9

Terwijl ze de tafels dekte voor de lunch kon Jane Perez in de zitkamer horen praten. Onbewust probeerde ze te horen wat hij zei, maar ze kon zijn woorden niet onderscheiden. Ze kon zelfs niet opmaken tegen wie hij sprak. Ze bedacht dat ze hem op de hoogte moest brengen van haar laatste gesprek met Angela. Niets bleef hier geheim. Iemand zou Perez vertellen dat Angela had gedreigd haar contract niet te verlengen. Maurice, bijvoorbeeld, zou alles zeggen om zijn dochter in bescherming te nemen. Het was het beste als ze hem het nieuws zelf zou brengen.

Uit de keuken kwam de geur van versgebakken brood, als altijd. Vandaag stonden soep met broodjes, volkorencrackers met kaas, scones en taart op het menu. Ze konden wel wat troostvoedsel gebruiken. Het was halftwaalf. Ze had tijd om met Perez te praten voordat ze het eten moest opdienen. Ze klopte op de deur van de zitkamer en keek naar binnen. Perez was alleen, hij had zijn mobiel in zijn hand. Hij had net opgehangen en leek in gedachten verzonken. Ze volgde zijn starende blik uit het raam. Het uitzicht hier, op het noorden, was weidser, het geluid van de storm luider.

‘Ik hoop dat ik even met je kan praten. Over Angela.’

‘Natuurlijk.’ Het leek hem moeite te kosten om zijn gedachten weer naar het heden te verplaatsen. ‘Kunnen we ergens onder vier ogen spreken?’

Ze aarzelde. ‘We kunnen wel in mijn kamer gaan zitten. Het is een beetje krap, maar niemand zal ons storen.’ Ze had nog nooit iemand in haar kamer uitgenodigd, ze stond er versteld van dat zij degene was geweest die dit voorstel had gedaan.

Op weg naar de trap liepen ze langs de deur van de vogelkamer.

‘Ligt Angela daar nog?’ Waar kwam deze morbide vraag vandaan? Jane had het gevoel dat iemand bezit had genomen van haar lichaam en via haar mond sprak.

Hij keek haar monsterend aan, alsof hij taxeerde hoeveel hij haar kon vertellen. Hij moest tot dezelfde conclusie zijn gekomen als zij iets eerder: hier blijft niets geheim. ‘Ik had gedacht hier tijdens jullie lunch aan de slag te gaan. Haar lichaam zal deze middag worden getransporteerd. Ik laat haar naar Springfield overbrengen. We kunnen de schuur afsluiten, daar is het koel. En dan maar hopen dat de wind gaat liggen, in elk geval voldoende om de helikopter de lucht in te sturen.’ Hij zweeg even. ‘Je hebt zeker geen digitale camera die ik kan lenen? Dat bespaart me een rit naar huis.’

‘Sorry.’ Jane had op het punt gestaan hem te vragen waar hij een digitale camera voor nodig had, toen haar een Amerikaanse tv-serie te binnen schoot waar haar zus dol op was. Mooie jonge mannen en vrouwen deden in hun maatkleding onderzoek naar brute moorden in zwembaden of kapitale villa’s. Ze namen altijd foto’s van de plaats delict. Ze was benieuwd hoe spannend haar zus het zou vinden om te horen dat Jane bij een echte moordzaak betrokken was geraakt.

Haar kamer telde slechts één stoel. Ze knikte naar hem ten teken dat hij kon gaan zitten en nam zelf plaats op het bed. Ze zag hem de kamer, de boeken en uitgescheurde krantenartikelen in zich opnemen.

‘Hou je van kruiswoordpuzzels, Jimmy?’

Hij glimlachte. ‘Mijn hoofd heeft daar geen talent voor, geloof ik.’

‘Het lijkt erop dat ik een motief heb voor de moord op Angela.’ Ze had hem tenslotte niet uitgenodigd om over koetjes en kalfjes te praten. ‘Ik vond dat je dat moest weten.’

Hij antwoordde niet en wachtte tot ze verder zou praten. Hij zit daar zo zwijgzaam, dacht ze. Onmogelijk te weten wat er in zijn hoofd omgaat.

‘We hadden gistermiddag, terwijl ik met de voorbereidingen voor het eten voor je feest bezig was, een gesprek in de keuken. Ze zei dat ik volgend jaar niet meer terug hoefde te komen naar de vuurtoren.’

‘En dat vind jij een motief voor moord?’ Hij wilde haar niet belachelijk maken, hij leek oprecht verbaasd. Ze bedacht dat hij duidelijk minder met deze plek op moest hebben dan zij.

‘Als ik het idee zou hebben gehad dat ik er mee weg had kunnen komen, zou ik haar ter plekke hebben vermoord.’ Jane keek even op en glimlachte om aan te geven dat ze een grapje maakte. ‘Ik heb het niet gedaan. Ik ben niet dapper genoeg.’ Ze zag dat verdere uitleg gewenst was. ‘Ik vind het fantastisch hier in de vuurtoren. Het zal wel met vluchtgedrag te maken hebben. Ik heb dingen in mijn privéleven meegemaakt… Het was een chaos. Ik ben sinds mijn komst in de ban van Fair Isle.’

‘Gaf ze aan waarom ze je niet terug wilde? Je hebt een goede reputatie op het eiland. De beste kok die hier ooit heeft gewerkt, volgens mijn moeder. Ik had gedacht dat ze je desnoods wilde omkopen om maar hier te blijven.’

‘Als ik Angela moest geloven was er juist iemand die haar omkocht om van mij af te komen.’ Jane vertelde het verhaal over het bestuurslid, de grote schenking ten gunste van de bibliotheek en de nieuwe computer en het petekind met haar kersverse cateringdiploma. ‘Maar ik weet niet of dat echt zo gegaan is. Misschien heeft Angela wel een mogelijkheid gezien om mij te lozen en het aanbod zelf gedaan.’

‘Waarom zou ze van je af willen?’

Jane aarzelde even. Ze vond het lastig om kwaad te spreken over een vrouw die net vermoord was. Een kwestie van manieren, etiquette. Het was behoorlijk ongepast om onder deze omstandigheden onvriendelijk te zijn, vond ze.

‘Angela nam graag het voortouw, stond graag in het middelpunt van de belangstelling. Ze was het gewend bewonderd te worden.’

‘En daar deed jij niet aan mee?’

‘Ze was ongetwijfeld een goede wetenschapper.’

‘Maar?’

‘Ik mocht haar niet. Ze was grillig, berekenend, wilde altijd haar zin krijgen. Ik deed waarschijnlijk niet onderdanig genoeg. Ik ben ervan overtuigd dat dat haar dwarszat. Ik ben tenslotte maar de huishoudster. Toen het bestuurslid op de proppen kwam met het idee om zijn dochter hier te laten werken, heeft ze dat gezien als een uitgelezen kans om mijn positie weg te geven aan iemand met een slapper karakter. Iemand die bij haar in het krijt zou staan.’

‘Ik kende haar niet echt,’ zei Perez, ‘al heb ik haar natuurlijk op tv gezien.’

‘Hoe vond je dat ze overkwam?’ Jane merkte dat ze erg benieuwd was naar de mening van de inspecteur. Hij was het type wiens oordeel ze vertrouwde.

Hij dacht even na, alsof hij weigerde stelling te nemen. ‘Zeer innemend,’ zei hij eindelijk. ‘Maar alleen als de camera aanstond. Overtuigend vond ik het nooit. Ze maakte op mij altijd een behoorlijk ongelukkige indruk.’

Dat was wel het laatste wat ze had verwacht.

 

Tijdens de lunch was ze zich bewust van zijn afwezigheid en ze dacht aan hem, werkend in de vogelkamer. Hoe zou Angela er inmiddels uitzien? Nog steeds zoals Ben Catchpole haar had aangetroffen? Hoe snel begon een lichaam te ontbinden, hoe lang duurde het voordat ze er niet meer uitzag als een mens? Jane had het lijk gezien toen Ben haar had geroepen, en had vol afgrijzen gekeken naar de veren in het haar, een bizar tafereel.

Voordat ze met het opdienen van het eten begon kwam Fran Hunter binnen, overgekomen uit wat een andere wereld leek, een herinnering voor alle aanwezigen dat het leven buiten de dikke muren van het onderzoekscentrum gewoon doorging. Om haar nek bungelde een camera en ze droeg een kleine tas op haar rug. Ze was met de vrachtauto van Leogh Willy gekomen en had direct het gezelschap van Perez gezocht. Jane dacht dat hij aan haar de spullen had gevraagd die hij nodig had om de plaats delict vast te leggen en Angela’s lichaam te vervoeren.

In de eetzaal werd druk gepraat. Hoewel Ben met hen at hielden Maurice en Poppy zich afzijdig. Jane kreeg de indruk dat iedereen over de moord wilde praten, over de dode wilde roddelen, smachtend naar drama, maar dat niemand het voortouw durfde te nemen uit angst een lompe indruk te maken. Jane kreeg de neiging hun toestemming te geven om het onderwerp aan te snijden: kom op zeg, we weten allemaal dat ze geen heilige was. Maar net als de anderen was ze bang om onverschillig over te komen.

Later klopte ze aan bij Maurice. Hij deed open. Hij was nu aangekleed, maar had zich nog niet geschoren, hij zag er net zo uit als toen hij was geveld door die zware griepaanval, eerder dat jaar. Jane had toen ook voor hem gezorgd. Angela was veel te druk geweest met het ringen van de zeevogels. Zij had in al die tijd dat Jane haar had gekend nog geen verkoudheid opgelopen, ze had geen medelijden met mensen die ziek werden.

‘Ik heb een pan soep meegebracht,’ zei Jane. ‘Je hoeft hem alleen maar op te warmen.’

Hij pakte de pan van haar aan en bleef in de deuropening staan.

‘Hoe gaat het met Poppy?’ Eigenlijk had Jane willen vragen wat Maurice nu van plan was. Ze ging ervan uit dat hij, zodra het weer dat toestond, het eiland wilde verlaten. Dan zou ze het rijk alleen hebben. Om op te ruimen, schoon te maken, alles op orde te krijgen. De nieuwe vogelwachter zou aangenaam verrast zijn door een kok die van wanten wist.

‘Ik heb haar terug naar bed gestuurd,’ zei Maurice. ‘Ze is uitgeput. De schok, denk ik.’ Hij keek Jane aan. ‘Ik weet niet hoe het verder moet zonder Angela. Ik kan me een leven zonder haar niet voorstellen.’

Dat was niet het praktische antwoord waar Jane op had gehoopt, hoewel ze graag met Maurice was blijven praten, zelfs over Angela, als dat had geholpen. Maar hij sloot de deur zonder haar binnen te vragen en leek nu nog meer van streek dan toen hij hoorde dat zijn vrouw was overleden.

Jane wilde geen minuut langer in het onderzoekscentrum blijven. Dat lag niet alleen aan de beelden die in haar hoofd opdoemden van Perez in de vogelkamer, foto’s nemend, monsters verzamelend, stil en bedachtzaam rond de dode vrouw lopend. Ze moest er gewoon even uit. Ze had het gevoel dat ze wekenlang binnen had gezeten. De vrachtauto stond vlak bij de achterdeur geparkeerd, dus ging ze ervan uit dat Fran nog steeds bij hem was in de vogelkamer. In afwachting van hun terugkeer wilde Jane een wandeling over het eiland maken, even babbelen met Jenny in de winkel, en misschien even aanlopen bij Mary in Springfield. Ze had wind mee en voor de terugweg kon ze vast wel van iemand een lift krijgen. Ze wilde niet raar of bot overkomen, maar in Fair Isle was Mary de enige die ze haar vriendin kon noemen.

Buiten ontnam de wind haar de adem, maar het was droog en af en toe brak de zon door, alsof her en der zoeklichten aanfloepten boven de groene zee en de doorweekte weilanden. Voor het eerst begon ze na te denken over de vraag wie Angela vermoord kon hebben en over hoe de moordenaar te werk was gegaan. Aanvankelijk had ze net als de anderen gedacht dat Poppy de dader was, maar misschien lag het toch niet zo eenvoudig. Los van de spanning en de primaire emoties die in het gebouw de boventoon voerden, was de moord te beschouwen als een mentale puzzel. Qua intelligentie deed ze voor de inspecteur niet onder en ze kende alle betrokkenen beter dan hij. Angela had in elk geval in één ding gelijk gehad: Jane was toe aan een nieuwe uitdaging. Ze stelde zich voor dat ze op Perez af zou stappen en hem de oplossing op een presenteerblaadje aan zou bieden. Ze zou genieten van zijn bijval.

Er waren een paar klanten in de winkel, niet om te kopen, dacht Jane, maar om te kletsen. Natuurlijk was iedereen opgetogen om haar te zien, en bovendien waren deze bezoekers een stuk minder geremd als het op roddelen aankwam dan de inwoners van de oude vuurtoren.

‘Ze zeggen dat er liters bloed waren.’ ‘Heeft Jimmy dat kind al gearresteerd?’ ‘Wat een vreselijk drama, en dat op dit eiland.’

Jane zei niet veel. Ze kon zich hun honger naar informatie wel indenken. Ze sloegen het drama van een afstand gade. Bij niemand speelde bijvoorbeeld de gedachte dat een van hen de moordenaar zou kunnen zijn. Maar ze bleef terughoudend. Ze vertelde dat er voor zover zij wist nog niemand gearresteerd was. En iedereen in de vuurtoren was uiteraard hevig ontdaan, zei ze.

Ze sloeg haar jas om zich heen en stapte weer de buitenlucht in. De wieken van de windmolen op de heuvel naast de winkel draaiden rond als gekken, en de machine liet die typische lage brom horen waaruit op te maken viel dat het apparaat stroom opwekte. De school moest net zijn uitgegaan, alle leerlingen liepen over de weg, lachend en rennend, gebogen tegen de wind in. Buiten was geen vrachtauto te bekennen, geen spoor van de auto van Big James, dus deed ze de deur open en stapte naar binnen. Mary stond aan de keukentafel eiwitten te kloppen.

‘Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik zomaar kom binnenvallen,’ zei Jane. ‘Maar ik moest gewoon even weg uit de vuurtoren.’

‘Natuurlijk, kom binnen.’ Mary klopte het ei van de garde. ‘Heb even geduld terwijl ik dit in de oven zet, dan maak ik thee.’ Ze strooide wat poedersuiker door het mengsel en smeerde het uit over een bakplaat. ‘Hoe gaat het met Jimmy?’

‘Ik weet het niet,’ zei Jane. ‘Hij is er volop mee bezig.’ Ze zweeg. ‘Het lijkt erop dat we allemaal verdacht zijn.’

‘Ik maak me zorgen over hem,’ zei Mary. ‘Hoe moet het zijn voor een mens om altijd maar bezig te zijn met misdaad en geweld? Ik dacht dat hij naar huis was gekomen om zijn intrek te nemen in een boerderijtje. Hij zei altijd dat ie dat wilde. Maar toen de hoeve van Skerry vrijkwam en hij de kans kreeg, heeft ie die verprutst.’

‘Volgens mij is hij heel goed in zijn werk.’

‘Nog even en hij is getrouwd. Zijn vrouw zal niet willen dat hij op de gekste tijdstippen van huis is zonder te weten hoe laat hij weer thuiskomt. Ik dacht dat dit weekje bedoeld was om te laten zien wat dit eiland allemaal te bieden heeft. En dan gebeurt er zoiets.’

‘Als zij wil dat hij gelukkig wordt, dan zal ze hem zijn gang laten gaan…’ Maar wat weet ik ervan? dacht Jane. Ik ben een eenzame vrouw van middelbare leeftijd die gelukkig wordt van een voorjaarsschoonmaak van een paar weken in een verlaten onderzoekscentrum.

‘Ach.’ Mary klonk ongeduldig. ‘Aanvankelijk hebben we allemaal het idee dat we onze mannen kunnen veranderen. Uiteindelijk lukt dat nooit.’

Ineens werd er hard op de deur geklopt. Mary schrok en trok wit weg, haar hand nog rustend op de ketel. Ze keek naar Jane. Het gebons op de deur hield aan. ‘Kom binnen,’ schreeuwde Mary. ‘Wie je ook bent, stop met dat gebeuk en kom binnen.’

De deur zwaaide open.

‘Mijn god, man, wat is er aan de hand?’

Het was Dougie Barr, rood aangelopen van het rennen. Zijn jas hing open en zijn telescoop zat nog altijd aan het statief, dat aan een riem over zijn schouder hing. Zijn verrekijker bungelde om zijn nek.

‘Ik moet bellen.’ Hij stootte de woorden een voor een uit. ‘Mijn mobiel doet het niet. Geen ontvangst.’

‘Wat is er gebeurd?’ Jane dacht aan nog een lijk. Haar brein draaide op volle toeren.

‘Ik moet naar de vuurtoren bellen.’ Hij zag dat de vrouwen hem aanstaarden. ‘In de zuidelijke haven zit een vogel. Een trompetzwaan. Nog nooit in het Verenigd Koninkrijk waargenomen.’ Toen enige reactie uitbleef herhaalde hij schreeuwend: ‘Nog nooit in het Verenigd Koninkrijk waargenomen.’

 

Blauw Licht
titlepage.xhtml
blauw_licht-ebook_split_000.xhtml
blauw_licht-ebook_split_001.xhtml
blauw_licht-ebook_split_002.xhtml
blauw_licht-ebook_split_003.xhtml
blauw_licht-ebook_split_004.xhtml
blauw_licht-ebook_split_005.xhtml
blauw_licht-ebook_split_006.xhtml
blauw_licht-ebook_split_007.xhtml
blauw_licht-ebook_split_008.xhtml
blauw_licht-ebook_split_009.xhtml
blauw_licht-ebook_split_010.xhtml
blauw_licht-ebook_split_011.xhtml
blauw_licht-ebook_split_012.xhtml
blauw_licht-ebook_split_013.xhtml
blauw_licht-ebook_split_014.xhtml
blauw_licht-ebook_split_015.xhtml
blauw_licht-ebook_split_016.xhtml
blauw_licht-ebook_split_017.xhtml
blauw_licht-ebook_split_018.xhtml
blauw_licht-ebook_split_019.xhtml
blauw_licht-ebook_split_020.xhtml
blauw_licht-ebook_split_021.xhtml
blauw_licht-ebook_split_022.xhtml
blauw_licht-ebook_split_023.xhtml
blauw_licht-ebook_split_024.xhtml
blauw_licht-ebook_split_025.xhtml
blauw_licht-ebook_split_026.xhtml
blauw_licht-ebook_split_027.xhtml
blauw_licht-ebook_split_028.xhtml
blauw_licht-ebook_split_029.xhtml
blauw_licht-ebook_split_030.xhtml
blauw_licht-ebook_split_031.xhtml
blauw_licht-ebook_split_032.xhtml
blauw_licht-ebook_split_033.xhtml
blauw_licht-ebook_split_034.xhtml
blauw_licht-ebook_split_035.xhtml
blauw_licht-ebook_split_036.xhtml
blauw_licht-ebook_split_037.xhtml
blauw_licht-ebook_split_038.xhtml
blauw_licht-ebook_split_039.xhtml
blauw_licht-ebook_split_040.xhtml
blauw_licht-ebook_split_041.xhtml
blauw_licht-ebook_split_042.xhtml
blauw_licht-ebook_split_043.xhtml