Dag 49

Katie had een vermogen uitgegeven aan haar jurk. En een vermogen aan haar schoenen, gouden sandaaltjes van Dolce & Gabbana, ontzettend chic. En haar haar had ook een vermogen gekost. En nu kreeg ze een luxeuze behandeling bij de pedicure. Conall zou haar over een uur ophalen, zodat ze nog meer dan genoeg tijd had om naar huis te gaan, zich om te kleden… Haar telefoon liet een dubbel piepje horen en ze wist het meteen: hij zegde af.

Nog in Helsinki. Noodgeval. Spijt me echt ontzettend.

Ze las het bericht nog een keer in de hoop dat er dan iets anders zou staan, daarna moest ze iets wegslikken en ze voelde hoe opdringerige tranen van boosheid haar keel dichtknepen. Ze had het liefst ergens tegenaan willen schoppen, maar haar nagels waren nog niet droog en ze wilde haar pedicure niet in gevaar brengen. Dat was hij niet waard. Als ze dan toch in haar eentje naar de bruiloft van haar ex-vriend moest, dan kon dat in ieder geval met opgeheven hoofd, geruggesteund door de wetenschap dat er niets op haar voeten was aan te merken.

Uiteindelijk bleek die pedicure een godsgeschenk, vooral tijdens de kerkdienst. Het leidde haar aandacht af van de stralende schoonheid van Donanda, de oprechtheid waarmee Jason de gelofte aflegde en de medelijdende blikken van degenen die vrienden van Katie & Jason waren geweest en voor de winnende partij hadden gekozen toen het stel uit elkaar ging. Haar opgetutte voeten waren zelfs een soort reddingsboei toen het dochtertje van Jason en Donanda opdraafde met de trouwringen op een wit fluwelen kussentje. Jullie mogen dan een schattig jong dochtertje hebben met een bloemenkrans in het haar, maar ik heb beeldschone roze teennagels.

Maar toen ze in het restaurant aankwam, zakte de moed haar in de goudkleurige Dolce & Gabbana-sandaaltjes: uit de tafelschikking bleek dat zij aan de KT was ingedeeld. De Klote-(of Kut-)Tafel.

Ze moest even op zichzelf inpraten om een aanval van paranoia te voorkomen. Ze kon nog steeds goed met Jason opschieten, waarom zou hij haar dan willen beledigen? Maar haar tafeltje stond helemaal achterin, met aan twee kanten een muur: een voor haar en een naast haar. De andere gasten, allemaal Portugezen en kennelijk leden van Donada’s uitgebreide familie, waren vier bejaarde, in het zwart geklede vrouwen en een robuuste man van een jaar of vijftig met een schitterende snor en een overhemd dat tot halverwege zijn borst openstond. Ze spraken geen woord Engels. Ja, het was ontegenzeggelijk de KloteTafel.

Er was nog één lege plek – afgezien van de stoel waarop Conall had moeten zitten – en daar vestigde Katie al haar hoop op. Ze kon haar ogen niet geloven toen ze een slonzige maar bijzonder aantrekkelijke man aan zag komen. Wat had hij gedaan om verbannen te worden naar de KT? Hij moest wel het zwarte schaap van een van de families zijn. Drugsproblemen. Of hij had de kluit belazerd. Daarom hadden ze besloten om hem ergens neer te zetten waar hij geen kwaad kon doen.

Toen hij dichterbij kwam, stond de schrik op zijn gezicht te lezen. Hij pakte zijn naambordje op en las het goudkleurige schoonschrift alsof hij zijn ogen niet kon geloven. Daarna liet hij zijn blik over de zes gezichten dwalen die hem vol verwachting aankeken, stopte het naambordje in zijn zak en maakte zich haastig uit de voeten.

‘En hij werd nooit weer gezien,’ zei Katie.

Ze kon er grapjes over maken, maar dit was het dan. Er zou verder niemand meer bij hen komen zitten. Ze was de klos.

Met een overdreven galant gebaar verwisselde de man met de snor van stoel, zodat hij naast Katie kwam te zitten.

‘Oooohooo!’ De oude vrouwen moedigden hem en bloc aan. Ze waren kennelijk dol op hem.

Hij klopte op zijn borst en zei: ‘Ik Nobbie.’

‘Katie.’

‘U geel mooi vrouw.’

‘En u hebt een schitterende snor. Daar zult u wel erg trots op zijn.’

‘Donada oudtante.’ Een van de vrouwen wees op zichzelf. Daarna wees ze de andere drie vrouwen aan. ‘Oudtante, oudtante, oudtante.’

Katie priemde een vinger in de richting van Nobbie en vroeg: ‘Oudtante?’

Sjonge, wat moesten ze daarom lachen!

‘Oom, oom,’ zei Nobbie met zijn diepe machostem. ‘Jij?’

‘Jasons ex-vriendin,’ verklaarde ze alsof ze vloeiend Engels spraken. ‘Waarschijnlijk is hij de grootste liefde van mijn leven geweest.’ De Portugezen knikten beleefd. ‘Van mijn eenendertigste tot mijn zevenendertigste. Ik zal u eens iets leuks vertellen.’ Ze sloeg haar benen over elkaar en leunde vertrouwelijk voorover. ‘We besloten dat het hoog tijd was om aan een baby te beginnen en pas toen we om de haverklap met elkaar lagen te vrijen, kwamen we tot de ontdekking dat we elkaar helemaal niet meer zagen zitten! U kunt zich vast wel voorstellen hoe vreselijk dat was. Ik heb zelfs een tijdje gedacht dat ik gek zou worden.’ De Portugezen begonnen er een beetje zenuwachtig uit te zien. Maar eerlijk is eerlijk, dacht Katie, ze hadden er zelf om gevraagd. ‘En toen leerde Jason Donanda kennen.’

‘Donanda.’ Ze knikten elkaar toe, blij dat ze eindelijk iets begrepen. ‘Donanda.’

‘Toen zij ineens mijn plaats inpikte, was ik daar kapot van. Maar een jaar of twee later leerde ik Conall kennen, die hier vandaag helaas niet kan zijn omdat hij in Helsinki mensen de laan uit moet sturen. Vandaar dat ik hier in mijn eentje de bruiloft van mijn ex-vriend mee moet vieren!’ Het laatste woord was nog niet over haar lippen toen ze al door schaamte overmand werd. Deze armen mensen probeerden alleen maar een gezellig gesprek te beginnen. Wat was er toch met haar aan de hand? Ze was veel aardiger geweest toen ze nog in de dertig was.

Meteen daarna besloot ze om extra beleefd en vriendelijk te doen, maar een taalbarrière maakt het niet gemakkelijker om over koetjes en kalfjes te praten en het was een ontzettend lange receptie, met verwarde toespraken en ontzettend lange pauzes tussen de gangen. En ze kon geen kant op. De paar bekende gezichten onder de gasten konden niet langer als vertrouwelingen worden beschouwd. Ze hadden haar allemaal met de nek aangekeken nadat Jason en zij uit elkaar waren gegaan. Dat was trouwens ook de enige reden waarom ze niet gewoon opstond en wegging, want ze kon hun valse medelijden al horen: ‘Ach, die arme Katie. Dat zogenaamde vriendje van haar wilde niet mee en dus moest ze in haar eentje komen. En heb je die schoenen gezien? Heb je ook maar een flauw idee wat die hebben gekost? Nou ja, als je geen kinderen hebt, kun je net zo goed proberen om de leegte in je hart te vullen met gouden sandaaltjes.’

Vreemd genoeg werd ze voornamelijk gekweld door verveling. Het was allemaal zo verdomd sáái! Ze zou dolblij zijn geweest met een tijdschrift om door te bladeren. Af en toe stak ze haar voet uit om haar teennagels te bewonderen. Die waren nog steeds beeldschoon. En af en toe stond ze op om naar het toilet te gaan, gewoon voor de lol. Tijdens een van die tochtjes schoot Jason haar aan.

‘Is je tafel oké?’ vroeg hij. ‘Omdat die vriend van je Portugees spreekt, dachten we dat het een goed idee zou zijn…’

Sprak Conall Portugees? Dat wist Katie niet. Dat kwam omdat Conall een leugenaar was. Een leugenaar die had beloofd dat hij vandaag absoluut samen met haar hiernaartoe zou gaan en haar niet voor schut zou zetten door op het laatste moment met dringende zaken aan te komen.

‘Ja, Jason, Conall is heel goed in allerlei dingen.’

Voornamelijk in léúgens.

‘Maar nu moet ik ervandoor. Ik hoop dat je het leuk zult vinden om met iemand anders dan met mij getrouwd te zijn.’

Tot op dat moment had ze zich qua drank ingehouden omdat ze a) nog moest rijden en b) niet aangeschoten wilden raken, zodat ze zou gaan huilen en om Jasons nek zou gaan hangen om hem met dubbelslaande tong toe te voegen: ‘Weet je nog die keer dat je samen met mij in bed hebt zitten picknicken? En weet je nog die keer… En weet je nog die keer… Zes jaar, Jason, zés jaar! En nu ben jij ineens getrouwd met een Portugese en heb ik verkering met een leugenaar.’

Maar toen ze terugkwam bij het tafeltje was haar vaste voornemen spoorloos verdwenen en binnen drieëntwintig minuten sloeg ze vier dubbele rum-cola’s achterover (vreemd genoeg een drankje dat ze nog nooit van haar leven had geprobeerd). Toen was ze dronken en wilde ze naar huis, maar omdat ze niet meer in staat was om te rijden moest ze een taxi nemen.

Tot haar verrassing was de taxichauffeur een meisje. En Katie kende haar! Ze woonden in hetzelfde huis!

‘Ik heb nooit geweten dat je taxichauffeur was.’

‘Dan weet je het nu.’

Nadat ze een tijdje in stilte verder waren gereden vroeg het meisje: ‘Leuke avond gehad?’

‘Nee.’

‘Mooi zo.’

‘Ik was op de bruiloft van mijn ex-vriend.’

‘Wie? Dat stuk chagrijn dat altijd bloemen meebrengt?’

‘Wie… O, je bedoelt Conall. Nee, een ander ex-vriendje.’