15
Fris-koele winterochtenden.
De geur van brandende bladeren.
Onze adem die wolkjes vormt in de lucht
Ava sloeg het geflirt en gegiechel van de meisjes met Jean-Paul gade. Hij leunde op een hooivork, zijn shirt slordig in een spijkerbroek gestopt waar zijn smalle heupen en lange benen goed in uitkwamen. Hij had zijn mouwen opgestroopt, zodat zijn bruine onderarmen zichtbaar waren, en zijn handen die al ruw waren geworden door het werken in de tuin. Hij keek hen hooghartig aan, zijn mondhoeken geamuseerd opgetrokken, en genoot duidelijk van hun aandacht. Ava stond naast Toddy te doen alsof ze naar de kinderen keek, maar hield hem vanuit haar ooghoeken in de gaten. Lizzie en Samantha bogen zich naar hem toe en hun lichaamstaal liet er geen misverstand over bestaan dat ze hem aantrekkelijk vonden. Ava vond deze flirterige dans uitermate fascinerend en moest terugdenken aan haar kennismaking met Phillip. Dat leek lang geleden. In het gezelschap van deze twee jonge mensen voelde ze zich oud en slonzig – een patrijs naast twee paradijsvogels.
‘Denk jij wat ik denk?’ zei Toddy, die Mr. Frisby van haar schouder liet huppen om rond te rennen tussen de groentebedden.
‘Ik betwijfel het, Toddy,’ antwoordde Ava droogjes.
‘Als ik Lizzie en Samantha zo zie, krijg ik een akelig volwassen gevoel.’
‘Ja, ik snap wat je bedoelt,’ beaamde ze met een zucht.
‘Ik had nooit gedacht dat ik me nog eens zo oud zou voelen. Zij hebben hun hele leven nog voor zich. Verkering, trouwen, kinderen. Zij kunnen hun echtgenoot nog kiezen. Ik word er helemaal somber van als ik bedenk dat ik nooit meer zo zal flirten, of voor het eerst de liefde zal bedrijven.’
‘Wij hebben andere dingen om naar uit te kijken,’ zei Ava, terwijl ze niet precies had kunnen zeggen welke dingen dat dan waren.
‘Zoals buitenechtelijke verhoudingen en echtscheidingen.’
‘Niet zo cynisch, Toddy.’
‘Nou, zo’n fantastische man heb ik nou ook weer niet. Soms zou ik liever een andere hebben. Mensen zouden niet zo lang getrouwd moeten blijven. Vroeger ging je op je dertigste dood. Nu we zo veel langer leven, is het net of je twee levens hebt. Volgens mij zou je halverwege moeten kunnen stoppen en als het saai begint te worden met een ander moeten kunnen verdergaan. Snap je wat ik bedoel?’
‘Min of meer.’ Ava lachte haar vol genegenheid toe.
‘Niet dat ik van plan ben bij hem weg te gaan, dat weet je wel. Maar stiekem geniet ik ervan er af en toe over te fantaseren. Weet je, als ik eerlijk ben, zou ik helemaal geen bezwaar hebben tegen een verhouding. Mits ik zou kunnen garanderen dat die geheim bleef. Zodat niemand er ooit van zou weten of erdoor gekwetst zou worden.’
‘Had je een speciaal iemand in gedachten?’
‘Nee. Dat is het volgende probleem, natuurlijk. In Hartington komt niemand in aanmerking. Maar die opwinding van eerste, bedwelmende ontmoetingen mis ik wel. Mijn huwelijk is een beetje te comfortabel geworden, als een oude pantoffel die ik met goed fatsoen niet meer kan dragen. Het vuur is eruit. Liggen Phillip en jij nog vaak te rollebollen dan?’
‘Toddy, dat kun je me niet vragen!’ Ava voelde zich in verlegenheid gebracht.
‘Kom op, zeg. Vergaat het ons niet allemaal hetzelfde? Zitten we niet allemaal in hetzelfde schuitje?’
Ava sloeg haar armen over elkaar. ‘Sorry, Toddy. Phillip en ik hebben een heel gezond huwelijk.’
‘O.’ Toddy klonk teleurgesteld. ‘Dus voor jou geen verhouding?’
‘Nee.’
‘Nou, dat is dan een geluk bij een ongeluk. Dan zitten we tenminste niet achter dezelfde man aan!’
‘Dat is waar,’ beaamde Ava. ‘Ik kan gelukkig zeggen dat ik blij ben met de man die ik heb.’
Ava ging naar binnen om even te kijken bij mevrouw Marley, de kokkin, een broodmagere vrouw met haar grijze haar in een knotje gebonden en een vriendelijke glimlach die ze zonder onderscheid des persoons aan iedereen schonk. Ze stond bij het aanrecht zomererwten en pronkbonen af te gieten, die Ava had geplukt en ingevroren. ‘Kan ik Phillip naar binnen sturen om de schalen te halen?’ vroeg Ava. Mevrouw Marley glimlachte haar door een wolk stoom heen toe.
‘Heel goed, mevrouw L, als u het niet erg vindt. Die bonen zijn verrukkelijk. Ik heb er even een paar geproefd.’
‘Wil je een zak mee naar huis nemen voor vanavond?’
‘O, mevrouw L, zou u dat goedvinden?’ Ze kreeg een roze kleur van vreugde.
‘Natuurlijk. Ik heb er zo veel.’
‘Dat zal Stanley fijn vinden. Hij houdt ontzettend van lekker eten.’
‘De liefde van de man gaat door de maag, mevrouw Marley.’
‘Zo hou je hem ook bij je,’ voegde ze er met een grijns aan toe. ‘Helaas geldt dat niet voor kinderen, hè? Die geef je te eten en daarna vliegen ze uit. Mijn Nigel is nu bijna vijftien. Hij laat zijn avondeten gewoon staan om fish and chips te gaan eten met zijn vriendin. Ik had nooit gedacht dat hij nog eens een meisje zou verkiezen boven een stuk vlees en twee soorten groente aan de keukentafel van zijn moeder.’
‘Hij gaat echt nog lang het huis niet uit, mevrouw Marley. En die Susie van u is nog maar klein.’
‘Mijn Susie…’ Ze glimlachte teder toen ze aan haar moest denken. ‘Ze is een hummeltje. Ja, ik heb tenminste Susie nog.’
‘Maar de tijd vliegt wel, hè?’ Ava aarzelde even. ‘Ik zou mijn kinderen wel willen invriezen, zodat ze nooit groter kunnen groeien. Ik zou mezelf wel willen invriezen. Ik wil ook niet groter groeien.’
Mevrouw Marley moest lachen en gaf haar een paar ovenwanten aan. ‘Het probleem, mevrouw L, is dat je je vanbinnen nooit volwassen zult voelen. Elke ochtend dat ik in de spiegel kijk schrik ik van wat ik zie, echt waar. Ik had vroeger zulk ravenzwart haar, dat was mijn grote trots. En nu ben ik zo grijs als een duif!’
Toen Ava de keuken uit liep, met een schaal knapperige gebakken aardappels in haar handen, kwam Jean-Paul haar tegemoet. ‘Kan ik helpen?’ vroeg hij.
‘Nee hoor,’ antwoordde ze. ‘Alles is geregeld. Ga jij maar naar binnen om de meisjes aangenaam bezig te houden.’ Ze grijnsde hem schalks toe.
‘Je dacht toch niet dat die me interesseren?’
‘Waarom in vredesnaam niet? Ze zijn er knap genoeg voor.’
‘Ik vind ze te jong en onervaren. Ik hou van een vrouw die heeft geleefd. Het zijn best leuke meiden, maar ze zijn even onrijp als een paar groene appels die nog aan de boom hangen.’
‘Jean-Paul toch!’ protesteerde ze, terwijl ze een blos naar haar kaken voelde stijgen.
‘Ik heb liever appels die al van de boom gevallen zijn.’
‘Die exemplaren vol blutsen en bruine plekken, waar de bijen van hebben gegeten?’ Ze liep langs hem heen door de gang naar de eetkamer. Maar haar konen bleven rood door de manier waarop hij haar had aangekeken.
‘Ja. Dat zijn de beste. Ze zijn zoeter. De groene zijn een tikje zuur.’
Ava stapte met veerkrachtige tred en een brede glimlach op haar gezicht de eetkamer binnen. Ze had zich naast Lizzie en Samantha oud en slonzig gevoeld, maar nu voelde ze zich aantrekkelijk – iets waar ze een hele tijd niet bij had stilgestaan. Haar uiterlijk had nooit hoog op haar prioriteitenlijstje gestaan. Natuurlijk plaagde Jean-Paul maar wat. Ze was getrouwd, en er was trouwens geen enkele chemie tussen hen. Maar een beetje vleierij deed niemand kwaad.
Jean-Paul was een plek toebedeeld tussen Lizzie en Samantha in. Toddy hield vanaf de andere kant van de tafel, waar ze tussen Phillip en Donald in zat, een oogje in het zeil. De drie jonge mensen lachten en dolden samen. Toddy was er blij om. Ze was verzot op haar nichtjes, en heel dol op Ava. Ze vond het fijn om iets voor haar terug te kunnen doen door haar van Jean-Paul te ontlasten. Als Lizzie en Samantha hem zouden voorstellen aan hun vrienden, zou Ava daar dankbaar voor zijn. Wat moest ze tenslotte met hem aan als ze niet in de tuin aan het werk waren? Die arme knul moest jonge mensen van zijn eigen leeftijd om zich heen hebben met wie hij kon optrekken. Ze wist hoe vervelend Ava het vond om zich gebonden te voelen door iemand anders dan Phillip.
Ava keek naar haar kinderen. Tijdens het hoofdgerecht hadden ze honderduit gepraat, maar nu ze op de bramen-appelkruimeltaart met custard van mevrouw Marley aanvielen, deden ze er het zwijgen toe. Poppy probeerde met veel moeite nog een lepel custard voor zichzelf op te scheppen. Ava voelde dat er naar haar werd gekeken en zag toen ze zich omdraaide dat Jean-Paul haar weemoedig zat op te nemen. Ze fronste haar wenkbrauwen. Hij ontwaakte met een schokje uit zijn trance en knikte naar Poppy. Ava trok een gezicht om aan te geven dat ze haar haar gang moesten laten gaan. Ze raakte even in de war. Zijn blik was vol tederheid geweest.
Jean-Paul kwam Poppy te hulp voordat ze de hele tafel onder de custard kliederde. Ava draaide zich om om iets tegen haar vader te zeggen en probeerde welbewust niet naar Jean-Paul te kijken. Zijn geflirt was charmant, maar ze zou er niet van in katzwijm vallen zoals die dolle meiden, die nu allebei stilletjes deden nu hij zich niet meer met hen bezighield. Trouwens, het gaf geen pas om aan het middageten ten overstaan van haar man te gaan zitten flirten, en het kon ook niet omdat Jean-Paul haar werknemer was.
Na de lunch kondigde Verity aan dat het tijd werd om op te stappen. ‘De A303 is een doffe ellende op zondagmiddag als we niet vroeg op pad gaan.’ Donald had zich net op de bank naast Samantha geïnstalleerd, waar hij al had willen zitten vanaf het moment dat ze was binnengekomen, maar Verity stuurde hem weg om Heinz te gaan zoeken. ‘Het laatste wat ik heb gehoord is dat hij piraatje speelde bij de holle boom,’ zei ze tegen hem.
‘Nee, lieverd, ik heb hem zijn middageten gegeven achter in de auto en daarna mocht hij even wandelen. Waarom ga je hem niet roepen? Naar jou luistert hij wel.’
Als hij aan de andere kant van de tuin is, hoort hij me toch niet.’ Ze schudde haar hoofd bij zijn armzalige pogingen om een meisje het hof te maken dat jong genoeg was om zijn dochter te kunnen zijn. ‘Echt, wat zijn mannen op leeftijd toch sneu!’ siste ze Ava toe terwijl ze de hal in beende. ‘Heb jij Heinz gezien?’
‘Ik help je wel even zoeken,’ bood Ava aan. Jean-Paul bleef in de zitkamer op de haardbank met Lizzie zitten praten. Samantha probeerde zich te concentreren op Donalds vragen, maar haar blik dwaalde telkens naar haar zus.
‘Arme papa,’ zei Ava. ‘Samantha wil niets liever dan met Jean-Paul praten, maar ze kan geen kant op.’
‘Haar verdiende loon, die malle meid,’ snoof Verity. ‘Dan had ze maar niet zo’n rare tekst op haar shirtje moeten zetten.’
‘Dat is Lizzie, mama.’
‘Voor mij zijn ze allebei gelijk. Te veel make-up op hun ogen en te grote leeghoofden, en dan heb ik het nog niet eens over hun haar.’ Ze raakte teder haar suikerspinkapsel aan. ‘Gelukkig is die afschuwelijke lipgloss er onder het eten af gegaan. Jonge meisjes doen tegenwoordig te veel blauwe eyeliner op. Het is verschrikkelijk. Die kruimeltaart was trouwens heerlijk. Had jij die gemaakt?’
‘Nee, mevrouw Marley.’
‘Ze is wel een juweel, hè? Altijd even vrolijk. Ik hou van vrolijke mensen. Zalige gebakken aardappeltjes. Lekker knapperig. Wat is haar geheim?’
‘Olie met kruiden uit de tuin erin.’
‘Ah, dat verklaart alles. Zou je het erg vinden om wat eten voor me in te pakken? Ik zou er graag wat van mee naar huis nemen, voor je vaders middageten morgen. Je weet hoe dol hij op aardappeltjes is, vooral de jouwe.’
‘Ik kan wel een hele mand voor je maken, met ook wat wortels en pronkbonen.’
‘Lieverd, je bent geweldig. En dan te bedenken dat je mijn kind bent. Ik zou het niet geloven als je niet zo veel op me leek.’ Ze keek haar dochter van opzij aan. ‘Je kunt me wel raar aankijken, maar ik wil alleen maar zeggen dat ik een heel fraaie botstructuur heb en mooi oud ben geworden. Als je naar mij kijkt, weet je hoe jij er later uit komt te zien, en dat is lang niet slecht. Ik snap niet waarom je vader zich met dat jonge grut wil bezighouden. Het is onbetamelijk en heel dwaas. Ze lachen hem alleen maar uit.’
‘Hij voelt zich er weer jong door,’ antwoordde Ava vriendelijk. ‘En ze vinden het vast niet erg. Volgens mij voelen ze zich gevleid omdat een intelligente heer als papa de tijd neemt om naar hun wel en wee te vragen. Ze zouden er dankbaar voor moeten zijn. Want uit zichzelf hebben ze niet veel te melden, hè?’
Ava en Verity liepen de tuin door om Heinz te roepen, maar het hondje liet zich niet zien. Donald hoorde hun stemmen en ontspande zich. Het zou wel even duren voordat ze dat rotbeest hadden opgespoord. Het was niet zijn idee geweest om een worst op pootjes te kopen die klein genoeg was om in een konijnenhol of dassenburcht te verdwijnen. Hij had een hond van Bernies formaat leuker gevonden; dan hoefde je tenminste niet de hele tijd op te letten waar je je voeten neerzette!
Na tien minuten verscheen Ava met een rood gezicht en buiten adem in de deuropening. ‘We hebben hulp nodig,’ riep ze. Er daalde een stilte over de kamer neer. ‘We zijn Heinz kwijt. Hij is nergens te vinden.’
‘Goeie god!’ blies Donald, en hij hees zichzelf overeind. ‘Sorry, Samantha. Nu moet je op die mooie schoentjes het grasveld op.’
‘Dat vind ik niet erg, hoor,’ antwoordde ze. ‘Ik wil graag zien wat Jean-Paul in de tuin heeft gedaan!’ Samantha giechelde. En tegen Jean-Paul: ‘Ik weet niets van bloemen. Misschien kun je ons rondleiden.’
‘Met een beetje geluk zit hij vast in een hoi, dat zul je zien!’ vervolgde Donald binnensmonds. ‘Ik heb het toch al nooit een prettig beest gevonden.’ Hij wendde zich tot Jean-Paul. ‘Kom mee. Jij kent inmiddels vast alle hoeken en gaten.’
Jean-Paul haalde zijn schouders op. ‘Dat begint te komen. Het terrein is groot. Laten we de kinderen gaan halen om te helpen. Als we er een spelletje van maken, vinden ze het vast leuk.’
‘En met een beetje geluk zijn die klein genoeg om in alle konijnenholen te kijken,’ voegde Phillip eraan toe, en hij zag zoiets grappigs voor zijn geestesoog dat hij ervan moest grinniken.
‘Goed idee,’ zei Ava, en ze haastte zich de gang door om over het veld naar de holle boom te roepen. Op de kreten van hun moeder kwamen de kinderen naar buiten getuimeld als bijen uit een bijenkorf; roepend om Heinz vlogen ze over het grasveld.
Verity raakte in alle staten. Heinz was haar kindje. ‘Als hij dood is, zal ik het mezelf nooit vergeven,’ jammerde ze handenwringend. Haar suikerspinkapsel was inmiddels flink aan het inzakken en de plukken haar staken uit rondom haar hoofd als de pluisbol van een paardenbloem. Haar gezicht leek er plotseling wat iel door, omlijst door zo’n wolk van haar.
‘Als hij ervandoor is, trek ik een fles Dom Perignon open,’ mompelde Donald tegen Phillip. Het begon donker te worden.
Toddy moest aan Mr. Frisby denken. Ze had hem sinds ze waren gaan lunchen niet meer gezien. Niet dat ze zich zorgen maakte; hij kwam altijd terug. Mr. Frisby wist wel waar hij zijn kaarsje moest laten branden. Ze liep naar de voorkant van het huis om in de kofferbak van de landrover te kijken. Daar, knus tussen de oude dekens en Toddy’s rijlaarzen gevlijd, lagen Heinz en Mr. Frisby, allebei uitgeput na een ochtend vol activiteiten in de holle boom. ‘O god,’ zei ze met een zucht, schuldbewust omdat haar huisdier dat van Verity had meegetroond. ‘Hoe moet ik dit nou aan Verity vertellen?’ Daar had ze zich geen zorgen over hoeven te maken, want Verity was zo opgelucht dat ze haar lieve Heinz levend en wel aantroffen dat ze Toddy uitvoerig bedankte, met de verbijsterde Heinz tegen haar boezem gedrukt.
Donald vond het jammer dat ze nu snel weg moesten, ook al had Samantha op dat moment alleen nog aandacht voor Jean-Paul en liet ze zich niet afleiden van de charmante Fransman. Ze nam afscheid van Donald en haastte zich toen met Lizzie naar Jean-Pauls cottage; tegen Toddy zei ze dat Jean-Paul hen later met Ava’s auto wel naar huis zou brengen.
Na de thee verzamelde Toddy haar kinderen en nam ook afscheid. De ogen van de tweeling schitterden en ze zaten onder de modder van een hele middag buitenspelen. Toen ze eenmaal achter in de landrover zaten, vielen ze stil en konden ze hun gegaap niet onderdrukken.
Ava deed haar eigen kinderen in bad en bracht ze naar bed; ze las hun een korter verhaaltje voor dan anders, omdat het al laat was en ze allemaal moe waren. Poppy wilde per se een uitgebreide knuffel; ze sloeg haar armen om haar moeders hals en drukte zich slaperig tegen haar aan. Ava sloot haar ogen en genoot van het warme lichaampje, zich ervan bewust dat haar dochter elke dag een stukje groter werd en er een stapje dichterbij kwam haar omhelzingen af te wijzen.
Die avond lag ze in bed met Phillip nog wat na te praten over de voorbije dag. ‘Toddy vroeg me of wij nog steeds “rollebolden”,’ zei Ava. Haar man keek haar met gepaste ontzetting aan.
‘Wat heb je gezegd?’
‘Dat dat iets is waar ik nooit over praat.’
‘Blij dat te horen.’
‘Maar ik heb wel gezegd dat we een heel gezond huwelijk hebben.’
‘Goed zo.’ Hij grijnsde jongensachtig. ‘En dat hebben we ook, hè, Struikje?’
‘Ja, schat, kerngezond.’
Hij boog zich over haar heen en gaf haar een kus in haar hals. ‘Je ruikt naar nat gras.’
‘Dat kan niet. Ik ben in bad geweest.’
‘Daar ruik je altijd naar. Het zit in je bloed. Dat is geen normaal bloed, weet je, het is groen.’
‘Je bent niet wijs.’ Ze overwoog hem te vertellen wat Jean-Paul had gezegd, maar het klonk nogal pedant om aan te nemen dat een jonge man met haar zou flirten. Zij was een stuk ouder dan hij, en niet echt knap. Ze had handen als schuurpapier en haar haar wilde nooit wat zij wilde; ze gebruikte geen make-up en droeg geen hippe kleren. Ze was waarschijnlijk zo weinig Jean-Pauls smaak als maar kon. ‘Volgens mij zagen de meisjes Jean-Paul wel zitten,’ zei ze toen maar.
‘Volgens mij zag Donald Samantha wel zitten,’ antwoordde hij, gnuivend bij de herinnering.
‘Mama was woest. Ik snap niet wat er nou verkeerd aan is om een beetje te genieten van het gezelschap van een jong meisje. Daar voelt hij zich jong bij. Hij zat heus niet te flirten op een manier die aanstoot gaf.’ Ze zweeg even toen haar gedachten terugkeerden naar Jean-Paul. ‘Ze zijn in de cottage,’ vervolgde ze. ‘Ik hoop maar dat ze het naar hun zin hebben.’
‘Als ik jou was, zou ik daar maar niet al te lang bij stilstaan. Die meiden weten duidelijk van wanten.’
‘Denk je?’
‘O, ja,’ antwoordde hij, zeker van zijn zaak. ‘Die laten Jean-Paul alle hoeken van de kamer zien!’ Hij draaide zich om om zijn vrouw te omhelzen. ‘Dus wij rollebollen met elkaar, hè?’ hijgde hij in haar nek, en zijn baardstoppels kietelden op haar huid. Ze sloeg haar armen om hem heen en beantwoordde zijn kus. Hij voelde warm en zacht aan, en troostend vertrouwd. Hoe kon Toddy over haar man praten alsof hij een oude pantoffel was? Als zij er genoeg van zou krijgen om met Phillip de liefde te bedrijven, dan was ze levensmoe.
‘Mama,’ klonk een klein stemmetje vanuit de deuropening. Ava en Phillip schoten als door een wesp gestoken overeind. ‘Ik kan niet slapen.’ Het was Angus, in zijn blauwe vliegtuigpyjama, met zijn speelgoedkonijn tegen zich aan gedrukt. Phillip slaakte een berustende zucht, kuste zijn vrouw en stapte het bed uit om in zijn kleedkamer te gaan slapen. Voor hen drieën was het bed te krap om lekker te kunnen slapen. Ava keek hem spijtig na en klopte toen op het bed.
‘Kom maar hier, lieverd, lekker bij mama.’ Angus klauterde onder de dekens, sloot zijn ogen en viel onmiddellijk in slaap. Ava lag op haar zij met zijn kinderhandje in haar hand en streelde de zachte huid met haar duim. Haar hart stroomde over van tederheid, waarna ze zelf haar ogen dichtdeed en in slaap viel.