116

‘Ze zijn geladen.’ Fennell, met zijn vinger tegen zijn oortje aan gedrukt, wendde zich tot de rest van de groep. ‘De trucks zijn zojuist uit de haven vertrokken. Ze komen hier straks langs.’

Het konvooi had zich opgesplitst, en ze stonden nu op de parkeerplaats van een megastore langs de buitenrand van Harwich. De winkel was gesloten en de parkeerplaats – net als de wegen eromheen – was verlaten. Het regende nog steeds, de lantaarns op de parkeerplaats verspreidden onregelmatige lichtpoelen die het aflegden tegen de regen en de duisternis. Hun wagen stond in de schaduw van het hoofdgebouw. Ze waren niet te zien vanaf de hoofdweg, maar ze hadden goed uitzicht op de weg vanaf de haven.

Een andere wagen van het konvooi was naar de ingang van het opslagterrein bij het import-exportbedrijf gereden en stond daar te wachten. Hun bestemming was een reeks pakhuizen op een omheind handelsterrein voorbij de olieraffinaderij. Ze wilden niet te snel gaan, zichzelf niet verraden.

De derde wagen wachtte bij de haven zelf. Hij stond naast de hoge metalen hekken met vrij uitzicht over de halflege vrachtwagenparkeerplaats bij de loshellingen. Een van de inzittenden daarvan had hem gebeld.

Zodra Fennell sprak, veranderde de stemming in de wagen. Tot dat moment was er geforceerde humor geweest, had de spanning onnozele, niet grappige dingen opgeklopt tot hilarische niveaus, de meest onamusante uitspraken lachwekkend gemaakt. Maar door zijn woorden veranderde dat allemaal. Nu waren ze geconcentreerd, voorbereid. Geen gelach meer. Geen gepraat meer. Een team dat een klus te klaren had.

Mickey keek naar Clemens. Op het eerste gezicht leek hij even geconcentreerd als de rest, met zijn ogen – en gedachten – puur gericht op de te klaren klus. Maar Mickey bekeek hem wat beter. Hij leek afwezig, er niet helemaal bij. Zijn lippen waren omgekruld in een verwachtingsvol glimlachje.

Mickey verplaatste zijn blik naar Fennell. De andere man praatte weer in zijn microfoontje. Mickey dacht dat hij misschien even rustig met hem moest overleggen, hem moest waarschuwen dat Clemens hiervoor mogelijk niet helemaal in de juiste gemoedstoestand was. Dat hij een gevaar kon vormen. Maar daar zou hij nu geen kans toe krijgen. Hij hoopte maar dat iemand anders het ook zou opmerken. En intussen zou hij Clemens gewoon in de gaten moeten houden.

Fennell wendde zich weer tot de groep. ‘Zijn er nog vragen?’

‘Ja,’ zei Mickey. ‘Weten we wie daar is? Balchunas? Nog anderen?’

‘Nee,’ antwoordde Fennell. ‘Maar hem kunnen we verwachten. En misschien Fenton, ik weet het niet. Was dat het?’

Mickey weer. ‘Weten we ook wat de trucks gaan doen als ze eenmaal de poort door zijn?’

Clemens keek hem aan. Grijnslachte.

Mickey negeerde hem.

‘Goeie vraag,’ zei Fennell. ‘Nee, dat weten we niet. Als alles volgens plan verloopt, stappen we naar voren en betrappen ze op heterdaad. Simpel.’

‘En zo niet?’ vroeg iemand anders.

‘Dan improviseren we,’ zei Clemens. ‘We doen wat we moeten doen om ze te pakken.’

‘Oké,’ zei Mickey.

Fennell draaide zich naar voren, weer in gesprek. Mickey keek nog eens naar Clemens. Zijn vinger dwaalde geen ogenblik ver bij zijn trekker uit de buurt.

Fennell verbrak de verbinding en wendde zich tot de rest. ‘De trucks kunnen ieder moment langskomen.’

Ze wachtten. Een paar seconden later – hoewel het voelde als minuten – kwamen er twee trucks met metalen containers langsrijden.

‘Daar gaan we,’ zei Fennell.

Ze wachtten nog heel even en volgden toen op een afstandje.

Gekooid
Gekooid1.html
Gekooid2.html
Gekooid3.html
Gekooid4.html
Gekooid5.html
Gekooid6.html
Gekooid7.html
Gekooid8.html
Gekooid9.html
Gekooid10.html
Gekooid11.html
Gekooid12.html
Gekooid13.html
Gekooid14.html
Gekooid15.html
Gekooid16.html
Gekooid17.html
Gekooid18.html
Gekooid19.html
Gekooid20.html
Gekooid21.html
Gekooid22.html
Gekooid23.html
Gekooid24.html
Gekooid25.html
Gekooid26.html
Gekooid27.html
Gekooid28.html
Gekooid29.html
Gekooid30.html
Gekooid31.html
Gekooid32.html
Gekooid33.html
Gekooid34.html
Gekooid35.html
Gekooid36.html
Gekooid37.html
Gekooid38.html
Gekooid39.html
Gekooid40.html
Gekooid41.html
Gekooid42.html
Gekooid43.html
Gekooid44.html
Gekooid45.html
Gekooid46.html
Gekooid47.html
Gekooid48.html
Gekooid49.html
Gekooid50.html
Gekooid51.html
Gekooid52.html
Gekooid53.html
Gekooid54.html
Gekooid55.html
Gekooid56.html
Gekooid57.html
Gekooid58.html
Gekooid59.html
Gekooid60.html
Gekooid61.html
Gekooid62.html
Gekooid63.html
Gekooid64.html
Gekooid65.html
Gekooid66.html
Gekooid67.html
Gekooid68.html
Gekooid69.html
Gekooid70.html
Gekooid71.html
Gekooid72.html
Gekooid73.html
Gekooid74.html
Gekooid75.html
Gekooid76.html
Gekooid77.html
Gekooid78.html
Gekooid79.html
Gekooid80.html
Gekooid81.html
Gekooid82.html
Gekooid83.html
Gekooid84.html
Gekooid85.html
Gekooid86.html
Gekooid87.html
Gekooid88.html
Gekooid89.html
Gekooid90.html
Gekooid91.html
Gekooid92.html
Gekooid93.html
Gekooid94.html
Gekooid95.html
Gekooid96.html
Gekooid97.html
Gekooid98.html
Gekooid99.html
Gekooid100.html
Gekooid101.html
Gekooid102.html
Gekooid103.html
Gekooid104.html
Gekooid105.html
Gekooid106.html
Gekooid107.html
Gekooid108.html
Gekooid109.html
Gekooid110.html
Gekooid111.html
Gekooid112.html
Gekooid113.html
Gekooid114.html
Gekooid115.html
Gekooid116.html
Gekooid117.html
Gekooid118.html
Gekooid119.html
Gekooid120.html
Gekooid121.html
Gekooid122.html
Gekooid123.html
Gekooid124.html
Gekooid125.html
Gekooid126.html
Gekooid127.html
Gekooid128.html
Gekooid129.html
Gekooid130.html
Gekooid131.html
Gekooid132.html
Gekooid133.html
Gekooid134.html
Gekooid135.html
Gekooid136.html
Gekooid137.html
Gekooid138.html
Gekooid139.html
Gekooid140.html
Gekooid141.html
Gekooid142.html