Andrea Dahlberg opende de buitendeur en zeulde haar koffer naar de auto. Ze leerde het ook nooit. Uit angst dat ze iets vergat pakte ze altijd te veel in. Sam moest lachen toen hij haar voorbijliep met zijn eenvoudige sporttas, die hij nonchalant in de suv slingerde. Hij had snel de helft van de kleren die zij bij elkaar had gezocht weer terug in de kast gestopt.
‘Zwaar, lieverd?’
Hij draaide zich om en stak zijn hand uit om haar koffer over te nemen. Toen ze hem die gaf vertrok hij zijn gezicht en hij zette de koffer met een klap op de grond neer, alsof hij niet te tillen was. Ze lachte. Ze was blij dat Sam zo opgewekt was. Hij was de laatste tijd erg moe geweest. Hij had bijna al zijn tijd aan de film besteed. Er even tussenuit direct na het filmen was precies wat hij nodig had. Het feit dat hij zelf hun reisbestemming had voorgesteld droeg bij aan zijn goede humeur. Ze waren nog nooit met de hele groep naar de Bergman-week geweest die jaarlijks eind juni op Fårö plaatsvond. Sam was een vaste bezoeker sinds de traditie vijf jaar geleden was gestart; hij was een vurig bewonderaar van Ingmar Bergman. Dit jaar was het festival bovendien ter nagedachtenis aan Bergman. In juli vorig jaar was de wereldberoemde regisseur heel vredig voorgoed ingeslapen in zijn afgelegen huis op Fårö.
Andrea liep het huis weer in om de laatste spullen te halen en om te controleren of alle deuren dicht en alle lampen uit waren. Ze zag dat Håkan en Stina aan de overkant van de straat hetzelfde deden. Vrolijk zwaaide ze naar Stina, die voorovergebogen in de regen snel tussen de auto en het huis heen en weer liep. Andrea bleef staan om naar haar vriendin te kijken. Wat was ze mooi. Haar haar had ze in een paardenstaart bijeengebonden. Ze was kinderlijk gekleed in een roze regenjack, een korte rok en gebloemde rubberlaarzen. Zo van een afstand leek ze wel een meisje, hoewel ze zevenendertig was en moeder van twee kinderen. Stina wist dingen over Andrea die verder alleen Sam wist. Haar meest intieme en diepste gedachten.
Ze zou nooit die keer vergeten toen Stina’s openheid en luisterend oor ervoor hadden gezorgd dat ze zich helemaal had blootgegeven. Ze waren alleen thuis geweest bij Stina. Håkan en Sam waren allebei weg en Stina had Andrea en de kinderen uitgenodigd om te komen eten. De kinderen hadden met elkaar gestoeid, tot ze uiteindelijk uitgeput hun bed in waren gerold. Andrea en Stina waren met een fles wijn voor het haardvuur blijven zitten. Ze hadden over de problemen des levens gepraat. Over schuld en schaamte. Die avond had Andrea voor het eerst iemand anders dan Sam haar duisterste geheim verteld. In het schijnsel van het vuur was Stina’s gezicht heel zacht geweest; ze had geluisterd en ze hadden de hele nacht gepraat. Andrea was nog nooit eerder zo close met iemand geweest als die keer. Stina werd de zus die ze had kunnen hebben. Hun vriendschap zou ze altijd koesteren. Er kon niets tussen hen komen.
Andrea schudde de gedachten van zich af. Ze was blij dat ze ondanks alles zo’n goed leven leidde en zulke goede vrienden had. Hun kennissenkring bestond uit een tiental stellen met kinderen van min of meer dezelfde leeftijd. Binnen deze groep bevond zich een kleinere kring van vrienden die nog meer naar elkaar toe trokken. Dat waren Håkan en Stina, John en Beata, en Sam en zij: zes volwassenen die samen acht kinderen hadden. Dikwijls voelde het alsof dat groepje groot genoeg was, alsof het niet groter hoefde. Daarom organiseerden ze zo nu en dan hun eigen etentjes of feesten – iets wat bij de anderen niet echt in goede aarde viel. Dat gold ook voor hun reisjes.
Ze wierp een blik in de kamers van de kinderen en constateerde tot haar tevredenheid dat ze die voor hun vertrek hadden opgeruimd en schoongemaakt. Wat waren ze netjes geworden. Vertederd zag ze de gezichten van haar kinderen voor zich. Over niet al te lange tijd zouden ze het huis uit gaan. Een paar van hun kennissen maakten zich daar al druk om: alleen achterblijven, met z’n tweeën aan de etenstafel en ’s avonds voor de tv. Sam en zij deelden die gevoelens niet. Zij hadden het juist altijd over de dingen die ze allemaal zouden doen als de kinderen de deur uit waren: reizen, uitstapjes maken, eindelijk voldoende tijd voor elkaar. Ze keek er reikhalzend naar uit om haar man voor haar alleen te hebben. Af en toe was ze zelfs jaloers wanneer hij te veel met de kinderen praatte en met ze lachte. Alsof hij haar vergat. Soms kwelden die gevoelens haar, maar het beheerste haar niet.
De slaapkamer zag er goed uit. Ze voelde aan de balkondeur; die zat op slot. Vanuit het raam had ze uitzicht op de straat en ze zag Sam de rubberen kaplaarzen en regenjassen in de auto stouwen. Later deze zomer zouden ze vieren dat ze twintig jaar bij elkaar waren. Ze had stiekem een reis naar Florence geboekt. In die stad hadden ze zich verloofd en ze zouden weer in hetzelfde hotel logeren als toen en in hetzelfde romantische restaurant dineren waar ze hun verloving hadden gevierd. Ze had zelfs de eigenaar gebeld om zich ervan te verzekeren dat het restaurant open was, en hij had haar beloofd dat ze aan hetzelfde tafeltje konden zitten. Sam wist van niets. In hun bagage had ze een cadeaubon meegesmokkeld, die ze hem op Stora Karlsö zou overhandigen. Ze had zitten tekenen, knippen en plakken, en de bon zou alles duidelijk maken. Wat zou hij verrast zijn. Ze kon nauwelijks wachten om zijn gezicht te zien wanneer hij de envelop openmaakte. Een paar keer had ze op het punt gestaan om hem een hint te geven welke verrassing ze voor hem in petto had, maar ze had zich op het laatste moment weten in te houden. Snel liep ze door de overige kamers om te controleren of alles in orde was. Het moest allemaal tiptop voor elkaar zijn wanneer ze het huis verlieten.
Pas dan kon ze ontspannen.