44
‘Oké,’ zei Glass, ‘het eerste wat ik moet zeggen, is dat we nu betrokken zijn bij twee lopende zaken van groot belang, die we tegelijkertijd zullen behandelen.’
Phil wachtte op zijn beurt om het woord te nemen. Voordat Glass bij hen kwam, had Phil de briefings altijd geleid. Hij was niet de meest hooggeplaatste agent in het team, maar als inspecteur was zijn rol het meest direct. Glass had daar verandering in gebracht. Hij had zonder tegenspraak te dulden verklaard dat hij degene moest zijn die als gastheer optrad tijdens de briefings. Zelfs wanneer hij niet direct wist waar de zaak om draaide.
‘Phil,’ zei Glass, wijzend. Phil keek op toen zijn naam werd genoemd. ‘Inspecteur Phil Brennan zal de leiding hebben over beide onderzoeken.’ Hij keek Phil aan en hief zijn hand omhoog, alsof hij een illusionist was die een vrijwilliger uit het publiek liet zweven. Phil stond op en stapte naar voren.
Hij probeerde de nachtmerrie van de afgelopen nacht van zich af te zetten. Zijn recente angsten veilig opgesloten te houden. Zich te concentreren op zijn team, op wat hij te doen had. Hij moest zich erdoorheen werken, er niet aan toegeven.
Hij keek naar de gezichten van de aanwezigen en zijn blik viel op Marina. In haar ogen was haar bezorgdheid om hem te zien, haar ongerustheid. De liefde. Hij voelde een diepe schaamte, schuldgevoel om hoe hij haar behandelde. Er ging iets mis met hem. Heel erg mis. Hij wist niet wat. En de enige die hem kon helpen… Hij kon het haar niet vertellen. Want hij wist niet hóé hij het haar moest vertellen. Omdat hij het zelf niet begreep.
Hij wist wat haar vermoedens moesten zijn. Wat ze van hem moest denken. En daar moest hij iets aan doen. Voordat die gevoelens uitkristalliseerden. Voordat ze zich van hem verwijderde zoals hij zich van haar had verwijderd.
Voordat hun relatie eronder leed.
Concentreer je op het team, dacht hij opnieuw. Op het werk. Op wat er te doen is. De rest zal moeten wachten.
‘Oké,’ begon Phil, die zijn blik langs de aanwezigen liet gaan, ‘zoals jullie weten is er gisteravond een moord gepleegd in het Halstead Manor Hotel. De foto’s zijn beschikbaar voor als je ze wilt zien en nog niet hebt ontbeten. Ik raad het je alleen niet aan als het niet echt hoeft. Iemand heeft het slachtoffer op brute wijze toegetakeld.’
Adrian Wren fronste zijn voorhoofd. ‘Halstead Manor… Is dat niet waar ooit die commune zat?’
‘Jaren geleden,’ zei Glass. ‘Ik zat bij het team dat daar onderzoek naar deed. Een van mijn eerste zaken als diender. Ik herinner het me nog goed. Maar ik denk niet dat het relevant is.’
Adrian knikte. Phil wachtte af om zeker te weten dat er verder niets meer van Glass zou komen. Toen ging hij door.
‘Het slachtoffer heette Adam Weaver, maar hij stond bij het hotel ingeschreven als Robin Banks.’
Hier en daar werd gelachen.
‘Ja, ik weet het,’ zei Phil. ‘Adam Weaver was een zakenman uit Litouwen. We weten niet waarvoor hij hier was, maar dat wordt nagetrokken. We weten wel dat hij in de raad van bestuur zat van het bedrijf dat eigenaar is van het hotel.’
Phil was zich ervan bewust dat Glass zich naar voren had gebogen en met meer aandacht naar hem luisterde.
‘En er is nog iets anders,’ vervolgde Phil. Hij keek zijn rechercheur aan. ‘Mickey?’
Mickey schraapte zijn keel. ‘Ja.’ Hij stond niet op, maar richtte zich wel tot de rest van de groep. ‘Adam Weaver. Ik denk dat ik die man gisteren heb gezien bij Fenton Associates, het advocatenkantoor vlak naast het huis waar we dat kind in die kooi hebben gevonden. En later nog een keer, bij de aannemer. Hij zat in de auto bij Karolis Balchunas, de baas van het aannemersbedrijf.’
Anni keek op. ‘Dus de twee zaken houden verband met elkaar?’
Phil werd zich bewust van Glass’ kritische blik. Hij negeerde hem.
‘Dat weten we nog niet,’ zei Phil. ‘Maar we hebben Balchunas nagetrokken, en hij is ook een Litouwer. Datzelfde geldt voor de meeste van zijn personeelsleden.’
Glass schraapte zijn keel. ‘Dus een zakenman uit Litouwen wordt vermoord terwijl hij op bezoek is bij een andere Litouwse zakenman die hier woont. Wat heeft dat met de jongen in de kelder te maken?’
‘Dat weet ik niet. Maar als het iets met elkaar te maken heeft, komen we er wel achter.’
‘Als je het logisch bekijkt,’ zei Glass, ‘dan klinkt het naar een zakenrivaal die heeft gewacht tot Weaver het land uit was voor hij zijn daad pleegde, ergens waar geen onderzoek naar hem kan worden gedaan. Hij had vast rivalen in Litouwen. Het is daar net het Wilde Westen.’
‘Dat zou best kunnen, meneer.’ Phil was duidelijk geërgerd door de onderbreking, ‘en dat gaan we uitzoeken. Het is één onderzoeksrichting. Een andere mogelijkheid is dat deze zaak te maken heeft met wat we gisteren hebben gevonden.’
Glass haalde zijn schouders op.
‘We houden onze opties open.’ Phil keek weer naar zijn rechercheur. ‘Bedankt, Mickey.’
Mickey knikte, en daarbij maakte hij oogcontact. Phil wist wat die blik betekende. Mickey was hem dankbaar dat hij niet had gezegd dat hij Weaver nog ergens anders van had herkend. Dat was een invalshoek waarvan ze hadden afgesproken dat Mickey die op eigen houtje zou uitzoeken. Als het iets opleverde, geweldig. Weer een aanwijzing. Zo niet, nou ja, die dingen gebeurden ook in het politiewerk.
‘Kan het een professionele aanslag zijn geweest?’ vroeg Anni.
‘Nou,’ zei Phil, ‘wat mij betreft zag het er niet heel professioneel uit. Het was een van de gruwelijkste moorden die ik ooit heb gezien. Wat een agressie. Meestal zie je dat soort dingen alleen als het persoonlijk is. Dus dat weten we nog niet. We hebben meer informatie nodig.’
‘Zijn er al sporen? Aanwijzingen?’ Dat werd gevraagd door Adrian.
‘Niet veel,’ antwoordde Jane Gosling. ‘Maar iemand met het signalement van de zwerver die we gisteren hebben verhoord is in de omgeving gezien.’
‘Wat?’ Phil keek naar de aanwezigen. ‘Ik dacht dat hij nog vastzat. Met wiens toestemming is hij losgelaten?’
Glass boog zich naar voren. ‘De mijne.’
Phil keek verwonderd en een beetje boos. ‘Waarom?’
Glass stak zijn handen omhoog. ‘Denk je dat hij onze moordenaar is?’
‘Nee, maar –’
‘Precies. Dus heb ik hem laten gaan.’
‘Maar hij heeft misschien iets gezien. Weet misschien iets.’
‘Hij had ons niets meer te vertellen,’ zei Glass. ‘Hij is grondig verhoord. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen die hem gesproken heeft het erover eens is dat de dader, degene die die jongen naar de kelder heeft gebracht, jonger en fitter moet zijn geweest dan onze zwerver. En beter in staat tot planmatig handelen. Die kerel was niet eens een volledig functionerend mens. En zeker niet sterk genoeg.’
‘Kan hij niet aan de drugs zijn geweest?’ vroeg Mickey.
‘Bijna zeker,’ antwoordde Glass.
‘Nou, dan weet je het nooit,’ vervolgde Mickey om zijn baas bij te vallen. ‘Als ze eenmaal wat hebben gebruikt…’
Glass was duidelijk geërgerd omdat hij werd verhoord. ‘Ik heb hem laten gaan. Dat was mijn besluit, en daar sta ik nog steeds achter. We gaan verder.’
‘En nu,’ zei Phil, ‘duikt hij op bij een hotel waar een van de gasten is vermoord.’
Glass’ stem werd luider. ‘Als het al dezelfde man was, inspecteur.’
‘Laten we dat uitzoeken. Kijken of hij het was.’
Glass zei niets, maar zijn zwijgen maakte duidelijk wat hij van Phils uitspraken vond. Phil wachtte op een volgende onderbreking. Die kwam niet.
‘Ga door, inspecteur.’
Phil ging door. ‘Daar staan we dus. We kijken naar Weavers leven. Zoeken naar vijanden, zowel hier als in het buitenland. En naar vrienden. We trekken nu ook na waar en wanneer die zwerver is gezien. We laten niks verslappen.’
‘Dank je.’ Glass stond op om het weer over te nemen.
‘Ik ben nog niet helemaal klaar,’ zei Phil.
Glass ging met tegenzin weer zitten.
‘Ik besef dat we aan twee zaken tegelijkertijd werken. Ik weet ook dat die normaal gesproken allebei een hogere status zouden krijgen, met een fatsoenlijk werkbudget. Al is dat in deze tijd misschien niet mogelijk.’ Hij keek Glass aan, die niet reageerde. ‘Nou, met dat in gedachten heb ik een oude vriend van me gevraagd ons te komen assisteren. Een gepensioneerde agent die behoorlijk wat dienstjaren achter de rug heeft. We proberen al tijden hem terug te krijgen om aan cold cases te werken, en hij heeft beloofd ons een handje te helpen bij deze twee.’
Phil keek naar de dubbele deuren.
‘Don Brennan.’
Op zijn teken kwam Don binnen.
En Glass’ opwinding nam behoorlijk toe.