•52•

Nadat ze met haar verrekijker de straat voor het huis van haar ouders had afgespeurd, keek Sidney op haar horloge. Het begon nu snel donker te worden. Vol ongeloof schudde ze haar hoofd. Zou de Federal Express misschien vertraagd zijn door het slechte weer? Het sneeuwde meestal nogal zwaar aan de kust van Maine en omdat je hier vlak bij de oceaan zat, was het meestal een soort mengeling van sneeuw en ijzel. Als dat mengsel opvroor, kon het behoorlijk glad worden. En waar bleven haar ouders? Het probleem was dat ze terwijl ze op reis waren geen enkele manier had om contact met hen op te nemen. Haastig liep Sidney naar de Land Rover, draaide het informatienummer en vroeg naar het landelijke nummer van de Federal Express.

Ze gaf de telefoniste de namen en adressen van de verzender en de ontvanger van het pakketje en na een reeks tikkende geluiden, die erop wezen dat ze iets in de computer had ingetikt, kwam de telefoniste weer aan de lijn. Ze had verbijsterend nieuws.

‘U bedoelt dat u niet weet waar het gebleven is?’

‘Nee, mevrouw. Ik bedoel dat er volgens onze gegevens nooit een dergelijk pakketje is ontvangen.’

‘Maar dat kán niet. U móet dat pakje hebben ontvangen. Controleert u het alstublieft nog eens.’ Met stijgend ongeduld luisterde Sidney naar het getik van de toetsen. Het antwoord was echter hetzelfde.

‘Mevrouw, misschien kunt u beter contact opnemen met de afzender om te controleren of het pakje ook werkelijk is verstuurd.’

‘Reken maar.’ Sidney hing op, rende het huis weer in om Fishers nummer op te zoeken en rende toen weer naar de Land Rover. Er was niet veel kans dat Fisher er zou zijn. Hij zou Sidneys waarschuwing ongetwijfeld ter harte hebben genomen. Maar hij zou waarschijnlijk wel zo nu en dan bellen om zijn antwoordapparaat af te luisteren. En ze zou een bericht inspreken dat hij niet snel zou vergeten. Als hij dat pakketje niet had verstuurd. Goed... Toen sloeg haar hart een slag over. Wat als hij er niet in was geslaagd om dat pakketje te versturen? Ineens zag ze weer voor zich hoe het pistool op haar gericht werd. Brophy en Goldman. Hun hoofden spatten uit elkaar en alles kwam op haar terecht. Ze legde haar hoofd op het stuurwiel. Nee, niet Jeff Fisher... Als ze die jongen naar een voortijdige dood had geleid... Met trillende handen nam ze de hoorn op en toetste zijn nummer in.

De telefoon ging over en er werd opgenomen. Sidney hoorde een stem en maakte net aanstalten om een bericht in te spreken toen het tot haar doordrong dat dit geen antwoordapparaat was.

‘Hallo?’ zei de stem opnieuw.

Sidney aarzelde even en besloot toen verder te gaan. ‘Ik wil Jeff Fisher graag even spreken, alstublieft.’

‘Met wie spreek ik?’

‘Een vriendin van hem.’

‘Weet u waar hij uithangt? Ik moet hem dringend spreken,’ zei de stem.

De haartjes in haar nek gingen recht overeind staan. ‘Met wie spreek ik?’

‘Inspecteur Rogers van de politie van Alexandria.’

Snel verbrak Sidney de verbinding.

Sinds Sidney er op bezoek was geweest, had de binnenkant van Jeff Fishers huis een paar drastische veranderingen ondergaan. De meest ingrijpende daarvan was dat alle computerapparatuur was weggehaald. De buren hadden midden op de dag een grote verhuiswagen gezien en een van hen had zelfs even met de verhuizers gepraat. Hij had niet het idee gehad dat er iets niet in de haak was. Fisher had niet gezegd dat hij ging verhuizen, maar de verhuizers hadden absoluut geen moeite gedaan om iets te verbergen. Ze hadden alles rustig in dozen gestopt, dingen afgetekend op een klembord met een paar formulieren erop en halverwege de klus waren ze zelfs even gestopt om een sigaretje te roken. Pas nadat ze weg waren, waren de buren argwaan gaan koesteren. Toen Fishers buurman naar binnen was gegaan om te kijken hoe alles erbij stond, had hij gezien dat alle meubels er nog stonden. Alleen Fishers uitgebreide computersysteem was verdwenen. Daarom hadden ze de politie erbij geroepen.

Inspecteur Rogers krabde even over zijn achterhoofd. Het probleem was dat niemand wist waar Fisher uithing. Ze hadden zijn werk gebeld, zijn familie in Boston en zijn vrienden hier in de buurt, maar de afgelopen dagen had niemand hem gezien. In de loop van zijn onderzoek was inspecteur Rogers nogmaals op iets onverwachts gestuit. Fisher had op het politiebureau van Alexandria in de cel gezeten wegens roekeloos rijgedrag. Hij was op borgtocht vrijgelaten nadat hij te horen had gekregen wanneer hij moest voorkomen. Dat was kennelijk het laatste wat iemand ooit nog van hem vernomen had. Rogers maakte zijn verslag af en vertrok.

Sidney rende de trap op, sloeg de deur van de slaapkamer met een klap dicht en deed hem op slot. Daarna griste ze het jachtgeweer van het bed, zette de veiligheidspal om, ging in de tegenovergelegen hoek van de slaapkamer zitten en richtte het geweer op de deur. Terwijl ze vol ongeloof haar hoofd schudde, biggelden de tranen haar over de wangen. O, god! Ze had Jeff er nooit bij betrokken moeten hebben.

Toen Frank Hardy belde, zat Sawyer aan zijn bureau in het Hoover Building. Hij bracht Hardy snel op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen, waaronder zijn conclusie dat het beschikbare bewijsmateriaal duidelijk uitwees dat Sidney Archer de moorden niet gepleegd kon hebben.

‘Denk je dat Jason Archer het gedaan heeft?’ vroeg Hardy.

‘Dat slaat toch nergens op?’

‘Daar heb je gelijk in. Het is voor hem trouwens toch een te groot risico om daar weer terug te komen.’

‘En ik kan me echt niet voorstellen dat hij zijn vrouw laat opdraaien voor de moorden.’ Sawyer dacht even na voor hij zijn volgende vraag stelde. ‘Nog nieuws van rtg ?’

‘Dat wilde ik je net vertellen. De president-directeur, Alan Porcher, is op dit moment niet beschikbaar. Dat is eigenlijk geen verrassing. De woordvoerder van de afdeling pr heeft vanzelfsprekend alles ontkend.’

‘En hoe staat het nu met de CyberCom-deal?’

‘Nou, daar hebben we eindelijk goed nieuws over. Deze recente ontwikkelingen hebben CyberCom in de armen van Triton gedreven. Later op de middag wordt er een persconferentie gehouden. Als je soms zin hebt om te komen?’

‘Misschien. Gamble zal nu zeker wel in zijn nopjes zijn?’

‘Inderdaad. Ik laat wel een paar bezoekersbadges bij de balie klaarleggen voor als Ray en jij willen komen kijken. De persconferentie wordt in het hoofdkantoor van Triton gehouden.’

Sawyer dacht even na. ‘Ik denk wel dat we komen, Frank.’

Met felgele bezoekersbadges op hun revers liepen Sawyer en Jackson de zaal binnen waar de persconferentie gehouden zou worden. Hoewel het een ruime zaal was, was het toch dringen geblazen.

‘Verdomme, dit moet inderdaad wel groot nieuws zijn,’ zei Jackson, terwijl hij zijn blik over de verslaggevers, branchegenoten, financiële deskundigen en andere mensen uit de bankwereld liet gaan. ‘Geld is altijd groot nieuws, Ray.’ Sawyer griste twee koppen koffie van een tafeltje met koffie en thee en gaf er een aan zijn partner. Daarna ging de bijna één meter negentig lange fbi -agent op zijn tenen staan en liet zijn ogen aandachtig over de menigte heen gaan.

‘Zoek je iemand?’ Frank Hardy stond ineens achter hen.

Jackson glimlachte. ‘Ja, een paar arme mensen. Maar ik denk dat we daarvoor aan het verkeerde adres zijn.’

‘Inderdaad, maar je kunt niet ontkennen dat het spannend is, hè?’

Jackson knikte en wees toen op de drommen verslaggevers. ‘Maar is het nou werkelijk zo’n groot nieuws dat het ene bedrijf het andere overneemt?’

‘Ray, het is wel wat meer dan dat. Ik zou niet een-twee-drie een ander Amerikaans bedrijf kunnen noemen dat over een groter potentieel beschikt dan CyberCom.’

‘Maar als CyberCom zo speciaal is, waarom hebben ze Triton dan nodig?’ vroeg Jackson.

‘Triton is marktleider en beschikt over de miljarden dollars die CyberCom nodig zal hebben voor de verdere ontwikkeling en marketing van hun produkt. Als gevolg van deze overname zal Triton Global binnen enkele jaren het meest winstgevende bedrijf zijn in de hele wereldgeschiedenis en een marktpositie innemen die zelfs bedrijven als ibm en General Motors nooit hebben weten te bereiken. “Als het goed gaat met Triton, gaat het goed met de wereld.” Dat zal straks geen overdrijving zijn. Negentig procent van alle informatiestromen over de hele wereld zal gebruik maken van hardware en software die ontworpen is door de firma die we hier vandaag zien ontstaan.’

Sawyer schudde zijn hoofd en nam een grote slok koffie. ‘Verdomme, Frank,’ zei hij. ‘Dat laat weinig ruimte over voor anderen. Wat gebeurt er met de rest van de branche?’

Er verscheen een flauwe glimlach op Hardy’s gezicht. ‘Tja, dat is nou eenmaal het kapitalisme. Survival of the fittest , dat is de wet van de jungle. Je hebt toch weleens naar zo’n natuurprogramma van de National Geographic gekeken? Dieren die elkaar opvreten en zo, de harde strijd om het bestaan. Dat is nou eenmaal niet altijd een lekker gezicht.’

Hardy keek naar het kleine podium. ‘Het gaat zo beginnen jongens. Ik heb gezorgd dat we vooraan zitten.’ Hardy ging hen voor en nadat ze zich moeizaam door de dichte menigte heen hadden weten te dringen, kwamen ze bij de eerste drie rijen, die met een dik koord van de rest van de zaal waren afgescheiden. Sawyer keek wie er op het korte rijtje stoelen links van het podium zaten. Quentin Rowe ging vandaag wat formeler gekleed dan meestal het geval was, maar hoewel hij een paar honderd miljoen dollar op de bank had staan, had hij daar kennelijk nooit iets van gebruikt om een das te kopen. Hij was in een druk gesprek verwikkeld met drie mannen in eenvoudige zakenkostuums, van wie Sawyer vermoedde dat het de mensen van CyberCom waren.

Hardy leek zijn gedachten geraden te hebben. ‘Van links naar rechts: de president-directeur, het hoofd Financiën en de operationeel manager van CyberCom.’

‘En alle anderen hebben het nakijken,’ zei Sawyer.

Hardy wees naar het podium. Nathan Gamble kwam van rechts het podium oplopen. Hij had een duur pak aan en er stond een brede grijns op zijn gezicht. Toen hij ging zitten, werd het abrupt stil in de zaal. Het leek wel of Mozes de berg was komen afdalen met de stenen tafelen. Gamble haalde een van tevoren geschreven toespraak te voorschijn en stak energiek van wal. Het grootste gedeelte van wat hij zei, ging echter langs Sawyer heen. Daarvoor had hij te veel zijn aandacht op Quentin Rowe gericht. De jongeman zat naar Gamble te kijken en of hij zich daar nou bewust van was of niet, zijn gezicht stond bepaald niet vriendelijk. Het weinige wat Sawyer wél van Gambles toespraak opving, ging over geld, het grote geld dat je kon verdienen als je een bepaalde markt volkomen domineerde. Nadat Gamble zijn speech met een fraaie volzin afrondde – hij was een goede verkoper, dat moest Sawyer hem nageven – klonk er een enorm applaus op. Gamble liep naar zijn stoel en Quentin Rowe nam zijn plaats op het podium over. Toen de twee mannen elkaar tegenkwamen, wisselden ze een glimlach uit die valser was dan Sawyer buiten een B-film ooit had gezien. Rowes toespraak ging over de onbegrensde mogelijkheden die Triton Global en CyberCom de wereld te bieden hadden. Geld kwam helemaal niet ter sprake, wat Sawyer eigenlijk wel best vond. Naar zijn mening had Gamble het onderwerp al uitputtend behandeld. Hij keek even naar de financier, die Rowe geen blik waardig keurde en vriendelijk wat zat te praten met de CyberCom-bobo’s. Kennelijk had Rowe iets van het gesprek opgevangen, want op een gegeven moment keek hij opzij, leek even zijn tekst kwijt te zijn, en ging toen weer verder. Sawyer kreeg de indruk dat zijn toespraakje met niet meer dan een plichtmatig applaus werd ontvangen. Goed werk doen voor de wereld sprak de toehoorders kennelijk heel wat minder aan dan dikke stapels bankbiljetten.

Toen de CyberCom-mensen ook hun zegje hadden gedaan, eindigde de persconferentie met een fotosessie, waarbij de directieleden allemaal druk handjes stonden te schudden en armen om elkaars schouders sloegen. Het viel Sawyer op dat Gamble en Rowe elke lichamelijke aanraking wisten te vermijden; ze hielden de jongens van CyberCom zorgvuldig tussen zich in. Misschien was dat wel waarom ze zo blij waren met deze overname; nu beschikten ze eindelijk over een bufferzone.

Iedereen op het podium begaf zich nu tussen de toehoorders en werd onmiddellijk overstroomd met vragen. Gamble buitte alle aandacht ten volle uit en stond breeduit te grijnzen en geintjes te maken; de CyberCom-mensen werden in zijn kielzog meegezogen, maar Sawyer zag dat Rowe zich uit het gezelschap losmaakte, een kop thee pakte en in een rustig hoekje ging zitten.

Sawyer trok Jackson aan zijn mouw en samen liepen ze naar Rowe toe. Hardy ging naar Gambles gepontificeer luisteren.

‘Mooie toespraak.’

Rowe keek op en zag Sawyer en Jackson voor zich staan.

‘Wat? O, dank u wel.’

‘Mijn partner, Ray Jackson.’

Rowe en Jackson zeiden elkaar gedag.

Sawyer keek naar de grote groep mensen om Gamble heen. ‘Hij bloeit helemaal op als hij aandacht krijgt.’

Rowe nam een slokje thee en veegde zijn mond af met een servetje. ‘Hij is erg op geld gericht en heeft bovendien nauwelijks enig benul van waar we mee bezig zijn, dus op de radio en tv doet hij het altijd erg goed,’ zei hij vol minachting.

Jackson ging naast Rowe zitten. ‘Persoonlijk voelde ik me wel aangesproken door wat u over de toekomst zei. Mijn kinderen zijn helemaal gek met computers. U hebt gelijk: beter onderwijs voor iedereen en met name voor de minima leidt tot betere banen, minder criminaliteit en een betere wereld. En dat méén ik.’

‘Dank u wel, ik meen het ook.’ Rowe keek glimlachend op naar Sawyer en zei: ‘Maar ik denk niet dat uw partner het met me eens is.’

Sawyer, die ondertussen aandachtig naar de menigte had staan kijken, keek hem gekwetst aan. ‘Hé, ik ben ook helemaal vóór al die goede dingen, hoor. Als ík mijn pen en papier maar mag houden.’ Hij wees met zijn koffiekopje naar het groepje CyberCom-mensen. ‘Je kunt zo te zien heel goed met die lui overweg.’

Rowe keek ineens een stuk vrolijker. ‘Dat kun je wel zeggen, ja. Ze zijn niet zo progressief als ik, maar ook lang niet zulke geldwolven als Gamble. Ik denk dat hun aanwezigheid de zaken hier wat meer in evenwicht zou kunnen brengen. Hoewel... de onderhandelingen zijn nog niet helemaal afgerond en we zitten dus nog wel een maand of twee met al die geldbeluste advocaten opgescheept.’

‘Tyler, Stone?’ vroeg Sawyer.

Rowe keek snel op. ‘Inderdaad.’

‘Houden jullie die aan nadat de CyberCom-deal rond is?’

‘Dat moet je Gamble vragen. Dat is zijn beslissing. Hij heeft per slot van rekening de leiding over dit bedrijf. Heren, als u me wilt excuseren?’

Rowe stond op en liep snel weg.

‘Volgens mij heeft die zwaar de pest in,’ zei Jackson.

Sawyer haalde zijn brede schouders op. ‘Als jij Nathan Gamble als compagnon had, zou je daar waarschijnlijk ook niet vrolijk van worden. Als je dat nog niet opgevallen was, ze kunnen niet bepaald goed met elkaar opschieten.’

‘Wat doen we nu?’

‘Neem nog een kopje koffie en meng je dan tussen de gasten, Ray. Ik wil Rowe nog even spreken.’ Sawyer verdween in de menigte. Jackson keek even rond en liep toen naar het tafeltje met de koffie.

Tegen de tijd dat Sawyer zich een weg door de menigte had weten te banen, had hij Rowe uit het zicht verloren, maar toen hij speurend om zich heen keek, zag hij de man de deur uit lopen. Sawyer wilde net achter hem aan gaan, toen er aan zijn mouw werd getrokken.

‘Sinds wanneer heeft een overheidsbureaucraat belangstelling voor wat er zich in de particuliere sector afspeelt?’ vroeg Nathan Gamble.

Sawyer keek nog even in Rowes richting, maar de jongeman was al uit het zicht. De fbi -agent draaide zich om.

‘Ik ben helemaal vóór geldverdienen. Mooie toespraak trouwens. Ik voelde het echt helemaal tot in mijn tenen.’

Daar moest Gamble hartelijk om lachen. ‘Ja, maak dat de kat maar wijs. Wil je soms wat sterkers?’ Hij wees op Sawyers plastic bekertje.

‘Sorry, ik heb dienst. En bovendien is het nog een beetje te vroeg voor me.’

‘We hebben iets te vieren, meneer de fbi -man. Ik heb zojuist de grootste deal van mijn hele leven aangekondigd, verdomme. Ik zou zeggen dat dat het wel waard is om eens goed dronken te worden. Wat jij?’

‘Als je dat leuk vindt. Het is niet mijn deal.’

‘Ach, je weet maar nooit. Loop je even mee?’

Gamble stak het podium over, liep een korte gang door en stapte toen een klein kamertje binnen, waar hij zich in een stoel liet vallen en een sigaar uit zijn binnenzak haalde. ‘Als je dan geen zin hebt om dronken te worden, kun je toch in elk geval wel een sigaar van me aannemen.’

Sawyer stak zijn hand uit en de twee mannen staken hun sigaar op.

Gamble zwaaide zijn lucifer even langzaam heen en weer, liet hem toen op de grond vallen en zette zijn voet erop. Daarna keek hij Sawyer door de dichte wolken sigarenrook doordringend aan. ‘Hardy heeft me verteld dat je erover dacht om bij hem in dienst te komen.’

‘Om je de waarheid te zeggen, heb ik er nog niet echt over nagedacht.’

‘Je zou een heleboel meer kunnen verdienen dan je nu doet.’

‘Eerlijk gezegd denk ik dat ik helemaal niet zo’n beroerd salaris heb, Gamble.’

Gamble grijnsde. ‘Hoeveel verdien je?’

‘Dat gaat je niets aan, godverdomme!’

‘Jezus, ik heb jou toch ook verteld wat ík verdien? Kom op, bij benadering.’

Sawyer pakte zijn sigaar tussen duim en wijsvinger beet, keek er even naar en klemde hem toen tussen zijn tanden. Met een ironische blik in zijn ogen, zei hij: ‘Oké, minder dan jij. Is dat wat je wilde weten?’

Gamble lachte.

‘Wat maakt het jou nou uit hoeveel ik verdien?’

‘Niks, dat is nou net wat ik bedoel. Maar op basis van wat ik tot nu toe van je heb gezien en naar aanleiding van wat ik weet van de manier waarop de overheid zijn zaakjes regelt, vermoed ik dat het veel te weinig is.’

‘Dus? Zelfs als dat zo is, is het míjn probleem en niet het jouwe.’

‘Ach, weet je, ik heb niet zo veel problemen. Daar vind ik problemen oplossen veel te leuk voor. Dat is wat een president-directeur doet voor de kost, Sawyer. Geen mierenneukerij, maar de grote lijn. Zo hoort het in elk geval te zijn. Dus, wat zeg je ervan?’

‘Waarvan?’

Gamble trok aan zijn sigaar. Er lag een gevaarlijke schittering in zijn ogen en nu pas realiseerde Sawyer zich waar de man het over had.

‘Bied je me een baan aan?’

‘Hardy zegt dat jij een van de besten in de hele branche bent en ik neem alleen maar de allerbeste mensen aan.’

‘Als wát wil je mij dan aannemen?’

‘Hoofd Beveiliging, wat had je anders gedacht?’

‘Die baan heeft Lucas toch al?’

Gamble haalde zijn schouders op. ‘Laat die maar aan mij over. Hij is eigenlijk meer een soort persoonlijk assistent. Ik betaal hem trouwens víer keer zoveel als hij bij de overheid verdiende, en jou zal ik nog beter matsen.’

‘Dus je geeft Lucas de schuld van wat er met Archer is gebeurd?’

‘Hé, iemand moet daar toch voor verantwoordelijk gesteld kunnen worden? Nou, wat denk je ervan?’

‘En Hardy dan?’

‘Dat is een volwassen vent, hoor. Wie zegt dat ik niet een bod op je zou mogen doen? Als ik jou aanneem, heb ik hem misschien wat minder hard nodig.’

‘Frank is een goede vriend van me. Ik ga hem geen mes in zijn rug steken. Dat is niet mijn manier van werken.’

‘Hij zal heus niet uit de vuilnisbakken hoeven te eten, hoor. Hij heeft al een heleboel geld aan me verdiend, maar zoals je wil.’

Sawyer stond op. ‘Eerlijk gezegd, vraag ik me af of jij en ik het lang met elkaar zouden uithouden.’

Gamble keek hem indringend aan. ‘Weet je, daar zou je best weleens gelijk in kunnen hebben.’

Sawyer liet Gamble in het kamertje achter. Toen hij de deur uit stapte, stond hij ineens oog in oog met Richard Lucas, die vlak voor de deur bleek te staan.

‘Hé, Rich. Jij bent toch ook overal, hè?’

‘Dat hoort bij mijn werk,’ zei Lucas bruusk.

‘Nou, volgens mij moet jij wel enorm veel geduld hebben.’ Sawyer knikte naar het kamertje waar Nathan Gamble zijn sigaar zat te roken en liep weg.

Sawyer was net weer terug op kantoor toen de telefoon ging.

‘Ja.’

‘Charles Tiedman voor je, Lee.’

‘Die wil ik graag spreken.’ Sawyer drukte op de knop met het rode, knipperende lampje erin. ‘Hallo, Charles.’

Tiedmans stem klonk vastberaden en zakelijk. ‘Lee, ik bel naar aanleiding van die vraag van je.’

Sawyer bladerde zijn aantekenboekje door tot hij bij de bladzijden kwam waar hij zijn vorige gesprek met Tiedman op had bijgehouden. ‘Je zou nakijken op welke data Lieberman de rentetarieven heeft aangepast.’

‘Ik wilde ze niet met de post sturen of faxen. Hoewel het in wezen openbare informatie is, was ik er niet zeker van wie ze dan verder nog, eh, onder ogen zou krijgen. Als het niet nodig is, wil ik hier liever geen ophef over.’

‘Dat spreekt vanzelf.’ God, die lui van de Fed moeten ook altijd geheimzinnig doen. ‘Lees ze maar op, zou ik zeggen.’

Tiedman schraapte zijn keel en begon. ‘Er zijn vijf wijzigingen geweest. De eerste heeft plaatsgevonden op 19 december 1990. De volgende op 28 februari 1991, 26 september en 15 november 1992, en 16 april 1993.’

Sawyer schreef de data op. ‘Wat is het totaaleffect van die vijf wijzigingen geweest?’

‘Dat de Federal Funds Rate met anderhalf procent werd verhoogd. Maar de eerste wijziging was een verlaging van ééntiende procent en de laatste een stijging van driekwart procent.’

‘Dat lijkt een heleboel.’

‘Als wij militairen waren en over wapensystemen zaten te praten, dan zou één procent zo ongeveer het equivalent zijn van een kernbom.’

‘Als zo’n aanpassing van de rentetarieven voortijdig uitlekt, zijn er dus enorme winsten te behalen?’

‘In wezen,’ zei Tiedman, ‘is voorinformatie over een beslissing van de Fed over de rentetarieven volkomen waardeloos.’

Heilige moeder Maria! Sawyer deed zijn ogen dicht, gaf zichzelf een klap voor zijn kop en leunde zover achterover in zijn stoel dat hij bijna omkiepte. Misschien kon hij maar beter zijn goeie ouwe 10mm tegen zijn slaap zetten en zichzelf verdere ellende besparen. ‘Jezus mina, waarom doen jullie daar dan zo ongelooflijk geheimzinnig over?’

‘Je moet me niet verkeerd begrijpen. Er zijn een heleboel manieren waarop mensen met weinig scrupules kunnen profiteren van informatie over de beraadslagingen van de Fed, maar voorinformatie over een aanpassing van de rentetarieven hoort daar nou net niet bij. De markt beschikt over een heel stel mensen die de Fed in de gaten houden en die zo goed in hun werk zijn dat de financiële wereld meestal al lang van tevoren weet of de Fed de rente gaat verhogen of verlagen en met welk percentage. In wezen beschikt de markt dus altijd over voorinformatie. Is dat duidelijk?’

‘Heel duidelijk.’ Sawyer zuchtte eens diep. Toen zat hij ineens rechtop in zijn stoel. ‘Maar wat gebeurt er als de markt het mis heeft?’ Aan Tiedmans stem was duidelijk te horen dat hij dat een heel goede vraag vond.

‘Ah, dat is heel wat anders. Als de markt het mis heeft, kan zoiets enorme invloed hebben.’

‘Dus als iemand al van tevoren weet dat er zo’n onverwachte verandering op komst is, zou hij daar een hoop geld mee kunnen verdienen?’

‘Dat is buitengewoon zwak uitgedrukt. Iedereen die voorinformatie heeft over een onverwachte wijziging van de rentetarieven, kan in theorie een paar seconden nadat de Fed zijn beslissing heeft afgekondigd al miljarden dollars rijker zijn.’

Tiedmans antwoord liet Sawyer even sprakeloos achter. Hij floot zachtjes voor zich uit en veegde het zweet van zijn voorhoofd. ‘Er zijn talloze instrumenten waarmee je zoiets kunt bereiken, Lee, maar de eurodollarcontracten op de internationale geldmarkt van Chicago zijn waarschijnlijk de meest lucratieve. De hefboom daarbij is vele duizenden op één. Of de aandelenmarkt natuurlijk. Als de rente wordt verhoogd, dalen de koersen en vice versa. Zo simpel is het. Als je goed gokt, kun je miljarden verdienen. Als je het mis hebt, ben je miljarden kwijt.’ Sawyer zei nog steeds niets. ‘Lee, ik denk dat je me nog een vraag wil stellen.’

Sawyer klemde de hoorn onder zijn kin en maakte haastig een aantekening. ‘Eentje maar? Ik was alleen maar even aan het warmdraaien.’

‘Ik denk dat het antwoord op die ene vraag de rest onbelangrijk maakt.’ Hoewel het oppervlakkig gezien leek alsof Tiedman een spelletje met hem speelde, kon de fbi -agent voelen dat er onder die grappige toon iets werkelijk grimmigs schuilging. Hij dacht ingespannen na en zei toen zo luid dat hij bijna zat te schreeuwen: ‘De data die je zojuist hebt gegeven, de data waarop Lieberman op eigen initiatief de tarieven heeft aangepast, waren dat allemaal “verrassingen” voor de markt?’

Tiedman liet een korte stilte vallen en zei toen: ‘Ja.’ Sawyer vóelde de spanning bijna door de telefoonlijn stromen. ‘In feite vormden ze het ergste soort verrassing dat de markt maar kan overkomen, want ze waren niet afgekondigd tijdens een van de reguliere bijeenkomsten van de Fed, maar door Lieberman in eigen persoon. Ze kwamen dus volkomen onverwacht.’

‘Dus als voorzitter van de Fed kon hij op eigen houtje de tarieven aanpassen?’

‘Ja, de Fed kan zijn voorzitter daartoe de bevoegdheid verlenen. Dat is in de loop der jaren ook regelmatig gebeurd. Arthur heeft er hard voor gelobbyd en hij heeft het voor elkaar gekregen. Het spijt me dat ik je dat niet eerder heb verteld, het leek onbelangrijk.’

‘Laat maar zitten,’ zei Sawyer. ‘En dus heeft iemand misschien wel meer dollars verdiend dan er sterren in de hemel zijn?’

‘Ja,’ zei Tiedman zachtjes. En toen nog eens: ‘Ja. De mogelijkheid bestaat ook nog dat anderen minstens zo’n hoeveelheid verlóren hebben.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Nou, als jij gelijk hebt, en Arthur dus gechanteerd werd om de tarieven te manipuleren, dan trek ik daaruit de conclusie, gezien de extreme stappen die hij heeft genomen, dat de opzet is geweest anderen schade te berokkenen.’

‘Waarom?’ vroeg Sawyer.

‘Omdat, stel dat je doel simpel en alleen is profijt trekken van de aanpassingen van de tarieven, dan heb je niet van die extreme stappen nodig. Zolang als de aanpassing een verrassing is voor de rest van de markt, profiteer jij al genoeg! Maar, als je de investeringen van anderen in gevaar wilt brengen, moet je een punt de àndere kant op veranderen. Dat kan catastrofaal zijn.’

‘Sjezus. Is er een manier om erachter te komen wie er zo’n klap gehad heeft?’

Tiedman lachte. ‘Lee, gezien de complexiteit van de geldmarkt van tegenwoordig, zijn we beiden al te oud om dat nog voor elkaar te krijgen voordat we het loodje leggen.’

Daarna bleef het minstens een minuut lang stil aan de lijn. Sawyer wist echt niets te zeggen. Toen Tiedman uiteindelijk de stilte verbrak, klonk zijn stem plotseling doodmoe. ‘Tot ons vorige gesprek had ik nooit gedacht dat Arthurs relatie met Steven Page gebruikt zou kunnen worden om hem tot iets dergelijks te dwingen, maar eigenlijk ligt dat nogal voor de hand.’

‘Je begrijpt toch wel dat we geen enkele concrete aanwijzing hebben dat hij werd gechanteerd?’

‘Ik ben bang dat we waarschijnlijk nooit zullen weten wat er werkelijk is gebeurd,’ zei Tiedman. ‘Niet nu Steven Page dood is.’

‘Weet je of Lieberman ooit bij Steven Page op bezoek is geweest?’

‘Ik denk het niet. Arthur heeft me ooit eens verteld dat hij een huisje in Connecticutt had gehuurd, en hij zei erbij dat ik het daar niet over mocht hebben als zijn vrouw in de buurt was.’

‘Denk je dat Page en hij elkaar daar ontmoetten?’

‘Dat zou kunnen.’

‘Ik zal je vertellen waar ik op aanstuur. Steven Page heeft een behoorlijk bedrag nagelaten. Miljoenen.’

Tiedman klonk ontzet. ‘Dat begrijp ik niet. Arthur heeft me verschillende keren verteld dat Steven altijd over geld liep te zeuren. Dat herinner ik me nog heel goed.’

‘Desalniettemin was hij stinkend rijk toen hij stierf. Ik vraag me af of Arthur daar iets mee te maken heeft gehad?’

‘Het lijkt me heel onwaarschijnlijk. Zoals ik al zei, uit wat Arthur me in de loop der tijd heeft verteld, kreeg ik de indruk dat Steven niet bepaald in goeden doen was. En bovendien lijkt het me hoogst onwaarschijnlijk dat Arthur zo veel geld naar Steven overgemaakt zou kunnen hebben zonder dat zijn vrouw erachter kwam.’

‘Maar waarom heeft hij dan een huis gehuurd? Hadden ze elkaar niet gewoon kunnen ontmoeten in Stevens flat?’

‘Het enige wat ik kan zeggen, is dat hij me nooit heeft verteld dat hij bij Steven Page op bezoek was geweest.’

‘Tja, misschien was dat huisje wel Stevens idee.’

‘Waarom zeg je dat?’

‘Nou, als Lieberman Page dat geld niet heeft gegeven, moet het van iemand anders afkomstig zijn. Denk je niet dat Lieberman argwaan zou zijn gaan koesteren als hij Pages flat binnen was gelopen en daar een echte Picasso aan de muur had zien hangen? Zou hij dan niet hebben willen weten waar hij het geld daarvoor vandaan had?’

‘Jazeker!’

‘Ik ben er trouwens zeker van dat Page Lieberman niet heeft gechanteerd. In elk geval niet rechtstreeks.’

‘Hoe kan je daar nou zeker van zijn?’

‘Lieberman had een foto van Page in zijn flat liggen. Het lijkt me niet iets wat je doet als iemand je chanteerde. En bovendien hebben we in zijn flat ook een hele rits brieven aangetroffen. Ze waren niet ondertekend, maar de inhoud was hoogst romantisch en Lieberman was er duidelijk zeer aan gehecht.’

‘Denk je dat Page die brieven heeft geschreven?’

‘Ik weet in elk geval wel hoe ik daarachter kan komen. Je was met Page bevriend. Heb je soms nog ergens iets liggen met zijn handschrift erop?’

‘Ik heb een paar met de hand geschreven brieven bewaard die hij me heeft geschreven toen hij in New York werkte. Ik kan je er wel een toesturen.’ Tiedman zweeg even en Sawyer kon horen hoe hij een briefje schreef. ‘Lee, je hebt nu een aantal manieren aangegeven waarop Page niet aan al die miljoenen kan zijn gekomen, maar waar heeft hij die dan wél vandaan?’

‘Denk eens na. Als Page en Lieberman een homoseksuele relatie hadden, dan waren ze daardoor toch zeker chantabel?’

‘Jazeker.’

‘Oké, wat als iemand anders, een derde partij, Page heeft aangemoedigd om een relatie met Lieberman te beginnen?’

‘Maar ik heb hen aan elkaar voorgesteld. Je wil mij toch niet beschuldigen van betrokkenheid bij zo’n afschuwelijk complot?’

‘Jij mag dan degene zijn geweest die hen aan elkaar heeft voorgesteld, maar dat wil nog niet zeggen dat Page en degene die hem het geld heeft geleverd waarmee hij op de beurs heeft gespeculeerd, die ontmoeting niet op de een of andere manier in de hand gewerkt zou kunnen hebben. Hij kan hem in de juiste kringen hebben geïntroduceerd of hij zou zich hier en daar eens hebben kunnen laten ontvallen wat een briljante jongeman die Steven Page toch was...’

‘Ga verder.’

‘Page en Lieberman bleken goed met elkaar te kunnen opschieten. Wie weet heeft die derde partij wel vermoed dat Lieberman op een dag nog eens voorzitter van de Fed zou worden. Dus hebben Page en zijn geldschieter gewacht tot de tijd rijp zou zijn. De geldschieter heeft Page betaald om de romance te blijven voortzetten, en reken maar dat ze ervoor gezorgd hebben dat ze over heel veel bewijsmateriaal beschikten.’

‘Dus Steven Page heeft deel uitgemaakt van een complot. Hij heeft nooit werkelijk om Arthur gegeven. Ik... Dat kan ik niet geloven.’ Plotseling klonk de kleine bankier ontzettend somber.

‘Toen heeft Page hiv gekregen en kennelijk zelfmoord gepleegd.’

‘Kennelijk? Twijfel je daar dan aan?’

‘Ik ben een politieman, Charles. Ik heb zelfs zo mijn twijfels over de paus. Page is dood, maar zijn handlanger is nog steeds op vrije voeten. Lieberman wordt voorzitter van de Fed en bám, de chantage begint.’

‘Maar Arthurs dood dan?’

‘Tja, die opmerking van jou, dat hij bijna blij leek te zijn dat hij kanker had, die vond ik heel veelzeggend.’

‘Hoezo?’

‘Dat wijst erop dat hij zich had voorgenomen om degene die hem chanteerde te vertellen dat hij kon doodvallen en dat Lieberman van plan was om alles te onthullen.’

Nerveus zei Tiedman: ‘Dat klopt.’

‘Je hebt het toch met niemand over ons gesprek gehad, hè?’ vroeg Sawyer met gedempte stem.

‘Nee.’

‘Nou, houden zo, en blijf voortdurend op je hoede.’

‘Wat wil je daarmee zeggen?’ Tiedmans stem klonk plotseling erg benauwd.

‘Ik wil je alleen maar dringend aanraden om uiterst voorzichtig te zijn en niemand hier ook maar iets over te vertellen. Niet aan je medeleden van de Fed, inclusief Walter Burns, niet aan je secretaresse, niet aan je assistenten, je vrouw of je vrienden, niet aan wie dan ook.’

‘Bedoel je daarmee dat ik in gevaar verkeer? Dat kan ik nauwelijks geloven.’

‘Ik weet zeker dat Arthur Lieberman dat ook dacht.’ Sawyers stem klonk nu uiterst grimmig.

Plotseling klonk Tiedmans stem heel angstig. ‘Ik zal je advies zeker opvolgen.’ Hij hing op.

Sawyer leunde achterover en terwijl hij zat te snakken naar een sigaret, begon zijn brein op volle toeren te draaien. Het was maar al te duidelijk dat iemand Steven Page ergens voor had betaald en Sawyer vermoedde dat hij wel wist waarom: om Lieberman te kunnen chanteren. De vraag was alleen: wie? En er was een nog dringender vraag: wie had Steven Page vermoord?

Want ondanks alle bewijs dat daartegen pleitte, was de fbi -agent er inmiddels van overtuigd geraakt dat Steven Page was vermoord. Hij nam de hoorn weer op. ‘Ray? Met Lee. Wil je Liebermans huisarts nog een keer bellen?’

Op eigen gezag
titlepage.xhtml
Op_eigen_gezag_split_0.xhtml
Op_eigen_gezag_split_1.xhtml
Op_eigen_gezag_split_2.xhtml
Op_eigen_gezag_split_3.xhtml
Op_eigen_gezag_split_4.xhtml
Op_eigen_gezag_split_5.xhtml
Op_eigen_gezag_split_6.xhtml
Op_eigen_gezag_split_7.xhtml
Op_eigen_gezag_split_8.xhtml
Op_eigen_gezag_split_9.xhtml
Op_eigen_gezag_split_10.xhtml
Op_eigen_gezag_split_11.xhtml
Op_eigen_gezag_split_12.xhtml
Op_eigen_gezag_split_13.xhtml
Op_eigen_gezag_split_14.xhtml
Op_eigen_gezag_split_15.xhtml
Op_eigen_gezag_split_16.xhtml
Op_eigen_gezag_split_17.xhtml
Op_eigen_gezag_split_18.xhtml
Op_eigen_gezag_split_19.xhtml
Op_eigen_gezag_split_20.xhtml
Op_eigen_gezag_split_21.xhtml
Op_eigen_gezag_split_22.xhtml
Op_eigen_gezag_split_23.xhtml
Op_eigen_gezag_split_24.xhtml
Op_eigen_gezag_split_25.xhtml
Op_eigen_gezag_split_26.xhtml
Op_eigen_gezag_split_27.xhtml
Op_eigen_gezag_split_28.xhtml
Op_eigen_gezag_split_29.xhtml
Op_eigen_gezag_split_30.xhtml
Op_eigen_gezag_split_31.xhtml
Op_eigen_gezag_split_32.xhtml
Op_eigen_gezag_split_33.xhtml
Op_eigen_gezag_split_34.xhtml
Op_eigen_gezag_split_35.xhtml
Op_eigen_gezag_split_36.xhtml
Op_eigen_gezag_split_37.xhtml
Op_eigen_gezag_split_38.xhtml
Op_eigen_gezag_split_39.xhtml
Op_eigen_gezag_split_40.xhtml
Op_eigen_gezag_split_41.xhtml
Op_eigen_gezag_split_42.xhtml
Op_eigen_gezag_split_43.xhtml
Op_eigen_gezag_split_44.xhtml
Op_eigen_gezag_split_45.xhtml
Op_eigen_gezag_split_46.xhtml
Op_eigen_gezag_split_47.xhtml
Op_eigen_gezag_split_48.xhtml
Op_eigen_gezag_split_49.xhtml
Op_eigen_gezag_split_50.xhtml
Op_eigen_gezag_split_51.xhtml
Op_eigen_gezag_split_52.xhtml
Op_eigen_gezag_split_53.xhtml
Op_eigen_gezag_split_54.xhtml
Op_eigen_gezag_split_55.xhtml
Op_eigen_gezag_split_56.xhtml
Op_eigen_gezag_split_57.xhtml
Op_eigen_gezag_split_58.xhtml
Op_eigen_gezag_split_59.xhtml
Op_eigen_gezag_split_60.xhtml
Op_eigen_gezag_split_61.xhtml
Op_eigen_gezag_split_62.xhtml