Die middag werd de verdenking dat Stina Ek achter de moord op Sam Dahlberg zat versterkt. Een van de mannen die bij het Fårö-veer werkte meende haar te herkennen op de foto die de politie hem liet zien. Hij was er bijna zeker van dat ze op de Karlsö-boot vanuit Klintehamn had gezeten op de avond voordat de anderen waren gekomen. Hij herinnerde zich nog heel goed dat de anderen zondagmorgen de boot van halftien hadden genomen. Het was niemand ontgaan dat Sam Dahlberg ook aan boord was. Hij was een bekende persoonlijkheid op het eiland.
Knutas, die al zijn krachten aan het onderzoek wilde wijden, worstelde tevens met privéproblemen. Gedeeltelijk maakte hij zich zorgen over Karin, die op zoek was naar haar dochter. Ze zag er de laatste tijd bleek uit en leek nog dunner geworden dan ze al was. Regelmatig was ze in gedachten verzonken. Ze was heel lief, vond hij. Een paar keer buiten hun werksituatie had hij een onverklaarbare spanning tussen hen gevoeld. Het was iets ongrijpbaars waar hij geen vat op had. Maar net zo snel was hij het gevoel weer vergeten. Al jaren was hij zo verliefd op Line dat alles wat met het andere geslacht te maken had erdoor overschaduwd werd. Dat Karin tegenwoordig zo vaak in zijn gedachten rondspookte verontrustte hem. Hij was zichzelf niet. Hij moest ervoor zorgen dat Line en hij meer tijd voor elkaar vrijmaakten. Ze moesten elkaar weer vinden. Toen het hem te binnen schoot dat ze iets had gezegd over een reis met een vriendin aan het eind van de zomer, voelde hij opeens een sterke behoefte om onmiddellijk met haar te praten. In plaats van die reis met die vriendin konden zij samen iets gaan doen, alleen zij tweeën. Ongeduldig toetste hij haar nummer in op zijn mobiele telefoon. Ze nam na het vierde signaal op en klonk net zo blij en opgewekt als altijd. Dat stelde hem gerust.
‘Hoi, wat ben je aan het doen?’
‘Ik lig in de tuin te luieren. Het is zulk heerlijk weer.’
Knutas keek uit het raam. Na de vele regen eerder in juni was het nu eindelijk zomer geworden.
‘Waarom kom je in de derde week van augustus niet met mij en de kinderen mee naar het zomerhuis nadat we uit Italië zijn teruggekomen?’
Het bleef even stil aan de andere kant van de lijn. Hij hoorde haar ademen. Wat was ze aan het doen? Probeerde ze te bedenken wat ze kon zeggen? Knutas voelde woede opkomen.
‘Maar Anders, daar hebben we het toch over gehad? Je weet dat ik die reportageserie met Maria ga maken.’
‘Wat voor reportageserie?’
‘Toe nou, dat heb ik je verteld. We gaan naar de Kaapverdische Eilanden om daar een reportage over bevallingen te maken. Het is voor het boek dat Maria aan het schrijven is.’
Knutas fronste zijn voorhoofd. Kaapverdië nog wel. Toe maar. Dat lag niet bepaald om de hoek! Voetballer Henrik Larsson fladderde voor zijn geestesoog voorbij – kwam zijn vader daar niet vandaan? Waarom in ’s hemelsnaam moesten ze nu juist daarheen? Hij wist nauwelijks van het bestaan van dat land af. Tegelijkertijd herinnerde Knutas zich vaag dat Line een keer iets over dat aanstaande reisje had verteld, maar hij had niet begrepen dat het in feite al een uitgemaakte zaak was.
‘Maar moeten jullie daar echt naartoe – in augustus?’
‘Wat doe je vreemd, wat is er met je?’
‘En waarom moet uitgerekend jij haar helpen?’ zei hij mokkend. ‘Krijg je er ook voor betaald?’
‘Nu hou je op! Ik peins er niet over om naar dat soort praatjes te luisteren.’
Wanneer Line boos of verontwaardigd was, werd haar Deense accent sterker.
‘Waarom gaan jullie nu uitgerekend in augustus? Heb je daar dan niet de regenperiode en zijn er dan niet heel veel stormen en andere ellende?’
‘Mijn hemel, Anders, we gaan er niet voor onze lol naartoe. We gaan werken, niet op het strand liggen! Trouwens, ik geloof dat het daar het hele jaar mooi weer is. Het ligt in Afrika.’
‘Maar ik snap nog steeds niet waarom jij mee moet en wat jij daar te zoeken hebt.’
Knutas hoorde zelf hoe drammerig hij klonk.
Line zuchtte.
‘Heb je eigenlijk wel geluisterd naar wat ik je heb verteld? Het is een boek over bevallingen in verschillende delen van de wereld. Ik ga mee om Maria met mijn vakkennis terzijde te staan en om onze bevindingen met de situatie in Zweden te vergelijken. Ik verheug me heel erg op de reis. Einde discussie. Dag.’
De klik op de lijn toen ze oplegde weergalmde in zijn oor.