33

Bij de landingsbaan wachtte Perez op Angela’s moeder, zijn capuchon over zijn hoofd getrokken tegen de hagel. Fran zou de volgende dag vertrekken. Hij had haar gewaarschuwd dat de zee weleens ruig zou kunnen zijn maar ze was niet teruggekomen op haar besluit om morgen mee uit te varen. Hij had niet doorgehad hoeveel angst de heenvlucht haar had aangejaagd. ‘Het kan me niet schelen dat ik zeeziek word. Ik voel me op de boot veiliger.’

Het forensisch team stond al klaar, popelend om te vertrekken. Gefrustreerd omdat ze geen nuttige bijdrage aan het onderzoek hadden kunnen leveren. Perez draaide met zijn rug naar de wind en begon een praatje; af en toe moesten ze hun stem verheffen om het geraas van de wind te overstemmen.

‘Niets,’ herhaalde de teamleider. ‘Hopeloze tijdverspilling. Jij hebt het enige stukje bruikbaar bewijs gevonden, boven in de vuurtoren.’ Alsof het Perez’ schuld was dat ze een paar dagen hadden moeten doorbrengen op een kale rots, daar waar de Noordzee overgaat in de Atlantische Oceaan. ‘We hebben het onderzoekscentrum onderzocht. Hoewel mevrouw Hewitt ervan overtuigd is dat het tweede slachtoffer vermoord is op de plek waar we haar hebben aangetroffen, hebben we de hele vuurtoren behandeld als een mogelijke plaats delict – behalve de lampenkamer boven, natuurlijk. Het is nooit bij ons opgekomen dat iemand daartoe toegang zou hebben.’

Perez zweeg. Verwijten maken had nu geen zin meer.

‘De vrouw is na de aanslag nog wat heen en weer gesleept over de zolder,’ vervolgde de man. ‘In de houding gezet, zoals juffrouw Hewitt het uitdrukte.’

‘De moordenaar moet dus bloedvlekken op zijn kleding hebben gehad?’

‘Dat kan haast niet anders. Er was sprake van een slagaderlijke bloeding. Tenzij hij beschermende kledij aanhad.’

Perez zag het oliegoed voor zich waar de bemanning van de Shepherd altijd in liep. ‘Niet dat we iets gevonden hebben. De kleding kan zijn verbrand, of over de rotsen zijn gekieperd.’

‘En geen enkele aanwijzing in het onderzoekscentrum.’ Perez formuleerde niet zozeer een vraag, maar herhaalde deze constatering hardop.

‘Dat op zich bewijst nog niet veel.’ Een jongere man met donker haar had het woord genomen. ‘Ze wisten allemaal dat wij onderweg waren. Hij heeft de tijd gehad om alles te dumpen waarvan hij niet wilde dat wij het zouden vinden.’ Opnieuw die veronderstelling dat de moordenaar een man was.

Toen het geluid van het naderende vliegtuig aanzwol, verschoof het gespreksonderwerp richting hun gezinnen en de vakantie- en kerstplannen.

Stella Monkton was klein en zag er netjes uit in haar lange bruine jas en bruine leren laarzen. De andere passagiers waren scholieren van Anderson High, die laat aan hun vakantie begonnen. Het vliegen had voor hen niets bijzonders meer; ze hadden evengoed in de bus kunnen zitten. Ze slenterden supercool naar hun ouders. Angela’s moeder volgde hen, weg van het vliegtuig, en bleef toen staan om rond te kijken. De wachtende gezinnen staarden haar aan. Ze hadden Perez gezien. Het nieuws over de landing van de vreemdelinge zou zich nog voor theetijd over het eiland hebben verspreid. Hij vroeg zich af hoeveel mensen zouden raden wie zij was. Op het eerste gezicht was er geen sprake van enige fysieke gelijkenis met Angela, die lang en sterk was geweest. Misschien had ze onderweg met de scholieren gepraat en zou het nieuws via hen zijn weg vinden.

Perez had al besloten dat hij haar eerst mee zou nemen naar Springfield voordat ze naar het centrum zouden gaan. Ze zou moe zijn na haar vroege start, en tijdens de vlucht naar Sumburgh waarschijnlijk alleen hapjes te eten hebben gekregen. En hij vond het prettiger om in een huiselijke omgeving haar ingewikkelde familiegeschiedenis te ontrafelen.

Bij de auto bleef ze opnieuw staan en keek oostwaarts naar Sheep Rock. ‘Het is erg mooi hier. Heel stemmig. Ik zie nu waarom Angela hiernaartoe wilde.’ Toen ging ze naast hem zitten, deed haar gordel om en vouwde haar handen stijfjes in haar schoot.

James was aan het werk en Mary was op bezoek bij een paar oudere tantes. De keuken was speciaal vanwege het bezoek opgeruimd. Onder in de oven pruttelde lasagne. Vers brood. Een restant vruchtencake. Ze gingen tegenover elkaar aan tafel zitten. Hij had haar de plaats met het beste uitzicht gegeven, een geste waar hij later in het gesprek spijt van zou krijgen. Ze leek er af en toe met haar gedachten niet bij.

Ze begreep wat er van haar verwacht werd en begon direct nadat het eten op was aan haar verhaal.

‘Ik had Angela natuurlijk met me mee moeten nemen toen ik mijn echtgenoot verliet. Maar destijds dacht ik dat ik deed wat goed voor haar was. Ik was ziek, ernstig depressief. Dat was maar ten dele zijn schuld. Hij had een goede baan. Ze bleven in het huis wonen waar Angela was opgegroeid. Ik dacht, voor zover ik daartoe in staat was, dat het huis haar zou voorzien van een stabiele basis. Ze was slim en vasthoudend, op vele vlakken leek ze meer op haar vader dan op mij. Het kwam niet in me op dat hij de boel zou verkopen en met haar naar het platteland zou verhuizen en haar tot een van zijn projecten zou maken. Zijn experiment. Hij vertelde me dat zij geen contact meer met me wilde en ik geloofde hem. Ze waren altijd al heel close geweest.’

Buiten leek iets haar aandacht te trekken. Perez draaide zich om om te zien wat haar had afgeleid, maar hij zag niets ongewoons.

‘Maar later heeft Angela weer contact met u gezocht?’

‘Ja, veel later. Ik liet twee keer per jaar iets van me horen. Dat ik mijn onderwijsbevoegdheid had gehaald. Een adreswijziging als ik was verhuisd. Nieuwe telefoonnummers. Met kerst en op haar verjaardag. Ik stuurde altijd geld. Aanvankelijk geen grote bedragen, maar zoveel als ik kon missen. Ik wist niet of de brieven aankwamen, maar Archie moet ze hebben doorgestuurd, want op een dag kwam er een antwoord. Ze was inmiddels achttien en stond op het punt om naar de universiteit te gaan. Ze vroeg of ik met haar wilde afspreken.’ De vrouw zweeg. ‘Ik had geen idee wat ik ervan moest verwachten. Ik had misschien niet gerekend op zo’n volwassen persoon. Het was idioot, maar ik beschouwde haar nog altijd als een kind. Ze was heel assertief. Gedreven. Ze wist precies wat ze wilde. Met haar leven en met mij.’

‘Wat wilde ze van u?’

De vrouw zweeg.

‘Aanvankelijk wilde ze alleen maar dat ik luisterde, en begreep wat ik haar had aangedaan. Ze wilde excuses. Natuurlijk begreep ik haar woede. Ze vertelde me hoe het was geweest, alleen met haar vader opgroeien. “Ik had geen vrienden. Hoe kon je me dit aandoen?” Haar passie voor de natuur kwam voort uit eenzaamheid, denk ik. Als ze er rond het huis in Wales op uit trok, zocht ze naar een binding met het leven om haar heen. Ze was voorbestemd voor de wetenschap; haar vader had haar opgevoed met de gedachte dat alleen de ratio telde; al het andere was onzin. Ze begon haar eigen onderzoeken te doen, naar een groep dassen, bijvoorbeeld. Ze observeerde hen vanaf haar tiende tot het moment dat ze van school ging, ze sprak erover tijdens dat eerste bezoek. “Veel mensen vinden dat dassen lijken op spelende kinderen. Maar ze kunnen behoorlijk agressief zijn.”’ Stella glimlachte. ‘Ze vertelde dat ze een hoop van de dassen had geleerd.’

‘Ze is aan de universiteit biologie gaan studeren?’

‘Ecologie,’ zei ze. ‘Ze is daarna gepromoveerd, op een onderzoek naar steltlopers.’

‘En zij heeft het contact met haar vader verbroken?’

‘Kennelijk.’

Perez speelde het gesprek in gedachten nog eens af. ‘U zei dat ze aanvankelijk wilde dat u luisterde en u tegenover haar verontschuldigde. Wat kwam daarna? Wat wilde ze daarna?’

‘Geld.’ Ze keek hem aan en leek zich nader te willen verklaren. ‘Niet voor spullen. Angela was altijd ambitieus maar nooit materialistisch. Om ervaringen op te doen. Alles wat ze had moeten missen toen ze opgroeide, alleen met haar vader. Het meeste ging op aan reizen, ik gaf haar altijd zo veel als ik kon missen. Het nam het schuldgevoel nooit helemaal weg, maar het hielp.’

‘Dus er ontstond een band. Enig begrip, op z’n minst.’

‘Ik weet niet of ik haar begreep.’ De ogen van Stella Monkton dwaalden af naar iets in de tuin, net buiten het raam. De tuin was ommuurd om de wind buiten te houden, maar de storm van de vorige week had aardig huisgehouden. Ze leek met name geboeid door de rij jonge aanplant, tegen de grond geslagen en verduisterd door de zilte nevel. ‘En ik mocht haar niet graag. Maar zo nu en dan kwam haar vriendelijke en grappige kant naar boven, een glimp van de vrouw die ze onder een ander gesternte had kunnen worden.’ Stella corrigeerde zichzelf. ‘Als ik andere besluiten zou hebben genomen.’

‘Hoe kon u vooraf weten wat er van haar zou worden?’ zei Perez. ‘Genetische aanleg versus opvoeding. Een oude tweestrijd.’

‘Welke kant je ook kiest, ik ben hoe dan ook deels verantwoordelijk.’ Ze lachte flauwtjes. ‘Nadat Angela was gepromoveerd hield ons contact op. Alsof ik nooit had bestaan.’

Perez wist niet wat hij moest zeggen. Dit was niet waar hij op had gerekend. Hij voelde een vlaag van medelijden met de vrouw. Ze had gedacht haar dochter weer terug te hebben – hoewel Angela misschien niet de dochter was die ze zich had gewenst – om vervolgens te ontdekken dat ze haar voor de tweede keer was kwijtgeraakt.

‘Hadden jullie ruzie?’ vroeg hij uiteindelijk.

‘Geen sprake van. Misschien had ze dit vanaf dag één zo gepland. Wraak. Me laten vallen, net zoals ik haar in de steek had gelaten. Misschien had ze het idee dat ze me nu niet meer nodig had. Haar verdwijning uit mijn leven hield tenslotte verband met haar succes: de ontdekking van een zeldzame vogel op een van haar reizen, de publicatie van een bestseller. De tv-show volgde niet lang daarna.’

‘Hebt u contact met haar gezocht?’

‘Uiteraard. Via e-mail en telefoon. Maar ze antwoordde niet en ik wist dat het zinloos was om het te blijven proberen.’

‘Toen trouwde ze.’ Perez dacht aan zijn moeder, de stennis die ze schopte vanwege zijn tweede huwelijk. Kennelijk was het huwelijk van een kind erg belangrijk. ‘Was u daarvan op de hoogte?’

‘Er stond een artikeltje over in een natuurtijdschrift dat ik las bij de tandarts,’ zei ze. ‘Het huwelijk was toen al voltrokken. Ik heb zeker geen uitnodiging ontvangen.’

‘Maar u wist dat ze was aangesteld als directeur van het onderzoekscentrum op Fair Isle?’

‘Af en toe googelde ik haar,’ zei Stella. ‘Het was mijn manier om haar te volgen. Het centrum heeft een website. Daar stond een foto op van haar, naast de vuurtoren. Ze zag er heel gelukkig uit.’ Ze staarde in de verte voor zich uit. ‘Ik heb met de gedachte gespeeld hier een kamer te boeken. Misschien onder een valse naam. Maar ik vond niet dat ik het recht had te komen neuzen op een plaats waar ik niet welkom was.’

Perez was verbijsterd door de terughoudendheid van de vrouw. Hij probeerde zich Fran voor te stellen in een vergelijkbare situatie. Zij zou geen rekening houden met de gevoelens en wensen van haar dochter, ze zou het eerste het beste vliegtuig naar het noorden hebben gepakt. Maar Fran was niet weggelopen en had Cassie niet aan haar lot overgelaten.

‘Van een collega heb ik vernomen dat er recent sprake is geweest van contact.’

‘Angela belde me,’ zei Stella, ‘een week voordat ik naar Bretagne vertrok. Toen ik de telefoon opnam was ik er zó van overtuigd dat het een van mijn vrienden van het koor was, dat het even duurde voordat ik haar stem kon thuisbrengen. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Sinds Angela voor het eerst het contact had verbroken, hoopte ik elke keer dat de telefoon ging dat zij het zou zijn, maar ik schrok echt. Ik kon geen woord uitbrengen. Ze werd uiteindelijk ongeduldig. “Moeder, ben je er nog?” Ik vroeg haar wat ze wilde. Het was voor mij glashelder dat ze iets van me wilde.’

‘En wat had ze nodig?’ Plots was Perez gespannen. Hij voelde zijn lichaam werken, zijn hart ging tekeer, hij hijgde licht. Stella’s antwoord zou een doorbraak in het onderzoek kunnen betekenen.

‘Ze wilde afspreken. Ze zei dat ze begin november in Londen moest zijn voor een afspraak met haar uitgever. Ze vroeg of ze naar Somerset kon komen en een nachtje kon blijven. Dit was nieuw voor mij, inspecteur. Tijdens haar studie spraken we altijd af op neutraal terrein. In een restaurant, een café, op de universiteit. Ze kwam nooit bij mij thuis.’

‘U moet haar toch gevraagd hebben waarom ze na al die tijd met u wilde afspreken.’ Hoe moest dat voor haar zijn geweest? Uit het niets een telefoontje van de dochter van wie je nooit meer verwacht had nog iets te horen?

‘Nee, inspecteur!’ Het antwoord klonk scherp, direct. ‘Ik stelde geen vragen. Ik wilde haar niet afschrikken.’

Geen magisch antwoord dus. Stella Monktons komst naar het eiland had hem meer informatie over het slachtoffer opgeleverd, maar hem geen stap dichter bij de moordenaar gebracht.

De vrouw ging verder: ‘Ik was zo blij met dat korte telefoongesprek, inspecteur. Ik zag het als een soort gebaar van verzoening.’

Ze begon de borden op te stapelen alsof ze erop rekende dat het gesprek ten einde was. Perez reikte over tafel naar haar. Geen fysiek contact, maar een teken om aan te geven dat nog niet alles gezegd was.

‘Wat?’ vroeg ze. ‘Wat is er nog meer?’

‘Angela was in verwachting.’

Ze keek hem vol afgrijzen aan. ‘O, nee, het arme kind.’

Had ze het over haar dochter of over de baby? Hij was ervan overtuigd dat ze niets had geweten van de zwangerschap. Voor het eerst sinds ze voet op het eiland had gezet, verloor ze haar zelfbeheersing, en ze begon te huilen.

Tegen de tijd dat ze het centrum hadden bereikt had ze zichzelf weer in de hand. Maurice wachtte hen op in de zitkamer. Perez kon Fran door de geopende deur zien in de keuken. Niet aan het werk, zo te zien, maar zittend op een hoge kruk naast het aanrecht, met een kopje thee. Sarah was er, net als de jonge vogelaar Hugh Shaw. Fran keek op en zag Perez die glimlachte maar meteen daarna zijn voorhoofd fronste. Niet mee bemoeien, laat mij m’n gang gaan. Nergens een spoor van Sandy, wat Perez verontrustte. Hij had Sandy opgedragen Fran in de gaten te houden, om er zeker van te zijn dat haar niets zou overkomen, hoewel ze in het volle zicht van de andere bezoekers geen risico liep.

Nu vroeg Perez zich af wat hij wijzer hoopte te worden van de ontmoeting tussen Maurice en zijn schoonmoeder. Niet veel. Hij rekende niet op een dramatische ommekeer of een bekentenis. Maurice kwam terug met koffie en ze wisselden beleefdheden uit, als vreemden die in een wachtkamer de tijd doden.

‘Wilt u ons even alleen laten, inspecteur?’ zei Stella onder het koffiedrinken. ‘Ik zou graag onder vier ogen met mijn schoonzoon spreken.’

Het verzoek kwam hoogst ongelegen. Maurice en Stella waren ongeveer even oud. Perez wilde hen niet graag alleen laten. Hij hoopte tenslotte dat het gesprek een doorbraak zou opleveren. Maar hij liep weg en bleef tien minuten in de hal wachten.

Sandy kwam naar beneden.

‘Ik heb alle banken in Lerwick geprobeerd. Als Angela Moore haar eigen rekening had, dan liep die niet in de stad. En ik weet niet wat ze heeft gedaan in de tijd tussen het bezoek aan de bank en aan de drogist.’

Perez bedacht dat een stad tenminste camera’s heeft. In Shetland moesten ze zich tevredenstellen met het ondervragen van getuigen. ‘Oké,’ zei hij. ‘Blijf proberen.’

Sandy knikte in de richting van de zitkamer. ‘Hoe gaat het daar?’

Perez haalde zijn schouders op. Hij wist het eigenlijk niet. Toen hij terugkeerde in de zitkamer trof hij Maurice en Stella aan zoals hij ze had achtergelaten: beleefd, afstandelijk, formeel. Hij bespeurde geen spanning of sympathie.

Pas nadat Perez op zijn horloge had gekeken en had gezegd dat Stella weer terug naar de landingsbaan moest voor de middagvlucht, had Maurice iets gezegd waaruit enige emotie sprak. Hij stond op en schudde Stella de hand.

‘Uw dochter was een bijzondere vrouw.’ Een stilte. ‘Ik hield erg veel van haar.’

 

Blauw Licht
titlepage.xhtml
blauw_licht-ebook_split_000.xhtml
blauw_licht-ebook_split_001.xhtml
blauw_licht-ebook_split_002.xhtml
blauw_licht-ebook_split_003.xhtml
blauw_licht-ebook_split_004.xhtml
blauw_licht-ebook_split_005.xhtml
blauw_licht-ebook_split_006.xhtml
blauw_licht-ebook_split_007.xhtml
blauw_licht-ebook_split_008.xhtml
blauw_licht-ebook_split_009.xhtml
blauw_licht-ebook_split_010.xhtml
blauw_licht-ebook_split_011.xhtml
blauw_licht-ebook_split_012.xhtml
blauw_licht-ebook_split_013.xhtml
blauw_licht-ebook_split_014.xhtml
blauw_licht-ebook_split_015.xhtml
blauw_licht-ebook_split_016.xhtml
blauw_licht-ebook_split_017.xhtml
blauw_licht-ebook_split_018.xhtml
blauw_licht-ebook_split_019.xhtml
blauw_licht-ebook_split_020.xhtml
blauw_licht-ebook_split_021.xhtml
blauw_licht-ebook_split_022.xhtml
blauw_licht-ebook_split_023.xhtml
blauw_licht-ebook_split_024.xhtml
blauw_licht-ebook_split_025.xhtml
blauw_licht-ebook_split_026.xhtml
blauw_licht-ebook_split_027.xhtml
blauw_licht-ebook_split_028.xhtml
blauw_licht-ebook_split_029.xhtml
blauw_licht-ebook_split_030.xhtml
blauw_licht-ebook_split_031.xhtml
blauw_licht-ebook_split_032.xhtml
blauw_licht-ebook_split_033.xhtml
blauw_licht-ebook_split_034.xhtml
blauw_licht-ebook_split_035.xhtml
blauw_licht-ebook_split_036.xhtml
blauw_licht-ebook_split_037.xhtml
blauw_licht-ebook_split_038.xhtml
blauw_licht-ebook_split_039.xhtml
blauw_licht-ebook_split_040.xhtml
blauw_licht-ebook_split_041.xhtml
blauw_licht-ebook_split_042.xhtml
blauw_licht-ebook_split_043.xhtml