Hoofdstuk 19

 

 

Naarmate Highway 26 verder in westelijke richting van Portland naar de Stille Oceaan loopt, maakt het stedelijke landschap al snel plaats voor winkelcentra in de voorsteden en groene ruimten die gedomineerd worden door steeds meer uit glas en chroom opgetrokken kantoorgebouwen waarin hightechbedrijven gevestigd zijn. Frank Jaffe bevond zich al op het platteland toen hij, twintig minuten nadat hij de stad was uitgereden, de afslag naar Hillsboro nam.

   Frank verheugde zich op de rit van en naar het gerechtsgebouw tijdens het proces, omdat hij dan alleen was met Sally Pope. Meestal besprak Frank de strategie die hij bij het proces wilde volgen of gaf hij Sally zijn indrukken over het verloop ervan, maar soms praatten ze ook over dingen die niets met justitie te maken hadden, en dat waren de momenten die Frank het dierbaarst waren. Hij wist dat zijn gedragscode hem niet toestond een romantische verhouding met een cliënt te hebben, maar een uur per dag alleen met Sally was voor hem het op een na beste.

   Als Frank Sally’s houding tijdens haar proces met één woord zou moeten omschrijven, zou dat ‘beheerst’ zijn. Hij zou het beslist niet ‘sereen’ noemen, omdat Frank wist dat er momenten waren waarop Sally ziedde van woede, maar dat was een kant van haar karakter die ze enkel aan Frank liet zien. Ze toonde alleen haar emoties als ze zich met z’n tweeën in de beslotenheid van Franks kantoor bevonden of in zijn auto zaten.

   Het grijswitte neoklassieke gerechtsgebouw van Washington County nam een hele straat aan de rand van het centrum van Hillsboro in beslag. Elke ochtend als ze voor de zitting arriveerden en Frank Sally tussen de Dorische zuilenrijen bij de hoofdingang naar binnen leidde, werden Frank en zijn cliënt door verslaggevers met vragen bestookt. En elke dag negeerden ze de pers en haastten zich de trap op naar de rechtszaal van de edelachtbare Dagmar Hansen, waar over de toekomst van mevrouw Pope zou worden beslist.

   Rechter Hansen, een donkerblonde, sigaretten rokende dame van halverwege de veertig, stond bekend als lastig. Ze had naam gemaakt met het verdedigen van verzekeringsbedrijven. Op politiek gebied was ze conservatief. Ze was ook zeer intelligent en probeerde steeds rechtvaardig te zijn. De rechter had met haar privépraktijk genoeg geld verdiend om ongevoelig te zijn voor pogingen tot omkoping en ze was integer genoeg om een bullebak het hoofd te bieden. Frank was ervan overtuigd dat Arnold Pope Senior haar niets zou kunnen maken.

   Vanaf de eerste dag zat de rechtszaal tjokvol. Elk moment dat het hof zitting hield, zat Arnold Pope Senior zo dicht mogelijk in de buurt van de tafel van de aanklager. Sally zorgde er altijd voor dat ze haar schoonvader negeerde en schonk geen aandacht aan de hatelijke blikken die hij haar elke keer dat ze langs hem liep toewierp.

   Door de publiciteit die de zaak had gekregen duurde het een week voordat er een jury was geselecteerd. Zodra de juryleden waren ingezworen begon Karl Burdett aan zijn openingspleidooi, waarin hij stelde dat het bewijsmateriaal zou aantonen dat de verdachte het vanaf het begin op het geld van haar man had voorzien en hem door zwanger te worden in een huwelijk had gelokt. De aanklager liet een aantal van de foto’s zien die het congreslid op de dag voordat hij stierf had ontvangen. Vervolgens voerde hij aan dat de foto’s het aas waren dat de verdachte had gebruikt om Junior naar zijn dood te lokken, zodat zij de miljoenen uit zijn nalatenschap kon erven en nog eens miljoenen van de levensverzekering van het congreslid kon opstrijken. Tijdens zijn tirade verwees Burdett naar Sally Pope als een op geld beluste vrouw, een zwarte weduwe, een slet en een feeks. Frank vroeg zich af of de aanklager een medewerker had opgedragen een lijst op te stellen van alle neerbuigende termen die gebruikt konden worden om een vrouw te beschrijven. 

   Franks openingspleidooi was kort. Hij stond even stil bij de verplichting van elk jurylid om te wachten met het trekken van conclusies over schuld of onschuld tot al het bewijsmateriaal beschikbaar was. Hij wees erop dat de jury verplicht was tot vrijspraak te besluiten als de aanklager de schuld van de verdachte niet overtuigend kon bewijzen.

   Zodra de zitting werd geschorst, riep Frank Amanda vanuit het achterste gedeelte van de rechtszaal bij zich en stelde haar aan Sally voor. Frank had er bij zijn dochter op aangedrongen dat ze van haar zomervakantie moest genieten door met haar vrienden op stap te gaan, maar Amanda was verslaafd aan het gebeuren in de rechtszaal. Na de middelbare school wilde ze rechten gaan studeren en zich, net als haar vader, met strafrecht bezig gaan houden. Frank kon haar er op geen enkele manier toe bewegen om niet bij de grootste zaak uit zijn carrière aanwezig te zijn.

   ‘Wat vond je van de openingsredes?’ vroeg Frank terwijl hij zijn papieren bij elkaar raapte.

   Amanda wierp een nerveuze blik naar Franks cliënt. ‘Mag ik eerlijk zijn?’

   ‘Graag zelfs,’ zei Sally.

   ‘Burdett veegde de vloer met je aan, pap. Hij had je goed te pakken.’

   Frank reageerde met een hartelijke lach. Amada’s openhartige antwoord leek Sally te amuseren.

   ‘Uit de mond van kinderen…’ zei Frank.

   ‘Ik zeg alleen maar wat ik ervan vind.’

   ‘Dan heb je het deze keer bij het rechte eind,’ zuchtte Frank. ‘Mijn pleidooi was vaag omdat ik nog steeds geen idee heb wat de staat precies van plan is en ik wil me voor de verdediging niet vastleggen op theorieën die door Burdett onderuit gehaald kunnen worden.’

   ‘Ik dacht anders dat de aanklager behoorlijk duidelijk was over zijn zaak.’

   ‘Hij houdt iets achter. Er staan twee getuigen op zijn lijst die niet in de politierapporten worden genoemd en ik ben doodsbang wat die gaan zeggen.’

   ‘Wie zijn dat?’

   ‘Tony Rose en Otto Jarvis. Jarvis is advocaat. Hij heeft geweigerd met Herb te praten en mevrouw Pope heeft geen idee wie hij is.’

   ‘Wie is de andere getuige?’

   ‘Tony Rose, de tennisinstructeur van de Westmont-sociëteit.’

   Nu was het Franks beurt om te aarzelen.

   ‘Zeg het maar, Frank,’ zei Sally. ‘Volgens mij is je dochter behoorlijk bijdehand.’

   ‘Rose en mevrouw Pope hadden… een verhouding. Dat zou de reden kunnen zijn dat Burdett hem gaat oproepen. Maar Rose weigerde ook met Herb te praten, zelfs nadat Herb hem had verteld dat we op de hoogte waren van de verhouding. En daar word ik erg nerveus van.’

 

Tijdens de eerste week van het proces riep Burdett getuigen op die verklaarden dat Junior met Sally Pope was getrouwd nadat ze zwanger was geworden. Vervolgens bewees hij dat Sally’s verhouding met Charlie Marsh was begonnen kort voordat Junior werd vermoord. Hiervoor gebruikte hij de getuigenverklaring van Delmar Epps, die de jury vertelde over Marsh’ bezoek aan het huis van de Popes op de avond van de bijeenkomst in Dunthorpe en Sally’s bezoek aan Marsh’ penthousesuite. Epps bevestigde de verklaring van de ober die Marsh in het hotel met de Magnum met de ivoren kolf had zien spelen en zei dat hij de revolver in de limousine had laten liggen toen hij uitstapte. 

   Daarna riep Burdett John Walsdorf op, die de jury vertelde hoe de vechtpartij tussen congreslid Arnold Pope en Charlie Marsh was begonnen en hoe Delmar Epps, Werner Rollins en de veiligheidsmedewerkers erbij betrokken waren geraakt. Bij het kruisverhoor waaraan hij Walsdorf onderwierp, stelde Frank vast dat de directeur van de Westmont tijdens de mêlee naar zijn cliënt had gekeken en gezien had dat ze op het moment dat het dodelijke schot viel naar haar man toe liep.

   Nadat Walsdorf had getuigd, bewees de aanklager dat de kogel die Arnold Pope had gedood uit Charlies Magnum afkomstig was. Getuigen die bij de Westmont aanwezig waren geweest vertelden de jury dat ze Charlie bij een groepje mensen aan de overkant van de rotonde hadden zien staan. Een paar van deze getuigen verklaarden dat ze daar, vlak voordat ze een schot hoorden en het congreslid in elkaar zagen zakken, een lichtflits vandaan hadden zien komen. Werner Rollins verklaarde dat hij bij Marsh in de buurt stond en gezien had dat hij met het moordwapen vuurde.

   Tijdens deze fase van het proces stelde Frank niet veel vragen. Charlie had een heleboel redenen om Junior te vermoorden, die niets te maken hadden met een ingewikkeld moordcomplot. Arnie Junior had hem een klap in zijn gezicht gegeven en rende op het moment dat het dodelijke schot werd afgevuurd op hem af om hem verder onder handen te nemen. Bij zijn conclusie wilde Frank aanvoeren dat Charlie Marsh de enige dader was.

 

Aan het begin van de vijfde dag van het proces verzocht Burdett Otto Jarvis in de getuigenbank plaats te nemen. Jarvis zag er niet goed uit. Hij was dik en maakte een onverzorgde indruk. Hij had een enigszins weke uitdrukking op zijn gezicht. Zijn dunne grijze haar zat slordig over de kalende plekken op zijn hoofd gekamd en zijn witte overhemd vertoonde vage koffievlekken. Jarvis’ hand beefde toen hij de eed aflegde en hij wendde zijn blik af toen Frank oogcontact met hem zocht. 

   ‘Meneer Jarvis,’ vroeg Burdett, ‘wat is uw beroep?’

   ‘Ik ben advocaat,’ zei Jarvis met alle waardigheid die hij op kon brengen.

   ‘Hoe lang hebt u al een advocatenpraktijk?’

   ‘Vijfendertig jaar.’

   ‘Waar hebt u uw kantoor?’

   ‘In Portland.’

   ‘Bent u gespecialiseerd in een bepaald rechtsonderdeel?’

   ‘Ja, meneer. Ongeveer driekwart van mijn praktijk heeft te maken met familierecht.’

   ‘Vertegenwoordigt een advocaat die familierecht beoefent partijen die een echtscheiding willen aanvragen?’

   ‘Ja, meneer.’

   ‘Meneer Jarvis, kende u het slachtoffer, congreslid Arnold Pope Junior?’

   ‘Jawel.’

   ‘Wanneer hebt u hem leren kennen?’

   ‘Ongeveer twee weken voordat hij stierf,’ antwoordde de advocaat.

   ‘Waar en wanneer hebt u hem ontmoet?’

   ‘We ontmoetten elkaar op een woensdagmiddag om drie uur in een kroeg in Tualatin,’ zei Jarvis, de naam noemend van een voorstad in de buurt van Portland.

   ‘Dat lijkt me voor een congreslid een ongebruikelijke plaats om met een advocaat te overleggen.’

   ‘Ja, ziet u… meneer Pope wilde niet dat iemand van ons gesprek op de hoogte was.’

   ‘Waarom niet?’

   ‘Hij dacht erover om een echtscheiding aan te vragen en wilde niet dat de pers, of iemand anders, daarachter kwam.’

   ‘Was er iets ongebruikelijks aan de manier waarop het congreslid gekleed ging toen hij u ontmoette?’

   ‘Ja. Hij was in vermomming. Hij droeg geen kostuum, maar een oude, flodderige spijkerbroek en een jasje waarvan de kraag omhoog stond. Hij had ook een zonnebril en een honkbalpet op. Tijdens ons hele gesprek hield hij het jasje aan. Hij zette ook de pet en de bril niet af.’

   ‘Was er iemand in het bijzonder die er van congreslid Pope niet achter mocht komen dat hij een gesprek met u had?’

   ‘Zijn vrouw.’

   ‘Bedoelt u de verdachte, Sally Pope?’ vroeg Burdett.

   ‘Ja, meneer.’

   ‘Waarom wilde hij niet dat zijn vrouw erachter kwam?’

   ‘Hij was bang voor wat ze…’

   ‘Bezwaar,’ zei Frank.

   ‘Het gaat over zijn geestesgesteldheid, edelachtbare,’ zei Burdett.

   ‘Ik sta de vraag toe,’ bepaalde rechter Hansen.

   ‘Wat wilde u zeggen?’ ging Burdett verder, terwijl hij Frank even een schampere blik toewierp.

   ‘Hij was bang voor wat ze zou doen als ze erachter kwam dat hij van haar wilde scheiden.’

   ‘Was hij ergens in het bijzonder bang voor?’

   ‘Ja, meneer. Hij zei dat hij bang was dat ze hem zou laten vermoorden.’

   ‘Bezwaar!’ bulderde Frank.

   ‘Ja, meneer Burdett,’ zei rechter Hansen tegen de aanklager. Vervolgens richtte ze haar aandacht op de jury.

   ‘Dames en heren, ik laat dat laatste antwoord schrappen. U dient het te negeren.’

   Mooi niet, dacht Frank.

   ‘Wat gebeurde er tijdens het gesprek?’ vroeg de aanklager.

   ‘We praatten over de financiële gevolgen van de scheiding en het voogdijschap. De Popes hadden een zoontje.’

   ‘Heeft het congreslid tijdens het gesprek een beslissing genomen over wat hij zou gaan doen?’

   ‘Nee. Vlak voordat hij vertrok, zei hij dat hij er nog op terug zou komen.’

   Burdett wendde zich tot de tafel van de verdediging. ‘Uw getuige, meneer Jaffe.’

   ‘Meneer Jarvis, hebt u met iemand over die geheime ontmoeting met meneer Pope gesproken?’

   ‘Nee.’

   ‘Dus u en het congreslid waren er als enigen van op de hoogte?’

   ‘Ik weet niet of het congreslid er met iemand over heeft gepraat. Ik in elk geval niet.’

   ‘Meneer Jarvis, hoeveel mensen werken er bij u op kantoor?’

   ‘Het is een eenmanspraktijk. Ik ben dus de enige.’

   ‘U zei dat het congreslid de financiële gevolgen van een scheiding van mevrouw Pope met u heeft besproken.’

   ‘Ja.’

   ‘Daar zouden meerdere miljoenen dollars mee gemoeid zijn geweest. Heb ik dat juist?’

   ‘Ja.’

   ‘Over welke bedragen hebt u met hem gesproken?’

   ‘Eh… dat kan ik me niet precies herinneren.’

   Frank leunde achterover en glimlachte naar de getuige. ‘Hoeveel echtscheidingszaken hebt u in pakweg de afgelopen vijf jaar behandeld waarin het om miljoenen dollars ging?’

   Jarvis’ gezicht werd rood. Hij keek omlaag. ‘Eh… dat kan ik zo niet met zekerheid zeggen.’

   ‘Misschien kan ik u daarbij helpen. Als ik u vertel dat ik mijn detective alle echtscheidingszaken die in de afgelopen vijf jaar door u zijn ingediend heb laten bekijken en dat hij me verteld heeft dat hij maar zes zulke zaken kon vinden, waarbij het steeds om minder dan twee miljoen dollar ging, staat u daar dan van te kijken?’

   ‘Eh… nee.’

   ‘U behandelt gewoonlijk geen grote echtscheidingszaken, is het wel?’

   ‘Nee, gewoonlijk niet.’

   ‘En u vertegenwoordigt gewoonlijk ook geen vooraanstaande leden van de samenleving in Oregon, of wel?’

   ‘Nee.’

   ‘Het congreslid zou dus een ongebruikelijke en bijzondere cliënt voor u zijn geweest. Zie ik dat goed?’

   ‘Ik… ja.’

   ‘En de geldbedragen die ermee gemoeid waren, waren veel hoger dan waar u gewoonlijk mee te maken hebt, is het niet zo?’

   ‘Ja.’

   ‘En wilt u deze jury laten geloven dat u zich niet kunt herinneren om hoeveel miljoen dollar het ging?’

   ‘Ik, eh… het ontschiet me nu even.’

   ‘Of weet u misschien niet hoeveel geld zich in de boedel bevond omdat u nooit met de heer Pope hebt gesproken?’

   ‘Ik heb wel degelijk met hem gesproken. Ik weet alleen niet meer hoeveel geld hij had.’

   Frank merkte dat enkele juryleden aantekeningen zaten te maken. Hij ging verder.

   ‘Zijn er in Oregon advocatenkantoren voor wie het dagelijks werk is om bij echtscheidingen partijen uit de financiële bovenlaag te vertegenwoordigen?’

   ‘Ja.’

   Frank noemde in snel tempo de namen van een aantal advocatenkantoren in de stedelijke agglomeratie.

   ‘Denkt u dat ook maar een van deze kantoren het vreemd zou vinden als ze een zaak te behandelen kregen waarbij de activa tot in de miljoenen liepen?’

   ‘Dat denk ik niet.’

   ‘Tijdens uw jaren als advocaat zijn er bij de Orde van Advocaten in Oregon tien klachten tegen u ingediend. Is dat correct?’

   Jarvis’ gezicht werd weer rood. ‘Er is een aantal klachten ingediend, ja. Ik weet niet meer hoeveel.’

   ‘Bent u door de Orde van Advocaten twee keer wegens schending van de beroepscode voor zes maanden geschorst?’

   ‘Ja,’ antwoordde Jarvis geërgerd.

   ‘Meneer Jarvis, wilt u nog steeds deze jury wijsmaken dat iemand als Arnold Pope Junior, met alle contacten die hij had, er de voorkeur aan gaf om zijn echtscheiding te bespreken met een advocaat die zelden een echtscheiding in de betere kringen of een echtscheiding waarbij het om dit soort bedragen ging, heeft behandeld, tegen wie klachten bij de Orde van Advocaten zijn ingediend en die meerdere keren wegens onethisch gedrag is geschorst?’

   ‘Ik… hij heeft me niet verteld waarom hij mij had gekozen. Misschien was hij bang dat zijn vrouw het te horen zou krijgen als hij naar een van de grote kantoren ging.’

   ‘Hoe heeft meneer Pope de afspraak bij die kroeg met u geregeld?’

   ‘Hij belde naar mijn kantoor.’

   ‘Was er iets wat meneer Pope ervan had kunnen weerhouden om iemand bij een groot kantoor te bellen om een geheime afspraak te maken bij de kroeg waar u beweert met hem gesproken te hebben?’

   ‘Nee, dat denk ik niet.’

   ‘Brengt u een uurtarief in rekening, meneer Jarvis?’

   ‘Ja, soms.’

   ‘Kunt u een notitie laten zien van het eerste telefoontje van het congreslid als ik u daartoe zou laten sommeren?’

   ‘Nee. Volgens mij heb ik daar geen notitie van gemaakt.’

   ‘Er moet toch ergens vastgelegd zijn hoeveel tijd u aan dat gesprek hebt besteed. Kunt u een dossier laten zien?’

   ‘Ik heb geen dossier aangelegd. Het congreslid heeft me niet aangenomen. We hebben alleen maar overlegd.’

   ‘Maar hij heeft u toch voor dat overleg betaald? Er moet toch een cheque zijn?’

   ‘Hij… hij heeft me contant betaald. Hij wilde niet dat er iets op papier kwam te staan waar zijn vrouw achter zou kunnen komen.’

   ‘Maar ik mag toch aannemen dat u de transactie ergens hebt vastgelegd zodat u niet zou vergeten het honorarium als inkomen bij de belasting op te geven?’ vroeg Frank met een innemende glimlach.

   Jarvis leek net een hert dat in het licht van heel felle koplampen gevangen zit. ‘Dat eh… heb ik misschien vergeten.’

   ‘Juist,’ zei Frank. ‘Laat ik de zaken even op een rijtje zetten: er zijn geen getuigen van het gesprek, geen aantekeningen, en er is geen bewijs dat het ooit heeft plaatsgevonden. We moeten u dus op uw woord geloven.’

   ‘Waarom zou ik liegen?’ vroeg Jarvis op wanhopige toon.

   ‘Dat is een goede vraag. Heeft Arnold Pope Senior u voor uw verklaring betaald?’

   Jarvis wierp onwillekeurig een blik naar Senior, maar meteen toen hij besefte wat hij gedaan had, wendde hij zijn blik af. Frank kon niet zien wat de reactie van Senior was, maar hij merkte dat een aantal juryleden naar Senior zat te kijken.

   ‘Nee. Dat is niet het geval,’ antwoordde Jarvis.

   ‘Kunt u dan uitleggen waar het geld vandaan kwam dat u vorige maand hebt gebruikt om een schuld van meerdere duizenden dollars op uw creditcards af te lossen?’

   ‘Ik ben pas nog in Las Vegas geweest en heb daar een flink bedrag gewonnen,’ antwoordde Jarvis, maar zijn antwoord klonk niet erg geloofwaardig.

   ‘Hebt u de bedragen die u hebt gewonnen aan de belasting opgegeven, of hebt u ze niet genoteerd, net als het honorarium dat congreslid Pope u, naar u beweert, heeft betaald?’

   ‘Dat… dat zal ik te zijner tijd doen.’

   ‘Heel verstandig van u, meneer Jarvis. Ik heb verder geen vragen, edelachtbare.’

 

‘De staat vraagt Anthony Rose te getuigen, edelachtbare,’ zei Karl Burdett zodra Otto Jarvis de rechtszaal had verlaten.

   Terwijl een van Burdetts medewerkers de gang in dook om de getuige te roepen, herlas Frank het magere onderzoeksrapport dat Herb Cross had opgesteld. Rose had in Sisters, een kleine stad in het centrum van Oregon, op de highschool gezeten. Hij was een uitblinker in het tennisteam geweest, maar zijn cijfers waren niet goed genoeg voor een beurs aan de universiteit, zodat hij dienst had genomen in het leger. Rose had een poging gedaan om bij de commando’s te komen, maar hij was niet door de selectie gekomen. Herb had een aantal van Rose’ kennissen gesproken, die zeiden dat hij hun verteld had dat hij parachutesprongen had gemaakt en een uitstekend scherpschutter was, maar dat hij vanwege een officier die de pik op hem had het militaire leven vaarwel had gezegd. Rose was eervol uit het leger ontslagen en had zich aangemeld bij de staatsuniversiteit van Ohio, waar hij opnieuw uitblonk in het tennisteam en in het laatste jaar van zijn studie tot de kwartfinales van het NCAA-toernooi was doorgedrongen. Na een kortstondige periode als beroepstennisser was Rose teruggekeerd naar Oregon, waar hij als tennisleraar bij de Westmont was aangenomen. 

   De deur van de rechtszaal ging open, maar Frank wachtte met naar Sally’s minnaar te kijken tot Rose zijn hand opstak om de eed af te leggen. De tennisinstructeur leek zo afkomstig van een affiche waarmee een sociëteit personeel probeerde te werven dat bij de vrouwelijke leden in de smaak zou vallen. Hij was knap en zag er sportief uit. Hij droeg een donkerblauw sportjasje, een keurig geperste donkerbruine pantalon en een lichtblauw overhemd waarvan de kraag net ver genoeg openstond om een plukje borsthaar te laten zien. Frank merkte dat zijn glimlach de gezichten van alle vrouwelijke juryleden deed opvrolijken. 

   ‘Meneer Rose, is de verdachte een bekende van u?’ vroeg Burdett na een paar inleidende vragen. Rose keek Sally recht in de ogen. Omdat hij de andere kant uit keek, konden de juryleden zijn schampere blik niet zien.

   ‘Dat kun je wel zeggen,’ antwoordde Rose.

   ‘In welke hoedanigheid kende u haar?’ vroeg de aanklager.

   ‘In verschillende hoedanigheden. Ze was mijn leerlinge. Ik gaf haar tennislessen, ik denk ook dat we bevriend waren en we waren zeer zeker minnaars.’

   Er klonk geroezemoes op de publieke tribune. Het viel Frank op dat enkele juryleden op een duidelijk kritische manier naar Sally Pope zaten te kijken toen er een tweede buitenechtelijke verhouding ter sprake werd gebracht.

   ‘Hoe lang heeft uw seksuele verhouding met de vrouw van de overledene geduurd?’

   ‘Een paar maanden.’

   ‘Waardoor kwam er een eind aan?’

   Rose wachtte even met antwoorden om zo het dramatische effect van zijn antwoord te verhogen.

   ‘Ze wilde dat ik haar man zou vermoorden en dat heb ik geweigerd.’

   Frank hoorde dat mensen op de publieke tribune hun adem inhielden en zag meer dan één jurylid geschokt kijken.

   ‘Dat is een leugen,’ fluisterde Sally geagiteerd.

   ‘Kunt u zich herinneren wat er gezegd is tijdens het gesprek waarin de verdachte u vroeg haar man te vermoorden?’ vroeg Burdett terwijl hij er met enige moeite in slaagde een triomfantelijke glimlach te onderdrukken.

   ‘Zeker. We waren bij een bijeenkomst op een landgoed in Dunthorpe, waar Charlie Marsh, alias goeroe Gabriel Sun, of hoe hij zich verder ook mocht noemen, sprak over innerlijke vrede of dat soort onzin. Mevrouw Pope vroeg me of ik na de lezing met haar naar buiten wilde gaan. Ze leidde me naar een afgelegen plek in de tuin. Zodra we alleen waren en niemand van de andere gasten ons kon horen, vroeg mevrouw Pope me of ik een kwart miljoen dollar wilde verdienen. Ik vroeg haar waarmee. Ze zei dat haar man van plan was van haar te scheiden. Er was een of ander contract dat mevrouw Pope op aandringen van de vader van het congreslid had ondertekend, waarin stond dat hij zijn zoon zou onterven als ze dat niet zou doen. Ik kan me alle details niet herinneren, maar het punt waar mevrouw Pope zich zorgen over maakte, hield in dat ze er financieel bekaaid af zou komen als het tot een scheiding kwam. Maar als haar man zou komen te overlijden voordat de scheiding definitief was, zou ze een fortuin erven. Ze zei ook dat er een levensverzekeringspolis was waarin het om meerdere miljoenen dollar ging. Ze klonk wanhopig.’ 

   ‘Wat stelde ze voor dat u zou doen om haar te helpen de gevolgen van een scheiding te vermijden?’

   ‘Ze wilde dat ik met haar man zou afrekenen voordat hij een echtscheidingsverzoek kon indienen.’

   ‘Wat bedoelde ze met “afrekenen”?’

   ‘Hem doden. Hem vermoorden.’

   ‘Daarover bestaat bij u geen twijfel?’

   ‘Geen enkele. Ze zei dat ze wilde dat hij vermoord zou worden en ik moest zelf maar zien op welke manier ik dat deed.’

   ‘Wat was uw reactie op het verzoek van mevrouw Pope om een lid van het Amerikaanse Congres te vermoorden?’

   ‘Ik zei dat ze niet goed bij haar hoofd was en dat ik niet van plan was iemand te vermoorden, ongeacht hoeveel geld ze me bood. En zeker geen congreslid. Ik bedoel, dan zou ik de hele federale overheid achter me aan krijgen: de FBI, de CIA, de Geheime Dienst. 

   Om eerlijk te zijn was ik ook beledigd dat ze zo’n lage dunk van me had dat ze dacht dat ik iemand om geld zou vermoorden. En het was vrij duidelijk dat ze me gebruikte. Ik bedoel, ze deed of ze van me hield en ze liet doorschemeren dat we konden trouwen als Junior uit de weg was geruimd, maar ik weet dat ze niet echt iets voor me voelde.’

   Rose haalde zijn schouders op. ‘Ze was geweldig in bed, maar zo gauw ze haar hoogtepunt had bereikt, verloor ze haar belangstelling, als u begrijpt wat ik bedoel.’

   Burdett gaf er de voorkeur aan verder te gaan met vragen stellen in plaats van op dat onderwerp in te gaan.

   ‘Hoe reageerde de verdachte nadat u weigerde haar man te helpen vermoorden?’

   ‘Ze was erg overstuur. Ze schold me uit en beledigde mijn mannelijkheid.’ Rose haalde weer zijn schouders op. ‘Mevrouw Pope was er aan gewend dat mannen altijd alles voor haar deden en volgens mij was ze ontdaan dat iemand een verzoek van haar weigerde, hoe krankzinnig dat verzoek ook was.’

   ‘Heeft zich tijdens uw meningsverschil verder nog iets voorgedaan?’

   ‘Jawel, meneer. Charlie Marsh verscheen. Het was duidelijk dat hij indruk op mevrouw Pope wilde maken door haar te hulp te komen.’

   ‘Wat gebeurde er?’

   ‘Hij gaf me een klap zonder dat ik daarop verdacht was. En daarna liet hij me door zijn lijfwacht aftuigen.’

   ‘Hebt u gezien dat de lijfwacht een wapen bij zich had?’

   ‘Ja. Ik kon het niet goed zien, maar hij had een revolver tussen zijn broekriem. Hij zorgde ervoor dat ik hem zag.’

   ‘Was er iets opvallends aan dat wapen?’

   ‘Ik herinner me een fraai bewerkte kolf.’

   Burdett vroeg toestemming om naar de getuige toe te gaan en toonde Rose het moordwapen.

   ‘Is dit de revolver die de lijfwacht van de heer Marsh bij zich had?’

   Rose pakte de revolver aan en bestudeerde de kolf. ‘Dat weet ik niet zeker,’ zei hij. ‘Ik heb de kolf maar heel even gezien. Maar het zou kunnen.’

   Voordat Burdett verderging met het verhoor, legde hij het bewijsstuk terug op de tafel met het andere bewijsmateriaal.

   ‘Hebt u iets opgevangen van wat de heer Marsh tegen de verdachte zei of hebt u haar na uw vechtpartij iets tegen hem horen zeggen?’

   ‘Nee. De lijfwacht sleepte me mee en dreigde dat hij me in elkaar zou slaan als ik er niet onmiddellijk vandoor ging. Om eerlijk te zijn wilde ik na mijn gesprek met mevrouw Pope ook het liefst zo ver mogelijk bij haar uit de buurt blijven.’

   ‘Hebt u na uw meningsverschil nog contact met de verdachte gehad?’

   ‘Nee, meneer. Ze heeft haar tennislessen opgezegd, maar dat heeft ze via de winkel gedaan.’

   Burdett raadpleegde zijn aantekeningen en wendde zich vervolgens tot de rechter.

   ‘Ik heb verder geen vragen meer, edelachtbare.’

   ‘Meneer Jaffe?’ vroeg rechter Hansen.

   Frank had geen idee hoe hij Rose aan een kruisverhoor moest onderwerpen en dus deed hij het enige wat hem te binnen schoot.

   ‘Het begint al laat te worden, edelachtbare,’ zei Frank. ‘Ik vraag me af of we de zitting voor vandaag kunnen schorsen?’

   Rechter Hansen keek op de klok. Het was kwart voor vijf. ‘Dat is goed, meneer Jaffe. We zullen de zitting morgen voortzetten.’

   Frank had tijdens Rose’ vernietigende verklaring geen spier van zijn gezicht vertrokken. Zodra de jury de rechtszaal had verlaten, boog hij zich naar zijn cliënt.

   ‘Dat heeft hij verzonnen,’ zei Sally Pope voordat Frank iets kon zeggen.

   Haar stem klonk gespannen van woede.

   ‘Meineed is strafbaar. Als ik kan bewijzen dat hij liegt, draait hij de bak in. Waarom zou hij dat doen?’

   ‘Ik kan twee redenen bedenken waarom hij onder ede zou liegen. De ene is wraak. Toen we naar de tuin liepen, heb ik tegen Tony gezegd dat ik hem niet meer wilde zien. Hij was erg van streek toen ik het uitmaakte.’

   ‘Rose lijkt me niet het type dat slecht slaapt omdat een vrouw hem vertelt dat hun verhouding is afgelopen. Ik wil u niet beledigen, maar ik vermoed dat u niet het eerste lid van de club bent dat hij heeft verleid.’

   ‘Ik weet wel zeker van niet. Even voor alle duidelijkheid: ik heb hém verleid. Maar Tony is eraan gewend dat hij degene is die een relatie afbreekt en ik denk dat ik zijn ego heb gekwetst.’

   ‘Wat hebt u nog meer bedacht?’

   ‘Dat Senior hem heeft benaderd, net zoals hij dat met Jarvis heeft gedaan. Tony houdt er geen strenge ethische normen op na. Hij heeft er geen moeite mee om onder ede te liegen als hij maar genoeg betaald krijgt. Verdomme, als ik hem écht een kwart miljoen dollar had geboden om Arnie te vermoorden weet ik zeker dat hij het gedaan zou hebben.’

   Frank wilde nog iets zeggen, maar op dat moment kwam Herb Cross met een brede glimlach op zijn gezicht de rechtszaal binnen.

   ‘Wat is er?’ vroeg Frank.

   ‘Ik heb de fotograaf gevonden.’

   ‘Prima werk. Heb je al met hem gepraat?’

   ‘Nee, maar ik weet waar hij woont. Ik dacht dat u misschien mee zou willen.’