Dag 3

‘Katie! Katie!’ Fionn klonk zo ontzet dat ze zijn stem nauwelijks herkende. ‘Iemand heeft mijn identiteit gestolen.’

‘Fionn, waar zit je?’ Ze was al tot de conclusie gekomen dat het waarschijnlijk iets te maken had met zijn creditcard die geblokkeerd was of zo. Hij zou wel vergeten zijn de aflossing te betalen.

‘Ik ben aan het werk. Ik heb een dubbelganger.’

‘En die geeft jouw geld uit?’

‘Welnee! Heb je de Irish Times van vandaag gezien?’

Katie keek om zich heen. Ze kregen op kantoor alle kranten.

‘Danno. Geef me de Times eens even.’

‘Pagina zestien,’ zei Fionn.

Katie bladerde de krant door en… verdorie!

Een kop in koeienletters blèrde: TUINIEREN? EEN NIEUW SOORT ROCK-’N-ROLL? De foto die erbij stond, nam een kwartpagina in beslag en toonde een ongeschoren seksgod met verwarde haren en een brede, smerige grijns, die met zijn grote vuile handen een courgette betastte. Maar die man was niet Fionn.

Het was in plaats daarvan een zekere Barry Ragdale, de ster van Op de Schop, een nieuw tuinprogramma op RTE, dat over twee weken zou gaan lopen. De gimmick van het programma was dat Barry vroeger als bassist in een band had gespeeld en nu zelf iedere week de aftitelingsmuziek zou verzorgen.

Katie begreep meteen wat er in het ergste geval zou gebeuren.

Met Fionn. En met haar.

‘Is dat de reden dat Kanaal 8 mij verplaatst heeft?’ vroeg Fionn.

Dat zou zomaar kunnen. Ze hadden waarschijnlijk lucht gekregen van het RTE-programma en ze hadden of niet de moed kunnen opbrengen om een confrontatie aan te gaan met de nationale zender, of ze wachtten af om te zien hoe het liep. Als het een ramp werd, zouden ze de moeite niet nemen om hun eigen versie uit te brengen en als het een enorm succes was, konden ze meeliften op het succes van Barry Ragdale.

‘Zal ik je eens iets vertellen, Katie?’ Fionns stem trilde. ‘Ik heb er spijt van dat ik aan dit hele verdraaide gedoe ben begonnen. Ik was gelukkig in Pokey. Nu ben ik onzeker en jaloers en ik haat iedereen.’

Katie dwong haar stem om kalm over te komen. ‘Luister nou eens goed naar me, Fionn. Er zullen altijd andere presentatoren zijn, andere mensen die met jou concurreren. Dat is gewoon een feit en het geldt helemaal voor zoiets als televisie, waar ze bereid zijn elkaar de nek om te draaien. Je moet gewoon rustig afwachten. Laat ze nou maar begaan. Die Barry Ragdale kan net zo goed ontzettend op zijn bek gaan en met veel misbaar afgebrand worden en dan sta jij klaar om zijn plaats in te ne-men.’

‘Denk je?’

‘Ja hoor.’ Hier was ze echt goed in. Per slot van rekening was het een deel van haar werk om onzekere artiesten gerust te stellen. Helaas was ze er niet zo goed in om ook haar eigen gemoedsrust te bewaren. ‘En Kanaal 8 heeft de stekker toch nog niet uit Je Eigen Privéparadijs getrokken? De bedoeling is toch nog steeds dat het zondag over drie weken met veel lawaai wordt gelanceerd?’ Dat wil niet zeggen dat ze het niet zullen terugdraaien, maar waarom zou je alles negatief benaderen?

‘Maar als ze de stekker er nou wel uit trekken? Dan heb ik hier niets meer te zoeken en moet ik rechtstreeks terug naar Pokey.’

‘Dat zijn wel heel voorbarige conclusies, Fionn. Bekijk het eens op deze manier: het is eigenlijk een compliment dat er nog een goed uitziende tuinman met een eigen programma begint. Dat betekent dat je helemaal in het huidige klimaat past.’

‘O ja, daar had ik nog niet aan gedacht.’

‘Het is juist heel goed.’ Ach, geen hond wist immers of dat wel of niet waar was?

‘Je hebt gelijk, Katie, het ís allemaal echt goed. Vooral omdat ik jou nooit zou hebben ontmoet als ik niet naar Dublin was gekomen.’