.

Er vlogen allerlei gedachten in omgekeerde volgorde door haar hoofd. Ze stonden in de foyer. Marian liep weer het kantoor van Jan Hagg binnen. Het krantenknipsel op het prikbord glom haar tegemoet. ‘Ik moet dat andere kantoor opruimen,’ zei ze snel. De vrouw op het knipsel had een lange plastic jas aan. En op de stenen wand achter haar kon ze vaag iets zien: een duivelsmasker. En een kleine sikkel. Ze zag wel wie er bij de schildersezel stond en ze zag het masker dat op de achtergrond aan de muur hing en de laarzen die er netjes onder stonden, maar toch kwam ze er niet uit. Er was iets wat niet klopte. Het duivelsmasker veranderde achter haar oogleden in een roodachtig troebel vlak.

*

Cato Isaksen voelde een beklemming op zijn borst. ‘En dat met die snede bij de sinus caroticus... Piet Hagg jaagt op klein wild.’ Hij dacht aan de opgezette eekhoorns in het vakantiehuisje. Berit Adamsen woont samen met Piet Hagg. Hij woont verdomme híér.

‘Er ligt een brief in de ladekast,’ riep Roger plotseling vanuit de hal. ‘Hij is in 1988 op een typemachine geschreven. Hij is ondertekend door Carl Hammer.’ Hij gaf hem aan Cato Isaksen. Randi Johansen ging naast hem staan.

 

Psychiatrisch Ziekenhuis Gaustad

27 november 1988

 

Lieve Berit,

 

Wat er een week geleden gebeurd is, is verschrikkelijk. Dat Maike Hagg maar twaalf jaar is geworden, is gruwelijk. De politie is hier geweest en heeft me verhoord en ik weet dat ze ook bij jou thuis zijn geweest. Wat had dat meisje in de archiefkelder te zoeken? De Kinderdagen zijn bij dezen afgeschaft. Hoe verstandig was het om te denken dat kinderen van psychiatrische patiënten behoefte hebben aan contact met lotgenoten? De mannen op de forensische afdeling zijn gevaarlijke patiënten. Dat weet je. Hoe heeft Maike de sleutel te pakken gekregen? Je hebt de kinderen beneden rondgeleid, ze de afgesloten ruimte met de oude houten banken en de leren riemen laten zien. Je hebt ze meegenomen naar de onderaardse gangen, ze de catacomben in laten lopen, en je hebt ze de elektroshockkamer en de archiefkelder getoond. Was Maike misschien op zoek naar iets in de archieven, misschien in opdracht van haar vader?

Waarom blijf je thuis? Je moet terugkomen op je werk! Ik heb analyses en onderzoeken met je besproken. Je hebt zelf onwettig gehandeld en patiënten meer verteld over hun diagnose dan ik als chef-arts heb gedaan. Dat heb ik niet aan de politie verteld. Van nu af aan verbied ik je om patiënten nog langer met je persoonlijkheid in te palmen, onder het mom van zorg. Hierna zullen Norma en ik degenen zijn bij wie de patiënten hun persoonlijke problemen kwijt kunnen. Zij is predikant. Jij bent secretaresse, Berit.

De lippenstift rond de mond van het meisje maakte de politie erg achterdochtig. Daarvoor moet jij verantwoording afleggen. Op dit moment is het belangrijk om de andere kinderen te beschermen en voor ze te zorgen. Vooral Maikes broers Jan en Piet, maar ook Aud en mijn Emmy.

 

Groet,

Carl

‘Die zin daar,’ zei Cato Isaksen en hij liet zijn vinger langs de regel glijden: ‘Je hebt zelf onwettig gehandeld.’ Hij keek naar de twee anderen. ‘Wat bedoelt Hammer daarmee?’

De vraag bleef in de lucht hangen.

De andere kinderen beschermen en voor ze zorgen, staat er, maar ook Aud en mijn Emmy,’ ging hij verder. ‘We gaan snel door de rest van het appartement, daarna bel ik Marian.’ Cato Isaksen liep de woonkamer weer in. Op dat moment ging zijn telefoon. Het was Deidrée vanuit Gaustad. ‘We hebben een anonieme archiefmap gevonden uit de jaren negentig. Eigenlijk is het geen map, eerder een aantekening in een dichtgeplakte envelop. Wellicht is het geschreven door een collega van Hammer. Het gaat over een selectie van lastige patiënten, de weinig zorgzame behandeling van de verwanten en ook beschrijvingen van de fatale effecten na de ingrepen die in de kelder van het Lobotomiegebouw werden uitgevoerd. Na 1974. In een cel die jarenlang niet was gebruikt. Klein. Geluiddicht en vochtig. Er werden diverse pogingen gedaan met elektroshocks en lobotomie, ook nadat het illegaal was geworden.’

‘Ik moet die papieren hebben.’ Cato Isaksen keek Roger ernstig aan.

‘Je zult ze krijgen. Ik kan ze door een koerier laten brengen. Maar er is nog meer. Het ziet ernaar uit dat Hammer een aantal deskundigenrapporten heeft gemanipuleerd. Vooral wanneer er vrouwen bij waren betrokken. Er ligt hier een aantekening dat Ole Porat, een geneeskundestudent, op heterdaad werd betrapt toen hij documenten uit de archieven probeerde mee te nemen. Hij verontschuldigde zich door te zeggen dat hij het in opdracht van Hammer deed. Sommige vrouwelijke patiënten beweerden dat Hammer hen misbruikte, maar de beschuldigingen zijn niet serieus genomen. De laatste officiële lobotomieoperatie werd immers in 1974 of 1975 uitgevoerd, maar hier staat dat een onbekende vrouw in 1991 werd gelobotomiseerd. Uitgevoerd door Carl Hammer. Hij kreeg hulp van Ole Porat.’

*

‘We moeten nu terug naar de Trosterudveien,’ zei Marian met een kille stem. ‘Ik ga hier problemen mee krijgen.’ Er ratelde een tram langs. Marian friemelde zenuwachtig aan het legitimatiebewijs dat ze om haar nek had hangen en keek Emmy kort aan.

‘Je bent veranderd, Marian,’ zei Emmy. ‘Je kijkt me aan alsof we elkaar nooit eerder hebben gezien.’

Marian voelde een duistere pijn in haar buik. De opname van de bewakingscamera bij de sportschool in de voormalige fabriek Myrens Verksted. Dat masker. Een kronkelende gifslang gleed door haar lichaam. Het alarm lichtte rood op.

‘Ik sta op dat krantenknipsel, Marian. Maar waarom reageer je daar zo op?’ Emmy Hammer bleef haar recht aankijken, indringend. ‘Jan had gezegd dat hij dat artikel had opgehangen. Dat hij trots was mij te kennen.’

‘Waar is die foto genomen?’ Marian tikte zichzelf op de heup. Ze had het wapen in de bezemkast laten liggen. Het was er vast uit gegleden toen ze daar zaten. Het speelgoedpistool dat ze als kind graag had willen hebben, was niets meer dan het geluid van haar eigen hartslag in de nacht. ‘Waar is de foto genomen?’ herhaalde ze.

‘In mijn atelier,’ zei Emmy. ‘Voordat ik een tentoonstelling had.’ Ze probeerde te glimlachen, maar haar mond veranderde in een scheve, trillende streep.

‘Ik wist niet dat je een atelier had,’ zei Marian rustig. Thuis kun je niet met olie verven.

‘Toch heb ik er een.’

‘Waar?’

‘In het oude Ketelhuis. In Gaustad.’

Marian keek haar aan. ‘De moordenaar is in je atelier geweest, Emmy. Om het masker en het moordwapen op te halen. Wie heeft er behalve jij toegang tot die plek? We gaan hem vinden, Emmy. Dat beloof ik je.’

*

Cato Isaksen toetste het nummer van Karsten Tønnesen in en hoorde de diepe stem aan de andere kant van de lijn. Hij legde in het kort uit wat Deidrée had gezegd. In hem nam het gevoel van chaos toe. Wat kon een gelobotomiseerde vrouw te maken hebben met deze moord?

‘Dat verbaast me helemaal niets, Cato. Veel artsen leefden zich uit op de patiënten. Het kwam vaak voor dat de patiënt zelf niets werd gevraagd voordat de ingreep plaatsvond. Ik kan me vooral een vrouw herinneren die eigenlijk niet bijzonder abnormaal was, ze was alleen iets te gefixeerd op mannen. Ze hebben haar als het ware verdoofd met die lobotomie. Ik wist dat het verkeerd was, dat het niet menselijk was, maar ik had geen mogelijkheid om het te laten stoppen. Dit gebeurde in de jaren zestig. Lobotomie was als een zwaar tankschip dat over het water gleed. Niemand kon het schip afremmen. Als je het vermoeden hebt dat die Porat iets weet, moet je hem ermee confronteren.’

*

Het wapen lag niet in de bezemkast. Marian draaide zich snel om, wrong zich langs Emmy Hammer, liep naar de hal en boog zich voorover om haar jas van de vloer op te pakken. Maar Emmy zat vlak achter haar en was sneller; ze zette haar voet op de jas en stak iets in haar rug. Het wapen. Marian bleef gebogen staan. Van haar nek langs haar ruggengraat naar beneden voelde het als schrikdraad.

‘Ga rechtop staan!’ Emmy Hammer wees naar haar met het wapen. Marian rechtte haar rug en deed een paar passen terug naar de deur met het matglas. Automatisch stak ze haar handen omhoog. Emmy haalde haar lege hand door haar haar en maakte een denkbeeldige knot op haar hoofd. Haar stem veranderde, werd iel en geaffecteerd, meisjesachtig. Alsof er een twaalfjarig kind voor haar stond. ‘Je zei: “We gaan hem vinden, Emmy. Dat beloof ik je. Maar nee,’ fluisterde ze, ‘jullie zullen haar nooit vinden.’

Doodsbruid
Cover.html
e4e.html
Section0001.html
Section0002.html
Section0003.html
Section0004.html
Section0005.html
Section0006.html
Section0007.html
Section0008.html
Section0009.html
Section0010.html
Section0011.html
Section0012.html
Section0013.html
Section0014.html
Section0015.html
Section0016.html
Section0017.html
Section0018.html
Section0019.html
Section0020.html
Section0021.html
Section0022.html
Section0023.html
Section0024.html
Section0025.html
Section0026.html
Section0027.html
Section0028.html
Section0029.html
Section0030.html
Section0031.html
Section0032.html
Section0033.html
Section0034.html
Section0035.html
Section0036.html
Section0037.html
Section0038.html
Section0039.html
Section0040.html
Section0041.html
Section0042.html
Section0043.html
Section0044.html
Section0045.html
Section0046.html
Section0047.html
Section0048.html
Section0049.html
Section0050.html
Section0051.html
Section0052.html
Section0053.html
Section0054.html
Section0055.html
Section0056.html
Section0057.html
Section0058.html
Section0059.html
Section0060.html
Section0061.html
Section0062.html
Section0063.html
Section0064.html
Section0065.html
Section0066.html
Section0067.html
Section0068.html
Section0069.html
Section0070.html
Section0071.html
Section0072.html
Section0073.html
Section0074.html
Section0075.html
Section0076.html
Section0077.html
Section0078.html
Section0079.html
Section0080.html
Section0081.html
Section0082.html
Section0083.html
Section0084.html
Section0085.html
Section0086.html
Section0087.html
Section0088.html
Section0089.html
Section0090.html
Section0091.html
Section0092.html
Section0093.html
Section0094.html
Section0095.html
Section0096.html
Section0097.html