38
Fran zou het niet hebben gered, waar ze ook zou zijn geweest. Ze vertelden het Perez keer op keer, alsof dat een troost voor hem was. Ze had evengoed op de stoep van het beste ziekenhuis ter wereld kunnen zijn neergestoken en nog zouden ze haar niet hebben kunnen redden. De aanval was te gewelddadig geweest. Bovendien was de helikopter zeer snel ter plaatse. Perez herinnerde zich daar weinig van. De vlucht met Fran’s lichaam, in de wetenschap dat het niet Fran was die daar lag, niet echt. Naar beneden kijkend, terwijl Fair Isle langzaam kleiner werd – een verzameling lichtjes die de positie van elke hoeve aangaf – vroeg hij zich af of hij hier ooit zou kunnen terugkeren. Of hij de confrontatie aan zou kunnen.
Zijn vader zat bij hem in de helikopter. Zijn moeder had er ook graag bij willen zijn, maar hij had het vooruitzicht op haar drukdoenerij niet kunnen uitstaan. En nu, misschien wel voor het eerst in zijn leven, had hij het gevoel dat hij geen rekening hoefde te houden met andermans gevoelens. Zijn vader had aarzelend geopperd: ‘Ik ga wel met je mee, knul.’ Ineens was dat precies wat Perez nodig had: de zwijgzame man met het granieten gezicht, gehavend maar vastberaden. Onbewogen.
En er was het vele wachten in een kantoortje van het Gilbert Bain-ziekenhuis. Liters thee. Vage geluiden, de knal van een rolstoel tegen een metalen beddenframe, opgetogen stemmen. De arts, volgens Perez niet ouder dan een tiener, die maar bleef herhalen dat ze machteloos hadden gestaan. Hij was in gezelschap van het team dat met de helikopter meegekomen was naar Fair Isle. In de ochtend, toen het licht was geworden en James tegen Perez zei dat hij terug moest naar het huis in Lerwick om te eten en te rusten, omhelsde de arts hen. Alsof hij de rouwende persoon was. En Perez wilde niet gaan. Omdat deze jongeman, met zijn puistjes en zijn stinkende adem, de enige connectie met Fran vormde die hij nog had.
In het ziekenhuis hadden ze Perez pillen aangeboden die hem zouden helpen in slaap te komen, maar hij weigerde. Hij verdiende het niet om ooit nog te slapen. Hij zat in de kleine keuken in zijn huis in Lerwick en keek hoe zijn vader eieren met spek bakte. Het gezicht van de oude man was grijs. Hij was uitgeput, maar hij bewoog nog kwiek. Hij verwarmde de borden, deed olie over de eieren om zeker te weten dat ze gaar zouden worden. Direct na het eten waste hij de borden af. ‘Waarom doe je niet even rustig aan?’
Terwijl zijn vader in Perez’ bed lag, speelde de inspecteur de beelden van Fran’s dood opnieuw en opnieuw in zijn gedachten af. Wellicht in de hoop dat het verhaal ooit een ander einde zou krijgen. Hij wist dat dat idioot was, maar hij wilde erin blijven geloven.
Ergens die middag verscheen Sandy bij het huis. Hij gaf zichzelf de schuld van Fran’s dood. Dat kon Perez zien op het moment dat hij door de deur stapte. Hij trilde. ‘Je zei dat ik op moest letten.’ Hij kon niet ophouden die zin te zeggen. Niet letterlijk, maar wel de strekking ervan. Waarom hadden mensen altijd behoefte om zoveel te praten?
Uiteindelijk zei Perez, redelijk bot: ‘Jij was niet degene die het mes vasthad, man. Hou er eens over op.’ Zo bleven ze zitten en dronken zwijgend hun thee. Perez had liever een borrel gehad, maar hij wist dat als hij eenmaal was begonnen met drinken, hij niet meer zou ophouden.
‘We hebben alle getuigen meegenomen op de boot,’ zei Sandy. ‘Ze leggen momenteel verklaringen af op het bureau.’ Hij zweeg. ‘Ik vroeg me af of je er niet bij wilt zijn. Niet om zelf de verhoren te doen, natuurlijk, en ook niet bij Fowler, dat zou verkeerd zijn. Maar het blijft jouw onderzoek.’
‘Ben je bang dat je iets over het hoofd zult zien, Sandy? Bang om eindelijk eens verantwoordelijkheid te nemen?’ De woede luchtte op. Nooit eerder was hij zo onbarmhartig geweest tegen Sandy. Op dit moment had hij het gevoel dat hij een vrijbrief had om alles te zeggen of te doen wat hij maar wilde.
Sandy werd vuurrood, zijn gezicht vertoonde strepen alsof hij was geslagen en de afdruk van de hand was achtergebleven. ‘Yep,’ zei hij. ‘Zoiets. Ik wilde je de kans geven erbij te zitten als je dat wilt.’
‘Sorry. Je hebt gelijk. Ik wil er graag bij zitten.’ Een leugen natuurlijk. Hij wilde helemaal niks. Maar Perez dacht dat hij maar beter met Sandy mee kon in plaats van hier te blijven wachten tot het donker werd, en hij met zijn vader bij de haard zou zitten, als twee oude, eenzame mannen die niets meer hadden om over te praten.
Op het politiebureau, waar hij eens zo op zijn gemak was geweest, voelde hij zich een vreemde. Hij was een ander mens. Overal zag hij Fran: staand achter de agent bij zijn bureau, lachend met zijn collega’s in de kantine terwijl Perez langsliep. Hij dacht: zal dit de rest van mijn leven zo doorgaan? Ze zal me blijven achtervolgen.
Haar geest was echter niet tot in de verhoorkamer doorgedrongen, waar hij blij mee was. Hij probeerde zich op de zaak te concentreren, zijn aandacht niet te laten verslappen, om haar geen kans te geven hem ook daarbinnen op te zoeken. Er zat een agent naast Sandy aan tafel die Perez niet kende. Perez ging ervan uit dat hij uit Inverness kwam, misschien was hij wel de vervanger van Roy Taylor, maar het interesseerde hem niet genoeg om ernaar te informeren. De vreemdeling had er net zo goed niet kunnen zitten: Sandy voerde het woord. Dat deed hij verdomd goed, vond Perez, die eventjes heimelijk genoot van het idee dat hij een goede leraar was geweest. Perez nam plaats in een stoel in de hoek. Het zag eruit alsof hij sliep, maar hij luisterde, liet zich meevoeren door de verhalen van de anderen. Hugh Shaw was het eerst aan de beurt.
‘Vertel wat je weet over de chantage,’ zei Sandy. ‘Het komt toch allemaal wel aan het licht. Fowler heeft gepraat. Het heeft geen zin meer iets achter te houden.’
Hugh keek Perez aan, maar leek diens aanwezigheid niet te registreren. Hij boog zich over tafel naar Sandy. Hij leek op een van de brutale tieners die hij vaak in de stad had aangehouden, bedacht Perez. Geen discipline, geen baan, ervan overtuigd dat de maatschappij hen diende te ondersteunen. Maar die jonge mannen waren opgegroeid in achterstandsbuurten, zonder vooruitzichten op werk. Voor Hugh Shaw ging dat niet op.
‘Ik wist dat Angela het geld niet zou missen,’ zei hij. ‘Ze was rijk. Ze verdiende met één tv-documentaire meer dan haar jaarsalaris dat ze van het centrum ontving.’
‘Dus hoe zat het?’
‘Het ging allemaal om de dunbekwulp,’ zei Hugh. ‘De vogel waar ze haar roem aan te danken had.’
‘Wat was daarmee?’
‘Het was gelogen. Ze heeft hem niet gevonden. De roem, het geld, haar reputatie als groot wetenschapper, het was allemaal een grote leugen. Ze heeft haar onderzoek van iemand anders gestolen.’
Perez begreep waarom de vrouw zo ongelukkig was geweest, waarom ze uit gemakzucht met een oudere man was getrouwd. Haar werk was het belangrijkste in haar leven en dat had ze verkwanseld. Haar trots was geknakt. Misschien beschouwde ze haar zwangerschap als de kans om met een schone lei te beginnen. Eerlijk, iets tastbaars. Misschien werd haar behoefte om nageslacht te verwekken wel aangestuurd door de natuur. Fran had de laatste tijd hetzelfde gevoeld. Opnieuw probeerde hij Fran uit zijn hoofd te zetten.
‘Hoe ben je erachter gekomen?’ Sandy boog zich over tafel naar Shaw, steunend op zijn elleboog.
‘In Tasjkent zat een Britse expat die riskante zaakjes deed met de Russen, maar ook vogelde. Op een avond zaten we in het hotel aan het bier en de whisky, en toen vertelde hij me het hele verhaal. John Fowler had de wulpenkolonie opgespoord. Angela was op zoek naar bijzondere soorten. Ze wilde een grote ontdekking doen, iets waarmee ze haar naam kon vestigen. Maar hij was eerder; hij spoorde de vogel op via het voedsel, een of ander insect.’
Veenmollen, dacht Perez. Fowler probeerde de wetenschap nog altijd warm te laten lopen voor zijn verhaal. Ze hadden op zijn computer een brief aangetroffen, maar niemand had tot nu toe het belang van zijn bevindingen onderkend.
Hugh ging verder: ‘Fowler was een amateur die in een gehuurde auto door de wildernis croste, op zoek naar een verhaal waarmee hij zijn carrière als natuurjournalist van de grond kon krijgen. Hij was niet eens afgestudeerd! Zij was gepromoveerd en had geld voor onderzoek en hij had haar afgetroefd!’
‘Maar hij heeft nooit de erkenning gekregen die hij verdiende.’ Sandy weer. Dat zou ik precies zo gezegd kunnen hebben, dacht Perez. Je haalt me de woorden uit de mond.
‘Angela publiceerde er als eerste over. En wie zou men geloven? Fowler stond al een beetje bekend als een opschepper. Angela zorgde ervoor dat niemand hem serieus nam door geruchten te verspreiden over zeldzame vogels die hij gezien zou hebben. Hij werd de pispaal.’
Het groeide uit tot een obsessie, dacht Perez. Aanvankelijk dacht ik dat hij gedreven werd door zijn behoefte om vogels te zien, zoals de vogelaars die massaal naar Fair Isle kwamen om de zwaan te zien. Maar het ging om wraak. Hij gaf Angela Moore de schuld van alles wat er in zijn leven was misgegaan. Van de dode baby, zijn verwoeste huwelijk en al zijn vervlogen dromen.
‘En jij wilde je voordeel doen met deze situatie?’
‘Ik wilde altijd al eens naar Fair Isle. Ik had geen geld meer en mijn vader weigerde me nog iets te geven.’ Hugh keek op en Perez zag een glimp van zijn vertrouwde grimas. ‘Gierige klootzak. Hij kan het makkelijk missen. Dus ja, ik dacht dat het het proberen waard was. Ik was niet inhalig, ik vroeg slechts om een paar duizend om me uit de brand te helpen. Ik had echter niet verwacht Fowler daar aan te treffen.’
‘Dat moet voor Angela ook schrikken zijn geweest.’
‘Dat kun je wel zeggen! Maurice deed de inschrijving en ineens stond Fowler in de zitkamer toen zij binnenkwam om het logboek bij te werken. Maar Fowler was aardig. Beleefd. Rustig. Hij wekte zeker niet de indruk uit te zijn op wraak. Misschien dacht ze dat hij een goeiige man was die geen wrok koesterde. Hij ging elke zondag naar de kerk. Ze dacht misschien dat hij haar de andere wang toekeerde. Zij was wel gespannen. Iedereen dacht dat ze chagrijnig was omdat Poppy in de vuurtoren logeerde en haar het leven zuur maakte, maar dat was helemaal niet de reden.’
‘Wat ik niet begrijp,’ zei Sandy, met een hardheid in zijn stem die Perez nog niet eerder had gehoord, ‘wat ik echt niet begrijp, is waarom je ons dit niet eerder hebt verteld. Twee vrouwen waren al dood en jij kende de man die een motief had om ze om te brengen. We hadden dit dagen geleden al kunnen oplossen. Dat derde slachtoffer had nooit mogen vallen.’
Hugh haalde kort zijn schouders op. ‘Ik wist het niet zeker.’ Hij moest zich ervan bewust zijn geweest dat Perez hem aankeek, hem nadrukkelijk aanstaarde, maar hij liet niets merken. Hij had Perez vanaf het eerste moment genegeerd. ‘Bovendien, zoals je al opmerkte, was het chantage. Niet iets wat ik graag aan de grote klok hing.’
‘Dus je zag Fowler niet als je volgende slachtoffer?’ zei Sandy. ‘Angela was dood, aan haar had je niet veel meer, maar Fowler… Hij had een moord op zijn geweten. Hij zou je zijn leven lang zijn blijven betalen, zolang hij maar op vrije voeten bleef.’
De grijns was terug. ‘Je gokt maar een beetje, nietwaar Sandy? Allemaal speculatie. Je zult er nooit achter komen.’
Ben Catchpole had een snee boven zijn oog, die werd bedekt door een pleister. Hij zag Perez onmiddellijk en maakte aanstalten om naar hem toe te gaan. Hij wilde zijn deelneming betuigen en aardige dingen over Fran zeggen, maar de houding van de inspecteur ontmoedigde hem. Niet vijandig, maar onverschillig. Perez voelde het vanbinnen.
‘De inspecteur zit erbij als toehoorder,’ zei Sandy kalm. ‘Ik neem aan dat je daar geen bezwaar tegen hebt.’ Hij zei het op een manier die Ben het protesteren onmogelijk maakte. ‘Wat was dat tussen jou en Shaw?’ vervolgde Sandy. ‘Jullie leken wel twee jochies op het schoolplein. Ik dacht dat jullie het niet zo hadden op geweld. Linzen en zeewier eten. De planeet redden.’
‘Het kwam door de spanning,’ zei Ben. ‘Iedereen in de vuurtoren zat op elkaars lip.’
‘Maar er speelde meer dan dat,’ zei Sandy. ‘Er was zeker weten meer aan de hand.’ Hij keek op. ‘Wist je dat Angela zwanger was van jou?’
‘Dus het was waar?’
‘Wie heeft het je verteld?’ vroeg Sandy.
‘Angela niet. Ze heeft er met geen woord over gerept!’ Zijn woorden klonken hard en verbitterd. Perez dacht dat Catchpole daar nog het meeste mee zat: te worden buitengesloten door Angela, volkomen te worden genegeerd. ‘Ze wilde de baby laten weghalen zonder mij überhaupt te vertellen dat ze in verwachting was geweest.’
‘Wie heeft het je verteld?’ Sandy drong op een vriendelijke manier aan.
‘Shaw. Hij zei dat hij de Fowlers had horen kletsen. Sarah is verpleegkundige. Misschien heeft ze het gezien. Misschien heeft Angela het haar verteld.’ Perez zag Hugh Shaw nu voor zich als een soort slang die door de vuurtoren kroop en overal zijn oren te luisteren legde en zijn gif verspreidde. Catchpole keek Sandy aan. ‘Was het kind van mij?’
‘We denken dat jij de vader moet zijn. Hugh Shaw was het zeker niet. Zij hadden een puur…’ Sandy aarzelde. ‘…zakelijke relatie.’
‘Hij zei tegen mij dat hij met haar naar bed was geweest.’
‘Dat kan best.’
Er viel een stilte. ‘Je hebt ons nooit verteld,’ zei Sandy, ‘dat je Fowler al eens eerder had ontmoet. Hij heeft dat stuk in The Times geschreven over die Braer-protestactie. We werden er even door in verwarring gebracht.’
‘Was hij dat?’ Ben keek verrast. ‘Ik heb hem nooit eerder gezien. Het interview ging telefonisch. Ik heb toen veel interviews gegeven.’
‘Toeval dus?’
‘Dat denk ik. De vogelarijwereld is klein.’
Net als Shetland, dacht Perez, die in de hoek alles gadesloeg. Iedereen op de eilanden zal inmiddels wel weten dat Fran dood is. Ik zal niet aan hun medelijden kunnen ontkomen.
Verhuizen naar het zuiden was het beste wat hij kon doen. Hij dacht met een aan vreugde grenzend gevoel aan een grijze, anonieme stad, een kleine, nette kamer. Geen fysieke of emotionele poespas.
Sandy wachtte tot Ben zou vertrekken, maar hij bleef zitten. ‘Dat was niet bepaald het hoogtepunt uit mijn leven, dat Braer-protest. Mijn moeder was heel trots op me: ik kwam op voor mijn idealen. Ze kwam naar de rechtszaal, trakteerde me op een groots diner toen het eenmaal achter de rug was. Betaalde de kosten. Maar toen ze me arresteerden, zeiden de agenten dat ik waarschijnlijk in de gevangenis zou belanden. Als je ons de namen geeft van de mensen die je hebben geholpen, zeiden ze, doen we een goed woordje voor je bij de aanklager. Ik kon het idee om naar de gevangenis te gaan niet verdragen.’
‘Dus je hebt je vrienden verlinkt?’
Ben knikte.
Eindelijk stond hij op. Deze keer was het Perez die hem terugriep. ‘Volgens mij was Angela gelukkig met haar zwangerschap,’ zei hij. ‘Ze had het zo gepland. Ze had jou uitgekozen. Ze wilde jouw kind.’
Op dat moment besloot Perez te vertrekken. Hij wist nu genoeg. Hij kon Sandy’s ondervraging van Sarah Fowler niet aanzien. Het was niet goed dat de vrouw nog leefde. Ze moest na de eerste moord hebben geweten dat haar man een moordenaar was, zelfs als ze niet in de gaten had dat hij naar Fair Isle was gekomen met de bedoeling Angela Moore neer te steken. Perez begreep wel waarom Fowler zijn obsessie verborgen had gehouden. Hij droomde al jaren over wraak en had die tot in detail voorbereid. Hij had de plaats delict opgetuigd als een theaterdecor, elk rekwisiet had zijn eigen functie. Het mes in de rug, het symbool voor verraad. De veer van de dunbekwulp, die hij uit de woestijn van Oezbekistan had meegenomen, zijn bewijs en zijn sleutel naar roem voordat Angela hem had bestolen.
Maar toen Angela eenmaal dood was, moet Sarah Fowler de waarheid hebben ontdekt. Ze stond tijdens de kerkdienst naast haar man, zong en deed alsof ze bad. Had ze zichzelf ervan weten te overtuigen dat haar fantasie een loopje met haar nam? Dat John Fowler een goed mens was? Of was ze zo ondergedompeld in haar eigen verdriet, het verlies van haar kind, dat het haar niet kon schelen?
Terwijl hij haastig door de gang liep, weg van de verhoorkamer, zag Perez haar in de verte. Ze droeg een lang grijs vest met een capuchon, waardoor ze eruitzag als een non. Zij was toch ook een slachtoffer, maar op dit moment haatte hij haar meer dan hij Fowler haatte.
Tot zijn verrassing was het buiten nog licht; het fletse zonlicht weerkaatste in het water van de haven.