108
‘Mag ik jullie aandacht, alsjeblieft?’ Glass stond voor het team en klopte op het raam van het kantoor achter hem om ieders aandacht te krijgen.
Mickey en Marina stonden achter in de kamer. Ze hadden een sms ontvangen met het verzoek om naar een briefing te komen terwijl ze het gebouw uit waren om ergens koffie te drinken. Marina had Mickey bijgepraat over Phils telefoontje. Mickey had zitten luisteren, en zijn mond was steeds verder opengevallen bij elke uitspraak die ze deed. Hij was zo kwaad, voelde zich zo gebruikt en verraden, dat hij niet had willen terugkeren naar het bureau.
Maar Marina had erop gestaan. ‘Laten we kijken wat hij te zeggen heeft,’ had ze gezegd. ‘Zodat we weten wat hij uitvoert en waar we mee te maken hebben.’ Omdat hij wist dat ze gelijk had, had Mickey met tegenzin ingestemd.
Nu stonden ze naar Glass te luisteren. De hoofdinspecteur had een triomfantelijke glans in zijn ogen. ‘Ik heb nieuwe informatie gekregen,’ kondigde hij aan, ‘over de man die Finn uit het ziekenhuis heeft ontvoerd. Ik weet waar hij hem heen heeft gebracht. Als we op tijd zijn, kunnen we hem nog tegenhouden.’
Marina en Mickey wisselden een blik. Dit was niet wat ze hadden verwacht.
‘Hij heeft de jongen naar een verlaten boerderij gebracht, in de buurt van Wakes Colne langs de weg naar Halstead. Hij is van plan hem te vermoorden. Wij moeten daar een stokje voor steken. Er is een gewapende arrestatie-eenheid opgeroepen, en die is onderweg. Ik zal hier persoonlijk de leiding over nemen en de eenheid aanvoeren. Deze man is gewapend en gevaarlijk. We nemen geen risico’s. Zijn er nog vragen?’
Mickey stak zijn hand op. ‘Waar komt deze informatie vandaan?’ Pas later voegde hij eraan toe: ‘Meneer.’
Glass keek hem geïrriteerd aan. ‘Een vertrouwelijke informant, rechercheur Philips. Wiens identiteit ik niet kan prijsgeven.’
Maar Mickey hield vol. ‘Was het de persoon die ik vandaag in de verhoorkamer had?’
‘Rustig,’ fluisterde Marina hem toe.
Glass was duidelijk geërgerd, maar hij kon het niet laten merken nu alle aanwezigen naar hem keken. ‘Zoals ik al zei, rechercheur Philips, dat kan ik niet prijsgeven.’
‘Zal iemand van hier deel uitmaken van het team dat met u meegaat?’ vroeg Mickey. ‘Wij zijn immers het mis.’
‘Nee,’ zei Glass beslist. ‘Ik ben de enige hier met vuurwapentraining. Ik ben de logische keus. En ik wil op dit moment ook de exacte locatie van die boerderij niet prijsgeven, aangezien die informatie gelekt kan worden en de ontvoerder er dan vandoor kan gaan. En dat willen we niet.’ Hij keek snel om zich heen in de kamer, klaar om nog meer tegenstand de kop in te drukken. ‘Als er verder geen vragen zijn, dan moet ik me gaan voorbereiden. Hiermee zal het hele bureau er goed op komen te staan. Een enorme morele opsteker, een dikke veer. Bedankt.’
Hij stapte achter de tafel vandaan, beende langs Marina en Mickey en liep de deur uit. Na zijn vertrek viel er een stilte.
Marina wendde zich tot Mickey. ‘Was dat een “ik spring weer op de bres”-moment?’
Mensen om haar heen lachten.
Mickey niet. ‘Wat was dat nou allemaal?’ zei hij tegen haar. ‘Hoe komt hij aan die informatie? Van Lynn Windsor?’
‘Ik denk niet dat het uitmaakt,’ antwoordde Marina. ‘Hij speelt een ander spelletje.’ Ze dacht even na. ‘Ik moet een telefoontje plegen.’
‘Naar wie?’
‘Naar je baas. Je echte baas. Ik denk dat het team een echte briefing nodig heeft. Kom mee. We kunnen hier niet blijven.’
Ze draaide zich om en vertrok. Mickey, verward maar opgewonden, ging mee.