5
Op de middag van het feest was Jane op haar kamer, aan de achterzijde van het onderzoekscentrum. Ze hield van deze plek; door het hoge plafond en het kleine raam deed die haar denken aan een nonnencel. Er stond een eenpersoonsbed, een garderobekast met daarin een dressoir en een wasbak. Op het nachtkastje prijkte haar bakkie (zo noemde ze dat, met dank aan haar zeer ouderwetse ouders), dat stond afgesteld op radio 4, in de vensterbank een rijtje boeken, met de ruggen naar buiten alsof ze op een plank stonden. Op het dressoir lag een stapel kruiswoordpuzzels, die haar zus zorgvuldig uit The Times knipte en elke week op de post deed. De puzzels waren het enige wat Jane had gemist gedurende haar isolement. Ze vroeg zich ineens af of de zusters van besloten orden kruiswoordpuzzels mochten maken, en dacht daarna aan de vele lesbiennes die in minder verlichte tijden non waren geworden. Dat, zo redeneerde ze, was de enige manier om een huwelijk, en het onvermijdelijk daarmee gepaard gaande moederschap, te vermijden.
Het was de eenvoud van de kamer die haar aansprak. Ze was gedurende de winter, als het centrum gesloten is voor bezoekers, drie maanden naar het zuiden geweest en ze had het meest van alles deze kille, spartaanse ruimte gemist. Ze had de kerst doorgebracht te midden van het gezin van haar zus, en de vrolijke chaos van gillende kinderen, bedekt met pakpapier en onder de chocola, had haar ietwat op de zenuwen gewerkt. Elke avond was ze loom van de alcohol, die ze nodig had om niet gek te worden, in slaap gevallen, en droomde van haar kamer in het centrum, de witte gestreken lakens en de strak geschilderde muren.
Het was vier uur, het moment van rust tussen het opruimen na de lunch en het opdienen van het diner. Het avondeten was al zowat klaar; een stoofschotel gaarde langzaam in de oven, de aardappels waren klaar om gebakken te worden. Vanavond was het belangrijk het eten simpel te houden, vanwege het feest van de familie Perez. Ze zou snel naar de keuken terug moeten om het buffet in orde te maken, al was daarvoor het meeste werk al gedaan. Ze trok haar schoenen uit en ging op bed liggen. Ze zou een halfuurtje uitrusten. Dit was een moment om te koesteren. Ze genoot van het contrast tussen het geweld van de storm buiten en de rust in haar kamer.
Ze was bezig het eten voor het feest over te hevelen in grote schalen en af te dekken met folie, toen Angela de keuken binnenkwam. Jane luisterde naar het nieuws van vijf uur op de radio, maar na Angela’s verschijning reikte ze naar de radio en zette hem uit. Angela bemoeide zich nooit met het huishouden en haar aanwezigheid in de keuken was abnormaal en opvallend. Haar natuurlijke habitat was buiten. Ze reed als een amazone over de heuvel, met haar telescoop op statief over haar schouder en een verrekijker om haar nek. Binnen leek ze rusteloos als een gevangene.
Jane ging ervan uit dat dit met Poppy te maken had. Ze hadden allebei een hekel aan Maurice’ jongste dochter. Het was het enige wat ze deelden. Ze hoopte dat Angela iets had bedacht om grip op het kind te krijgen. Maar het zag ernaar uit dat er iets heel anders omging in het hoofd van de vogelwachter.
‘Ik wilde je even spreken,’ zei ze, ‘over komend jaar.’
Jane keek op van haar bakblik met pasteitjes. ‘Prima.’ Ze was verbijsterd. Angela liet de personeelszaken altijd over aan Maurice. ‘Ik dacht eraan vroeg te beginnen als voorbereiding op het nieuwe seizoen. De keuken moet eens goed schoongemaakt worden, en als de bezoekers eenmaal komen hebben we daar geen gelegenheid meer toe. En ik kan de vriezer alvast vullen met gebak. Dat haalt de druk wat weg wanneer het hectisch wordt.’ Toen er niet direct een reactie kwam voegde Jane hieraan toe: ‘Je zou me niet volledig hoeven uit te betalen, natuurlijk.’ Ze had zelfs aan willen bieden het werk voor niets te doen, maar ze wist dat Angela dit vreemd zou vinden. Jane dacht eraan hoe fijn ze het zou vinden om hier een paar weken alleen te zijn, aan het begin van het seizoen. Ze stelde zich de keuken voor na een grondige poetsbeurt, de rode tegelvloer glimmend, het fornuis en de provisiekast smetteloos.
Angela staarde haar aan. ‘Daar wilde ik het over hebben. Ik weet niet zeker of we je überhaupt wel nodig hebben volgend jaar.’
‘Heb je geen kok meer nodig?’ Jane wist dat ze in paniek raakte en haar scherpte verloor. Ze staarde naar de jonge vrouw, die vandaag haar haren los droeg als een zwarte cape over haar rug.
‘Natuurlijk hebben we een kok nodig. Maar jou niet.’ Angela klonk zelfvoldaan, licht ongeduldig. Ze had belangrijker dingen te doen.
‘Ik begrijp het niet.’ Dat was in elk geval waar. Jane wist dat ze de beste kok was die het centrum ooit in dienst had gehad. Ze had hiervoor de complimenten van de bezoekers of het commentaar van Maurice na een zeer drukke week niet nodig: Ik zou niet weten wat we zonder jou zouden moeten. Ik weet niet hoe we het hier allemaal draaiende hielden voordat jij er was.
‘De voorzitter van het bestuur wil dat we zijn petekind in dienst nemen. Ze is net klaar met een cateringopleiding. Volledig gekwalificeerd.’
‘Dan kan ze beginnen als mijn assistent.’ Hoewel Jane wist dat dit voor haar een straf zou zijn. Jane hield van een assistent die deed wat er van haar werd gevraagd, die zonder morren groenten prepareerde en die zich toelegde op de basisdingen. Een assistent die dacht dat ze het allemaal wel wist was het laatste waar Jane op zat te wachten. Het liefst had ze de keuken voor zichzelf. Het was een grote opluchting voor haar geweest toen de laatste assistent, een vrolijke bewoonster uit Orkney genaamd Mandy, de week ervoor op de Shepherd was uitgevaren.
‘Dat hebben we voorgesteld,’ zei Angela zelfgenoegzaam. ‘Maar dat volstond niet.’
‘Zoiets is aan Maurice om te beslissen, niet aan de voorzitter van het bestuur.’
‘In theorie heb je gelijk.’ Angela glimlachte. ‘Maar Christopher heeft het centrum een aanzienlijke schenking in het vooruitzicht gesteld. Die zou ons in staat stellen de gehele bibliotheek up-to-date te brengen en de computer in het kantoor te vervangen. Onder die omstandigheden kunnen we zijn aanbod om ons ook een kok te leveren niet weigeren.’
Christopher Miles had zijn eigen bedrijf in Noord-Engeland. Jane had hem kort ontmoet toen het bestuur op het eiland bijeenkwam voor hun jaarlijkse vergadering. Zijn enthousiasme en zijn afkeer van gewichtigdoenerij hadden haar aangesproken. Ze ging ervan uit dat Angela de baan ter sprake had gebracht, als bezegeling van hun sponsorovereenkomst. Nepotisme was niets voor hem.
‘Wat vindt Maurice hiervan?’
‘Zoals ik al zei heeft Maurice hierover niet echt iets in te brengen. Wij zijn aangewezen door het bestuur.’ Ze keek naar Jane. ‘Je hebt slechts een tijdelijk contract. Wij zijn niet verplicht je elk jaar weer in dienst te nemen. Je bent een slimme vrouw. Ik had ingeschat dat je je toch wel zou vervelen met dit soort werk.’
En Angela draaide zich om, haar haar wiegde, en beende de keuken uit.
Volautomatisch ging Jane verder met het verplaatsen van stukken quiche op een bakplaat. Het duurde een paar minuten voordat ze in de gaten had dat ze huilde.
Jane genoot meestal van de dansfeesten in de vuurtoren. Het gebeuren deed haar een beetje denken aan de feesten die Dee gaf in het oude huis. Niet dat Dee’s mediavrienden genoegen namen met viool- en accordeonmuziek, ook dansten ze niet de Dashing White Sergeant, of in rijen van acht, maar Jane ervoer eenzelfde gevoel van controle over het evenement. Ze hield ervan te kijken naar mensen die het naar hun zin hadden, en van de wetenschap dat haar kookkunst en organisatietalent daar verantwoordelijk voor waren.
Ze was vastbesloten haar boosheid voor Angela verborgen te houden. Het was feest, het gaf geen pas de sfeer te verpesten. Bovendien, waarom zou ze een arrogante en manipulatieve vrouw een overwinningsgevoel geven? Jane kon niet geloven dat Maurice Angela toestemming had gegeven haar te ontslaan. Jane maakte zijn leven makkelijk, en Maurice wilde niets liever dan een makkelijk leven.
Ze zag hoe Perez zijn verloofde begeleidde naar de lege vloer voor de eerste dans en even voelde ze een steek van jaloezie, vanwege de intimiteit, de eensgezinde giechel toen Fran over een trede struikelde. Ik heb dat nooit gehad. Zelfs niet met Dee.
In de pauze, precies op het moment dat het eten werd geserveerd, verscheen Poppy ten tonele, de tienerdochter van Maurice. Ze had ondanks al haar problemen haar eetlust niet verloren. Ze was, in een poging te choqueren, geheel in het zwart gekleed. Haar rok was erg kort. Jane was van mening dat ze hiervoor niet de juiste benen had en dat ze zichzelf in deze outfit belachelijk maakte, op het zielige af. Ze kwam samen met een paar jonge eilanders, studenten die voordat het weer het verhinderde naar Fair Isle waren gekomen om vakantie te vieren. Jane dacht dat ze vast in Poppy’s kamer lol hadden getrapt; ze kende hen van eerdere trips naar het eiland. Het was duidelijk dat ze allemaal gedronken hadden, maar vooralsnog gedroeg iedereen zich keurig. De kinderen van het eiland hadden geen zin in een publiekelijke ruzie met hun ouders en grootouders, en voorlopig gaf Poppy het goede voorbeeld. Het groepje sloot aan bij de rij voor het eten. Vanachter de bar sloeg Jane het meisje gade, en ze had medelijden met haar.
De muziek begon opnieuw en Maurice vroeg Jane ten dans. Voor iemand met een slechte conditie, die weinig bewoog, danste Maurice verrassend goed. Hij had zich voor de gelegenheid opgedoft en droeg, als een parodie op zichzelf, een vlinderstrik en zwarte lakschoenen. In haar eerste seizoen op het eiland was het Jane opgevallen hoe belangrijk de traditionele muziek en dans waren voor de bewoners, en ze was vastbesloten geweest om de danspassen onder de knie te krijgen. Ze had haar ogen de kost gegeven, aantekeningen gemaakt en op haar kamer geoefend. Nu deed ze de passen volautomatisch. Ze hoefde niet langer in gedachten de maat mee te tellen.
‘Angela beweert dat ik volgend seizoen niet terug hoef te komen,’ zei ze. Ze stonden midden in een cirkel applaudisserende feestgangers. Ze hielden elkaars hand vast, de armen gekruist, de ellebogen gebogen, en draaiden rondjes. Hun lichamen bogen naar achteren dankzij de snelheid van hun beweging. Hij had geen tijd gehad om te antwoorden voordat ze weer uit elkaar gingen en zij de cirkel verliet, maar tot haar tevredenheid zag ze een golf van woede bij hem opkomen. Even later kwamen ze weer samen en haakten hun armen in elkaar en paradeerden ze door de zaal, achter de andere stellen aan. Voor hen leken Mary en James Perez op wolken te lopen, het zag eruit alsof ze de hele nacht door zouden kunnen gaan.
‘Er staat nog niets vast,’ zei Maurice. ‘Ze had het niet met je mogen bespreken.’
‘Ik vind dat ik alle recht heb om te weten wat er speelt.’ Jane vond dat dat heel redelijk klonk. ‘Ik wil mijn eigen plan kunnen trekken.’
‘Laat het maar aan mij over. Ik regel het wel.’
De muziek zweeg en de dansers applaudisseerden lachend. Buiten trok de storm verder aan.
Aan het einde van de avond, toen veel gasten al waren vertrokken, verloor Poppy haar geduld; tot dat moment had Jane gedacht dat het feest zonder incidenten zou verlopen. De frustratie gistte al dagen. Poppy was als een uit de kluiten gewassen kind van twee; mollig, veeleisend, zwijgzaam. Ze had het niet vreemd gevonden als ze het kind liggend op de grond had aangetroffen, trappelend en schreeuwend. Hoe was het mogelijk dat een zestienjarige zichzelf zo slecht in de hand had?
Angela stond achter de bar – iedere werknemer van het centrum draaide een dienst op openbare avonden – en had geweigerd Poppy een drankje te serveren. Poppy was duidelijk aangeschoten, maar Jane vermoedde dat de beslissing om haar een nieuw blikje bier te ontzeggen voor alles moest worden opgevat als een bewuste provocatie. Angela mocht het meisje niet, en ze hield er ook niet van dat Maurice zich door haar gedrag liet afleiden. De avond liep ten einde en misschien verveelde Angela zich. Ze hield wel van een beetje dramatiek.
En dus begon Poppy te schelden. Ze leunde over de bar en schreeuwde tegen haar stiefmoeder. ‘Jij hebt godverdomme het recht niet om mij de wet voor te schrijven.’ Ze pakte een vol bierglas dat naast haar stond en smeet de inhoud in Angela’s richting. Tot haar genoegen zag Jane hoe haar beroemde kapsel de volle laag kreeg.
De treuzelende gasten snelden naar de hal om hun jassen op te halen en van schoenen te wisselen. Ze waren duidelijk gegeneerd. Jane liep met hen mee om afscheid te nemen, de deur open te houden en hun op het hart te drukken voorzichtig te zijn op hun reis zuidwaarts. Jimmy Perez vertrok als laatste. Hij leek gefascineerd door de scène die zich in de zitkamer voltrok en bleef door de geopende deur toekijken. Uiteindelijk moest Mary hem komen halen. Haastig werden er bedankjes uitgewisseld. Mary schreeuwde naar haar: ‘Je moet een keer bij ons in Springfield komen eten voordat Fran en Jimmy naar huis gaan.’ Hierna overstemde motorgeronk het geluid van de wind, en toonden de twee brandende koplampen aan dat de regen nog altijd met bakken uit de lucht kwam.
Toen alle gasten de deur uit waren, pauzeerde Jane even. De wind kreeg vat op de zware buitendeur, die begon te klapperen. De wind moest van richting veranderd zijn. Nog steeds uit het westen, wat de vogelaars vervelend vonden, maar iets noordelijker. Ze trok hem weer dicht en deed hem op slot. Het was stil in de zitkamer. Ze ging ervan uit dat Maurice en zijn merkwaardige, disfunctionerende gezin via de keuken naar hun appartement waren gegaan.
Ze begon op te ruimen. De bezoekers wilden morgenochtend gewoon hun ontbijt. Normaal gesproken zou Maurice gebleven zijn om haar te helpen, maar ze begreep dat hij andere dingen aan zijn hoofd had. Ben, de assistent-vogelwachter, was ook spoorloos. Jane plaatste de borden in de vaatwasser en verzamelde het glaswerk uit de zitkamer. De tafels konden wachten tot morgen. Ze voelde zich opmerkelijk goed. Angela had een fout gemaakt. Het was niet slim geweest om Poppy te stangen zodat ze en plein public stennis was gaan schoppen. Maurice zou dat niet kunnen waarderen. Toen bekroop haar een vreselijke gedachte, die als een worm haar hersenen binnendrong en daar niet meer wegging. Angela en Maurice mochten niet uit elkaar gaan. Als ze zouden scheiden, zou Angela in de vuurtoren blijven. Zij was de vogelwachter, de beroemde onderzoeker, degene die de omzet binnenbracht. De taak van Maurice kon door iedere willekeurige persoon worden overgenomen. En in het nieuwe koninkrijk van Angela zou er voor Jane geen plaats zijn.