.
In de achteruitkijkspiegel zag Cato Isaksen hoe Ellen met de huishoudtrap bij de technische afdeling van de landelijke recherche in Bryn naar binnen liep. Hij bleef even zitten en stuurde een sms aan Marian. Ter informatie: Ellen heeft documenten gevonden waarin tussen haakjes een opmerking staat dat Maike Hagg lippenstift om haar mond had toen ze dood werd gevonden. Het is goed te zien op een van de foto’s.
Hij reed de parkeerplaats af en draaide de Brynsalléen op in de richting van het politiebureau. Toen hij bij de eerste kruising arriveerde, kwam over de radio krakend een melding binnen over een schotenwisseling aan de Trosterudveien. ‘Er wordt nog geschoten, er wordt nog geschoten,’ herhaalde de stem. ‘Alle eenheden naar de plaats delict.’ Het was 18.35 uur. Op hetzelfde moment ging zijn mobiel. ‘Er zijn schoten gelost aan de Trosterudveien 14, meerdere schoten,’ zei de rustige, metaalachtige stem van de man in de alarmcentrale. ‘We hebben een jongeman aan de lijn, ene Philip Hammer. Het lijkt alsof iemand heeft geprobeerd zijn moeder te vermoorden. Er is op haar geschoten. De moeder zegt dat hij er eerder is geweest, dat hij ook iemand anders kan hebben vermoord. Waarschijnlijk is de dader ontsnapt door het bos dat wat lager op de helling gelegen is. Er zijn verschillende eenheden onderweg naar de plaats delict. Ik heb de jongeman gevraagd aan de lijn te blijven en heb voortdurend contact met hem.’
‘Ik rij naar het bureau en zal de zaak vandaaruit volgen.’ Terwijl hij de alarmcentrale aan de lijn had, hield Cato Isaksen zijn ogen strak op de weg gericht. Hij zette het blauwe zwaailicht aan, dat met felle rukken over de motorkap flikkerde. Hij gaf gas. Zijn eerste gedachte was dat hij niet bij nieuwe zaken betrokken wilde raken, maar op hetzelfde moment begreep hij dat het geen nieuwe zaak was. Carl Hammer woonde op dat adres, de psychiater die als deskundige was geraadpleegd in een van de zaken tegen John Johnsen. Hij was ook de baas geweest van Berit Adamsen op de afdeling in Gaustad. Philip Hammer had gezegd dat hij ook een ander kon hebben vermoord. Hij moest Aud Johnsen bedoelen. Nu hadden ze meer om zich in vast te bijten.
*
Cato Isaksen kwam een paar minuten later bij het Hoofdbureau van Politie aan. Hij liep snel door de gang. Marian Dahle en Roger Høibakk waren naar de plaats delict. Cato Isaksen gaf instructies aan twee verschillende eenheden dat ze John Johnsen en Werner Hagg moesten opsporen om te achterhalen waar zij zich op het moment bevonden.
*
Marian had net het sms’je van Cato over de lippenstift gelezen. Nu stapte ze samen met Roger uit de civiele politieauto. Er heerste chaos in de Trosterudveien. Op de oprit stond een lange rij politieauto’s met blauwe zwaailichten. Uit de wagens klonk het krakende geluid van de politieradio. Het duurde niet lang voor de journalisten arriveerden, tegelijk met de hondenpatrouille. De honden blaften en piepten en een van de dieren pikte onmiddellijk een spoor op.
*
Een twaalfjarige die in 1988 was gestorven, dacht Cato Isaksen. Met lippenstift om haar mond. En nu was er een poging gedaan om Emmy, de dochter van psychiater Carl Hammer, te vermoorden. Is hier eerder geweest en vermoordde ook iemand anders, had de zoon gezegd. Hij dacht aan wat Roger had gezegd. We weten niet precies waar we naar zoeken, maar zodra we het vinden, weten we het. Hij vervloekte zichzelf dat hij nog geen mogelijkheid had gehad om bij Hammer op bezoek te gaan. Nu waren er schoten gelost in zijn tuin. Vermoedelijk op zijn dochter, Emmy. Hij had voortdurend contact met Marian. Hij gaf opdracht dat ze Emmy Hammer, als ze niet gewond was, onmiddellijk naar het politiebureau moesten brengen en anderen moesten zolang ter plekke bij haar ouders en zoon blijven. Ze waren lichamelijk niet gewond, werd hem medegedeeld. Cato Isaksen zocht in het bevolkingsregister. Emmy Hammer had een halve arbeidsongeschiktheidsuitkering en werkte daarnaast als schilder. De schilderijen op haar website zagen er bleek en nietszeggend uit. Ze was zevenendertig jaar, had geen broers of zussen. Alleen haar zoon Philip. Emmy Hammer was net zo oud als Aud Johnsen. Het team was gewaarschuwd. De rechercheurs verzamelden zich in de kamer met het whiteboard.
*
De agent die de politiehond aan de lijn had, kon hem maar nauwelijks in bedwang houden. Hij wilde naar het bos achter het huis. De hond liep eerst een paar keer rond het huis en volgde daarna het spoor langs het wandelpad naar beneden. De agent deed zijn best om de lijn vast te houden. Een andere, bewapende agent liep met hem mee. De mannen droegen kleding met reflecterende banden. Ze liepen helemaal door tot aan psychiatrisch ziekenhuis Gaustad. De hond bleef een tijdje rondsnuffelen bij een paar halfopen houten huisjes aan de bosrand, voor hij het spoor weer oppikte en ze door het park en langs de grote gebouwen liepen. Het spoor eindigde bij de tramhalte, een stukje voorbij de rotonde bij het Rijkshospitaal.