•30•

De agenten Jackson en Sawyer stonden op toen Sidney de kamer binnenkwam. Sawyers verbazing was hem duidelijk aan te zien. Hij trok zijn buik in en een van zijn handen schoot naar zijn hoofd om de telkens weer over zijn voorhoofd zakkende spuuglok op zijn plaats te duwen. Toen hij zijn hand liet zakken, staarde hij er even naar alsof hij die nog nooit eerder had gezien en hij vroeg zich af wat hem er in vredesnaam toe gebracht had om dat te doen. Beide agenten maakten zich bekend en lieten opnieuw hun identiteitskaart zien. Sawyer merkte dat Sidney hem indringend aankeek voordat ze tegenover hen ging zitten.

Snel keek Sawyer wat voor vlees hij in de kuip had. Een heel knappe meid met hersens en pit. Maar er was nog iets anders. Hij kon zweren dat hij haar al eens eerder had gezien. Zijn ogen tastten haar lange gestalte af. Gezien de omstandigheden was haar zwarte jurk toepasselijk en smaakvol, maar hij zat ook op allerlei interessante plekken strak om haar lichaam en haar mooie in zwarte nylonkousen gehulde benen boden een al even inspirerende aanblik. Haar wanhoop maakte haar gezicht nog mooier dan het al was. ‘Mevrouw Archer, hebben wij elkaar niet al eens eerder ontmoet?’

Haar verbazing was echt. ‘Ik denk het niet, meneer Sawyer.’ Hij keek haar nog even aandachtig aan, haalde zijn schouders op en stak van wal.

‘Zoals ik uw vader al heb gezegd, mevrouw Archer, zijn we ons ervan bewust dat dit gesprek niet op een minder gelukkig tijdstip had kunnen komen, maar we wilden u toch zo snel mogelijk spreken.’

‘Mag ik vragen waarover?’ Sidney zei het werktuiglijk. Haar ogen speurden rusteloos de kamer af voordat ze bleven rusten op Sawyers gezicht. Ze zag een stevige, forsgebouwde man die een integere indruk maakte. Onder normale omstandigheden zou Sidney hem alle medewerking hebben gegeven. De omstandigheden waren echter verre van normaal.

Haar groene ogen sprankelden en toen hij zichzelf gevaarlijk ver voelde wegzinken in die peilloze diepten, moest Sawyer zijn brein snel wakker schoppen. ‘Het gaat om uw man, mevrouw Archer,’ zei hij snel.

‘Zegt u maar Sidney. Wat is er met mijn man? Gaat het over het vliegtuigongeluk?’

Sawyer gaf niet onmiddellijk antwoord. Zonder dat duidelijk te laten merken, nam hij haar nu heel zorgvuldig op. Alles was belangrijk: elk woord, elke uitdrukking, elke korte stilte. Het was altijd een zeer vermoeiend karwei, en vaak ook heel frustrerend, maar soms leverde het ongelooflijk veel op. ‘Het was geen ongeluk, Sidney,’ zei hij na een tijdje.

Ze knipperde even met haar ogen, heel even maar, zoals de lampen in een huis als het onweert soms even knipperen. Haar mond ging een klein eindje open, maar er kwam geen geluid uit.

‘Er is een aanslag op dat vliegtuig gepleegd; alle inzittenden zijn opzettelijk vermoord.’ Terwijl hij haar aandachtig bleef aankijken, trok Sidney zich ongeveer een minuut volledig in zichzelf terug. Het afgrijzen dat op haar gezicht te lezen stond, was echt en niet geveinsd. Plotseling verloren haar ogen hun koortsachtige schittering.

Na een minuut zei Sawyer: ‘Sidney? Sidney?’

Met een schok kwam Sidney weer terug in het hier en nu, maar al even snel was ze weer vertrokken. Plotseling blies ze haar lang ingehouden adem uit en een ogenblik wist ze heel zeker dat ze zichzelf helemaal onder ging kotsen. Ze sloeg dubbel en sloeg haar handen om haar kuiten heen. Wrang genoeg, deed die houding nogal denken aan de houding die de passagiers in een neerstortend vliegtuig moeten aannemen. Toen ze begon te kreunen en de rest van haar lichaam onbedwingbaar begon te trillen, stond Sawyer snel op en ging naast haar zitten. Hij sloeg een arm om haar schouder en pakte met zijn andere hand een van haar handen stevig vast.

Sawyer keek op naar Jackson. ‘Water, thee, het maakt niet uit wat, maar snél, Ray!’

Jackson rende weg.

Met trillende handen schonk Sidneys moeder een glas water voor Jackson in en toen hij weer terug wilde lopen, hield Bill Patterson de krant op. ‘Het gaat zeker hierover, hè?’ De koppen waren groot en vet, en behoorlijk onheilspellend. western airlines-ramp gevolg van aanslag. federale overheid looft twee miljoen uit. ‘Jason en alle andere inzittenden zijn het slachtoffer van een terreuraanslag. Dat is zeker de reden waarom jullie hierheen zijn gekomen, hè?’ Op de achtergrond sloeg mevrouw Patterson haar handen voor haar gezicht en terwijl ze aan tafel ging zitten, vulde haar zachte gehuil de hele keuken.

‘Meneer, nu even niet, oké?’ Aan Jacksons stem was duidelijk te horen dat hij geen tegenspraak zou dulden. Zwijgend liep hij met het glas water de keuken uit.

Inmiddels was Paul Brophy in de voortuin gaan staan. De reden die hij daarvoor had gegeven, was dat hij even een sigaret wilde roken, al was het dan nog zo koud. Als iemand echter uit het raam in de voorkamer zou hebben gekeken, zou die het kleine mobiele telefoontje hebben gezien dat hij nu tegen zijn oor hield.

Sawyer moest het water bijna met geweld bij Sidney naar binnen gieten, maar na een tijdje was ze weer in staat om rechtop te gaan zitten. Toen Sidney zich had hersteld en hem met een dankbare blik in haar ogen het glas had teruggegeven, liet Sawyer het onderwerp maar even rusten. ‘Geloof me, als dit niet van buitengewoon groot belang was, zouden we nu weggaan. Oké?’

Sidney knikte. Ze zag er nog steeds verschrikkelijk uit. Sawyer nam de tijd om zijn gedachten op een rijtje te zetten en Sidney leek opgelucht te zijn toen hij een paar schijnbaar onschuldige vragen over Jasons werk bij Triton Global stelde. Sidney gaf kalm en rustig antwoord, maar ze was duidelijk een beetje verbaasd. Hij keek de kamer rond. Een mooi huis. ‘Hebt u geldproblemen?’ vroeg hij.

‘Waar wilt u heen, meneer Sawyer?’ De uitdrukking op Sidneys gezicht was nu weer wat strakker geworden. Plotseling ontspande haar gezicht zich echter weer; ze had zich zojuist Jasons opmerking over de wereld aan haar voeten leggen herinnerd.

‘Waar het onderzoek ons heen leidt, mevrouw,’ antwoordde Sawyer en ditmaal keek hij haar zonder aarzelen recht in de ogen. Zijn blik leek door de beschermende muur te dringen die ze rondom zich had opgetrokken en daar de knagende twijfel op te merken die ze zo diep in zichzelf had weggestopt. Ze realiseerde zich dat ze bij deze man heel goed op haar woorden zou moeten letten. ‘We ondervragen alle familieleden van de passagiers aan boord van dat vliegtuig. Als die aanslag op een van de passagiers was gericht, moeten we weten wat de reden daarvoor is geweest en de passagiers zelf kunnen we het natuurlijk niet meer vragen.’

‘Nee, natuurlijk niet,’ zei Sidney. ‘Om antwoord op uw vraag te geven: wat geld betreft, hebben we er in geen jaren zo goed voor gestaan.’

‘U werkt als advocaat voor Triton?’

‘En voor een stuk of vijftig andere klanten. Hoezo?’

Sawyer veranderde van tactiek. ‘Oké, wist u dat uw man een paar dagen vrij had genomen?’

‘Ik ben zijn vrouw.’

‘Prima. Kunt u ons dan misschien uitleggen waarom hij in een vliegtuig naar LA zat terwijl hij een paar dagen vrij had genomen?’

Sawyer had bijna gezegd dat haar man ‘naar verluidt’ in een vliegtuig naar LA had gezeten, maar wist zich nog net op tijd in te houden.

‘Hoor eens, we kunnen onszelf hier misschien wat tijd besparen. Ik moet ervan uitgaan dat u al met Triton Global hebt gesproken, en misschien ook al met Henry Wharton. Jason heeft me verteld dat hij naar LA was gegaan omdat hij daar iets moest doen voor Triton. Toen ik hem op de ochtend van zijn vertrek vertelde dat ik die dag in New York een bespreking had met Triton, heeft hij me verteld dat hij naar LA ging voor een sollicitatiegesprek en dat hij niet wilde dat ik iemand van Triton Global iets zou vertellen over zijn trip naar Los Angeles. Ik heb het spelletje meegespeeld. Ik weet dat dat niet erg eerlijk van me was, maar het feit dat mijn man van baan wilde veranderen, leek me niet zo belangrijk dat Triton daar per se weet van hoefde te hebben.’

‘Maar er was geen andere baan?’

Sidney dook in elkaar. ‘Nee. Ik heb dat bedrijf gebeld om ze te vertellen wat er met Jason was gebeurd en ze bleken nog nooit van hem gehoord te hebben.’

‘Maar goed, u bent zijn vrouw, dus u zult toch wel enig idee hebben van de reden waarom hij dan wél naar LA is gegaan?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Nee.’

‘Dat is alles? Verder niets? Bent u er zeker van dat het niets met Triton te maken had?’

‘Jason en ik praatten bijna nooit over ons werk.’

‘Waarom niet?’ Sawyer begon enorm veel behoefte te krijgen aan een kop koffie. Na die late nacht met Hardy begon zijn lichaam hem in de steek te laten en het overslaan van zijn ontbijt had hem ook bepaald geen goed gedaan.

‘Mijn firma vertegenwoordigt een paar andere bedrijven die als concurrenten van Triton Global beschouwd zouden kunnen worden. De betrokken firma’s zijn echter van deze potentiële belangenverstrengeling op de hoogte gebracht en hadden er geen bezwaar tegen. Bovendien hebben we telkens als dat nodig was een “Chinese muur” opgetrokken.’

‘Pardon?’ Dat was Ray Jackson. ‘Een “Chinese muur”?’

Sidney keek hem aan. ‘Daarmee bedoelen we dat we alle onderlinge communicatie verbieden tussen firmanten die cliënten vertegenwoordigen die mogelijk strijdige belangen zouden kunnen hebben, en dat is inclusief toegang tot de betreffende dossiers en gewone alledaagse gesprekken bij de koffieautomaat. Zelfs de toegang tot de gecomputeriseerde gegevensbestanden over de transacties waarbij we onze cliënten vertegenwoordigen, is met behulp van wachtwoorden beperkt tot de juristen die daar de leiding over hebben. In theorie kan een advocatenkantoor zich, als dat nodig is, op zo’n manier tijdelijk in meerdere onafhankelijke koninkrijken verdelen. Daarom wordt die methode Chinese muur genoemd.’

Sawyer ging op het puntje van zijn stoel zitten. ‘Jouw firma vertegenwoordigt dus cliënten die belangen hebben die strijdig zouden kunnen zijn met die van Triton?’

Sidney dacht even na. Er was haar een naam te binnen geschoten, maar ze wist niet zeker of ze die wel moest geven. Als ze dat deed, zou dit gesprek misschien wel wat sneller voorbij zijn.

‘De rtg -groep.’

Sawyer en Jackson wisselden een snelle blik van verstandhouding uit en Sawyer vroeg: ‘Wie van jullie vertegenwoordigt rtg ?’

Sawyer was er zeker van dat hij een twinkeling in Sidney Archers ogen zag voordat ze antwoordde: ‘Philip Goldman.’

In de voortuin van de Archers begon de koude zo langzamerhand door Paul Brophy’s buitengewoon dure handschoenen heen te dringen.

‘Nee, ik heb geen flauw idee wat er aan de hand is,’ zei Brophy, en toen de spreker aan de andere kant van de lijn daarop reageerde met een felle tirade, hield hij snel de mobiele telefoon een eindje van zijn oor. ‘Wacht ’s even, Philip. Dit is de fbi . Die lui zijn bewapend, weet je nog wel? Als jij ze hier niet had verwacht, waarom ik dan wel?’

Deze verwijzing naar Philip Goldmans superieure intellectuele vermogens had kennelijk een kalmerende invloed, want Brophy hield de hoorn nu weer gewoon aan zijn oor. ‘Ja ik ben er heel zeker van dat hij het was. Ik weet hoe zijn stem klinkt en ze heeft hem bij zijn naam genoemd. Ik heb alles op de band staan. Dat is toch tamelijk briljant van me, vind je ook niet? Wat? Ja, reken maar. Ik blijf hier voorlopig nog wel even rondhangen. Oké, over een paar uur bel ik je terug.’ Brophy borg de telefoon weg, wreef zijn verstijfde vingers over elkaar en liep het huis weer binnen.

Terwijl ze nerveus met haar hand over de armleuning van de sofa wreef, hield Sawyer Sidney nauwlettend in de gaten. Hij zat te twijfelen of hij haar nu wel of niet zou confronteren met de onthutsende waarheid dat Jason Archer beslist niet begraven lag in een inslagkrater in Virginia. Even later, na een scherp innerlijk conflict, won zijn lege maag het van zijn brein. Hij stond op en hield Sidney zijn hand voor. ‘Dank u wel voor uw medewerking, mevrouw Archer. Als u nog iets te binnen mocht schieten wat voor ons van nut zou kunnen zijn, dan kunt u ons dag en nacht bereiken op deze telefoonnummers.’ Sawyer gaf haar een kaartje. ‘Achterop staat mijn nummer thuis. Hebt u ook een kaartje met nummers waar u te bereiken bent?’ Sidney pakte haar tasje van de tafel, zocht er even in en haalde toen een van haar visitiekaartjes te voorschijn. ‘Nogmaals, mijn oprechte deelneming.’ Dat laatste was gemeend. Als Hardy gelijk had dan zou alles wat deze vrouw tot nu toe had moeten doormaken een makkie lijken in vergelijking met wat ze nog voor de boeg had.

Ray Jackson liep de kamer al uit en Sawyer wilde net achter hem aan lopen toen Sidney een hand op zijn schouder legde.

‘Meneer Sawyer...’

‘Zegt u maar Lee.’

‘Lee, ik zou wel heel erg dom zijn als ik niet besefte dat dit bepaald geen goede indruk moet maken.’

‘En ik heb geen ogenblik gedacht dat jij dom bent, Sidney.’

Ze wisselden een blik van wederzijds respect uit; toch was Sawyers antwoord niet zo heel bemoedigend geweest.

‘Heb je ook maar enige reden om te vermoeden dat mijn man betrokken is geweest bij iets...’ Ze zweeg even en slikte moeizaam iets weg, ‘... illegaals?’

Hij keek haar aan, en dat onmiskenbare gevoel dat hij haar al eens eerder had gezien, begon opnieuw aan hem te knagen, maar nu zo heftig dat het zekerheid werd. ‘Sidney, laten we het er maar op houden dat de activiteiten die je man heeft ontplooid op de dagen onmiddellijk voorafgaand aan zijn vertrek, voor ons aanleiding zijn tot gerede twijfel.’

Sidney moest weer denken aan al die late nachten, aan al die keren dat Jason ’s nachts weer naar kantoor was gegaan. ‘Is er iets mis bij Triton?’ Sawyer zag hoe ze haar handen wrong. Hoewel hij doorgaans een van de minst loslippige agenten van het hele Bureau was, wilde hij haar nu om de een of andere reden alles vertellen wat hij maar wist. Hij wist de verleiding echter te weerstaan. ‘Sidney, dat kan ik echt niet zeggen. Het onderzoek loopt nog.’

Ze deed een stap naar achteren. ‘Dat begrijp ik. Dat spreekt natuurlijk vanzelf.’

‘We nemen nog wel contact met je op.’

Nadat Sawyer de kamer uit was gelopen, realiseerde Sidney zich met een scheut van angst dat Nathan Gamble ook al iets dergelijks had gezegd. Plotseling voelde ze hoe de angst haar in zijn ijzige greep kreeg. Ze sloeg haar armen om zich heen en ging wat dichter bij de haard zitten.

Aanvankelijk had Jasons telefoontje haar opgestuwd tot de allerhoogste toppen van de euforie. Nooit van haar leven had ze zich zo opgetogen gevoeld! Maar de weinige details die hij daarna had gegeven, hadden haar met een smak weer in de harde werkelijkheid doen belanden. Op dit moment voelde ze zich hopeloos verward, volkomen hulpeloos en vol van onvoorwaardelijke trouw aan haar man; een moeilijk te hanteren mengeling van emoties. Ze vroeg zich af wat voor verrassingen de volgende dag voor haar in petto zou hebben.

Terwijl ze naar buiten liepen, werden de twee agenten vergezeld door de druk pratende Paul Brophy. ‘Het is dus duidelijk dat mijn firma het zeer op prijs zou stellen om zo snel mogelijk op de hoogte te worden gebracht van alle mogelijke onwettige activiteiten die verband houden met Triton Global.’ Met die volzin beëindigde hij zijn lange monoloog en keek hen toen hoopvol aan.

Sawyer bleef gewoon doorlopen. ‘Dat had ik al vernomen.’ Vlak achter Bill Pattersons Cadillac, die midden op de oprit stond, bleef de fbi -agent staan. Hij zette zijn voet op de bumper en toen hij zich bukte om zijn veter vast te maken, zag hij een sticker met maine, the vacationland state erop. Wanneer ben ik voor het laatst met vakantie geweest? Als je je dat niet eens meer kunt herinneren, dan heb je een probleem. Hij hees zijn broek op en draaide zich om naar de advocaat die hem vanaf het trottoir verwachtingsvol stond aan te kijken.

‘Wat was uw naam ook weer?’

Brophy keek naar de voordeur en liep toen haastig naar hen toe. ‘Brophy, Paul Brophy.’ Snel voegde hij daaraan toe: ‘Zoals ik al zei, ben ik werkzaam in New York, dus in feite heb ik niet zo veel met Sidney Archer te maken.’

Sawyer keek hem aandachtig aan. ‘En toch bent u helemaal vanuit New York hierheen komen vliegen voor de herdenkingsdienst. Dat hebt u ons toch net verteld?’

Brophy keek de twee mannen aan. Ray Jackson kneep zijn ogen halfdicht en nam Paul Brophy eens aandachtig op. Er hing een waas van snel geld en louche zaakjes om die man heen.

‘Ik ben hier namens de firma, voornamelijk omdat niemand anders tijd had. Sidney Archer is maar een part-timer en ik moest vandaag toch in Washington zijn.’

Sawyer staarde naar een paar wolkjes die langzaam door de lucht dreven. ‘Meent u dat nou? Ik heb de gelegenheid gehad om wat navraag te doen naar mevrouw Archer en de mensen die ik gesproken heb, hebben me verteld dat ze een van de belangrijkste advocaten van Tyler, Stone is. Part-time of niet. In feite heb ik bij minstens drie verschillende bronnen gevraagd wie volgens hen de belangrijkste vijf firmanten waren, en ze hebben allemaal haar naam genoemd.’ Hij keek Brophy eens aan. ‘Vreemd eigenlijk, maar uw naam is niet gevallen.’

Brophy begon hulpeloos wat te stamelen, maar Sawyer wilde een beetje opschieten en verloste hem dus maar uit zijn lijden. ‘Bent u hier al lang, meneer Brophy?’ Hij knikte naar de woning van de Archers.

‘Een uur ongeveer,’ zei Brophy, op een toon die duidelijk maakte dat zijn trots diep gekrenkt was.

‘Is er sindsdien iets ongewoons gebeurd?’

Brophy stond bijna te springen om de twee agenten te vertellen dat hij een sprekende dode op de band had vastgelegd, maar die informatie was veel te waardevol om zomaar weg te geven. ‘Niet echt. Ze is moe en gedeprimeerd, of maakt althans die indruk.’

‘Wat wilt u daarmee zeggen?’ vroeg Jackson. Hij zette zijn zonnebril af en keek Brophy strak aan.

‘Niets, ik bedoel, zo goed ken ik Sidney nou ook weer niet, dus ik weet niet of ze goed met haar man overweg kon.’

‘Uh-huh.’ Jackson trok zijn neus op en keek zijn partner eens aan. ‘Kom je mee, Lee?’ Hij zette zijn zonnebril weer op. ‘Deze vent hier ziet eruit alsof hij het koud heeft. Ga maar snel naar binnen jij,’ zei hij tegen Brophy. ‘Ga maar medeleven tonen met die vage kennis van je.’

Jackson en Sawyer draaiden zich om en liepen terug naar hun wagen.

Brophy’s gezicht was nu rood van woede. Hij keek nog eens om naar het huis en riep hen toen na: ‘O, dat was ik vergeten. Ze heeft een telefoontje gehad.’

De twee agenten draaiden zich als één man om. ‘U zei?’ vroeg Sawyer. Uit cafeïnegebrek had hij een kloppend gevoel in zijn slapen en hij had helemaal geen zin om nog langer met die lul te moeten praten. ‘Wat voor een telefoontje?’

Brophy liep snel naar hen toe en begon met gedempte stem te praten. Zo nu en dan wierp hij een snelle blik op het huis. ‘Ongeveer twee minuten voor uw komst. Toen Sidneys vader de hoorn opnam, maakte de beller zich bekend als Henry Wharton.’ De twee agenten keken hem verbaasd aan. ‘Hij is de leidende firmant van Tyler, Stone.’

‘Nou, én?’ zei Jackson. ‘Hij kan toch gewoon even gebeld hebben om te vragen hoe het met haar ging?’

‘Dat dacht ik ook, maar...’

Sawyer had er nu schoon genoeg van. ‘Maar wát?’ snauwde hij boos.

‘Ik weet eigenlijk niet of ik dat wel mag onthullen.’

Sawyers stem nam nu weer zijn normale volume aan, maar daardoor klonken zijn woorden alleen maar dreigender. ‘Het is een beetje te koud voor geleuter, meneer Brophy, dus vraag ik het u één keer vriendelijk, héél vriendelijk zelfs, en daarna zal ik minder vriendelijk moeten worden.’ Sawyer boog zich naar Brophy toe, zodat zijn gezicht vlak voor dat van de nu heel benauwd kijkende advocaat kwam te hangen. De stevig gebouwde Jackson ging vlak achter hem staan.

Snel gooide Brophy eruit: ‘Terwijl Sidney met u zat te praten, heb ik Henry Wharton even gebeld.’ Hij liet een dramatische pauze vallen. ‘En toen ik hem vroeg wat hij net tegen Sidney had gezegd, was hij volkomen verrast. Hij had haar helemaal niet gebeld, en toen ze na dat telefoontje de slaapkamer weer uit kwam, zag ze krijtwit. Ik dacht even dat ze ging flauwvallen. Haar vader zag het ook, en die schrok zich wild.’

‘Nou, als de fbi bij mij aanklopte op de dag dat ik mijn vrouw ging begraven, zou ik er ook niet zo florissant uitzien,’ zei Jackson. Een van zijn handen opende en sloot zich voortdurend, en telkens als hij zich sloot, vormde hij een heel grote vuist die de fbi -agent op dit moment maar al te graag eens hard zou willen laten uitschieten.

‘Ja, nou, volgens haar vader keek ze al zo voordat u aanklopte.’ Dat had Brophy verzonnen, maar wat maakte het uit? Het was niet de plotselinge komst van de fbi geweest die Sidney zo van streek had gemaakt.

Sawyer ging weer rechtop staan en richtte zijn blik op het huis. Shit! Toen hij Jackson aankeek, trok die zijn wenkbrauwen op. Sawyer nam Brophy’s gezicht nog eens aandachtig op. Wilde die vent hen soms iets wijsmaken? Maar nee, het was duidelijk dat wat hij hun had verteld, waar was, of althans grotendeels waar. Kennelijk had die vent staan popelen om hun iets te laten weten waarmee hij Sidney Archer ernstige schade kon berokkenen. Brophy’s persoonlijke vete kon Sawyer niet schelen, maar dat telefoongesprek wél.

‘Bedankt voor de informatie, meneer Brophy. Als u nog iets te binnen mocht schieten, dan hebt u hier mijn telefoonnummer.’ Hij gaf de advocaat zijn kaartje en liet hem in de voortuin achter.

Terwijl ze weer naar de binnenstad reden, keek Sawyer naar zijn partner. ‘Zorg dat Sidney Archer onmiddellijk vierentwintig uur per etmaal wordt geschaduwd en dat er precies wordt nagegaan welke telefoongesprekken er het afgelopen etmaal vanuit haar huis zijn gevoerd, te beginnen met dat gesprek waarover Brophy ons heeft verteld.’

Jackson staarde voor zich uit. ‘Denk je dat ze haar man aan de lijn heeft gehad?’

‘Ik denk dat ze de afgelopen dagen al zoveel heeft doorgemaakt dat er wel iets heel speciaals voor nodig moet zijn geweest om haar zo’n schok te bezorgen. Zelfs terwijl we met haar zaten te praten, kon je merken dat er iets mis was. Heel ernstig mis.’

‘Zou ze dan echt gedacht hebben dat hij dood was?’

Sawyer haalde zijn schouders op. ‘Op dit moment is daar nog geen zinnig woord over te zeggen. We houden haar gewoon in de gaten en kijken wat er gebeurt. Ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat Sidney Archer weleens een heel interessant stukje van deze legpuzzel zou kunnen zijn.’

‘Zullen we trouwens even een hapje gaan eten? Ik sterf van de honger.’ Jackson keek naar de lange rij cafetaria’s en restaurantjes waar ze nu langs reden.

‘Ik trakteer wel, Ray. Voor mijn partner is alleen het beste goed genoeg,’ zei Sawyer met een glimlach en even later reed hij het parkeerterrein van een McDonald’s op. Jackson keek hem snel even aan, maar de weerzin in zijn blik was niet gemeend, en daarom nam hij hoofdschuddend de autotelefoon op en toetste een nummer in.

Op eigen gezag
titlepage.xhtml
Op_eigen_gezag_split_0.xhtml
Op_eigen_gezag_split_1.xhtml
Op_eigen_gezag_split_2.xhtml
Op_eigen_gezag_split_3.xhtml
Op_eigen_gezag_split_4.xhtml
Op_eigen_gezag_split_5.xhtml
Op_eigen_gezag_split_6.xhtml
Op_eigen_gezag_split_7.xhtml
Op_eigen_gezag_split_8.xhtml
Op_eigen_gezag_split_9.xhtml
Op_eigen_gezag_split_10.xhtml
Op_eigen_gezag_split_11.xhtml
Op_eigen_gezag_split_12.xhtml
Op_eigen_gezag_split_13.xhtml
Op_eigen_gezag_split_14.xhtml
Op_eigen_gezag_split_15.xhtml
Op_eigen_gezag_split_16.xhtml
Op_eigen_gezag_split_17.xhtml
Op_eigen_gezag_split_18.xhtml
Op_eigen_gezag_split_19.xhtml
Op_eigen_gezag_split_20.xhtml
Op_eigen_gezag_split_21.xhtml
Op_eigen_gezag_split_22.xhtml
Op_eigen_gezag_split_23.xhtml
Op_eigen_gezag_split_24.xhtml
Op_eigen_gezag_split_25.xhtml
Op_eigen_gezag_split_26.xhtml
Op_eigen_gezag_split_27.xhtml
Op_eigen_gezag_split_28.xhtml
Op_eigen_gezag_split_29.xhtml
Op_eigen_gezag_split_30.xhtml
Op_eigen_gezag_split_31.xhtml
Op_eigen_gezag_split_32.xhtml
Op_eigen_gezag_split_33.xhtml
Op_eigen_gezag_split_34.xhtml
Op_eigen_gezag_split_35.xhtml
Op_eigen_gezag_split_36.xhtml
Op_eigen_gezag_split_37.xhtml
Op_eigen_gezag_split_38.xhtml
Op_eigen_gezag_split_39.xhtml
Op_eigen_gezag_split_40.xhtml
Op_eigen_gezag_split_41.xhtml
Op_eigen_gezag_split_42.xhtml
Op_eigen_gezag_split_43.xhtml
Op_eigen_gezag_split_44.xhtml
Op_eigen_gezag_split_45.xhtml
Op_eigen_gezag_split_46.xhtml
Op_eigen_gezag_split_47.xhtml
Op_eigen_gezag_split_48.xhtml
Op_eigen_gezag_split_49.xhtml
Op_eigen_gezag_split_50.xhtml
Op_eigen_gezag_split_51.xhtml
Op_eigen_gezag_split_52.xhtml
Op_eigen_gezag_split_53.xhtml
Op_eigen_gezag_split_54.xhtml
Op_eigen_gezag_split_55.xhtml
Op_eigen_gezag_split_56.xhtml
Op_eigen_gezag_split_57.xhtml
Op_eigen_gezag_split_58.xhtml
Op_eigen_gezag_split_59.xhtml
Op_eigen_gezag_split_60.xhtml
Op_eigen_gezag_split_61.xhtml
Op_eigen_gezag_split_62.xhtml