De allerbeste wensen. Ik heb net een verschrikkelijke beproeving achter de rug en nu wend ik me tot jou, mijn Ierse broeder, om hulp.
Spam van een of andere oplichter. Conall zat zijn BlackBerry te lezen en voelde onwillekeurig bewondering voor de manier waarop ze zich aan de Ierse markt hadden aangepast. Hij scrollde afwezig verder door het zielige verhaal over bezittingen die onbereikbaar bij buitenlandse banken vastgehouden werden, tot iets zijn aandacht trok. Er werd een jongedame naar zijn tafel gebracht en het duurde even voordat hij Lydia herkende. Met haar korte rokje, haar hoge hakken en haar zware oogmake-up was ze een ander mens geworden. En veel sexier dan hij ooit had gedacht.
Hij zette zijn scherm uit en ging rechtop zitten.
Er kwamen nog drie andere meisjes achter Lydia aan, allemaal stralend, geurend en giechelend, maar niet zo sexy als zij. Ze werden gevolgd door een stel saaie kerels, die nauwelijks indruk op hem maakten.
‘Uw gasten, meneer Hathaway.’ De hostess glimlachte en verdween.
Conall wilde Lydia op haar wang kussen, maar ze keek net om zich heen en leek hun tafel te vergelijken met de andere in de club. Hij zag hoe ze de omgeving in zich opnam en opmerkte hoe goed hun uitzicht op de dansvloer was, terwijl ze tegelijkertijd vlak bij de trap naar het zwembad zaten.
‘Dit is een goeie plek,’ concludeerde ze.
‘De beste tafel die ze hebben,’ zei hij. Daar had hij namelijk om gevraagd. En voor betaald. Dat soort dingen kon je beter niet aan het toeval overlaten.
Toen leek ze zich ineens de andere mensen te herinneren die ze meegebracht had. ‘O ja, Poppy, Shoane, Sissy, Conall.’
Het waren aardige meisjes, maar ze hadden weinig belangstelling voor hem – heel anders dan bij de andere gelegenheden waarbij hij voor het eerst kennis had gemaakt met de vriendenkring van een meisje. Die gebeurtenissen waren altijd gekenmerkt door een vervelend en gespannen soort opwinding. Daarbij werd hij als een soort prijsstier opgevoerd en rondgeparadeerd, terwijl zijn vriendin zo trots was als een pauw en intens hoopte dat hij haar vrienden ook zou mogen. Gesprekken werden altijd gevoerd alsof het om een wedstrijd snelspreken ging, af en toe klonken er zonder aanleiding bijna hysterische lachbuien, grappen werden niet begrepen en als ze uitgelegd werden deed dat de sfeer geen goed.
Maar dit was volslagen anders. De kennismaking met Lydia’s vriendinnen had niets te maken met eventuele eisen en bonuspunten. Hij was gewoon een sukkel die handig genoeg ook lid was van de Float.
Lydia riep de twee kerels naar voren die zich een beetje achter de meisjes verscholen.
Ze waren allebei op hun hoede en zelfs een beetje zenuwachtig. ‘Dit is onze Betrouwbare Bryan.’
‘Aangenaam, Betrouwbare Bryan.’
Betrouwbare Bryan leek niet blij dat hij op die manier werd aangesproken.
‘En dit is BusAras Jesse.’
‘Leuk om je te leren kennen, man.’ Jesse had heldere ogen en kwam enthousiast over. Hij klonk Zuid-Afrikaans. Nee, dat accent was toch anders. Waarschijnlijk kwam hij uit Zimbabwe.
‘Ga maar gauw zitten,’ zei Lydia. Er ontstond meteen een run op het tafeltje en Conall moest even handig manoeuvreren om naast Lydia terecht te komen.
De serveerster die in de buurt van hun tafel rondhing, een lang blond meisje met gebruinde blote benen die wel een meter lang leken, vroeg mompelend: ‘Zal ik dan nu maar de champagne opentrekken, meneer Hathaway?’
Hij knikte glimlachend.
In stilte keken ze toe hoe de champagne met veel ceremonie uit de ijsemmer werd getild, werd geopend en uitgeschonken.
‘Roze,’ merkte Poppy op.
‘Dat heb ik toch gezegd?’ zei Lydia.
Toen alle zeven glazen waren gevuld, was de fles al bijna leeg. De serveerster wierp een vragende blik op Conall. Zal ik…? Moest er een nieuwe fles komen?
Hij gaf haar een discreet knikje dat kennelijk toch niet discreet genoeg was, want hij zag hoe Poppy Sissy’s onderarm vastpakte en Sissy haar vingers om die van Poppy klemde, zodat ze elkaar even stevig op een dat-hou-je-toch-niet-voor-mogelijk-manier konden knijpen.
De glazen werden met veel gerinkel geheven. ‘Daar moet op geproost worden!’ riep iemand.
‘Op Lydia, die ervoor heeft gezorgd dat we hier binnen kwamen!’
‘Hoe heet die vent van jou eigenlijk?’ hoorde Conall de Be-trouwbare Bryan vragen.
‘Conall Hathaway,’ zei Lydia, alsof ze niet vlak naast hem zat.
‘Op Conall Hathaway!’
‘Oké! Op Conall Hathaway!’
Conall veroorloofde zich een grimmig lachje. Hij wist wanneer hij voor de gek werd gehouden.
‘Wanneer gaan we zwemmen?’ vroeg Sissy een paar flessen later.
‘Ik ben nog lang niet dronken genoeg,’ zei Shoane.
‘Raar hoor,’ zei Sissy. ‘Volgens mij ben ik al véél te dronken. Misschien verzuip ik wel. God, ik kan gewoon niet geloven dat ik hier zit.’
‘Ik ga niet zwemmen.’ Lydia had een hekel aan zwemmen. En aan nat worden. Haar haar zou meteen gaan kroezen en de snelbruiner waarmee ze zich van top tot teen had ingesmeerd zou eraf gaan. Het was al mooi genoeg om in een tent met een zwembad te zitten en daar toch geen gebruik van te maken.
‘Die Conall van jou is lang niet zo erg als jij beweerde,’ zei Shoane zacht. ‘Hij is nog niet op sterven na dood.’
‘Hou op.’
‘Hij is pas tweeënveertig,’ zei Poppy. ‘Ben je van plan om met hem naar bed te gaan?’
‘Welnéé!’ schaterde Lydia. ‘… Eh, ja vast, waarschijnlijk wel.’
‘Dat zou alleen maar eerlijk zijn.’
‘En fatsoenlijk.’
‘Na al die champagne die hij voor ons heeft laten aanrukken.’
‘Je moet lief voor hem zijn.’
‘Gewoon een ouwe vent gelukkig maken.’
‘Waarom niet? Als jullie hem in vredesnaam…’ Lydia zorgde ervoor dat de vier kopjes bij elkaar gestoken werden, ‘… maar niet laten dansen.’
‘Nee, nee, dat zou afschuwelijk zijn. Een van ons houdt hem wel aan de praat. En hoe zit het met Bryan?’
‘Nee, ik wil ook niet dat Bryan gaat dansen,’ zei Poppy. ‘Als ik dat moet aanzien, vrees ik dat ik de bruiloft afzeg.’
Conall betastte de BlackBerry in zijn zak. Zou hij…? Alleen maar even snel kijken? Zou dat echt zo erg zijn? Per slot van rekening was er niemand die zich daarover druk zou maken. Hij zat in zijn eentje aan de tafel, iedereen had de benen genomen. Even later zat hij openlijk e-mails te beantwoorden.
Hij had Lydia al ongeveer een uur niet meer gezien. Zij had zich met de drie andere meisjes op de dansvloer gestort en hoewel hij helemaal niet van plan was geweest om te gaan dansen – hij had nog wel iets van eigendunk over – had Lydia haar hand stevig tegen zijn borst geplant en gezegd: ‘Blijf jij hier maar gezellig met Betrouwbare Bryan praten.’
Maar Betrouwbare Bryan was niet bepaald een briljant causeur. Hij leek zo onder de indruk van zijn aanstaande huwelijk dat er nauwelijks een woord over zijn lippen kwam. Hij had iets over een sigaret gemompeld en daarna had Conall hem niet meer gezien.
Aanvankelijk had BusAras Jesse een betere kandidaat geleken. Hij had Conall vergast op een verslag van de manier waarop hij Sissy had leren kennen in de rij voor BusAras. Het scheen iets te maken te hebben met een gesprek over het woordje ‘chagrijnig’ waarmee een paar honderd buspassagiers zich hadden bemoeid. Daarna had hij alles te horen gekregen over alle landen waarin Jesse aan bungeejumpen had gedaan. En over zijn plan om met een snowboard een bepaalde illegale piste te nemen waarop constant mensen om het leven kwamen. ‘Het mag natuurlijk niet, maar ik ken wel iemand. De pretoriaanse wacht van Gadaffi traint daar ook.’ Wat hadden die mensen van het zuidelijk halfrond toch altijd met die extreme sporten? En had Gadaffi wel een pretoriaanse wacht?
Daarna had Jesse hem uitgedaagd om boven in het zwembad uit te zoeken wie van hen beiden het langst de adem in kon houden, maar toen Conall daar niet op in wenste te gaan had Jesse verbaasd en een tikje beledigd gereageerd. ‘Zoals je wilt, man,’ zei hij, en hij liep boos weg, waardoor Conall alleen achterbleef met zijn BlackBerry.
‘Is er hier nog genoeg te drinken?’ De serveerster was weer opgedoken.
‘… Eh… Er kan nog wel een fles komen,’ zei hij.
‘Prima. Nog iets anders?’
De verleiding was groot voor Conall. Je kon hier ook iets te eten krijgen. Maar dat kon hij gewoon niet maken: een volwassen man die in een nachtclub een bak vol chocolade-ijs soldaat maakte, sloeg een figuur als modder. Cocaïne, dat moest je in nachtclubs consumeren, geen chocoijs. ‘Nee, nee, dank u wel. Doe alleen nog maar een fles van dat spul.’
Zodra ze verdwenen was, begon Conall ernstig te twijfelen. Het was al zo lang geleden dat hij Lydia had gezien, dat het best mogelijk was dat zij inmiddels zonder dat hij het wist met haar vriendinnen de benen had genomen. Hij stond op om te kijken of hij haar ergens op de dansvloer zag, toen ze ineens voor hem opdook.
‘We waren boven bij het zwembad,’ zei ze. ‘Wel heel klein.’ Daarna wapperde ze met haar handen om hem nat te spatten en holde lachend weg.
Hij veegde langzaam met zijn mouw zijn voorhoofd af. Hij had er genoeg van. Hij vond het hier helemaal niet leuk. Hij was lid van elke club in Dublin voor het geval hij bezoek kreeg van een van zijn vage figuren die daar met alle geweld naartoe wilde, maar normaal gesproken kwam hij er nooit en deze tent leek nog erger dan al die andere. Het was hem opgevallen dat hij niet de enige man in de Float was met een heel stel jonge meiden; het enige verschil was dat die van hem niet Russisch waren. Ineens voelde Conall zich dwaas en misbruikt. En hoewel hij zelf net zo goed misbruik maakte, bezorgde het hem toch een belabberd gevoel. Volkomen tegen zijn gewoonte in stond hij op het punt de handdoek in de ring gooien, want dit was inmiddels een gevecht geworden dat hem koud liet.
Zonder enige aanleiding moest hij ineens aan Katie denken.
Katie zat voorovergebogen in haar stoel toen de eerste beelden van Je Eigen Privéparadijs op het scherm verschenen. Ze zaten met een heel stel als sardientjes in de kleine regiekamer gepropt: Jemima, Nurks, Grainne Butcher, Mervyn Fossil, Alina plus nog een heel stel technici en manusjes-van-alles. Allemaal samen op de bank, bijna bij elkaar op schoot. Het was nog maar een ruwe versie – er moest nog muziek bij worden gezet – maar het was toch een hele gebeurtenis omdat behalve Grainne nog niemand een compleet programma had gezien.
En daar was de eerste shot van Fionn! Hij stond op een heuvel een beetje nors naar de horizon te staren. Katie drukte zijn hand, die nat was van het zweet.
Fionn had haar een tijdje geleden op haar werk gebeld. ‘Grainne zegt dat de eerste aflevering klaar is. Die gaan we vanavond bekijken. Het wordt een klein feestje. Kom je ook?’
Ze was verrast en zelfs een beetje ontroerd, omdat ze hem het nummer van haar werk niet had gegeven. ‘Alina heeft het voor me opgezocht,’ bekende hij.
Stijf geconcentreerd bleef Katie de monitor in de gaten houden en bad ondertussen dat het programma niet volslagen kul zou zijn. En als dat wel het geval was? Wat moest ze dan zeggen? Dapper zou een mooi woord zijn. En verbijsterend ook.
Ze moest bezorgd toegeven dat de camera Fionn geen recht deed: in werkelijkheid was hij veel knapper. En dat gezeur over de composthoop die iedereen eigenlijk zou moeten hebben was ook niet aan haar besteed. Maar toen ze bij het volgende onderdeel kwamen, Fionn die over een markt dwaalde en een verhanhield over seizoensgebonden groente, werden er een heleboel close-ups van hem vertoond. En toen hij langzaam en wellustig een paar soorten groente betastte die fallische kenmerken vertoonden, had dat toch een bepaalde uitwerking op Katie.
‘Sjongejonge,’ mompelde ze, en Fionn wierp haar een dankbare blik toe.
Er kwamen regelmatig scènes langs waarin Fionn spontaan een steentje, een takje kruid of een stukje kristal uit zijn zak haalde om dat aan een willekeurige voorbijganger te geven. Hun reactie was afwisselend verrast, ontvankelijk of geïnteresseerd en vaak bleek de willekeurige gift op de een of andere rare manier betrekking te hebben op hun leven. Die kleine menselijke stukjes werden een terugkerend motief in het programma en toen Fionn opnieuw zijn hand in de op het scherm getoonde jaszak stak, merkte Katie dat ze zelfs een beetje opgewonden was. Wat zou er nu weer tevoorschijn komen? En welke betekenis zou dat voor de persoon in kwestie hebben?
‘Dat jack zou eigenlijk een eigen programma moeten hebben,’ zei Katie, en er sloeg een golf van vrolijkheid door het vertrek.
Dat kreeg je niet kunstmatig voor elkaar. Katie kende uit eigen ervaring het verschil tussen een hype en een product waarin de mensen echt vertrouwen hadden. Zelf kreeg ze een goed gevoel bij Je Eigen Privéparadijs. Of het succes zou hebben was natuurlijk volslagen afhankelijk van de kijkcijfers, die weer afhankelijk waren van de tijd van uitzending, die weer afhankelijk was van het aantal adverteerders, dat weer afhankelijk was van de kijkcijfers. Net zoiets als het eeuwige de-kip-of-het-ei-dilemma. Het was heel moeilijk om een succesvol tv-programma te maken. De mogelijkheden waren niet te tellen en alles hing in hoge mate af van geluk.
Mervyn stond bij de deur te waken over een drietal flessen met bubbels. Als hij het gevoel had gehad dat het programma niet deugde, zou hij ze gewoon weer in de auto hebben gelegd om ze mee naar huis te nemen.
‘Trek maar open,’ blafte Grainne hem toe. ‘Alle drie.’
Een kurk werd uit de fles getrokken en onder een stortvloed van felicitaties werd de drank uitgeschonken. ‘Gefeliciteerd!’ Katie rekte zich uit om met Fionn, Jemima, Grainne en nog eens met Fionn te proosten. Terwijl ze Fionn diep in de ogen keek, nam ze een stevige slok van de bubbels. Het was geen champagne. Het was niet eens prosecco. Het was gewoon een goedkope bubbeltjeswijn, maar het had een blije bijsmaak.
Een programma over huizen die opnieuw ingericht werden. Ik bedoel maar, dacht Matt een beetje bitter na afloop, als dat niet veilig meer is, wat dan wel? En de presentatrice, Rhoda Stern, was niet eens echt aantrekkelijk. Nou ja, ze was natuurlijk geen tweekoppig monster, want in dat geval had ze vast geen eigen programma gekregen, maar ze vertelde eigenlijk alleen wat er allemaal mis was – en volgens Matt ook nog eens op een irritant opgewekt toontje – met de bestaande inrichting.
Matt en Maeve lagen weer op de bank en keken een beetje medelijdend toe hoe een jong stel – dat wel een beetje aan hen deed denken – door Rhoda over de hekel werd gehaald vanwege hun slaapkamer.
‘Ik vind het helemaal niet zo gek,’ zei Maeve. ‘Die gordijnen zijn best leuk.’
‘Maar!’ schreeuwde Rhoda. (Want in dat soort programma’s schreeuwen de presentatoren altijd.) ‘Er is toch iets dat voorkomt dat deze kamer een regelrechte ramp is geworden!’ De camera zoomde uit om een enorm tweepersoonsbed in beeld te brengen. ‘Mmm,’ Rhoda likte haar lippen af, ‘ik zou wel weten wat ik in dat bed het liefst zou willen doen.’ Ze gluurde vanuit haar ooghoeken suggestief in de lens. ‘Gewoon lekker twaalf uur achter elkaar pitten.’
Maar het was al te laat. Iets in die suggestieve blik had het beest wakker geschud. Matt besefte ineens dat er iets in actie kwam. Daar beneden. In zijn kruis. Alles begon op te zwellen en dikker te worden en hij had het gevoel dat er liters bloed naartoe werden gepompt. Hou op, beval hij zijn lichaam. Ik eis dat je daarmee stopt. Maar het ging gewoon door, alsof het een eigen wil had. Het richtte zich op en werd steeds harder. Hij ging verliggen, om te voorkomen dat Maeve het zou merken, maar daardoor kreeg het juist de ruimte en het begon tegen zijn ondergoed te duwen in een poging zich te bevrijden.
Rentevoet, dacht Matt wanhopig. Een zenuwbehandeling. Het deed er niet toe, zolang het maar voorkwam dat zijn lichaam hem op deze manier verraadde. Muizenkeutels. Gangreen…
Hij voelde ineens dat Maeve naast hem verstrakte. Ze had het gemerkt. Daarna draaide ze zich om en keek naar zijn verhitte gezicht.
‘Matt…?’ Het klonk bijna verward.
Zonder verder iets te zeggen liet ze zich van de bank glijden, waarbij ze goed oplette dat haar lichaam die plek nergens raakte en even later hoorde hij hoe de kranen in de badkamer opengedraaid werden.
‘Ik ga even in bad, hoor,’ riep Maeve quasi-opgewekt.
‘Geniet er maar lekker van,’ riep Matt terug, met een stem die al even gemaakt vrolijk klonk.
Hij hoorde hoe de badkamerdeur met een vastberaden klik dichtviel en zakte met een wanhopig gevoel achterover op de bank. Ik ben een man, dacht hij. Ik ben een dier. Ik ben geprogrammeerd om op bepaalde prikkels op een bepaalde manier te reageren. Daar kan ik niets aan doen. Daar heb ik geen controle over.
Ik heb nergens controle over.
Er is net iets met een schok tot me doorgedrongen: de harten van Matt en Maeve mogen dan in volslagen harmonie kloppen, maar het is al heel lang geleden dat ze seksueel contact hebben gehad.
Lydia zat op het toilet en staarde naar haar telefoon. Acht gemiste oproepen. Vier sms-berichten. Allemaal van Flan Ramble.
Kelere. Net nu ze het zo naar haar zin had.
En nee, dit keer ging ze niet. Murdy moest het maar opknappen. Ronnie kon het net zo goed. Mam kon zichzelf ook best redden. Als er niets mis met haar was, had het per slot van rekening ook geen zin dat Lydia halsoverkop wegging uit de Float en midden in de nacht als de wiedeweerga naar Boyne reed. Trouwens, ze was veel te dronken om te rijden.
Natuurlijk verwachtten ze van haar dat ze meteen in de auto sprong en kwam opdraven, maar dit keer konden ze het heen-en-weer krijgen. Dat had ze al vaak genoeg gedaan en wat was ze ermee opgeschoten? Ze had alleen maar te horen gekregen dat ze uit was op het geld van haar moeder. Ze moesten zich nu maar eens zonder haar zien te redden. Dan konden ze er zelf achter komen dat zij, Lydia, het bij het rechte eind had en dat zij zich allemaal vergisten… Ze stond net op, omhuld door een heerlijke roze wolk van oprecht zelfmedelijden, toen haar telefoon overging.
Dat was Flan Ramble weer. Maar nee, toch niet. Het was…
‘Mam?’
‘Lydia?’
‘Is alles in orde?’
‘Eh… nee.’ Ze klonk iel en zielig. ‘Ik heb iets gedaan waarvan ik me niets kan herinneren en nu is de politie erbij gekomen en ik ben ontzettend bang.’
‘O god, mam. Je hebt toch niemand vermoord?’
‘Nee, nee. Flan is hier. Hij zal het je wel vertellen.’
‘Het is me een toestand hier,’ zei Flan luid. ‘Ze kwam terugrijden naar de stad nadat ze een vrachtje ergens op het platteland had afgeleverd en waarschijnlijk heeft ze een bocht verkeerd genomen, want ze reed zo vanaf de weg met een noodgang het stuwmeer in. En in plaats van dat ze als de bliksem maakte dat ze de auto uit kwam, zoals ieder normaal mens zou hebben gedaan, bleef ze gewoon in de auto zitten lachen terwijl ze langzaam maar zeker in de prut wegzakte. Toen de politie kwam opdagen, konden ze er niet bij dat ze niet hartstikke bezopen was, maar zo nuchter als de pest. Ik heb toch tegen je gezegd dat ze niet meer achter het stuur moest gaan zitten, Lydia,’ zei hij schijnheilig. ‘En dat zal er nu ook niet meer van komen. De enige reden dat ze de nacht niet in een cel hoeft door te brengen, is omdat ze zo geliefd is in dit dorp.’
‘Oké, ik kom eraan.’
Conall zat nog steeds aan de tafel. Zo te zien was hij e-mails aan het versturen. Wat een mooi ding. ‘Ik moet ervandoor,’ zei ze. ‘Er is iets gebeurd. Bedankt voor vanavond.’
‘Wacht eens even, wat is er aan de hand?’
‘Mam. Ze is het stuwmeer in gereden.’ ‘Heeft ze niets?’
‘Nee. Alleen… nogal overstuur.’
‘Maar jij hoeft er toch niet naartoe. Twee van je broers wonen bij haar in de buurt.’
‘Je hebt zelf gezien hoe die zijn.’
‘Je bent toch niet van plan om te gaan rijden?’
‘Ik neem een taxi. Een van de jongens zal me wel een plezier willen doen.’
Conall stond op. ‘Ik rijd je er wel heen.’
‘Jij? Maar zit jij dan nog niet aan je tax?’
‘Roze champagne is niet bepaald iets waar ik dol op ben. Wil je nog afscheid nemen van je vriendinnen?’
Daar moest Lydia even over nadenken. Maar ze waren allemaal straalbezopen en al dat gedoe met mam… dat zouden ze toch nooit echt snappen.
‘Nee, laten we maar gewoon weggaan.’