63
Donna gilde.
Ze voelde dat haar arm uit de kom werd gedraaid, hard tegen haar rug omhoog werd geduwd. Hoorde – en voelde – het scheurende geluid door haar lichaam trekken. Ze gilde opnieuw. De pijn werd heviger.
‘Ja,’ zei de agente tussen het hijgen door, ‘goed zo. En nu op je knieën, hoer.’
En dat deed ’t hem. Dat ene woord.
Hoer.
Donna haatte het. Weigerde zich zo te laten noemen. Ze zou het zeker niet pikken van een klant, ongeacht hoeveel hij haar betaalde. Nou, misschien had ze dat in het verleden wel gedaan, als ze wanhopig was, maar dan had ze gestaan op extra geld. Van tevoren. En had ze zich er naderhand vreselijk om gevoeld. Tegen die klant gezegd dat er zat meisjes waren die alles pikten om geld te verdienen, maar dat zij daar niet bij hoorde.
Hoer.
Ze haatte het. Pikte het niet. Het was een van de weinige dingen waar ze niet tegen kon. Het andere was een klap in haar gezicht. Als iemand dat bij haar deed, draaide ze zich om en stompte ze terug. Net als dat woord. Hoer. Het had op haar hetzelfde effect als spinazie op Popeye. Het gaf haar superkracht. Maakte haar verschrikkelijk kwaad. Verschrikkelijk, ontiegelijk kwaad.
Ze voelde dat Rose Martin haar omlaag duwde, voelde dat ze door haar knieën begon te zakken.
‘Goed zo, smerige hoer, ga op –’
En het werd haar rood voor de ogen. Alles draaide om haar heen. Donna knielde niet, kwam niet eens in de buurt van de vloer. Ze tilde haar rechtervoet op en stampte er zo hard mogelijk mee op Rose Martins rechterwreef.
De politieagente schreeuwde.
Donna voelde haar greep losser worden. Ze zou niet nog een kans krijgen. Als ze te lang wachtte, zou het haar alleen maar kwader maken. Ze stampte nog eens, harder nu. Schampte ook het scheenbeen van de politieagente.
Nog een schreeuw, een nog iets lossere greep.
Donna duwde omlaag met haar arm, zo hard als ze kon. Kreeg hem los, boog hem naar achteren en beukte met alle kracht die ze in zich had haar elleboog achteruit in Rose Martins ribben. Ze raakte haar recht in het middenrif en voelde de lucht die uit haar longen werd geperst langs haar oor stromen.
Donna draaide zich snel om en zag dat Rose Martin zich voorbereidde om haar opnieuw te grijpen. Zonder er al te veel bij na te denken, reikte ze naar het nachtkastje en pakte de lamp. Hij was klein, licht en goedkoop, maar ze moest het er maar mee doen. Ze zwaaide er zo hard mogelijk mee en raakte Rose Martins jukbeen. Ze zette al haar kracht erachter en zag het hoofd van de politieagente naar achteren klappen, haar lichaam draaien.
Rose Martin raakte de zijkant van het bed en belandde op de vloer.
Donna gooide de lamp opzij, haalde haar been naar achteren, mikte, trapte. Rose Martin schreeuwde. Donna hoorde en voelde ribben breken. Ze zwaaide haar voet naar achteren om het nog eens te doen. De adrenaline stroomde door haar lichaam en ze genoot van het gevoel van macht dat het haar gaf. Ze glimlachte. Een smeris trappen. Geweldig.
Maar haar uitgelatenheid was van korte duur. Rose Martin greep haar enkel vast, ving die halverwege de zwaai op en draaide hem om. Donna’s beurt om te gillen. Ze voelde haar knie verdraaien, hoorde kraakbeen scheuren toen haar been de verkeerde kant op ging. Toen ze probeerde mee te bewegen met de draai, het letsel zo veel mogelijk te beperken, dreunde ze tegen de vloer.
Ze zag dat Rose op haar knieën overeind kwam, met haar arm tegen haar gebroken ribben gedrukt, en op haar afkwam, vastbesloten door te gaan. Donna keek om zich heen op zoek naar een wapen. Er lag niets.
Toen dacht ze aan het keukenmes. Liggend op de grond wurmde ze het uit haar zak, in de hoop dat ze het te pakken kon krijgen voordat Rose Martin haar weer aanviel. Ze trok het eruit. Rose Martin was bij haar. Donna haalde het mes naar achteren en omklemde het heft uit alle macht, klaar om te steken.
Maar dat deed ze niet.
Er sneed een gil door de lucht. De twee vrouwen onderbraken hun gevecht en staarden naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Ben stond in de deuropening. Zijn gezicht was wit, zo bleek als een doodsmasker in een griezelfilm, en hij staarde naar de twee vrouwen.
Rose Martin hield zich in. Liet haar arm zakken.
Donna liet het mes zakken en duwde zich op haar ellebogen overeind. ‘Ben. Kom hier…’
Ben kwam niet in beweging.
‘Het is al goed,’ zei Rose Martin, die naar de jongen keek maar zijn blik niet ontmoette. ‘Ik ben van de politie.’
‘Ja,’ Donna hapte naar adem, ‘dat zal hem geruststellen, ja.’
Rose zuchtte en keek haar aan. Donna keek terug. Ze hadden allebei geen vechtlust meer. Een verdoofd soort schaamte kwam ervoor in de plaats.
Rose keek naar het mes. ‘Volgens mij kun je dat beter aan mij geven.’
Donna keek ernaar, en toen naar Rose. Ze overhandigde het mes met tegenzin. Rose stopte het in haar zak, greep de rand van het bed vast en hees zich overeind. ‘Moet ik je helpen?’
Donna probeerde ook overeind te komen. ‘Het lukt wel.’
De twee vrouwen werkten zich gepijnigd overeind. Stonden elkaar aan te kijken. Donna’s eerste ingeving was om ervandoor te gaan, maar die onderdrukte ze. Ja, ze had op het punt gestaan een politieagente aan te vallen met een mes. Ja, ze had die agente haar ribben gebroken. Maar die politieagente was haar huis binnengedrongen en had haar eerst aangevallen. Ze vermoedde dat ze hier niet de gevangenis voor in zou gaan. En te oordelen naar de uitdrukking op Rose Martins gezicht, dacht zij iets gelijksoortigs.
Donna keek naar Ben. ‘Wees eens lief en ga water opzetten.’
De jongen, nog altijd zonder met zijn ogen te knipperen, liep de slaapkamer uit.
De twee vrouwen keken elkaar aan.
‘Je had me belazerd,’ zei Rose Martin.
‘Sorry. Ik moest weg. Zodra ik wist dat er iets ergs was gebeurd met Faith, precies zoals ze had voorspeld, wist ik dat ik moest vluchten.’
Rose fronste haar voorhoofd. ‘Hoe bedoel je, precies zoals ze had voorspeld?’
‘Ze zei dat als haar iets overkwam, als ze op mysterieuze wijze om het leven kwam, ik Ben moest meenemen en ervandoor moest gaan. Want dan zou hij de volgende zijn. En daarna ik.’
Rose keek alsof ze haar wilde geloven, maar ze was er nog niet helemaal. ‘Wat doe je dan nu weer hier?’
Donna haalde haar schouders op en probeerde nonchalant over te komen. Dat mislukte. ‘Iets vergeten.’
‘Wat dan?’
Ze aarzelde. Rose dook er meteen bovenop.
‘Wát, vroeg ik.’
Donna zuchtte. Het had nu geen zin meer om te liegen. ‘Faith heeft een boek achtergelaten. Een dagboek. Daarin moet alles staan over wie er achter haar aan zat, wat er is gebeurd. Ze zei dat het voor de juiste mensen geld waard zou zijn.’
‘Waar is het dan?’
Donna haalde haar schouders weer op. ‘Weet ik niet.’
‘Heb je het nog niet gevonden?’
‘Nee.’
Rose Martin glimlachte. ‘Dan denk ik dat we er maar eens samen naar moeten gaan zoeken, hè?’
Donna wist dat ze geen keus had. Ze knikte.
De twee vrouwen, beurs en gepijnigd, hun woede op elkaar bekoeld, begonnen te zoeken.