61

De volgende ochtend reed Tom hen tussen de hoog oprij­zende Zuilen der Schepping door het dal uit. Zo vroeg in de morgen, als de zon lange schaduwen wierp en het land­schap schitterende kleuren gaf, was het uitzicht spectaculair. Nie­mand anders was ooit levend het dal uit gekomen om te kunnen navertellen wat hij had gezien.

Rusty was blij Jennsen weer te zien en werd zelfs dartel toen ze Betty en haar twee jonkies zag.

Jennsen ging met Richard en Kahlan het lage gebouwtje in waar ze eerder was geweest en ontdekte dat Sebastiaan, die zijn over­tuigingen niet had kunnen verzoenen met zijn gevoelens, Jennsens laatste wens had vervuld.

Hij had alle bergkoortsroosjes uit zijn busje ingenomen. Hij zat dood aan de tafel.

Jennsen zat naast Tom en luisterde naar Richard en Kahlan, die het hele verhaal vertelden van hoe ze elkaar hadden leren kennen. Jennsen kon nauwelijks geloven dat hij zo anders was dan ze had gedacht. Zijn moeder was, nadat ze door Darken Rahl was ver­kracht, samen met Zedd gevlucht om Richard te beschermen. Ri­chard was ver weg, in Westland, opgegroeid zonder ook maar iets te weten van D'Hara, het Huis Rahl of magie. Richard had een einde gemaakt aan het wrede bewind van Darken Rahl. Kahlan, die door echte viermanschappen achterna was gezeten, had hun commandant gedood. Nu Richard Meester Rahl was, waren er geen viermanschappen meer.

Jennsen was trots en vereerd dat Richard haar had gevraagd om het mes met de sierlijke r te houden. Hij zei dat ze het recht had verdiend om het te dragen. Ze was van plan het ware doel ervan in ere te houden. Nu was ze ook een beschermer, net als Tom. Onder het rijden kwam Betty in de wagen naast Friedrich staan en zette haar voorhoeven op de bok tussen Tom en Jennsen in, die allebei een slapend geitje op schoot hadden. Rusty was achter de wagen gebonden en Betty liep regelmatig naar achteren om haar een bezoekje te brengen. Richard, Kahlan en Cara reden naast de wagen mee.

Jennsen wendde zich naar haar broer nadat ze had nagedacht over wat hij haar zojuist had verteld. 'Dus dat verzin je niet? Dat stond er echt, over mij, in dat boek, De Zuilen der Schepping?' 'Het ging over mensen zoals jij: "de gevaarlijkste wezens in de we­reld van het leven zijn de kinderen van een Meester Rahl die niet over de gave beschikken, want die zijn volledig ongevoelig voor magie. Magie kan hun geen kwaad doen, heeft geen invloed op hen, en zelfs de profetieën zijn blind voor hen." Maar je kunt stel­len dat jij hebt bewezen dat die tekst niet klopt.' Ze dacht erover na. Sommige dingen begreep ze nog steeds niet. 'Ik snap niet waarom de Wachter me gebruikte. Waarom zat zijn stem in mijn hoofd?'

'Nou, ik heb nog maar een klein stukje van het boek kunnen le­zen, en sommige delen zijn beschadigd. Maar ik heb begrepen dat een kind zonder de gave, omdat het niet over magie beschikt, vol­gens het boek een "gat in de wereld" is,' verklaarde Richard, 'dus is het ook een gat in de sluier; dat betekent dat jij een mogelijke verbinding vormt tussen de wereld van het leven en de wereld van de doden. Om de wereld van het leven te kunnen verwoesten, had de Wachter zo'n doorgang nodig. De behoefte aan wraak was de laatste sleutel. Jouw overgave aan zijn wensen - die nacht in het bos, met de Zusters van de Duisternis - moest worden voltooid met jouw dood, zodat jij je akkoord met de dood nakwam door te sterven.'

'Dus als iemand me had gedood - Zuster Perdita, bijvoorbeeld - nadat ik met die Zusters van de Duisternis in het bos was geweest, zou dat dan zo'n doorgang hebben geopend?' 'Nee. Je moest gedood worden door een beschermer van de we­reld van het leven. De Wachter had tegenwicht nodig tegen het ontbreken van de gave bij jou. Er was een begiftigde Rahl voor nodig, de Meester Rahl, om zoiets te bereiken,' zei Richard. 'Als ik je had gedood om mezelf of Kahlan te verdedigen, had de Wach­ter door het ontstane gat deze wereld binnen kunnen komen. Ik moest je dwingen om het leven te kiezen en niet de dood, om te zorgen dat jij in leven bleef en de Wachter in de onderwereld zou blijven.'

'Ik had... het leven wel kunnen vernietigen,' zei Jennsen, ge­schrokken nu ze werkelijk begreep hoe weinig het had gescheeld of ze had een rampzalige vernietiging bewerkstelligd. 'Dat had ik niet toegestaan,' zei Tom blijmoedig. Jennsen legde haar hand op zijn arm en besefte dat ze voor hem gevoelens had die ze nooit eerder voor iemand had gehad. Hij vro­lijkte haar altijd weer op. Zijn glimlach maakte het leven voor haar de moeite waard. Betty stak haar snuit tussen hen in; ze ver­langde aandacht en wilde haar slapende kleintjes zien. 'Je kunt het leven niet erger verraden dan door onschuldigen uit te leveren aan de Wachter van de doden,' zei Cara. 'Maar dat heeft ze niet gedaan,' zei Richard. 'Ze heeft haar ge­zonde verstand gebruikt om de waarheid te ontdekken, en de waarheid om voor het leven te kiezen.' 'Je weet wel heel veel van magie,' zei Jennsen tegen Richard. Kahlan en Cara lachten zo hard dat Jennsen bang was dat ze van hun paard zouden vallen.

'Ik snap niet wat er zo grappig is,' mopperde Richard. De twee gingen nog harder lachen.