Familie
Er zijn een aantal familiekwesties die in nagenoeg ieder gezin voorkomen (‘Jullie hebben altijd meer van Jan gehouden!’) en gedoe over uiterlijkheden is er daar een van – zeker wanneer het over zussen gaat. Ik heb zelf geen zus, maar ik ken de verhalen. Zoals een vriendin van mij die tegen haar knappe zus opbiechtte dat ze het best moeilijk vond om altijd de ‘minder mooie’ te zijn. ‘Dat heeft ook voordelen, hoor,’ zei haar zus, ‘want jij hebt bijvoorbeeld minder kans om verkracht te worden.’ Moeders kunnen er ook wat van. Een collega van mij wilde haar moeder een hart onder de riem steken en zei: ‘Goh mam, het lijkt of je wat kilo’s bent verloren!’ Waarop haar moeder antwoordde: ‘Dat klopt, maar zo te zien heb jij ze gevonden…’ En laten we de broers niet vergeten. Zoals die broer die tegen zijn zus opmerkte ‘dat de hond nog een mooiere kop had dan zij’. Toen het meisje verontwaardigd naar haar moeder keek, haalde die haar schouders op en zei: ‘Tja schat, het is natuurlijk wél een rashond.’ Nee, families gaan niet altijd even zachtzinnig met elkaar om. Waar mensen bij vrienden of collega’s nog het gevoel hebben dat ze bepaalde beleefdheidsvormen in acht moeten nemen, denken ze tegen hun familieleden alles te kunnen zeggen. Want we kennen elkaar tenslotte al zó lang. En je weet toch hoe ik het bedoel? Nou, eigenlijk niet. Feit is dat ouders of zussen precies weten op welke knop ze moeten drukken. Ook al ben je inmiddels volwassen, er is maar één blik, zucht of opmerking voor nodig, en je bent weer dat meisje van toen.
Binnen ieder gezin worden er (bewust of onbewust) etiketten geplakt: de mooie, de sportieve, de slimme. Of de dikke, de lelijke, het moeilijke geval. En ook al weet je je ver weg in een andere stad tot een heel ander mens te ontwikkelen – zodra je weer thuis aan de eettafel zit, verval je binnen vijf minuten in het oude patroon. De eettafel in het ouderlijk huis speelt voor veel vrouwen sowieso een cruciale rol in hun ontwikkeling. Uit allerlei onderzoeken is gebleken dat het lichaamsbeeld van vrouwen voor een groot deel wordt bepaald door dat van hun moeder. Wanneer je opgroeit met een moeder die alsmaar op dieet is en eindeloos klaagt over haar figuur, kan het moeilijk zijn om een gezonde relatie op te bouwen met je eigen lichaam. Maar andersom bestaat ook: ik ken een voormalig fotomodel wier dikke puberdochter een enorme aversie heeft tegen haar slanke moeder. Het meisje heeft de lichaamsbouw van haar vader, en ze heeft mensen net iets te vaak tegen haar moeder horen zeggen: ‘Is dát jouw dochter?’ Kinderen zijn niet doof. Sterker nog: ze hebben een zeer gevoelige antenne voor gezinsverhoudingen. Wie krijgt de meeste complimentjes? Wie is het lievelingetje van papa? Met name zussen zitten hierbij in elkaars vaarwater. Die kunnen niet alleen roddelen en stoken, maar ook eindeloos de badkamer bezetten en je kleren stelen – met je vriendje erbij.
Maar uiteindelijk, na woelige jaren van rivaliteit en jaloezie, blijken de meeste zussen toch behoorlijk aan elkaar te zijn verknocht. ‘Mijn zus en ik kunnen elkaar flink irriteren,’ zei een van mijn vriendinnen, ‘maar wanneer ik iemand zou vermoorden, weet ik zeker dat zij meteen een grote schep en een paar meter dekzeil zou gaan kopen.’ Samen een lijk verbergen is misschien een beetje extreem. Je zou de goede band met je zus ook kunnen demonstreren door samen naakt te poseren in Viva’s AnyBody. Niet dat ik helemaal begrijp hoe zoiets werkt. Kom je dan op een dag bij elkaar op de koffie en vraag je: ‘Zeg, zullen wij onze blote punani eens aan den volke gaan tonen?’ In AnyBody hebben zelfs vrouwen met hun broer geposeerd, of met hun moeder! Dat zie ik al helemaal niet gebeuren. Ik heb mijn moeder nog nooit naakt gezien. Zo’n soort familie waren wij nu eenmaal niet. Is dat raar? Mijn ex-vriendje vond van wel. Toen ik een aantal weken verkering met hem had, nam hij me voor het eerst mee naar zijn ouders. Na een paar kopjes thee en wat koekjes uit de trommel, zei zijn moeder opeens: ‘Zullen we met z’n allen naar de sauna gaan?’ Eh – wat? Liever niet. Ik kénde die mensen net. Mijn verkering vond dat bijzonder preuts, en misschien was het dat ook wel. Zeker omdat ik jaren later nog eens voor de Amerikaanse Playboy heb geposeerd. Maar naakt poseren in een afgeschermde fotostudio is veel minder ongemakkelijk dan met je blote schoonouders naar de zweethut. Er is nu eenmaal zoiets als too much information.
Hoewel er tegenwoordig ook tijdschriften zijn die hun blote lezers van top tot teen fotograferen, denk ik dat de kracht van AnyBody juist is dat de modellen er zonder hoofd op staan. Een gezicht leidt af. Een bepaalde oogopslag kan onbedoeld iets erotisch geven, en een onzekere blik kan afbreuk doen aan het bijbehorende verhaal ‘dat Sylvia weer helemaal in haar kracht staat’. Omdat je iemand niet in de ogen kunt kijken, wordt je aandacht naar andere punten verlegd. Wat is dat met die piercings? Geen plek zo intiem of er kan iets doorheen gespijkerd worden. Noem me ouderwets, maar laten we de heren nu eerst eens leren om werk te maken van de reeds aanwezige knopjes, voordat we er nieuwe attributen aan toevoegen. Maar goed – los daarvan vind ik AnyBody heerlijk herkenbaar omdat het allemaal zo ‘blootgewoon’ is. Week na week kun je zien dat naakte mensen helemaal niet zoveel van elkaar verschillen. In deze ‘plastic fantastic’-wereld van Photoshop en computeranimaties zou je je bijna gaan afvragen hoe échte mensen er ook alweer uitzien. Nou, zo dus. Het mooiste vond ik nog dat twee zussen samen op de foto gingen, en achteraf moeite hadden om hun lichamen van elkaar te onderscheiden. Ze bleken veel meer op elkaar te lijken dan ze zich ooit hadden gerealiseerd.