36

Fran maakte custard. De geluiden uit de zitkamer werkten haar op de zenuwen, en goede custard, zelfs uit een pakje, vergde concentratie. Hoewel het aantal gasten was afgenomen, kookte ze nog altijd voor meer mensen dan ze gewend was. Ze roerde en luisterde, opnieuw afgeleid door de verhitte mannenstemmen. Op de bodem van de pan begon de melk aan te branden: toen ze de lepel uit de gele vloeistof haalde zat er een bruine koek op. Snel zette ze de pit lager. Toen de wat klonterige massa uiteindelijk de juiste dikte had, deed ze het fornuis uit. Ze zou het later wel opwarmen.

Ze had Sarahs wanhopige uitroep gehoord om de mannen te bewegen te stoppen met vechten en trok de conclusie dat het avondeten nu haar verantwoordelijkheid was. De vrouw zou zeker niet in staat zijn om te koken, ze was op van de zenuwen. Terwijl ze de groenten schoonmaakte dwaalden haar gedachten af naar Cassie: ze vroeg zich af of het meisje opgetogen zou zijn over haar terugkomst, of dat Duncan haar verleid had met verwennerij en traktaties. Zou ze meer van haar vader houden dan van mij? Ze wist dat ze zich aanstelde, maar het ging vanzelf. Ze zou Duncan later bellen en ervoor zorgen dat hij Cassie naar Grutness zou brengen om de Good Shepherd op te wachten. De volgende keer dat ze naar Fair Isle zouden gaan, zou Cassie meekomen. Mary zou het enig vinden om de oma uit te hangen.

Achter haar hoorde ze een geluid en ze keek de keuken rond, in de verwachting Perez te zien. Hopend Perez te zien. Het was Sarah Fowler, die erg bleek zag. Haar huid was blauw en bijna doorschijnend alsof ze was bevroren en ze leek daadwerkelijk te rillen.

‘Maakt u zich geen zorgen,’ zei Fran rustig. ‘Ik red me hier wel. Misschien moet u even gaan liggen.’ Of een neut nemen. Dronken de Fowlers?

De vrouw antwoordde niet. Fran vond dat ze op een breekbaar oud vrouwtje leek, zo te zien was ze de afgelopen dagen zelfs een paar kilo kwijtgeraakt. Fran liep op haar af en sloot haar in haar armen, voelde onder haar kleren de botten, vlak onder de huid. ‘Wat is er? Ik weet dat het een vreselijke tijd is geweest. Maar ik weet zeker dat Jimmy jullie snel laat gaan. En als hij dat niet doet, moet u toch vertrekken. Anders wordt u ziek. Ga morgenochtend met me mee op de boot. Ik regel het wel met de politie.’

Sarah was nog altijd niet tot rust gekomen en Fran deed een stap terug toen ze merkte dat het fysieke contact niet hielp, dat Sarah zich er ongemakkelijk bij voelde. ‘Thee,’ zei ze. ‘We kunnen allebei wel een kop thee gebruiken.’

Ze vulde de ketel en bracht het water aan de kook, in de hoop dat de vertrouwde, huishoudelijke handelingen een kalmerend effect zouden hebben op de vrouw. Toen ze zich omdraaide had Sarah geen stap bewogen.

‘Ik ben bang.’

De woorden klonken zo melodramatisch dat Fran dacht: ze speelt toneel, ze overdrijft. ‘Waarvoor?’ Hierna, in een vlaag van instinct, met het gesprek van eerder die dag in haar achterhoofd, voegde ze eraan toe: ‘Voor Hugh? Luister, Jimmy is weer terug in de vuurtoren. U bent hier veilig. Maakt u zich over hem sowieso maar niet druk. Het is bij hem veel geblaat en weinig wol.’

‘Angela’s moeder had niet moeten komen,’ zei Sarah. ‘Als zij niet op het toneel was verschenen, was er niets aan de hand geweest.’

‘Wat heeft Angela’s moeder hiermee te maken? Wat is er aan de hand? U moet het me vertellen.’

‘Hij zou me vermoorden.’ Sarah maakte een hoestend geluid en hield haar hand over haar mond.

Aanvankelijk dacht Fran dat ze het niet goed had verstaan. Dat het weer onzin was, afkomstig van een hysterische vrouw die op het punt stond een zenuwinzinking te krijgen. ‘Waar hebt u het over? Als u iets weet, moet u dat aan Jimmy vertellen.’ Ze was ongeduldig, wilde Sarah bij de schouders pakken en wakker schudden.

‘Nee!’ En de vrouw herhaalde, duidelijker maar nog altijd niet meer dan fluisterend: ‘Hij zou me vermoorden.’

‘Vertel het míj dan.’

Het geluid van een slaande deur. De deur tussen het appartement en het openbare deel van het onderzoekscentrum. Sarah verstarde, als een dier dat wordt opgeschrikt door een plots geluid, en nam de benen. Ze doorkruiste de hal en verdween in de schemer.

Fran stond midden in de keuken. Deze huiselijke omgeving, inclusief de geur van taart, leek een belachelijk decor voor deze scène. Ze was opnieuw geïrriteerd. Ze was als een zenuwachtig, irrationeel kind. Er waren al twee vrouwen vermoord, maar Sarah was hier, omringd door mensen, veiliger dan wanneer ze alleen door het donker dwaalde. De rotsen ten noorden en westen van de vuurtoren behoorden tot de steilsten van het eiland. Rafelige inhammen in het land dat grensde aan de zee. Vanuit de gemeenschappelijke ruimte hoorde Fran nog altijd verhitte stemmen.

Ze liep de deur door met de bedoeling Jimmy te zoeken; hij moest weten wat Sarah haar had verteld, en dat ze buiten de dwaze dame uithing. Maar Perez had zijn aandacht bij Hugh en terwijl zij toekeek dirigeerde hij de jongen naar de vogelkamer. Toen verscheen ineens Maurice, die met ongewone felheid tegen Perez zei dat hij hem wilde spreken. Ze zag de administrateur van het centrum staan in de deuropening; hij stond voor de anderen op de gang en ze zag het gat in zijn trui rond de elleboog, het zweet op zijn voorhoofd. Wat was er gaande? Zag hij niet dat Jimmy druk bezig was? Even kwam ze in de verleiding om Maurice te roepen en hem te vragen om Sarah te helpen zoeken, maar hij keerde weer terug naar het appartement.

De deur van de vogelkamer ging dicht. Jimmy zou het haar niet vergeven als ze hem nu zou storen. Het zag er wat haar betreft naar uit dat hij op het punt stond om Hugh aan te houden voor de moorden. Fran keek op haar horloge. Nog een halfuur tot aan het avondeten, en alles stond al klaar. Ze had haar jas en haar schoenen opgeborgen in de kast naast de provisieruimte. Ze trok alles aan en liep naar buiten, Sarah achterna.

Het was inmiddels redelijk donker. De wind dwarrelde in verraderlijke vlagen rond de vuurtoren. Het was moeilijk te zeggen waar de wind exact vandaan kwam, maar aangezien hij koud aanvoelde, lag het voor de hand dat hij uit het noordwesten blies. Sarah was naar buiten gegaan op haar sloffen, met alleen haar vest aan. Fran vervloekte haar tussen haar ademteugen door. Ik weet zeker dat zij als kind een verwend nest was. Boven haar draaide de lichtstraal van de vuurtoren met de regelmaat van een metronoom. Drie korte flitsen, dan een lange. Hij verlichtte de contouren van de rotsen en reflecteerde op de wateroppervlakten.

Ze vond Sarah, zittend bij Golden Water. Hier had de trompetzwaan zijn plek gehad, hier hadden de vogelaars zich verzameld. Nu was de plas leeg. Het water, door de lage ligging in het landschap beschut tegen de harde wind, was kalm. Fran zag Sarah voor het eerst toen de lichtstraal langzaam over het landschap trok, gevangen in de straal als een simpele tekenfilmfiguur, die door het laten wapperen van de papieren blaadjes tot leven kon worden gewekt. Maar er was geen beweging. Sarah zat onbeweeglijk stil. Terwijl Fran op haar afstapte, haar laarzen soppend in de natte grond, braken de wolken open en werd haar pad deels verlicht door een wat bleke maan. Ze deed haar waxjas uit en drapeerde die over Sarahs schouders. ‘Kom mee naar binnen. Hier vriest u nog dood.’ En even stelde ze zich voor dat de vrouw het volgende slachtoffer was en dat ook zij vermoord zou zijn, omdat ze zo stijf aanvoelde. Fran herinnerde zich de beelden van het lijk van Angela Moore, stijf van de rigor mortis. Háár huid was blauw geweest.

‘Kom mee naar binnen,’ zei Fran opnieuw. ‘Het is voorbij. Jimmy weet wat er gebeurd is. Op dit moment arresteert hij iemand.’ Een beetje bezijden de waarheid, wellicht, maar ze had het koud en wilde zo snel mogelijk terug naar de warme keuken.

Toen draaide de vrouw haar gezicht naar dat van Fran en met de bruine wolken die voor de maan schoven en op de maat van het vuurtorenlicht deed de vrouw haar verhaal. De woorden tuimelden uit haar mond, ze vertelde het hele verhaal, vanaf het begin. Fran rilde en probeerde Sarah weer te bewegen op te staan. ‘Kom naar binnen. We gaan alles oplossen. We zullen u helpen.’ En ondanks de kou voelde ze zich bijna opgelaten omdat Sarah haar bekentenis tegenover haar had gedaan en niet tegenover Jimmy. En wie is hier nu de speurder, Jimmy Perez? Dit was haar moment van triomf.

 

Blauw Licht
titlepage.xhtml
blauw_licht-ebook_split_000.xhtml
blauw_licht-ebook_split_001.xhtml
blauw_licht-ebook_split_002.xhtml
blauw_licht-ebook_split_003.xhtml
blauw_licht-ebook_split_004.xhtml
blauw_licht-ebook_split_005.xhtml
blauw_licht-ebook_split_006.xhtml
blauw_licht-ebook_split_007.xhtml
blauw_licht-ebook_split_008.xhtml
blauw_licht-ebook_split_009.xhtml
blauw_licht-ebook_split_010.xhtml
blauw_licht-ebook_split_011.xhtml
blauw_licht-ebook_split_012.xhtml
blauw_licht-ebook_split_013.xhtml
blauw_licht-ebook_split_014.xhtml
blauw_licht-ebook_split_015.xhtml
blauw_licht-ebook_split_016.xhtml
blauw_licht-ebook_split_017.xhtml
blauw_licht-ebook_split_018.xhtml
blauw_licht-ebook_split_019.xhtml
blauw_licht-ebook_split_020.xhtml
blauw_licht-ebook_split_021.xhtml
blauw_licht-ebook_split_022.xhtml
blauw_licht-ebook_split_023.xhtml
blauw_licht-ebook_split_024.xhtml
blauw_licht-ebook_split_025.xhtml
blauw_licht-ebook_split_026.xhtml
blauw_licht-ebook_split_027.xhtml
blauw_licht-ebook_split_028.xhtml
blauw_licht-ebook_split_029.xhtml
blauw_licht-ebook_split_030.xhtml
blauw_licht-ebook_split_031.xhtml
blauw_licht-ebook_split_032.xhtml
blauw_licht-ebook_split_033.xhtml
blauw_licht-ebook_split_034.xhtml
blauw_licht-ebook_split_035.xhtml
blauw_licht-ebook_split_036.xhtml
blauw_licht-ebook_split_037.xhtml
blauw_licht-ebook_split_038.xhtml
blauw_licht-ebook_split_039.xhtml
blauw_licht-ebook_split_040.xhtml
blauw_licht-ebook_split_041.xhtml
blauw_licht-ebook_split_042.xhtml
blauw_licht-ebook_split_043.xhtml