’s Middags werd het hele gebied rond Ingmar Bergmans erf afgezet en niet lang daarna verschenen de eerste journalisten op Fårö. Het gerucht verspreidde zich snel en verslaggevers uit het hele land vlogen naar Gotland. Later op de avond liet zelfs de buitenlandse pers van zich horen. Vooral in Duitsland was de belangstelling bijzonder groot, omdat Bergman bijna tien jaar lang in München had gewoond.
Het feit dat er een dode vrouw was gevonden op het erf van de grootmeester Ingmar Bergman zelf deed het goed. Maar toen de buitenlandse verslaggevers in de gaten kregen dat het lichaam niet daar, maar op het erf van zijn buurman was aangetroffen, nam de belangstelling snel af.
Desondanks was het lastig genoeg om de Zweedse media te woord te staan en de perswoordvoerder Lars Norrby eiste al na een paar uur hulp.
‘Het is toch godvergeten krankzinnig,’ siste Karin tegen Wittberg toen ze haastig door de gangen van de rechercheafdeling liepen op weg naar de late avondvergadering van het rechercheteam. ‘Vanwege die mediahysterie kun je gewoon niet fatsoenlijk je werk doen. Ze zijn gek! We mogen wel pantservoertuigen op Fårö inzetten om de journalisten op afstand te houden.’
Ze hadden al signalen gekregen dat de politie die daar ter plekke was moeite had om de nieuwsgierigen op afstand te houden. Wittberg schudde zijn hoofd en ze stapten de vergaderruimte binnen. Precies op dat moment belde Knutas. Karin drukte het gesprek weg; ze belde hem wel nadat het rechercheteam de zaak had doorgenomen.
‘Nou, er is genoeg waar we mee aan de slag kunnen,’ begon ze, zich tot de groep richtend. ‘We hebben dus de vermiste Stina Ek gevonden op het erf van Valter Olsson op Fårö. Twintig meter bij Ingmar Bergmans erf vandaan. Het lichaam was begraven onder een roeiboot die ondersteboven op het strand lag, dus is er geen enkele twijfel dat er hier sprake is van een misdrijf. De vraag is nu wanneer de moord heeft plaatsgevonden, maar dat moet het forensisch-geneeskundige onderzoek nog uitwijzen. Ik heb gevraagd er vaart achter te zetten, en de patholoog-anatoom is samen met Erik Sohlman en de rest van de technische recherche ter plaatse. Stina Ek is het laatst gezien op zaterdagmiddag 28 juni, ergens rond drie, vier uur, toen ze de boerderij van Arne Gustavsson op de fiets passeerde. Kort daarvoor had ze voor het pension Slow Train afscheid genomen van haar man. Een paar uur later heeft ze hem gebeld om te zeggen dat ze een jeugdvriend was tegengekomen en later op die avond kreeg hij zoals jullie weten een sms’je met de mededeling dat ze voor haar werk was opgeroepen.’
‘Ze moet dus zijn vermoord nadat de sms’jes zijn verstuurd, als zíj ze überhaupt heeft verstuurd,’ zei Wittberg. ‘Maar waarom heeft ze gelogen?’
‘En waarom wilde ze niet bij de groep blijven?’ ging Karin verder.
‘En niemand behalve die Arne Gustavsson heeft haar gezien,’ onderbrak Kihlgård haar. ‘Ze had toch een vrij opvallend uiterlijk. Het was nu niet bepaald iemand die in de menigte opgaat.’
‘Geen enkele getuige zegt haar te hebben gezien,’ viel Karin hem bij. ‘Dat kan betekenen dat ze bijna rechtstreeks naar Hammars is gefietst, dus meteen van de grote weg af is gegaan en de kleine wegen heeft genomen. De enige levende wezens die zich in dat gebied ophouden zijn waarschijnlijk schapen.’
Wittberg krabde in zijn blonde haardos.
‘Waarom lag ze op het erf van Valter Olsson?’
‘Of de dader heeft haar daar ontdekt, of ze zijn elkaar bij het huis van Bergman tegengekomen en Stina heeft geprobeerd te vluchten. Misschien is ze achternagezeten, heel simpel. Of ze is vermoord op het erf van Bergman en daarna naar het erf van Valter Olsson gesleept, ook al is dat een behoorlijk eind. De vraag is wie zich daar in dat gebied bevond op hetzelfde moment dat Stina daar ook was.’
‘Het was natuurlijk Bergman-week,’ merkte Wittberg op. ‘Het kan iedereen zijn geweest.’
Karin werd onderbroken door haar telefoon. Omdat ze zag dat het Sohlman was, nam ze op.
Terwijl zij naar de technisch rechercheur luisterde, bleven de anderen rond de tafel stilzwijgend naar haar kijken. Toen ze klaar was, wendde ze zich tot haar collega’s: ‘Dat was Sohlman. Ze hebben bloedsporen gevonden op de veranda van Bergman en op het pad naar het strand. En in een hoek van de veranda lagen een topje en een string, keurig opgevouwen. Ze zouden weleens Stina’s maat kunnen zijn.’
‘Ze zijn daar dus niet neergesmeten?’ vroeg Kihlgård verbaasd. ‘Ze lagen netjes opgevouwen?’
Karin knikte.
‘En de fiets, hebben ze die ook gevonden?’
‘Nee.’
Kihlgård keek weifelend. Hij pakte een banaan uit de fruitschaal die op de tafel stond, pelde hem langzaam en zei: ‘Stina Ek heeft misschien iemand gebeld. Ze moet opgewonden zijn geweest dat ze het huis had gevonden. Wat doe je in zo’n situatie? Precies,’ ging Kihlgård verder, terwijl hij met de banaan zwaaide. ‘Je wilt het met iemand delen. Ze heeft iemand gebeld. De vraag is alleen wie. En waarom heeft ze zich uitgekleed? Kennelijk vrijwillig. Het was gepland.’
‘Haar man,’ opperde Wittberg. ‘Ze was misschien zo vrijmoedig om daar een rendez-vous te organiseren.’
‘Of... Iemand anders?’ stelde Karin voor. ‘Iemand met wie ze een verhouding had? Sam Dahlberg, bijvoorbeeld. Hij was een grote Bergman-fan. Misschien hadden zij iets met elkaar.’
‘Stel je nu eens voor dat hij het heeft gedaan. Ik bedoel, ernaartoe is gegaan. Waar bevond Andrea Dahlberg zich op dat moment?’
Karin bladerde in haar papieren.
‘In de late middag bezocht ze het Bergman-centrum, en daar kwam ze een oude jeugdvriendin van de lagere school tegen. Ze zijn samen ergens koffie gaan drinken, dus kan ze niet geweten hebben dat haar man is weggegaan. In elk geval zou hij een paar uur hebben kunnen wegblijven zonder dat iemand het opmerkte.’
‘Hebben we die jeugdvriendin al gesproken?’ vroeg Kihlgård.
‘Het is erg lastig om haar te pakken te krijgen,’ gaf Karin toe, en ze voelde tot haar ergernis dat ze bloosde.
‘Weten we hoe de persoon in kwestie heet?’ ging Kihlgård geduldig verder.
‘Andrea Dahlberg wist haar naam niet meer en ze vond het te pijnlijk om het te vragen. We zullen natuurlijk de lijst met leerlingen uit Andrea’s schooltijd doornemen, zodat we die persoon kunnen bellen. Helaas bezit ze geen enkele schoolfoto meer uit die tijd. Dan was het heel simpel geweest.’
‘Het is toch wel erg merkwaardig,’ vervolgde Kihlgård vasthoudend, ‘dat Stina Ek uitgerekend op deze middag een oude schoolvriend tegenkomt, of om heel precies te zijn een vriend van de lagere school, met wie ze ergens in een café een kop koffie gaat drinken, en dat op dezelfde middag, bijna op hetzelfde tijdstip, Andrea Dahlberg een jeugdvriendin tegen het lijf loopt met wie ze koffie gaat drinken in het Bergman-centrum. Is dat niet een beetje vreemd?’
‘Van wie komt deze informatie?’ vroeg officier van justitie Smittenberg.
‘Zowel Håkan Ek als Andrea Dahlberg zegt het.’
‘Håkan en Andrea dus, de wederhelften van de twee slachtoffers,’ bromde Kihlgård. ‘Mysterieuze samenloop van omstandigheden.’
‘Ja, dat kun je wel stellen,’ zei Karin. ‘En als we nu nog even bij Andrea Dahlberg blijven: die heeft dit weekend de politie gebeld omdat ze een telefoontje kreeg van een onbekende man die zich aantoonbaar precies voor haar deur bevond. Daar moeten we nader naar kijken. Ik wil dat we opnieuw een buurtonderzoek doen en de mensen in Terra Nova nogmaals vragen of iemand iets verdachts is opgevallen. Andrea heeft al langer het gevoel dat ze wordt gadegeslagen. Tot vrijdagnacht had ze het afgedaan als inbeelding. Maar nu niet meer. We hebben haar gevraagd of ze voorlopig niet liever bij een familielid of een goede vriendin zou willen logeren, maar dat wil ze niet. De kinderen zijn in elk geval wel weg.’
‘Heeft ze de stem herkend?’
‘Nee, de man heeft waarschijnlijk zijn stem verdraaid.’
‘Ik ben er geweest en heb met haar gesproken, en ze was behoorlijk ontdaan en had geen idee wie het geweest kan zijn,’ zei Kihlgård. ‘Geen van de buren heeft iets ongewoons opgemerkt.’
‘Dan hebben we Valter Olsson nog, en hoe hij in dit beeld past,’ vervolgde Karin. ‘We moeten ook een buurtonderzoek doen in Hammars en in Dämba – eigenlijk in dat hele gedeelte van Fårö. Vanaf Broa tot aan Sudersand in het noorden. Er zijn opvallend weinig tips binnengekomen. Maar laten we hopen dat de vondst van het lichaam daar wat verandering in brengt. Alle alibi’s zijn al nagetrokken, maar we zullen er opnieuw naar moeten kijken. En als Sam en Stina inderdaad een affaire hebben gehad, hebben we op dit moment op z’n minst twee personen die zéér interessant zijn in dit onderzoek: Andrea Dahlberg en Håkan Ek.’