•24•

‘Quentin?’ Sidney stond in de deuropening van haar huis. Er lag een verraste uitdrukking op haar gezicht.

Van achter zijn ovale brilleglazen keek Quentin Rowe haar vragend aan.

‘Mag ik binnenkomen?’

Sidneys ouders waren boodschappen aan het doen. Terwijl ze naar de woonkamer liepen, kwam Amy eveneens de kamer binnen. Ze sliep half en sleepte haar beertje achter zich aan. ‘Dag Amy,’ zei Rowe. Hij ging op zijn hurken zitten en wilde haar een hand geven, maar het kleine meisje deinsde terug. Rowe lachte haar vriendelijk toe. ‘Toen ik zo oud was als jij was ik ook verlegen,’ zei hij. Hij keek naar Sidney. ‘Dat is waarschijnlijk de reden waarom ik in de computers ben gegaan. Die zeggen in elk geval niets terug en kunnen je ook niet raken.’ Hij staarde peinzend voor zich uit. ‘Heb je even tijd om te praten?’ Sidney aarzelde.

‘Alsjeblieft, Sidney?’

‘Eerst even deze kleine meid hier weer naar bed brengen. Ik ben zo weer terug.’ Ze tilde Amy op en liep de deur uit.

Terwijl ze weg was, liep Rowe peinzend de kamer rond en keek naar de vele foto’s van de familie Archer die overal aan de muren en op de tafeltjes stonden. Toen Sidney weer de kamer binnenkwam, keek hij op en zei: ‘Leuk kind is dat.’

‘Dat kun je wel zeggen, ja. Ik ben erg blij met haar.’

‘En zeker nu, hè?’

Sidney knikte.

Rowe bleef haar aankijken. ‘Toen ik veertien jaar oud was, zijn mijn beide ouders om het leven gekomen bij een luchtramp.’

‘O, Quentin.’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Het is inmiddels een hele tijd geleden, maar ik denk dat ik net een beetje beter kan begrijpen dan de meeste anderen wat je nu doormaakt. Ik was enig kind. Eigenlijk was ik toen alleen op de wereld.’

‘Tja, wat dat betreft mag ik eigenlijk wel van geluk spreken.’

‘Inderdaad, Sidney, en dat kun je beter niet vergeten.’

Sidney haalde eens diep adem. ‘Wil je misschien iets drinken?’

‘Thee, als je hebt.’

Een paar minuten later zaten ze op de bank in de voorkamer. Rowe zette het schoteltje op zijn knie en nipte keurig van zijn thee. Daarna zette hij zijn kopje weer neer en keek haar aan. Hij voelde zich duidelijk niet op zijn gemak. ‘Om te beginnen, wil ik je mijn verontschuldigingen aanbieden.’

‘Quentin...’

Hij hield zijn hand op. ‘Ik weet wat je wil gaan zeggen, maar ik ben echt te ver gegaan. De dingen die ik heb gezegd, de manier waarop ik je heb behandeld... Soms flap ik er gewoon maar iets uit. Dat overkomt me eigenlijk nogal vaak. Ik ben helemaal niet zo goed met mensen. Ik weet dat ik soms nogal bot en onbehouwen kan overkomen, maar dat ben ik niet echt, hoor.’

‘Dat weet ik ook wel, Quentin. We hebben altijd goed met elkaar overweg gekund en iedereen bij Triton heeft een heel hoge dunk van je. Jason ook, dat weet ik zeker. Als je dat geruststelt: ik kan veel beter met jou overweg dan met Nathan Gamble.’

‘Ja, maar dat geldt voor iedereen,’ zei Rowe snel. ‘Maar dat gezegd hebbende, denk ik dat ik eraan toe moet voegen dat ik onder enorme druk sta nu Gamble ineens zo moeilijk doet over CyberCom. We lopen het risico dat de hele deal in het water valt.’

‘Nou, ik denk dat Nathan best wel begrijpt wat er op het spel staat.’

Rowe knikte verstrooid. ‘Het tweede dat ik je wilde vertellen, is dat ik het echt heel erg vind van Jason. Het had gewoon niet mogen gebeuren. Jason was waarschijnlijk de enige binnen het bedrijf met wie ik echt een goed contact had. Op technologisch gebied was hij net zo goed als ik, maar zijn persoonlijke presentatie was veel beter dan de mijne.’

‘Ik denk dat je daar helemaal niet zo beroerd in bent.’

Rowe keek ineens een heel stuk vrolijker. ‘Echt?’ Toen zuchtte hij diep. ‘Vergeleken met Gamble is bijna iedereen natuurlijk een muurbloempje.’

‘Dat ben ik met je eens, maar ik zou je toch niet aanraden om hem na te gaan doen.’

Rowe zette zijn kopje neer. ‘Ik weet dat hij en ik een vreemd koppel lijken.’

‘Ach, jullie hebben succes gehad, en daar gaat het toch om.’

Plotseling kwam er een bittere klank in zijn stem. ‘Precies. Geld, dat is de maat van alle dingen. Toen ik begon, had ik ideeën, geweldige ideeën, maar geen kapitaal. En toen kwam Nathan aanzetten.’ Hij keek nu heel boos.

‘Niet alleen dat, Quentin. Jij hebt een toekomstvisie. Ik begrijp die visie van je, voor zover iemand die niet is ingewijd in de geheimen van de techniek die dan kán begrijpen, en ik weet dat de CyberCom-deal daaruit voortspruit.’

Rowe sloeg met zijn vuist in zijn open hand. ‘Precies, Sid. Je slaat de spijker op de kop. De belangen waar het hier om gaat, zijn zo ongelooflijk groot! De technologie waarover CyberCom beschikt, is zo ontzettend superieur, zo indrukwekkend, het is alsof Graham Bell weer op aarde is teruggekeerd.’ Terwijl hij haar aankeek, leek er een rilling van verwachting door hem heen te gaan. ‘Besef je wel dat het enige wat het onbegrensde potentieel van het Internet nu nog in de weg staat, het feit is dat het zo onhanteerbaar groot is dat zelfs de meest deskundige computergebruikers er vaak hopeloos in verdwaald raken?’

‘Maar met CyberCom gaat dat allemaal veranderen?’

‘Ja! Ja, natuurlijk.’

‘Ik moet bekennen dat ik zelfs na maanden aan deze deal te hebben gewerkt, nog steeds niet echt weet wat CyberCom nou precies heeft uitgevonden. Advocaten verdiepen zich meestal niet zo in dat soort dingen, zeker niet als ze op school toch al niet zo goed waren in de exacte vakken.’ Ze glimlachte.

Rowe leunde achterover in zijn stoel. Nu het gesprek een technische wending nam, straalde zijn slanke gestalte ineens heel wat minder spanning uit. ‘In lekentaal zou je kunnen zeggen dat CyberCom een artificiële intelligentie heeft ontworpen. Een reeks “intelligente” instrumenten die gebruikt kunnen worden om zonder moeite de eindeloze hoeveelheid informatiestromen van het Internet en zijn nakomelingen te traceren.’

‘Artificiële intelligentie. Ik dacht dat die alleen maar in films bestond?’

‘Helemaal niet. Er zijn natuurlijk wel gradaties in, maar die van CyberCom is veruit de meest geavanceerde die ik ooit onder ogen heb gehad.’

‘Hoe werkt die dan?’

‘Laten we zeggen dat je een lijst wil hebben van alle artikelen die ooit verschenen zijn over een controversieel onderwerp, en dat je ook een overzichtsartikel wil hebben waarin netjes staat aangegeven welke auteurs vóór zijn en welke tegen, wat hun redenen daarvoor zijn, op welke analyse hun standpunt is gebaseerd enzovoort. Als je dat zelf probeert, ben je daar jaren mee bezig. Daar is het Internet tegenwoordig veel te groot voor. Zoals ik al zei, de overstelpende hoeveelheid informatie die daar tegenwoordig beschikbaar is, is tegelijkertijd ook het grootste nadeel ervan. Mensen zijn er niet goed op toegerust om met dergelijke hoeveelheden informatie om te gaan. Maar als je daar een weg omheen weet te vinden, is het net alsof de oppervlakte van Pluto ineens baadt in het zonlicht.’

‘En dat is CyberCom dus gelukt?’

‘Met CyberCom kunnen we een satellietnetwerk opzetten dat met onze eigen software tot een naadloos geheel gemaakt kan worden. Die software blijft ons eigendom en zal binnen de kortste keren op elke computer in de gehele Verenigde Staten te vinden zijn, en uiteindelijk op elke computer in de hele wereld. Het is de meest gebruiksvriendelijke software die ik ooit heb gezien. Hij vraagt de gebruiker precies wat hij nodig heeft en als de artificiële intelligentie dat nodig acht, stelt hij aanvullende vragen. Daarna neemt de software verbinding op met ons satellietnetwerk en speurt dan elke molecule af van de verzameling computers die we aanduiden als het Internet, net zo lang tot hij een perfect antwoord heeft gevonden op elke afzonderlijke vraag die je hebt gesteld, plus het antwoord op een hele reeks vragen die je eigenlijk ook had moeten stellen, maar waar je nog niet aan had gedacht. En dat alles doet hij een miljoen keer sneller dan een mens het ooit zou kunnen. Het is net zoiets als binnen een paar minuten elke waterdruppel in de Nijl onder de microscoop leggen, alleen dan nog wat sneller. Eindelijk zal de enorme en exponentieel toenemende hoeveelheid kennis die daar ligt opgeslagen op efficiënte wijze kunnen worden aangeleverd aan die ene gebruiker die er werkelijk om verlegen zit...’ Hij keek haar veelbetekenend aan: ‘... de mensheid. En daarmee is het nog niet afgelopen. Het netwerk-interface met het Internet vormt maar een klein stukje van de grote legpuzzel. Ook de cryptografische mogelijkheden zullen steeds groter worden. Stel je eens voor: razendsnelle reacties op pogingen om vertrouwelijk elektronisch gegevensverkeer illegaal te ontcijferen. Reacties die zich niet alleen kunnen aanpassen aan de technieken waarvan een hacker zich bedient, maar die de indringer zélf opsporen? Denk je niet dat de politie daar heel blij mee zou zijn? Dit is de volgende mijlpaal in de technologische revolutie. Dit gaat bepalen hoe alle data in de volgende eeuw overgeseind en gebruikt zullen worden, hoe we zullen bouwen, vernietigen, onderwijzen en denken. Stel je toch eens voor: computers die niet alleen maar domme machines zijn, die niet alleen maar kunnen reageren op nauwkeurige instructies die door mensen zijn ingetoetst, maar die hun enorme intellectuele vermogens gebruiken om zelf te denken, om problemen voor ons op te lossen op een manier waarvan we ons nu nog geen enkele voorstelling kunnen maken. Binnen de kortste keren is er enorm veel verouderd, inclusief een groot deel van Tritons huidige produkten. Alles gaat veranderen. Het wordt net zoiets als de uitvinding van de verbrandingsmotor. Bedenk maar eens wat er toen met de rijtuigen gebeurd is... en dit wordt nog veel ingrijpender.’

‘Mijn god!’ riep Sidney uit. ‘En de potentiële winsten!’

‘Ja, ja, met de verkoop van de software verdienen we miljarden, en dan kunnen we ook nog kosten rekenen voor het gebruik van het netwerk; elk bedrijf op de hele wereld wil straks een on-lineverbinding met ons hebben. En dat is alleen nog maar het begin.’ Rowe klonk nu ineens een stuk minder geïnteresseerd. ‘Maar wat Gamble maar niet wil begrijpen, niet kán begrijpen... Die stomme bedrijfsgegevens waar hij maar over blijft zeiken.’ Hij werd zo meegesleept door zijn eigen woorden dat hij met een verhit gezicht opstond en wild met zijn armen begon te zwaaien. Toen hervond hij zijn zelfbeheersing en ging weer zitten. ‘Ik... Neem me niet kwalijk. Soms maak ik me een beetje te druk.’

‘Dat is niet erg, hoor, Quentin. Dat begrijp ik best. Jason was al net zo opgewonden over de CyberCom-deal als jij. Dat weet ik zeker.’

‘We hebben er veel over zitten praten.’

‘En Gamble weet maar al te goed hoe desastreus het zou zijn als een ander bedrijf CyberCom in handen zou krijgen. Ik denk dat hij wel verstandig zal worden wat die bedrijfsgegevens betreft.’

Rowe knikte. ‘Laten we het hopen. Meer kunnen we nu toch niet doen,’ zei hij vlug. Sidney wierp een snelle blik op zijn diamanten oorknopjes. Zo te zien waren die het enige buitenissige aan de man, en zo vreemd waren zulke dingen nou eigenlijk ook weer niet. Rowe had honderden miljoenen dollars op de bank staan, maar leefde nog steeds min of meer als de arme student die hij tien jaar geleden was geweest. Na een tijdje was Rowe degene die de stilte verbrak. ‘Jason en ik hebben veel over de toekomst zitten praten. Hij was een heel bijzondere man.’ Telkens als Jason ter sprake kwam, leek hij zich net zo ellendig te voelen als Sidney zelf. ‘Ik neem aan dat jij je nu verder niet meer met CyberCom zult bezighouden?’

‘Degene die mijn plaats inneemt, is echt heel goed. Jullie zullen er niets van merken.’

‘Ah, mooi zo.’ Hij klonk bepaald niet overtuigd.

Ze stond op en legde haar hand op zijn schouder. ‘Quentin, die deal komt er wel.’ Ze zag dat zijn kopje leeg was. ‘Wil je nog wat thee?’

‘Watte? Eh, nee, dank je wel.’ Hij zakte weer weg in zijn diepe gepeins en wreef nerveus in zijn handen. Toen hij haar steels even aankeek, meende Sidney te weten wat er in hem omging. ‘Ik heb kort geleden een gesprek met Nathan Gamble gehad.’

Rowe knikte. ‘Daar heeft hij me iets over verteld.’

‘Dus je weet van Jasons “reis”?’

‘Dat hij jou heeft verteld dat hij was gaan solliciteren?’

‘Ja.’

‘Bij welk bedrijf?’ Hij vroeg het op een heel nuchtere en zakelijke toon.

Sidney aarzelde even en besloot toen antwoord te geven. ‘AllegraPort Technology.’

Rowe snoof. ‘Dan had ik meteen wel geweten dat dat niet serieus was. Binnen twee jaar is dat bedrijf failliet. Een tijdje geleden bevonden ze zich in de voorhoede, maar ze hebben hun voorsprong verspeeld. In deze bedrijfstak is stilstand achteruitgang. Jason zou nooit serieus overwogen hebben om voor hen te gaan werken.’

‘Tja, dat bleek dus wel. Ze hadden zelfs nog nooit van hem gehoord.’

Dat wist Rowe duidelijk al.

‘Kan het misschien iets anders zijn geweest? Ik weet niet hoe ik dat moet zeggen...’

‘Iets persoonlijks? Zoals een andere vrouw?’

‘Ik had het niet moeten zeggen,’ mompelde Rowe als een verlegen kind. ‘Dat gaat me niets aan.’

‘Nee, dat geeft niet hoor. Ik kan niet zeggen dat die gedachte nooit bij me is opgekomen. Maar juist de afgelopen tijd is onze relatie beter geweest dan ooit tevoren.’

‘Dus hij heeft tegenover jou nooit iets losgelaten wat erop wees dat er iets aan de hand was? Niets dat aanleiding zou kunnen zijn om naar LA te gaan zonder jou daar iets over te zeggen?’

Er verscheen een achterdochtige blik in Sidneys ogen. Was dit uiteindelijk toch een vistochtje? Had Gamble zijn tweede man gestuurd om wat meer te weten te komen? Toen ze de zorgelijke uitdrukking op Rowes gezicht zag, kwam ze echter tot de conclusie dat hij hier op eigen initiatief heen was gekomen om erachter te komen wat er met zijn werknemer en persoonlijke vriend Jason was gebeurd.

‘Niets. Jason en ik praatten eigenlijk nooit over zijn werk. Ik heb geen idee waar hij mee bezig was. God, wat zou ik graag willen dat ik dat wél wist. Het is die onwetendheid waar ik bijna aan onderdoor ga.’ Ze vroeg zich af of ze Rowe iets zou vragen over die nieuwe sloten op de deur, en over de andere dingen waar Kay Vincent zich zorgen over had gemaakt, maar besloot uiteindelijk dat toch maar te laten.

Na een wat pijnlijke stilte maakte Rowe aanstalten om op te staan. ‘Ik heb die spullen van Jason die je laatst wilde meenemen in de wagen liggen. Ik ben zo onbeleefd geweest die zelf te komen brengen.’

‘Dank je wel, Quentin. Eerlijk, ik ben niet boos meer. Dit is voor iedereen een zware tijd.’

Rowe glimlachte haar dankbaar toe en stond op. ‘Ik pak die doos even en dan stap ik maar weer eens op. Als je iets nodig mocht hebben, bel me dan even.’ Nadat hij de spullen binnen had gebracht, nam hij afscheid en hij wilde net weggaan toen Sidney hem een tikje op zijn schouder gaf.

‘Nathan Gamble blijft heus niet eeuwig over je schouder meekijken, hoor. Iedereen weet wie de werkelijke drijvende kracht achter Triton is.’

Verrast keek hij op. ‘Meen je dat nou?’

‘Voor een genie is het moeilijk om zijn licht onder de korenmaat te verstoppen.’

Hij haalde eens diep adem. ‘Ik weet het niet. Gamble blijft in dat opzicht telkens weer voor verrassingen zorgen.’

Hij draaide zich om en liep langzaam naar zijn auto.

Op eigen gezag
titlepage.xhtml
Op_eigen_gezag_split_0.xhtml
Op_eigen_gezag_split_1.xhtml
Op_eigen_gezag_split_2.xhtml
Op_eigen_gezag_split_3.xhtml
Op_eigen_gezag_split_4.xhtml
Op_eigen_gezag_split_5.xhtml
Op_eigen_gezag_split_6.xhtml
Op_eigen_gezag_split_7.xhtml
Op_eigen_gezag_split_8.xhtml
Op_eigen_gezag_split_9.xhtml
Op_eigen_gezag_split_10.xhtml
Op_eigen_gezag_split_11.xhtml
Op_eigen_gezag_split_12.xhtml
Op_eigen_gezag_split_13.xhtml
Op_eigen_gezag_split_14.xhtml
Op_eigen_gezag_split_15.xhtml
Op_eigen_gezag_split_16.xhtml
Op_eigen_gezag_split_17.xhtml
Op_eigen_gezag_split_18.xhtml
Op_eigen_gezag_split_19.xhtml
Op_eigen_gezag_split_20.xhtml
Op_eigen_gezag_split_21.xhtml
Op_eigen_gezag_split_22.xhtml
Op_eigen_gezag_split_23.xhtml
Op_eigen_gezag_split_24.xhtml
Op_eigen_gezag_split_25.xhtml
Op_eigen_gezag_split_26.xhtml
Op_eigen_gezag_split_27.xhtml
Op_eigen_gezag_split_28.xhtml
Op_eigen_gezag_split_29.xhtml
Op_eigen_gezag_split_30.xhtml
Op_eigen_gezag_split_31.xhtml
Op_eigen_gezag_split_32.xhtml
Op_eigen_gezag_split_33.xhtml
Op_eigen_gezag_split_34.xhtml
Op_eigen_gezag_split_35.xhtml
Op_eigen_gezag_split_36.xhtml
Op_eigen_gezag_split_37.xhtml
Op_eigen_gezag_split_38.xhtml
Op_eigen_gezag_split_39.xhtml
Op_eigen_gezag_split_40.xhtml
Op_eigen_gezag_split_41.xhtml
Op_eigen_gezag_split_42.xhtml
Op_eigen_gezag_split_43.xhtml
Op_eigen_gezag_split_44.xhtml
Op_eigen_gezag_split_45.xhtml
Op_eigen_gezag_split_46.xhtml
Op_eigen_gezag_split_47.xhtml
Op_eigen_gezag_split_48.xhtml
Op_eigen_gezag_split_49.xhtml
Op_eigen_gezag_split_50.xhtml
Op_eigen_gezag_split_51.xhtml
Op_eigen_gezag_split_52.xhtml
Op_eigen_gezag_split_53.xhtml
Op_eigen_gezag_split_54.xhtml
Op_eigen_gezag_split_55.xhtml
Op_eigen_gezag_split_56.xhtml
Op_eigen_gezag_split_57.xhtml
Op_eigen_gezag_split_58.xhtml
Op_eigen_gezag_split_59.xhtml
Op_eigen_gezag_split_60.xhtml
Op_eigen_gezag_split_61.xhtml
Op_eigen_gezag_split_62.xhtml