Knutas had meteen Karin gebeld. Kihlgård en zij zouden morgen bij hun bezoek aan Fårö eerst bij Märta Gardell langsgaan, wier broer was verdwenen. Hij had Karin gevraagd alles over de vermiste man te achterhalen en naar een verband met de moord op Sam Dahlberg te zoeken. Tegelijkertijd wist hij uit ervaring dat de meeste personen die als vermist werden opgegeven uiteindelijk weer terechtkwamen. De mensen leefden tegenwoordig meer ieder hun eigen leven.
Moedeloos verliet Knutas vrijdagmiddag het politiebureau. Hij had er spijt van dat hij niet zelf met Karin was meegegaan naar Fårö; dan had hij tenminste het gevoel gehad dat hij iets concreets deed. Nu zat hij maar als de eerste de beste stomme coördinator hier op het kantoor orders uit te delen. Hij verlangde gewoon naar het echte politiewerk.
Dit weekend was hij alleen thuis en dat was niet iets waar hij naar uitkeek. Met een zucht sloot hij de glazen deur van de afdeling Recherche. Zijn plan was om na de lunch thuis te werken. Hij wilde de verslagen van de laatste verhoren doornemen en dat deed hij het liefst thuis. En omdat er dit weekend niemand was zou hij dus het hele weekend ongestoord kunnen werken.
Knutas zat bepaald niet lekker in zijn vel. Hij was niet echt tevreden met het leven in het algemeen. Boven op zijn privéproblemen kwam nog eens het moordonderzoek dat alle kanten op ging. Hij had het gevoel dat ze maar in een kringetje bleven ronddraaien en geen steek verder kwamen. Ik moet tijd voor mezelf hebben, dacht hij terwijl hij de parkeerplaats van het politiebureau overstak. Ik moet tijd hebben om na te denken.
Op weg naar huis stopte hij bij de kleine pizzeria. Op dit uur was het restaurant leeg; de middagdrukte was voorbij. Hij bestelde een calzone en een bier. Dat kon hij nu wel gebruiken. Hij wisselde een paar woorden met de eigenaar, alleen het hoogst noodzakelijke. Na al die jaren hadden ze elkaar beter leren kennen, al was het oppervlakkig, en de pizzeria-eigenaar voelde goed aan wanneer Knutas zin in een praatje had en wanneer niet.
Knutas kreeg een tafeltje dat enigszins apart stond bij een raam achter in het restaurant. Hij nam een grote slok van het koude bier. Dat was heerlijk verfrissend. Plotseling rook hij zweet, en hij loerde naar zijn overhemd: grote vochtvlekken onder zijn oksels. De hitte matte hem af. Binnen was het tenminste koeler dan buiten. Hij keek lusteloos door het raam. Werd hij soms depressief? Was hij overwerkt? Volgens het boekje vertoonde hij inderdaad diverse tekenen van een beginnende burn-out. Hij had moeite met dat woord. ‘Burn-out’ – wat betekende dat eigenlijk? Al wekenlang had hij moeite met slapen, en hij had absoluut geen zin in seks. Niet dat het er bij Line en hem nog zo gepassioneerd aan toe ging, maar normaal gesproken deden ze het toch wel een paar keer in de maand, en dan was het ook altijd erg fijn. Nu was het lang geleden. Geen van beiden had nog puf om het initiatief te nemen. Raakten ze soms op elkaar uitgekeken? Wie had dat kunnen denken? Line was zijn grote liefde geweest. Mijn hemel, ik denk al in de verleden tijd, realiseerde hij zich geschokt. Hij nam nog een slok bier. Misschien had het feit dat hij absoluut niet in zijn gewone doen was er ook mee te maken. Slecht slapen, zich niet kunnen concentreren. Van de week had hij bij de ica maxi de wekelijkse boodschappen gedaan, maar toen hij met een afgeladen boodschappenkar de winkel uit kwam wist hij niet meer waar hij zijn auto geparkeerd had. Met de beste wil van de wereld kon hij zich niet meer herinneren waar hij hem had neergezet. Het kostte hem een kwartier om hem terug te vinden en zelfs toen herkende hij nog steeds niet de plek waar hij hem amper een uur geleden had geparkeerd. Hij moest zijn hoofd erbij houden. Hij was de spin in het web van het moord-onderzoek en er werd van hem verwacht dat hij een groot deel van het denkwerk voor zijn rekening nam. En nu had hij niet eens de fut om te beginnen aan de stapels rekeningen en andere belangrijke administratie. Hij negeerde ze, in de hoop dat ze dan vanzelf zouden verdwijnen. Als vrienden en kennissen belden om even iets van zich te laten horen en weer eens af wilden spreken, voelde dat voor hem als een belasting. De uitnodigingen sloeg hij vaak af en dat zorgde ervoor dat de hele situatie met Line nog erger werd. Ze vond hem negatief en saai. Elke keer als thuis de telefoon ging schrok hij op en verstijfde hij. De telefoon was een stressfactor geworden en het liefst wilde hij dat dat ding nooit meer zou rinkelen. Dat hij zich van alles en iedereen kon afschermen, volledige rust kreeg. Stel je toch eens voor dat je alle problemen en besluiten die er moesten worden genomen heel even kon opbergen, dat je ze in een vriezer kon stoppen en ze weer tevoorschijn kon halen zodra je je weer beter voelde.
Toen de geurende hete pizza kwam was zijn glas leeg. Hij bestelde nog een biertje. Dat was precies wat hij nodig had.
Na het eten en zijn tweede glas voelde hij een lichte roes. Hij vervloekte zichzelf. Verdomme, zo midden op de dag aan het bier. Idioot! Wat als iemand hem zag? Gelukkig was hij nog steeds de enige gast in het restaurant. Niemand kwam vermoedelijk op het idee om in deze hitte binnen een pizza te eten. Door de openstaande deur kwam een beetje frisse lucht naar binnen. Ineens voelde hij zich moe. Al wekenlang sliep hij slecht. Hij bestelde een koffie en vroeg de rekening.
Een beetje onvast verliet hij het restaurant. En zijn zelfverachting nam toe.