Misselijk
Het begint ieder jaar op mijn verjaardag, 10 november. Dan hangen we traditioneel slingers op met ballonnen en serpentines. Koekjes erbij. En een taart natuurlijk. Allemaal lekkere dingen in huis. Altijd te veel, want je weet maar nooit wie er langskomt. Nou, eigenlijk niemand, want mijn vriendinnen zijn uiteraard gewoon aan het werk. En ’s avonds rijdt iedereen het gebruikelijke rondje om de kerk naar voetbal-, tennis- en hockeytraining, want als ouder ben je nu eenmaal professioneel HB’er: van Halen-Brengen. Toch maar opeten, al dat lekkers, anders is het ook zo zonde. Ik heb wel eens gelezen dat je overtollig eten gewoon in de afvalemmer moet kiepen, en niet moet ‘weggooien in jezelf’. Dat heeft me wel aan het denken gezet, want dat is precíes wat je doet: al die restanten van de koek en zopie gooi je weg in jezelf door het ‘dan maar’ op te eten. Maar ja, de overheid heeft mij vorig jaar ook bewust gemaakt van het schrikbarende feit dat Nederlanders bijna een derde van hun boodschappen ongebruikt weggooien. En dát kan toch ook niet.
Maar de dag na mijn verjaardag is het alweer Sint Maarten, en dan komen er hordes zingende kinderen aan de deur voor iets lekkers. Nu laat de jeugd van tegenwoordig zich niet zo makkelijk het bos in sturen met een mandarijntje, dus Richard en ik maken ieder jaar zakjes met een snoepmix. Resultaat: een kinderfile tot op de hoek. Omdat ik de vaak doorweekte kindjes met hun rode neusjes niet wil teleurstellen, heb ik meestal te veel zakjes in huis. En na Sint Maarten moet íemand die toch opeten, nietwaar? De ene Sint is nog niet vertrokken, of daar komt de andere alweer binnenvaren. De pepernoten liggen tegenwoordig al eind augustus in de supermarkt, maar met Sint Nicolaas komt er pas écht veel rotzooi in huis: fondant, borstplaat, gevulde speculaas… Je wordt er eigenlijk misselijk van, maar we bunkeren gewoon door. Want het is zo gezellig. Op pakjesavond is er dan nog die leuke Pietentaart van de bakker en schuimpjes en kruidnootjes – en de volgende ochtend is Richard alweer jarig.
Dus daar komen de slingers weer, en de ballonnen. Appeltaartje erbij. Moorkoppen. Zo langzamerhand kán ik niet meer, maar er slingeren nog dagenlang halfafgekloven chocoladeletters door het huis. En dan moet de kerst nog beginnen! Dus ik dacht: dit jaar ga ik het anders doen. Niet meer zoveel snoepen en snaaien onder het mom van ‘gezellig’. Maar ja – voor je het weet zijn er weer kerstkransjes in huis. En een kerststol. En iedereen schuift aan, pakjes onder de boom, en daar moet toch een toastje bij. Tegen de tijd dat de jaarwisseling nadert, ben ik zo afgetankt dat ik geen poedersuiker meer kan verdragen. Maar wat denk je? Zit ik vóór de opnames van de Oudejaars Ik Hou van Holland in de tv-studio nog even op het toilet, trekt Matsoe Matsoe van Oh Oh Cherso de deur open! Nou, toen had ik wel een extra oliebol verdiend. Maar verder ben ik er klaar mee. Ik kan geen koek, taart, chocolade, cake of bol meer zíen. Behalve dan de 13e, want dan is mijn moeder jarig. Toch effe wat meenemen. Is wel zo gezellig.