keek hen toen aan.

Hardy zei: ‘Speciaal agent Lee Sawyer van de fbi. Nathan Gamble, voorzitter van de raad van bestuur van Triton Global.’

Sawyer voelde de kracht in Gambles handen toen de hand van de voorzitter zich om de zijne sloot. De twee mannen zeiden elkaar gedag.

‘Hebben jullie Archer al?’

Sawyer liet zich net in een stoel zakken toen die vraag werd gesteld. De toon die Gamble aansloeg, was duidelijk die van een superieur tegen een ondergeschikte en deed alle haren in Sawyers dikke nek recht overeind staan. Sawyer ging zitten en nam even de tijd om de man aandachtig op te nemen voor hij antwoord gaf. Vanuit zijn ooghoek zag Sawyer de angstige en bezorgde blik op het gezicht van zijn voormalige partner, die nu stram naast de deur stond. Sawyer nam de tijd om de bovenste knoop van zijn jasje open te maken en zijn notitieboekje open te slaan voordat hij zijn kalme blik weer op Gamble liet rusten.

‘Ik zal u een paar vragen moeten stellen, meneer Gamble. Ik hoop dat het niet veel tijd in beslag zal nemen.’

‘Je hebt geen antwoord gegeven op mijn vraag.’ De stem van de voorzitter klonk nu iets zwaarder.

‘Nee, en dat ben ik ook niet van plan.’ De twee mannen keken elkaar nu recht in de ogen, tot Gamble er genoeg van kreeg en Hardy aankeek.

‘Meneer Gamble, het onderzoek loopt nog, en dan geeft de fbi meestal geen commentaar.’

Met een abrupt handgebaar bracht Gamble hem tot zwijgen. ‘Laten we dit dan snel afhandelen. Over een uur moet ik naar het vliegveld.’

Sawyer wist niet wie hij het liefst een klap wilde verkopen: Gamble of Hardy, omdat die dit allemaal slikte.

‘Meneer Gamble, misschien kunnen Quentin en Richard Lucas beter ook bij dit gesprek aanwezig zijn.’ Hardy keek de voorzitter aan, nog steeds met diezelfde angstige en bezorgde blik in zijn ogen.

‘Dat had je wel wat eerder kunnen bedenken, Hardy.’ Gamble drukte op een knop. ‘Laat Rowe en Lucas hierheen komen. Nú.’

Hardy legde zijn hand op Sawyers schouder. ‘Quentin heeft de leiding over de afdeling waar Archer werkte. Lucas is het hoofd van de interne beveiligingsdienst.’

‘Dan heb je gelijk, Frank. Die wil ik alle twee spreken.’

Een paar minuten later schoof de brede deur weer open en kwamen er twee mannen Nathan Gambles privé-domein binnenstappen. Sawyer keek hen scherp aan en zag al snel wie wie was. De man met de grimmige uitdrukking op zijn gezicht die Hardy zo’n nijdige blik toe wierp en een bobbel onder zijn linkeroksel had zitten, was duidelijk Richard Lucas, het hoofd Beveiliging. Quentin Rowe leek hem ergens voor in de dertig. Rowe had een vlotte glimlach en een paar blauwe ogen die de wereld in keken met een blik die eerder dromerig dan intens was. Sawyer kwam tot de conclusie dat Nathan Gamble nergens een collega had kunnen vinden die minder bij hem paste dan deze. Het groter geworden groepje ging aan een grote conferentietafel in een hoek van Gambles ruime kantoor zitten.

Gamble keek op zijn horloge en toen weer naar Sawyer. ‘Je hebt vijftig minuten, Sawyer, en die beginnen nú. Ik had gehoopt dat je iets belangrijks voor me had, maar ik heb zo’n idee dat dat weleens zou kunnen tegenvallen. Waarom bewijs je niet dat ik het mis heb?’

Sawyer beet op zijn lip en voelde de spanning in zijn schouderspieren toenemen, maar besloot om niet te happen. Hij keek naar Lucas. ‘Wanneer bent u Archer gaan verdenken?’

Lucas ging verzitten. De recente gebeurtenissen waren voor hem een ontnuchterende ervaring geweest en hij voelde zich duidelijk niet op zijn gemak. ‘De eerste duidelijke aanwijzing was die bandopname van Archer terwijl hij in Seattle bedrijfsgeheimen doorspeelt.’

‘Dat is die band die Franks mensen hebben gemaakt?’ Sawyer keek Lucas vragend aan.

Lucas’ nijdige uitdrukking sprak boekdelen. ‘Dat is juist, hoewel ik Archer al verdacht voordat die bandopname werd gemaakt.’

Gamble vroeg: ‘Is dat zo? Ik kan me niet herinneren dat je me daar ooit iets over hebt verteld. Ik betaal je niet al dat geld om je mond dicht te houden.’

Sawyer keek Lucas aandachtig aan. Die vent had te veel gezegd en zou zijn woorden waarschijnlijk niet hard kunnen maken, maar het was Sawyers plicht om dergelijke aanwijzingen na te trekken.

‘Wat voor verdenkingen?’

Lucas zat nog steeds naar zijn baas te kijken. De strenge uitbrander galmde duidelijk nog na. Nu keek hij echter met een doffe blik in zijn ogen naar Sawyer. ‘Nou, misschien was het meer een gevoel dan een duidelijk vermoeden. Er was niets concreets. Gewoon intuïtie. Maar soms is dat heel belangrijk, begrijpt u wel?’

‘Ja.’

‘Hij werkte veel. Op de gekste tijden. Zijn computer log-ins waren interessant om te lezen, dat kan ik u wel vertellen.’

Gamble maakte een geërgerde beweging. ‘Ik neem alleen maar harde werkers aan. Tachtig procent van de mensen hier werkt vijfenzeventig tot negentig uur per week, tweeënvijftig weken per jaar.’

‘U houdt dus niet van luiwammesen,’ zei Sawyer.

‘Ik laat mijn mensen hard werken, maar ik stel daar ook iets tegenover. Alle leden van het hogere kader zijn miljonair en de meesten van hen zijn nog geen veertig.’ Hij knikte naar Quentin Rowe. ‘Ik zal je maar niet vertellen hoeveel hij heeft gekregen toen ik hem heb uitgekocht, maar als hij ergens een eiland zou willen kopen en daar een landhuis op neer zou willen zetten met een eigen harem en een privé-vliegtuig dan kan hij dat zo doen, zonder ook maar een cent te hoeven lenen, en dan houdt hij nog ruim voldoende over om al zijn achterkleinkinderen van een plaats op een dure universiteit en een mooie auto te voorzien. Maar ik kan van een federale bureaucraat natuurlijk niet verwachten dat hij de fijnere nuances van het vrije ondernemerschap goed begrijpt. U hebt nog zevenenveertig minuten.’

Sawyer beloofde zichzelf dat hij Gamble nooit meer zo veel ruimte zou geven. ‘Heb je de gegevens omtrent die bankfraude al laten bevestigen?’ Sawyer keek naar Hardy.

Zijn vriend knikte. ‘Ik geef je straks de namen wel van de agenten die zich daarmee bezighouden.’

Gamble sloeg met zijn vuist op tafel en keek Sawyer zo woedend aan dat het wel leek alsof hij degene was die de Triton-baas bestolen had. ‘Tweehonderdvijftig miljoen dollar!’ Hij trilde van woede.

De ongemakkelijke stilte werd verbroken door Sawyer. ‘Ik heb begrepen dat Archer wat extra sloten op de deur van zijn kantoor heeft laten installeren.’

Lucas werd nog wat bleker. ‘Dat is correct.’

‘Straks wil ik zijn kantoor zien. Wat heeft hij allemaal laten installeren?’

Alle ogen waren nu op Richard Lucas gericht en Sawyer kon het water in de handen van de chef Beveiliging bijna zien glinsteren.

‘Een paar maanden geleden heeft hij een numeriek toetsenbord en een chipkaartsysteem op zijn deur laten zetten. En die zijn verbonden met een alarmsysteem.’

‘Was dat gebruikelijk, of noodzakelijk?’ vroeg Sawyer. Dat laatste kon hij zich eigenlijk niet voorstellen. Als je bedacht hoeveel hordes hij al niet had moeten nemen om dit gebouw binnen te komen.

‘Het leek me volstrekt overbodig. Dit is het best beveiligde bedrijf van de hele computerindustrie.’ Lucas kromp ineen toen Gamble een grommend geluid maakte. ‘Maar ik weet niet zeker of ik ook kan zeggen dat het ongebruikelijk was. Er zijn wel meer mensen hier die iets dergelijks op de deur van hun kantoor hebben laten installeren.’

Quentin Rowe viel hem bij. ‘Zoals u ongetwijfeld zelf ook al hebt geconstateerd, meneer Sawyer, is iedereen bij Triton Global buitengewoon beveiligingsbewust. Het wordt er bij iedere werknemer ingehamerd dat paranoia de juiste geesteshouding is als je met commercieel interessante technologie werkt. In feite houdt Frank hier om de drie maanden een lezing over dat onderwerp. Iedereen die een probleem heeft of een zwak punt in de beveiliging heeft gevonden, kan altijd contact opnemen met Richard en zijn staf, of met Frank. Iedereen weet dat Frank hier bij de fbi heeft gewerkt en ik heb er alle vertrouwen in dat iemand die zich zorgen maakt over de beveiliging geen enkele aarzeling zal hebben om met een van beiden contact op te nemen. In het verleden is dat ook al regelmatig gebeurd, en daardoor hebben we een paar potentiële problemen in de kiem kunnen smoren.’

Sawyer keek naar Hardy, die instemmend knikte. ‘Maar na zijn verdwijning kon u niet zomaar in zijn kantoor komen. U moet toch op de een of andere manier rekening houden met werknemers die ziek worden, doodgaan of ontslag nemen.’

‘Daar hebben we een systeem voor,’ zei Lucas.

‘Kennelijk heeft Jason een manier gevonden om dat te omzeilen,’ zei Quentin Rowe met iets van bewondering in zijn stem.

‘Hoe dan?’

Quentin keek even naar Lucas en zuchtte toen. ‘Volgens het bedrijfsreglement moet de code van elk individueel beveiligingssysteem in dit gebouw ter hand gesteld worden van de chef Beveiliging, aan Rich dus. En bovendien beschikt al het beveiligingspersoneel plus een aantal belangrijke managers over mastercards waarmee alle sloten in het hele gebouw geopend kunnen worden.’

‘Heeft Archer die code dan niet doorgegeven?’

‘Hij heeft de code aan Rich doorgegeven, maar daarna heeft hij de leeseenheid op de deur van zijn kantoor van een andere code voorzien.’

‘En dat is niemand opgevallen?’ Sawyer wierp Lucas een verbijsterde blik toe.

‘Er was geen enkele aanleiding om te denken dat hij die code gewijzigd zou hebben,’ zei Quentin. ‘Tijdens kantooruren stond Jasons deur altijd wijd open. En buiten kantoortijd had niemand behalve Jason daar iets te zoeken.’

‘Oké, de informatie die Archer aan rtg zou hebben geleverd, hoe heeft hij die in handen gekregen? Had hij daar officieel toegang toe?’

‘Voor een deel wel.’ Quentin Rowe ging even verzitten. Hij voelde zich ineens duidelijk niet op zijn gemak en streek met zijn hand nerveus over zijn paardestaart. ‘Jason maakte deel uit van het acquisitieteam. Bepaalde onderdelen van het overnameproject, met name wat er op het hoogste niveau werd besproken, waren echter voor hem volstrekt geheim. De enigen die daar toegang toe hadden, waren Nathan, ikzelf en drie andere topmanagers hier. En onze juristen natuurlijk.’

‘Waar werd die informatie bewaard? In een archiefkast of in een safe?’ vroeg Sawyer.

Quentin en Lucas keken elkaar grijnzend aan.

Rowe gaf antwoord. ‘Dit is, tot op vrij grote hoogte, een papierloos kantoor. Alle belangrijke documenten worden opgeslagen in computerbestanden.’

‘Ik neem aan dat die op de een of andere manier beveiligd zijn? Met een wachtwoord bijvoorbeeld.’

Lucas’ stem kreeg nu een neerbuigende toon: ‘Het was veel meer dan een wachtwoord.’

‘Archer heeft het kennelijk toch weten te breken,’ zei Sawyer scherp.

Lucas keek alsof er ineens een citroen in zijn mond was geduwd.

Quentin Rowe veegde zijn brilleglazen schoon. ‘Ja, inderdaad. Wilt u zien hoe hem dat gelukt is?’

De kleine opbergruimte stond vol met rotzooi en toen het groepje er naar binnen was gelopen, was er nauwelijks meer ruimte over. Rowe, Hardy en Sawyer keken toe hoe Richard Lucas de dozen van de muur weg duwde. Nathan Gamble was in zijn kantoor blijven zitten. Waar de dozen hadden gestaan, was nu een stekkerkast zichtbaar. Rowe ging naast de computer staan en hield de losse kabels omhoog.

‘Jason heeft dit werkstation hier aangesloten op het hoofdnetwerk.’

‘Waarom heeft hij niet gewoon de computer in zijn eigen kantoor gebruikt?’

Quentin stond al zijn hoofd te schudden voordat Sawyer was uitgesproken. ‘Als hij inlogt op zijn eigen computer,’ zei Lucas, ‘moet hij een reeks controlemaatregelen afwerken. Die checks controleren niet alleen de identiteit van de gebruiker, maar bevestigen die ook. Elk werkstation hier is voorzien van een irisscanner, die een video-opname maakt van de iris van de gebruiker. Bovendien maakt de scanner daarna zo nu en dan een opname om te controleren of de gebruiker zijn plaats niet heeft afgestaan aan iemand anders. Is dat wel het geval, dan sluit het systeem automatisch het werkstation af.’

Quentin Rowe keek Sawyer nu doordringend aan. ‘Waar het om gaat, is dat Archer met behulp van zijn eigen werkstation niet zonder ons medeweten een bestand zou hebben kunnen openen.’

‘Hoezo?’ vroeg Sawyer.

‘Ons netwerk is uitgerust met een “naamkaartjes”-voorziening. De meeste systemen hebben wel iets dergelijks. Als een gebruiker een bestand opent, wordt dat geregistreerd door het systeem.’ Quentin wees op de oude computer. ‘Dit werkstation hoort helemaal geen deel uit te maken van het netwerk en heeft dus nooit een nummer toegewezen gekregen van de netwerkbeheerder. Daarmee heeft hij dat risico weten te omzeilen. Voor het netwerk was dit in wezen een computer die helemaal niet bestond. Misschien heeft hij de computer in zijn kantoor gebruikt om erachter te komen waar bepaalde bestanden te vinden zouden zijn, zonder ze te openen. Dat kon hij op zijn gemak doen en het zou betekenen dat hij hier, waar hij het risico liep om betrapt te worden, maar heel weinig tijd hoefde door te brengen.’

Sawyer schudde zijn hoofd. ‘Wacht eens even. Als Archer geen gebruik heeft gemaakt van zijn eigen werkstation omdat hij dan onmiddellijk met naam en toenaam bekend zou worden, en in plaats daarvan deze heeft gebruikt, hoe weten jullie dan dat het Archer is geweest?’

Hardy wees op het toetsenbord. ‘Een beproefde methode. We hebben gekeken welke vingerafdrukken erop zaten, en die bleken allemaal van Archer te zijn.’

Uiteindelijk stelde Sawyer de meest voor de hand liggende vraag. ‘Oké, maar hoe weten jullie dat hij dit werkstation heeft gebruikt om toegang tot die bestanden te krijgen?’

Lucas ging op een van de dozen zitten. ‘We hebben een tijdlang last gehad van een onbevoegde gebruiker. Hoewel Archer als hij met behulp van dit ding hier inlogde, zich niet hoefde te identificeren, zou hij zodra hij bestanden ging openen, nog steeds een duidelijk spoor nalaten, tenzij hij dat naderhand weer uitwiste. Dat is niet onmogelijk, maar wel behoorlijk ingewikkeld. Ik denk dat hij dat in het begin wel heeft gedaan, maar naderhand is hij slordig geworden en na verloop van tijd zijn we hem op het spoor gekomen. Het heeft tijd gekost, maar uiteindelijk hebben we steeds meer mogelijkheden weten te elimineren, tot we hier uitkwamen.’

Hardy sloeg zijn armen over elkaar. ‘Weet je, het is eigenlijk heel ironisch. Jullie hebben er zo veel tijd en geld ingestoken om jullie netwerk te beveiligen tegen inbraken. Jullie hebben stalen deuren, bewakers, elektronische apparatuur, chipkaarten, alles. En toch...’ hij tuurde nu aandachtig naar
het plafond, ‘lopen de kabels die jullie hele netwerk bij elkaar houden door een ruimte tussen het werkelijke plafond en een verlaagd plafond met losse panelen, zodat iedereen erbij kan.’ Hij schudde ontsteld zijn hoofd en keek Lucas veelbetekenend aan. ‘Ik heb je daar al eens eerder voor gewaarschuwd.’

‘Archer was een insider,’ zei die verhit. ‘Hij kende het systeem en heeft misbruik gemaakt van zijn kennis om erin binnen te dringen.’ Hij bleef even boos voor zich uit staren. ‘En toen heeft hij een heel vliegtuig vol mensen de dood ingejaagd. Laten we dat ook niet uitvlakken alsjeblieft,’ zei Sawyer.

Tien minuten later stonden ze opnieuw in Gambles kantoor. De man verwaardigde zich niet om op te kijken.

Sawyer ging zitten. ‘Goed. Is er wat rtg betreft verder nog iets gebeurd?’ vroeg hij.

Gambles gezicht liep nu rood aan. ‘Niemand steelt van mij zonder daar erge spijt van te krijgen.’

‘Het is helemaal nog niet bewezen dat Jason Archer daar iets mee te maken heeft. Dat is op dit moment alleen nog maar een vermoeden,’ zei Sawyer rustig.

Gamble rolde met zijn ogen. ‘Juist! Nou, weet je wat jij doet? Jij gaat nu lekker al die lullige proceduretjes van je afwerken, zodat je dat lullige kleine baantje van je kunt houden, en dan zorg ik wel voor het harde werk.’

Langzaam sloeg Sawyer zijn notitieboekje dicht en stond op. Hardy kwam eveneens overeind en wilde Sawyers jas vastpakken, maar toen zijn voormalige partner hem een ijzige blik toewierp, bleef hij stokstijf staan. Hij had Sawyer weleens eerder zo zien kijken. Sawyer richtte zijn blik weer op Gamble.

‘Tien minuten, Sawyer. Omdat je kennelijk niets belangrijks te melden hebt, ga ik wat eerder weg vandaag.’ Toen Gamble langs de stevig gebouwde fbi -agent liep, greep die de voorzitter van de raad van bestuur stevig bij de arm en sleurde hem met zich mee naar het kantoor van de secretaresse. Sawyer keek haar even aan. ‘Als u ons even wilt excuseren, mevrouw?’ Aarzelend keek de vrouw naar Gamble.

‘Ik zei: wilt u ons even excuseren!’ Toen ze Sawyers sergeantsgebrul hoorde, sprong de vrouw op en holde snel de kamer uit.

Sawyer keek de voorzitter strak aan. ‘Ik zal je eens even een paar dingen duidelijk maken, Gamble. Ten eerste, ik ben geen verantwoording schuldig aan jou of aan wie dan ook in dat bedrijf van je. Ten tweede, omdat het ernaar uitziet dat een van jouw werknemers betrokken is bij een bomaanslag, verhoor ik je zolang als ik maar wil en je reisplannen kunnen me helemaal geen barst schelen. En als je me nog één keer vertelt hoeveel minuten ik nog over heb, ruk ik dat godverdomde horloge van je arm en ram het in je strot. Ik ben niet een van je loopjongens, maar een fbi -agent, en een goeie ook. Dus heb niet het lef om ooit nog zo’n toon tegen me aan te slaan. Ik ben in de loop der jaren beschoten, met messen gestoken, geschopt, geslagen en gebeten, en de mensen die dat hebben gedaan, waren zulke zwaargestoorde klootzakken dat jij bij hen vergeleken zelfs op je beste dagen nog maar een jong katje bent. Dus als je denkt dat ik onder de indruk ben van al dat stoere gedoe van jou dan verspil je niet alleen je eigen tijd, maar ook de mijne. En nou weer naar binnen jij, en zitten, verdomme.’

Twee uur later was Sawyer klaar met zijn verhoor. Hij keek nog een half uur rond in Archers kantoor, verklaarde het toen voor de duur van het onderzoek tot verboden terrein en liet een onderzoeksteam komen om het heel grondig af te zoeken. Hij had Archers computersysteem even bekeken, maar kon niet weten of er iets aan ontbrak of niet.

Samen met Hardy liep Sawyer weer terug naar de lift.

‘Zie je wel, Frank. Ik heb je toch gezegd dat er niets aan de hand was. Gamble en ik konden heel goed met elkaar overweg.’

Hardy lachte hardop. ‘Ik geloof niet dat ik hem ooit met zo’n wit gezicht heb gezien. Wat heb je tegen hem gezegd?’

‘Gewoon, dat ik hem zo’n geweldige vent vond. Waarschijnlijk was hij gewoon in verlegenheid gebracht door mijn openlijke bewondering.’

Glimlachend liepen de twee mannen verder. Toen ze bij de lift kwamen, zei Sawyer: ‘Weet je, ik heb hier niet veel opgestoken. Het is misschien fascinerend om te weten dat Archer de misdaad van de eeuw heeft gepleegd, maar ik zou hem liever in handen krijgen.’

‘Nou, die lui hier zijn net een heleboel geld kwijtgeraakt en dat is niet iets waaraan ze gewend zijn. Ze weten wat er is gebeurd en hebben er ook een redelijk vermoeden van hoe hij het hem heeft gelapt, maar het feit blijft dat ze zich door Archer hebben laten belazeren.’

Sawyer leunde tegen de muur en wreef over zijn voorhoofd.

‘Je realiseert je zeker wel dat er geen enkel bewijs is voor Archers betrokkenheid bij die aanslag?’

Hardy knikte instemmend. ‘Zoals ik al eerder heb gezegd, zou Archer Lieberman als dekmantel gebruikt kunnen hebben, maar ook daar hebben we geen bewijs voor. Maar als er geen verband is, dan heeft Archer wel ontzettend veel mazzel gehad.’

‘Nou, als dat het geval is, heeft iemand anders dat vliegtuig laten neerstorten.’

Net toen Sawyer op de knop van de lift wilde drukken, trok Hardy hem aan zijn mouw. ‘He, Lee, als je wil weten wat ik ervan denk: ik denk niet dat het je grootste probleem zal worden om te bewijzen dat Archer bij die bomaanslag was betrokken.’

‘Wat wordt mijn grootste probleem dan wél?’

‘Hem zien te vinden.’

Hardy liep weg. Terwijl Sawyer op de lift stond te wachten, hoorde hij iemand roepen.

‘Meneer Sawyer, als u nog even tijd hebt?’

Sawyer draaide zich om en zag dat Quentin Rowe naar hem toe kwam lopen.

‘Wat kan ik voor u doen, meneer Rowe?’

‘Zegt u maar Quentin.’

‘Best, Quentin.’

Rowe zweeg even en keek om zich heen. ‘Hebt u zin in een korte rondleiding langs een van onze produktie-eenheden?’

Sawyer begreep onmiddellijk wat hij bedoelde. ‘Mij best.’

Op eigen gezag
titlepage.xhtml
Op_eigen_gezag_split_0.xhtml
Op_eigen_gezag_split_1.xhtml
Op_eigen_gezag_split_2.xhtml
Op_eigen_gezag_split_3.xhtml
Op_eigen_gezag_split_4.xhtml
Op_eigen_gezag_split_5.xhtml
Op_eigen_gezag_split_6.xhtml
Op_eigen_gezag_split_7.xhtml
Op_eigen_gezag_split_8.xhtml
Op_eigen_gezag_split_9.xhtml
Op_eigen_gezag_split_10.xhtml
Op_eigen_gezag_split_11.xhtml
Op_eigen_gezag_split_12.xhtml
Op_eigen_gezag_split_13.xhtml
Op_eigen_gezag_split_14.xhtml
Op_eigen_gezag_split_15.xhtml
Op_eigen_gezag_split_16.xhtml
Op_eigen_gezag_split_17.xhtml
Op_eigen_gezag_split_18.xhtml
Op_eigen_gezag_split_19.xhtml
Op_eigen_gezag_split_20.xhtml
Op_eigen_gezag_split_21.xhtml
Op_eigen_gezag_split_22.xhtml
Op_eigen_gezag_split_23.xhtml
Op_eigen_gezag_split_24.xhtml
Op_eigen_gezag_split_25.xhtml
Op_eigen_gezag_split_26.xhtml
Op_eigen_gezag_split_27.xhtml
Op_eigen_gezag_split_28.xhtml
Op_eigen_gezag_split_29.xhtml
Op_eigen_gezag_split_30.xhtml
Op_eigen_gezag_split_31.xhtml
Op_eigen_gezag_split_32.xhtml
Op_eigen_gezag_split_33.xhtml
Op_eigen_gezag_split_34.xhtml
Op_eigen_gezag_split_35.xhtml
Op_eigen_gezag_split_36.xhtml
Op_eigen_gezag_split_37.xhtml
Op_eigen_gezag_split_38.xhtml
Op_eigen_gezag_split_39.xhtml
Op_eigen_gezag_split_40.xhtml
Op_eigen_gezag_split_41.xhtml
Op_eigen_gezag_split_42.xhtml
Op_eigen_gezag_split_43.xhtml
Op_eigen_gezag_split_44.xhtml
Op_eigen_gezag_split_45.xhtml
Op_eigen_gezag_split_46.xhtml
Op_eigen_gezag_split_47.xhtml
Op_eigen_gezag_split_48.xhtml
Op_eigen_gezag_split_49.xhtml
Op_eigen_gezag_split_50.xhtml
Op_eigen_gezag_split_51.xhtml
Op_eigen_gezag_split_52.xhtml
Op_eigen_gezag_split_53.xhtml
Op_eigen_gezag_split_54.xhtml
Op_eigen_gezag_split_55.xhtml
Op_eigen_gezag_split_56.xhtml
Op_eigen_gezag_split_57.xhtml
Op_eigen_gezag_split_58.xhtml
Op_eigen_gezag_split_59.xhtml
Op_eigen_gezag_split_60.xhtml
Op_eigen_gezag_split_61.xhtml
Op_eigen_gezag_split_62.xhtml