8

Even duizelde het Marshall zo hevig dat hij geen woord kon uitbrengen En toen verdween het gevoel van ongeloof net zo snel als het was opgekomen, werd het weggespoeld door een woede waarvan hij niet eens wist dat hij die in zich had.

‘Sorry,’ zei hij, verbaasd dat zijn stem zo kalm klonk,‘maar dat gaat niet gebeuren.’

De glimlach verdween niet van Conti's gezicht. ‘O nee?’

‘Nee, zeker niet.’

‘En waarom niet?’

Terwijl de producer deze vraag stelde, zag Marshall dat Sully vanaf de basis naar hen toe kwam lopen. Hij had ongetwijfeld de commotie rond Conti's laatste opname gehoord en kwam poolshoogte nemen. De klimatoloog had Conti wanneer hij maar kon stroop om de mond gesmeerd, dingend naar gunsten of misschien een bijrol in de productie.

‘Meneer Conti heeft me net de werkelijke reden van zijn komst hier verteld,’ zei Marshall toen Sully zich bij de groep had gevoegd.

‘O?’ vroeg Sully. ‘Wat dan?’

‘Ze willen de smilodon uit de ijsgrot hakken en hem er live voor de tvcamera's uit snijden.’

Bij die onthulling knipperde Sully verbaasd met zijn ogen, maar hij zei niets.

Marshall wendde zich weer tot de producer. ‘Het is één ding dat u ons basiskamp, ons onderzoek overneemt, dat uw mensen ons behandelen als illegale landbezetters. Maar ik sta niet toe dat u ons werk in gevaar brengt.’

Conti sloeg zijn armen over elkaar. Marshall merkte dat Kari Ekberg hem intens stond aan te staren.

‘Het karkas is een belangrijke – misschien zelfs immens belangrijke – ontdekking,’ vervolgde hij. ‘Dit is geen goedkope publiciteitsstunt die u voor uw eigen doeleinden kunt gebruiken. Als u daarom hier bent gekomen, dan spijt het me dat u uw tijd en geld hebt verspild. Maar u kunt nu wel uw biezen pakken en vertrekken.’

Sully leek zijn verbazing te boven te zijn gekomen en hoorde Marshall nogmaals aan. ‘Ah, Evan, het is echt niet nodig om…’

‘En nog iets,’ zei Marshall, Sully negerend. ‘Ik heb mevrouw Ekberg al gezegd dat de grot onveilig is. Door trillingen van zware apparatuur kan dat hele verdomde ding op ons hoofd instorten. Dus ook al zouden we niet tegen uw krankzinnige idee protesteren, dan moeten we u toch de toegang weigeren.’

Conti tuitte zijn lippen. ‘Ik begrijp het. Verder nog iets?’

Marshall staarde hem aan. ‘Is dat niet genoeg dan? U kunt de kat niet krijgen. Zo eenvoudig ligt dat.’

Hij wachtte op Conti's antwoord. Maar in plaats daarvan wierp de regisseur een veelbetekenende blik op Wolff, de netwerkliaison.

Wolff schraapte zijn keel en nam voor het eerst het woord. ‘Feitelijk, dr. Marshall, hebt u gelijk. Het lígt heel eenvoudig: we kunnen namelijk doen wat we willen.’

Marshall wendde zich tot Wolff, zijn kaken verstrakten zich tot een harde lijn. ‘Wat bedoelt u?’

‘Als we de kat uit het ijs willen hakken, dan kunnen we dat. Als we hem in stukken willen hakken en op de barbecue willen leggen, kunnen we dat ook.’ De man stak zijn hand in zijn parka en haalde er een stapeltje papieren uit dat hij Marshall aanreikte.

Marshall pakte het niet aan. ‘Wat is dat?’ vroeg hij.

‘Dit is het contract dat uw dr. Sully en het hoofd van de universitaire onderzoeksafdeling met Terra Prime hebben ondertekend.’

Toen Marshall geen antwoord gaf, vervolgde Wolff: ‘In ruil voor financiële steun voor uw zesweekse expeditie, heeft Terra Prime – en daarmee het moederbedrijf Blackpool Enterprises – de exclusieve rechten op en onbeperkte toegang tot niet alleen uw onderzoeksterrein, maar op alle ontdekkingen die u doet, waarmee wij naar eigen goeddunken kunnen doen wat we willen.’

Met tegenzin pakte Marshall het document aan.

‘Artikel zes,’ zei Wolff. ‘Het sleutelwoord is “onbeperkt”.’

Marshall keek het contract snel door. Het was zoals Wolff had gezegd: feitelijk had Terra Prime de controle over alle fysieke en intellectuele eigendommen die uit hun expeditie zouden voortkomen. Hij had zich niet gerealiseerd dat Terra Prime een dochterbedrijf was van Blackpool, en dat stond hem niets aan: Richard Blackpool was berucht om zijn spraakmakende, nietsontziende journalistiek. Kennelijk had Wolff dit moment verwacht: daarom liep hij ook met het contract in zijn zak rond. Hij bekeek de man wat beter. Zelfs in een parka was Wolff mager, skeletachtig bijna, met gemillimeterd, bruin haar en een uitdrukkingsloos gezicht. Hij keek terug, maar de bleke ogen verraadden niets.

Marshall wendde zich tot Sully. ‘Heb jij dit getekend?’

Sully haalde zijn schouders op. ‘Ja, anders was er geen expeditie geweest. Hoe wisten wij nou dat dit ging gebeuren?’

Marshall reageerde daar niet op. Plotseling was hij vermoeider dan ooit. Zonder nog een woord te zeggen vouwde hij het contract op en gaf het aan Wolff terug.