Meuk
Een vriend van mij viert zaterdagavond een groot verjaardagsfeest in een loungebar in Amsterdam. We kregen allemaal een mailtje dat hij – ondanks de hippe locatie – alleen maar bitterballen en vlammetjes zou serveren, want ‘hij was nu eenmaal een dubbeltje dat nooit een kwartje zou worden’. Daar moest ik erg om lachen, totdat er nog een mailtje achteraan kwam – dit keer over eventuele cadeautjes. Hij hoefde geen geschenken maar áls je iets meebracht, dan liever geen grappig bedoelde onzincadeautjes. Die zou hij toch alleen maar weggooien, en dat was zonde. Toen ik het mailtje voor het eerst las, vond ik het eerlijk gezegd een tikje brutaal. Ik had nog nooit iemand hardop horen zeggen dat hij ongewenste presentjes gewoon zou weggooien – terwijl we dat stiekem misschien allemaal wel zouden willen doen. Maar mag je je eigenlijk wel bemoeien met het soort cadeautjes dat mensen meebrengen? Ik heb mijn kinderen van jongs af aan geïnstrueerd dat ze altijd beleefd moeten blijven; óók wanneer ze iets uitpakken wat ze absoluut niet leuk vinden.
De gever heeft namelijk de moeite genomen om iets speciaals uit te zoeken en het mooi in te pakken. Kun je dan zeggen: ‘Hoeffikniet’, of zelfs: ‘Hartstikke leuk, maar ik gooi het zo meteen weg’? Dat dacht ik niet! Of toch wel? Afgelopen kerst heb ik gelezen dat vier op de vijf mensen geschenken uitpakken waar ze niet blij mee zijn. Iemand had zelfs berekend dat er tijdens de feestdagen voor zo’n 75 miljoen euro aan ongewenste cadeaus in omloop zijn. Dat zal bij verjaardagen niet veel anders zijn. Is het dan eigenlijk niet veel eerlijker (én beter voor het milieu én beter voor je portemonnee) wanneer iemand van tevoren alvast duidelijk zegt: ik hoef geen meuk? Nu is het zo dat de vriend waar het hier over gaat, een behoorlijk flamboyante persoonlijkheid heeft die als het ware uitnodigt om maffe presentjes voor hem te kopen. Maar misschien denkt iedereen in zijn vriendenkring dat wel, en wordt-ie gek van al die douchegordijnen met bloedvlekken, de ‘cocaïne en speed’ peper- en zoutstelletjes en de opblaasbare cowboypakken.
Want laten we eerlijk zijn: wat is er een hoop cadeaurommel te koop. Iedereen heeft alles al, en daarom krijg je tegenwoordig vooral gadgets: dartpijltjes die ook jashaken zijn, koffiekopjes met varkensneuzen, plastic bloemen die je tegen de ruit kunt plakken. Er zitten zeker ook geestige dingen bij (zo kreeg ik laatst een deurmat met daarop: ‘Vrienden zijn welkom, familieleden alleen op afspraak’) maar heb je al die nikserigheid eigenlijk wel nodig? Sommige mensen lossen dat op met een ‘envelopje’ in hun uitnodiging, oftewel: geef mij maar keiharde knaken. Anderen willen liever geen kraamcadeautjes, maar vragen expliciet om een donatie voor bijvoorbeeld Unicef – en zijn dan beledigd als niet veel gasten dat doen. Maar mensen willen graag zélf iets uitzoeken, geven of bedenken. Iets wat bij de jarige past vanwege een grappige gebeurtenis of een gezamenlijke anekdote. Daarom heb ik voor mijn vriend een koffiemok uitgezocht met een boksbeugel als handvat. Maar nu ben ik bang dat dit precies is wat hij nou juist níet wilde. ‘Ah joh, relax,’ zei een vriendin van mij, ‘we zijn er allemaal. Dát is toch het cadeautje?’