34

SAM KEERDE TERUG NAAR ZIJN SAAIE BAAN IN DE CITY EN HELENA naar wat er van haar armzalige huwelijk over was. Alleen voor Federica werd alles anders.

Toen ze bruin en gelukkig terugkwam van haar huwelijksreis, besloot ze op een middag met Harriet te gaan lunchen. Even later stapte ze in haar nieuwe Gucci-broekpak in de wachtende Mercedes en gaf de chauffeur het adres op. Vervolgens leunde ze achterover om van haar nieuwe rijkdom te genieten. De stoelen waren van leer, het dashboard van glanzend hout. Federica had zelf nooit rijles genomen en Torquil moedigde haar ook niet aan. Hij had erop aangedrongen dat ze een chauffeur in dienst nam en hij had een auto voor haar geregeld. ‘Alleen het allerbeste is goed genoeg voor jou,’ had hij verklaard. ‘Omdat ik van je hou en je aanbid.’ Ze draaide het raampje open en vanuit de koele luxe van haar auto keek ze naar de broeierige, stoffige stad. Ze voelde zich mondain en aantrekkelijk. De zoete geur van haar dure parfum bracht haar in hogere sferen. Met haar vingers betastte ze de ring met de smaragd die Torquil haar had gegeven, en haar volmaakt gestifte lippen plooiden zich in een glimlach. Ze was Mrs. Torquil Jensen. Voor Federica had de klank van die naam iets geweldigs en ze fluisterde hem nog een paar keer voor zichzelf: Mrs. Torquil Jensen, Mrs. Torquil Jensen. Wie had ooit gedacht dat ze het na haar onzekere start in Polperro nog zo ver zou schoppen?

Ze hadden een idyllische huwelijksreis achter de rug. Na een week op safari in Afrika te zijn geweest, hadden ze nog een week aan de kust doorgebracht en ten slotte twee weken in Thailand. Ze hadden in de meest gerenommeerde hotels gelogeerd, ze waren rondgeleid door de beste gidsen en ze hadden steeds eersteklas gereisd. Federica was verrukt over alles wat ze zag, en het enthousiasme waarmee ze elke nieuwe ervaring absorbeerde, had Torquil met trots vervuld.

Het meest had ze echter nog genoten van de rustige momenten die ze samen als man en vrouw doorbrachten. Hij had de liefde met haar bedreven in de klamme hitte van Afrika en in de naar jasmijn geurende hotelkamers van Thailand. Daar had hij haar geleerd te luisteren naar haar eigen sensualiteit en zich eraan over te geven. Zonder remmingen of schuldgevoelens te genieten van zijn liefkozingen. Omdat ze haar verlegenheid maar moeilijk kon overwinnen, had hij haar aan de vier bedstijlen vastgebonden, zodat ze niet anders kon dan zich overgeven aan haar zintuigen en het ritme van zijn aanraking. Aanvankelijk had het idee haar met weerzin vervuld. Nooit eerder had hij haar iets dergelijks voorgesteld. Maar Torquil had gelachen om haar onervarenheid en ze had zich met zachte drang laten overhalen tot speelse experimenten, op voorwaarde dat hun liefde het uitgangspunt was. De herinnering eraan deed haar blozen, hoewel ze heimelijk trots was op haar nieuwe wereldwijsheid.

Toen de auto halt hield voor de deur van St. John & Smithe, kwam de portier al haastig de trappen af om haar van dienst te zijn. ‘Mrs. Jensen,’ zei hij verrast. ‘Goedemorgen,’ voegde hij er eerbiedig aan toe en hij tikte met zijn hand aan de rand van zijn hoed.

‘Dank je, Peter,’ antwoordde ze terwijl hij het portier van de auto achter haar sloot. Hij zei niets over haar terugkeer of haar nieuwe status. Daar was hij te beleefd voor. Nu ze Mrs. Torquil Jensen heette, was er een onzichtbare muur tussen hen in komen te staan. Federica Campione hoorde aan de andere kant.

Toen Harriet Federica in het oog kreeg, herkende ze haar vriendin nauwelijks. Haar huid had de kleur van melkchocolade en haar blonde haar was door de zon extra gebleekt. Ze zag er zo aantrekkelijk uit dat Harriet een steek van jaloezie moest onderdrukken. ‘Lieverd, wat zie je er fantastisch uit. Het huwelijk doet je goed, zo te zien,’ zei ze enthousiast terwijl ze haar omhelsde.

‘Ik geniet volop,’ antwoordde Federica. Ze sloeg haar handen verrukt in elkaar, als een kind met een nieuw stuk speelgoed. ‘Ik ben gewoon duizelig van geluk.’

‘Ik kan maar niet geloven dat je elke nacht met Torquil in bed ligt. Ik ben jaloers op je,’ lachte Harriet terwijl ze met de parelketting om haar nek speelde. Vervolgens voegde ze er hoofdschuddend aan toe: ‘Als ik ’m dan niet kan krijgen, lieverd, vind ik het fijn dat hij iemand heeft gekozen die ik ken en van wie ik hou.’

‘Je gaat nu toch niet het klooster in?’ zei Federica, die haar bij de hand pakte. ‘Je was echt heel erg gek op hem, hè?’

Harriet knikte verdrietig maar ondanks haar teleurstelling brak er een glimlach door op haar gezicht. ‘Ja, dat klopt,’ gaf ze toe. ‘Ik heb er altijd een grapje over gemaakt, maar…’

‘Al gekkende en mallende zeggen de boeren de waarheid,’ onderbrak Federica haar.

‘Spot er maar mee.’

‘Kun je je vrijmaken voor een snelle lunch?’ vroeg ze.

Harriet keek angstvallig om zich heen. ‘Dat zul je moeten vragen. Greta is nog niet over je huwelijk heen,’ siste ze terwijl haar blik naar de gesloten deur van Greta’s kantoortje gleed. ‘Ik verheug me op de confrontatie.’

‘Anders ik wel,’ zei Federica met een grijns. Ze rechtte haar schouders, vast van plan haar baas, die haar in de korte periode van haar dienstverband zo onvriendelijk had behandeld, met gelijke munt terug te betalen. ‘Ga haar maar zeggen dat ik hier ben,’ zei ze, waarna Harriet doelgericht naar Greta’s kantoor liep.

Federica keek om zich heen in de winkel, waarvan ze nu in feite mede-eigenaar was. Een diep gevoel van voldoening en macht maakte zich van haar meester en ze was vastbesloten alles uit de kast te halen om Greta op haar nummer te zetten. Maar toen Greta voor haar stond, verging haar de lust om haar te kwetsen. Het was te makkelijk en bovendien had ze al gewonnen. Plotseling schoot haar een van Nuno’s favoriete wijsheden te binnen: ‘Wie goed doet, goed ontmoet.’ Wraak nemen lag niet in haar aard.

Greta slikte moeizaam en glimlachte, maar haar ogen verrieden haar ongemak. Haar gezicht was asgrauw en aan elke rimpel was te zien dat ze ongelukkig was. Ze had niet meer de macht om haar te intimideren.

‘Gefeliciteerd, Federica,’ zei Greta afgemeten.

‘Dank je.’

‘Ik heb van Mr. Jensen gehoord dat jullie een prachtige bruiloft hebben gehad.’

‘Ja,’ zei ze. Ze zag dat Greta moeite moest doen om enthousiast te klinken. Enthousiasme was nu eenmaal een eigenschap die net zomin bij haar paste als welwillendheid. ‘Ik zou graag met Harriet willen lunchen, Greta. Vind je het erg als ze iets langer dan een uur wegblijft?’

Greta klemde haar bleke lippen op elkaar en schudde haar hoofd. ‘Natuurlijk niet.’ Vervolgens liet ze een ongemakkelijk lachje horen en voegde eraan toe: ‘Jij bent nu de baas.’

Federica nam Harriet mee naar Oriels in Sloan Square. Ze lachten nog na over Federica’s gesprek met Greta en de absurditeit van haar plotselinge verandering van status.

‘Ik vind het heerlijk,’ bekende Federica. ‘Ik voel me een moderne Assepoester. Ik word schandalig verwend door Torquil. Ik kan alles krijgen wat ik wil. Het is altijd mijn droom geweest om rijk te zijn.’

‘En wat ga je de rest van de middag doen?’ vroeg Harriet.

‘Weet ik nog niet. Ik moet nog met Torquil overleggen. Ik geloof niet dat ik nog in de winkel kan staan, dat zou absurd zijn. Maar ik wil wel iets te doen hebben. Ik zou graag iets willen doen in de fotografie. Door Julian heb ik al wat basiskennis opgedaan. Ik zou een cursus voor gevorderden kunnen volgen en dan voor mezelf beginnen.’

‘Dat zou leuk zijn. Je hebt altijd fotografe willen worden,’ zei Harriet geestdriftig.

‘Van mama moest ik eerst zelf geld verdienen voordat ik aan een dergelijke loopbaan zou beginnen. En nu heb ik meer geld dan ik ooit had kunnen dromen. Ik kan doen wat ik wil,’ zei ze met een lach.

‘Meisje, meisje, wat ben jij een bofferd,’ verzuchtte Harriet. ‘En als er iemand is die ik het gun, ben jij het.’

Toen Torquil die avond thuiskwam van zijn werk, hadden ze hun eerste serieuze meningsverschil.

‘Nu onze wittebroodsweken voorbij zijn, wil ik graag iets gaan doen. Ik wil weer werken, Torquil,’ zei Federica terwijl ze op de bank in zijn studeerkamer ging zitten.

Torquil liep naar de drankenkast en schonk zichzelf een glas whisky in. ‘Wil jij ook iets drinken? Wijn misschien? Je kent het gezegde: elke dag een glas rode wijn geeft kleur aan de wangen van een vrouw. Niet dat jij nog meer kleur nodig hebt.’

Ze lachte. ‘Ja, rode wijn graag,’ antwoordde ze.

Nadat hij haar een glas had overhandigd, ging hij in een fauteuil zitten. ‘Waarom zou je dat willen, liefje?’

‘Nou, ik wil iets te doen hebben,’ voerde ze aan. Ze nam een slokje wijn. ‘Lieveling, wat een lekkere wijn is dit.’

‘Van Arthur gekregen voor ons huwelijk,’ zei hij. ‘Die stiefvader van je heeft een voortreffelijke smaak.’

‘Op dat gebied misschien wel,’ antwoordde ze droog. ‘Maar, geloof me, op andere gebieden absoluut niet.’

‘Je bent een welgestelde vrouw, Fede. Je hoeft niet te werken,’ zei hij ernstig.

‘Maar ik ga me vervelen als ik niets doe,’ verklaarde ze. ‘Het gaat niet om het geld. Je bent ontzettend royaal en dat waardeer ik zeer. Ik wil iets om mijn dagen te vullen, iets waarvoor ik ’s ochtends mijn bed uit moet.’

‘Is je liefde voor mij dan geen reden om ’s ochtends je bed uit te komen?’ vroeg hij grinnikend.

‘Je weet best wat ik bedoel,’ hield ze vol.

‘Je krijgt het druk genoeg als er baby’s komen,’ zei hij en hij keek haar met een tedere glimlach aan.

‘Misschien,’ zei ze, in de hoop dat God haar daar nog enkele jaren voor zou behoeden. ‘Maar stel dat ik niet zwanger word, dan zou je toch niet willen dat ik de hele dag thuis zit te niksen?’

‘Maar, liefje, je hebt een mooi huis, mooie kleren, een echtgenoot die je op handen draagt, wat wil je nog meer?’ Hij keek haar fronsend aan en onmiddellijk voelde ze zich schuldig omdat ze meer wilde.

‘Tja,’ mompelde ze. Plotseling werd ze overvallen door een gevoel van onzekerheid. ‘Ik heb vroeger fotografielessen van Julian gehad. Als je niet wilt dat ik ga werken, zou ik misschien een cursus kunnen gaan volgen.’

‘Als je per se iets wilt,’ gaf hij onwillig toe, ‘dan is een cursus de enige optie. Ik sta niet toe dat mijn vrouw gaat werken.’

‘Dank je,’ antwoordde ze blij, opgelucht dat de discussie ten einde liep.

‘Maar geen fotografiecursus,’ voegde hij er resoluut aan toe.

‘Waarom niet?’ vroeg ze verbaasd.

Alle scherts was uit zijn ogen verdwenen. Hij keek haar bloedserieus aan. ‘Ik zal een huisleraar voor je zoeken, die je alles kan leren wat je maar wilt.’ Hij keek de kamer rond. ‘Literatuur bijvoorbeeld. Ja, je kunt een literatuurcursus volgen.’

‘Literatuur?’ antwoordde ze beteuterd. ‘Ik heb helemaal geen belangstelling voor literatuur.’

‘Nee, ik wil graag dat je literatuur gaat studeren,’ hield hij vol. Hij liep naar de boekenkast en trok er een boek uit. ‘Ik heb er nog nooit een gelezen, dus als jij ze nu eens voor me ging lezen?’

‘Torquil,’ protesteerde ze zwakjes.

‘Nee, ik sta erop,’ zei hij. ‘Als je een cursus wilt volgen, is literatuur de enige aanvaardbare optie.’

‘Goed dan. Ik zal een literatuurcursus doen,’ antwoordde ze gedwee. Beter iets dan helemaal niets.

‘Goed, dat is dan afgesproken,’ zei hij, waarna hij zijn glas leegdronk. ‘Nou moet je even bij me komen, lieverdje, en me een kus geven. Ik vind het helemaal niet prettig dat we hierover ruzie moeten maken.’

Terwijl Federica een bad nam, dacht ze na over hun gesprek. Ze voelde zich niet op haar gemak. Maar in plaats van te onderzoeken waar dat ongemakkelijke gevoel vandaan kwam, zocht ze naar excuses voor het feit dat haar man haar niet zelf een cursus liet uitkiezen. Hij houdt van me en wil het beste voor me, dacht ze bij zichzelf terwijl de schuimbelletjes zich met de zeep vermengden. Fotografie kan altijd nog, besloot ze en ze nam zich voor het onderwerp nog eens ter sprake te brengen wanneer ze zich iets zekerder voelde.

Toen Torquil haar een tijdje later in een handdoek wikkelde en de liefde met haar bedreef, verdwenen al haar twijfels als sneeuw voor de zon en voelde ze alleen nog maar een onvoorwaardelijke liefde en de sterke wil om het hem zoveel mogelijk naar de zin te maken.

Die avond kleedde ze zich feestelijk aan en zette ze haar eerste stappen in een eindeloze reeks cocktailparty’s en dineetjes. Ze ontmoette nieuwe mensen en deed haar uiterste best om alle namen te onthouden. Ook maakte ze zich de kunst eigen om met veel woorden weinig te zeggen. Torquil zorgde er altijd voor dat zij de bestgeklede vrouw in het gezelschap was en bij elk compliment dat ze kreeg glimlachte hij trots. Maar hij kon witheet van woede worden wanneer hij vond dat ze met andere mannen flirtte en hij verbood haar met iemand anders te dansen dan met hem. Als reden voerde hij aan dat het een vernederende aanblik voor hem was om een andere man tegen haar op te zien wrijven.

Dus zorgde Federica ervoor dat ze niet over de schreef ging. Instinctief voelde ze aan wanneer hij naar haar keek, zodat ze haar gedrag kon aanpassen. Zodra ze zijn gezicht zag betrekken van jaloezie, ging ze naar hem toe en stak ze haar arm door de zijne en bleef ze, als een trouwe vazal, aan zijn zijde. Als ze zich wel eens opstandig voelde onder zijn overheersing, hield ze zichzelf voor dat hij van een andere generatie was, en dan deed ze braaf wat hij van haar verlangde.

‘Iedereen is dol op je, Fede,’ zei Torquil toen ze na een feestje op de achterbank van de auto zaten. Federica glimlachte van genoegen. ‘Ik ben zo trots op je,’ voegde hij eraan toe en hij streelde haar wang. ‘Je bent zo mooi en sereen. Ik heb vanavond, geloof ik, van wel tien mensen moeten horen hoezeer ik heb geboft met je.’

‘Nou, ik heb ook geboft met jou,’ antwoordde ze. Ze pakte zijn hand en kuste zijn vingers.

Toen keek hij haar gedurende een lang ogenblik aan, alsof hij haar gezicht aftastte. ‘Ben je wel gelukkig, liefje?’ vroeg hij. Hij schudde zijn hoofd. ‘Soms twijfel ik daaraan.’

Federica keek hem vragend aan en lachte zijn eigenaardige opmerking weg. Torquil zag echter haar angst en haar poging die te verbergen. Tot zijn verrassing gaf hem dat een vreemd soort voldoening. Maar hij was niet in staat dit nieuwe gevoel te verklaren of te begrijpen waarom hij het voelde. Hij zag niet in dat hij zich begon te storen aan de eigenschappen waarom hij met Federica was getrouwd. Haar zuiverheid en haar volmaaktheid begonnen op zijn zenuwen te werken. Ze gaf hem het gevoel dat hij minder waard was. Hij kon het niet laten haar te kleineren, alsof hij er beter van werd door haar van haar voetstuk te stoten.

Om haar nog meer aan banden te leggen verbood Torquil haar met Harriet om te gaan. ‘Ze is te ordinair voor je, liefje. Je bent veel te intelligent om je tijd te verspillen aan zo’n leeghoofd. Je leeft in een andere wereld, dus moet je ook andere vrienden kiezen. Ik weet nog wel iemand die je vast aardig zult vinden,’ zei hij monter. ‘Lucia Serafina.’

Lucia was hem maar al te graag van dienst. ‘Ik zal vriendschap sluiten met je vrouw, als jij me af en toe komt opzoeken,’ onderhandelde ze koket toen hij haar opbelde.

Torquil voelde zich gevleid. ‘Ze moet vrouwen zoals jij leren kennen. Ze is nog zo onschuldig.’

‘Ik begrijp wat je bedoelt,’ beaamde Lucia, verheugd bij de gedachte dat zijn liefde voor Federica tanende was. ‘Maar ze is nog jong. Ze zal heus wel wijzer worden.’

‘Met jouw hulp, maestra, moet dat lukken.’

‘Laat dat maar aan mij over, lieveling. En in ruil daarvoor wil ik persoonlijk door jou bedankt worden, capisci?’

‘Capisco.’ Hij lachte. ‘Gemeen kreng.’ Toen slaakte hij een diepe, grommende zucht. ‘God, wat heb ik je gemist.’

‘Dat hoeft helemaal niet,’ fluisterde ze. ‘Je weet me te vinden.’

‘Ik zal eraan denken,’ antwoordde hij. ‘Maar intussen heb jij een klusje te doen.’

Federica deed erg haar best om Lucia aardig te vinden, alleen al om haar man een plezier te doen. Lucia sprak met haar af in Harry’s Bar, waar ze de beste tafel achter in de hoek van het restaurant toegewezen kregen. ‘Elke man in deze zaak gaat na de lunch rechtstreeks naar huis om met zijn vrouw de liefde te bedrijven,’ peinsde Lucia hardop met haar ritmische Italiaanse accent. ‘Zie je ze allemaal naar me kijken? Door mij raken ze opgewonden.’ Ze zuchtte en likte langs haar bloedrode lippen. ‘Je weet waarschijnlijk niet meer dat je me op je bruiloft hebt ontmoet. Je moest ook aan zoveel nieuwe mensen worden voorgesteld.’

‘Natuurlijk herinner ik me je nog,’ zei Federica diplomatiek. ‘Je bent een van Torquils beste vrienden.’

‘We kennen elkaar al heel lang,’ antwoordde ze weemoedig.

‘Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?’

‘Ik woonde in Rome en Torquil kwam naar Italië voor de bruiloft van een wederzijdse vriend. Het klikte meteen tussen ons,’ zei ze. Terwijl ze de nagelriemen van haar gemanicuurde handen zachtjes terugduwde, dacht ze terug aan die keer dat ze de liefde bedreven in een van de donkere gangetjes van een palazzo.

‘Wanneer ben je naar Londen gekomen?’

‘Niet lang daarna,’ antwoordde ze. ‘Aha, het menu. Laten we gauw een keuze maken, dan kunnen we daarna lekker gaan roddelen. Een Bloody Mary alstublieft en mijn tafelgenote wil graag…’ Ze keek Federica met opgetrokken wenkbrauwen aan.

‘Een spritzer, alstublieft,’ antwoordde Federica vriendelijk.

‘Het doet me goed te zien dat Torquil zo gelukkig is,’ vervolgde Lucia.

Federica glimlachte. ‘Ik ben blij dat ik hem gelukkig kan maken,’ reageerde ze. ‘Hij heeft mij gelukkiger gemaakt dan ik ooit had kunnen denken.’

‘O ja, hij is een unieke man,’ beaamde Lucia. ‘Ik ken geen enkele man die zo toegewijd is. Jij bent zo puur en onschuldig. Daar is hij op gevallen. Zorg dat je die eigenschappen niet verliest,’ voegde ze er gladjes aan toe. ‘Je hebt echt geboft. Hij is al zo vaak verliefd geweest, maar nog nooit zo hevig als op jou.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Nou…’ Ze dacht even na en speelde met een zwarte lok die als een rattenstaart op haar schouder viel. ‘Hij was altijd al op zoek naar een onschuldig meisje. Een onbedorven, onwerelds meisje. Zoals jij. Hij ging met heel veel door de wol geverfde vrouwen uit, maar hij wilde trouwen met een vrouw die nog niet door een ander was aangeraakt. Dat is jouw kracht.’

‘Ik begrijp het.’ Federica knikte ongemakkelijk.

Lucia, die aanvoelde dat ze zich opgelaten voelde, legde haar hand zachtjes op de hare. ‘Ik bedoel het niet als kritiek,’ zei ze dwepend. ‘Hij aanbidt je, lieverd. Hij heeft nog nooit eerder zo’n volmaakt schepsel ontmoet. Hij draagt je op handen. Ik geef alleen maar advies, als vrouwen onder elkaar. Je moet tegenwoordig van goeden huize komen om een man blijvend te boeien. Je moet weten waarom hij van je houdt en vervolgens moet je die eigenschap zien te behouden.’

‘Ik blijf natuurlijk niet mijn leven lang jong en onschuldig,’ wierp Federica bescheiden tegen.

‘Jawel, dat kun je best.’ Lucia knikte heftig en knipoogde. Zolang Federica het onschuldige meisje bleef, zou Torquil des te heviger verlangen naar het duistere raffinement van zijn Italiaanse minnares. ‘Je kunt alles zijn wat je wilt.’

Federica haalde haar schouders op en glimlachte zuinig. Het gesprek met Lucia gaf haar een onbehaaglijk- gevoel. Ze had er genoeg van om steeds maar weer engelachtig en volmaakt genoemd te worden. Het was onmogelijk die reputatie waar te maken.

‘Ik zou dolgraag met een man als Torquil getrouwd zijn,’ verzuchtte Lucia terwijl ze dromerig in haar salade prikte. ‘Hij is echt een leider. Daar hou ik van. Ongelooflijk romantisch. Dat is heel ongebruikelijk voor een Engelsman. Italiaanse mannen zijn autoritair en dat maakt vrouwen alleen maar extra vrouwelijk.’

‘Ja, hoewel het soms ook wel prettig is om onafhankelijk te zijn,’ vond Federica. Haar maag kromp ineen toen ze terugdacht aan hun discussie over haar werk.

‘Denk goed na, Fede. Je hebt het enorm getroffen, geniet ervan,’ zei Lucia ernstig. ‘Massa’s vrouwen zouden niets liever willen dan hun baan opzeggen en hun chaotische leventje laten structureren door een liefhebbende echtgenoot. Je weet niet half hoeveel geluk je hebt.’

‘Toch wel,’ antwoordde ze haastig. ‘Het is allemaal een beetje overweldigend.’

‘Dat is zijn manier om je te laten zien dat hij van je houdt. Je raakt er wel aan gewend en op den duur wordt het vanzelfsprekend. Vergeet niet dat alles wat hij doet in jouw belang is. Elke beslissing die hij voor je neemt is voor je eigen bestwil. Lieve help, hij is – hoeveel ook weer – twintig jaar ouder dan jij?’ Federica knikte. ‘Twintig jaar meer ervaring dan jij. Als ik jou was, ging ik lekker achteroverzitten en genieten.’

Federica volgde haar raad op. Ze ging niet meer met Harriet om en uit angst haar tegen het lijf te lopen winkelde ze niet langer in St. Johns & Smithe. Een keer per week kwam er een gepensioneerde professor uit Cambridge, dr. Lionel Swanborough, om haar literatuurles te geven. Hij ging altijd gekleed in een driedelig kostuum en een gleufhoed. Hij was onmiddellijk onder de indruk van Torquils bibliotheek, maar niet van Federica’s kennis.

‘Ik heb nauwelijks iets gelezen,’ zei ze. Hij gaf haar Anna Karenina en stond erop dat ze het hele boek in één week uitlas. ‘Maak je geen zorgen, meisje, want zodra je de eerste bladzijde hebt omgeslagen, volgen de andere als vanzelf.’ Hij had gelijk. Nadat ze Anna Karenina had geanalyseerd, ging ze verder met Vanity Fair, Emma en King Lear. Haar leergierigheid kwam voort uit de verveling in haar dagelijkse leven als Torquils echtgenote. Ze stortte zich op haar studie om de verleidingen in de wereld buiten haar gouden kooi niet te hoeven zien.

Bij thuiskomst trof Torquil zijn vrouw steeds vaker vrolijk kwebbelend aan de telefoon aan. Om de lege uren te vullen voerde ze lange telefoongesprekken met haar moeder en Toby. Hij voelde zich warm worden van ergernis, een gevoel dat hem steeds vaker bekroop wanneer hij werd geconfronteerd met de natuurlijke charme en deugdzaamheid van zijn vrouw. Bij haar vergeleken voelde hij zich minderwaardig. Nadat hij zijn aktetas en jas op een stoel in de hal had neergegooid, liep hij met een ongeduldige uitdrukking op zijn gezicht de woonkamer in. Toen Federica hem boos in de deuropening zag staan, legde ze haastig de hoorn op het toestel. Ze slikte moeizaam en een gevoel van angst maakte zich van haar meester.

‘Is er iets?’ vroeg ze, hopend dat het niets met haar te maken had. Er ging een kort moment voorbij waarin Torquil zijn jaloezie probeerde te onderdrukken en Federica zich probeerde te herinneren of ze sinds de vorige avond misschien iets verkeerds gezegd had dat zijn woede zou kunnen hebben opgewekt.

‘Ik ben het zat dat je steeds maar aan de telefoon hangt als ik thuiskom,’ snauwde hij.

Federica slaakte een zucht van opluchting. ‘Het spijt me,’ mompelde ze.

Maar Torquil was nog niet tevreden. Hij liep naar de haard en ging er met zijn handen in zijn zij voor staan. ‘Ik ben de hele dag aan het werk en als ik thuiskom, wil ik je onverdeelde aandacht. Je hebt overdag genoeg tijd om jezelf te vermaken, dus ik begrijp niet waarom je precies op het moment dat ik binnenkom met je familie moet bellen.’

‘Ik doe het niet met opzet,’ protesteerde ze zwakjes.

‘Misschien niet,’ besloot hij. Federica verstijfde. Het kwam wel vaker voor dat hij even leek in te binden om daarna nog harder toe te slaan. ‘Liefje,’ vervolgde hij behoedzaam. ‘Ben je niet een beetje te oud om nog zo aan je moeder en je oom te hangen? Het wordt onderhand tijd dat je al je aandacht aan mij besteedt.’

‘Hoe bedoel je?’ vroeg ze verward. Hij ging naast haar op de sofa zitten en streelde haar teder over haar haren. Toen ze hem aankeek, zag ze dat hij milder gestemd was.

Hij zuchtte diep. ‘Ik ben een jaloerse oude man,’ legde hij gedwee uit. ‘Het komt allemaal omdat ik te veel van je hou.’

Ontwapend door de plotselinge verandering in zijn toon voelde Federica de kleur in haar gezicht terugkomen. ‘Het geeft niet, Torquil. Ik begrijp het wel,’ antwoordde ze.

‘Ik mis je de hele dag en als ik dan thuiskom en je zie telefoneren met je moeder, voel ik woede in me opkomen. Ik kan er niets tegen doen. Ik wil je helemaal voor mezelf.’ Hij grinnikte schaapachtig. ‘Is dat zo erg?’

Federica schurkte haar gezicht tegen zijn hand, waarmee hij haar gezicht streelde. ‘Natuurlijk niet,’ zei ze met een glimlach, overrompeld door zijn charme. ‘Ik zal het niet meer doen. Dat beloof ik je.’

Hij nam haar in zijn armen en kuste haar op de lippen met een intensiteit die zijn dankbaarheid moest tonen. ‘Je bent te goed voor me, kleintje. Geen enkele vrouw begrijpt me zo goed als jij.’

Ze lachte en keek hem met de tedere blik van een liefhebbende moeder aan. ‘En geen enkele man begrijpt me zoals jij.’

‘We zijn voor elkaar gemaakt,’ fluisterde hij. ‘Je bent gelukkig, nietwaar? Ik wil dat je gelukkig bent.’

‘Natuurlijk ben ik gelukkig.’

‘Vind je de cursus nog steeds leuk?’

‘O ja, ik vind het geweldig,’ zei ze plichtmatig.

‘Zie je wel,’ zei hij lachend. ‘Ik weet veel beter dan jij wat goed voor je is.’

Hoewel Federica deed wat haar man haar had gevraagd en alleen nog maar telefoneerde als hij naar zijn werk was, leek hij precies te weten wanneer en hoe lang ze had gebeld. Op zijn gladde manier wist hij haar zover te krijgen dat ze nog maar één keer per week belde. Op dezelfde manier als Harriet verdwenen ook Molly en Hester van het toneel en hoewel ze heviger tegenstribbelden, liet Federica ze uiteindelijk helemaal schieten. Ze moest wel.

‘Je bent nu veel te ontwikkeld voor die provinciaaltjes, liefje,’ zei Torquil. ‘Later zul je me dankbaar zijn.’

Aanvankelijk gingen ze nog regelmatig naar Polperro, maar hun bezoekjes werden allengs minder totdat ze er nog maar zelden kwamen.

Federica kreeg niet de kans zich erover te beklagen, want telkens wanneer ze een bezoekje wilde plannen, nam Torquil haar mee voor een reisje naar Parijs, Madrid of Rome.

‘We zien je haast nooit meer,’ klaagde Toby op een dag toen Federica hem belde vanuit een telefooncel in Harrods.

‘Weet ik. Ik zou dolgraag naar Polperro komen en Torquil ook,’ loog ze, ‘maar de laatste tijd is hij steeds op reis om nieuwe kantoren in het buitenland te openen. In het weekend zitten we dus vaak in het buitenland.’

‘Ik weet wel dat we ons geen zorgen hoeven te maken. Jonggehuwden gaan immers vaak een tijdje helemaal in elkaar op. Daaruit blijkt dat je gelukkig bent. Je hangt veel minder aan thuis dan voorheen.’

Federica verlangde met heel haar hart naar Polperro. Ze had meer dan ooit behoefte aan haar thuis, maar dat kon ze niet toegeven, zelfs niet aan zichzelf.

‘Ik bén ook gelukkig,’ zei ze nadrukkelijk.

‘Dan is het goed. Stel je voor dat je voortdurend naar huis zou verlangen, dan was er toch iets mis met je huwelijk.’

‘Daar is niets mis mee, kan ik je verzekeren. Hij is fantastisch. Als ik ’s ochtends wakker word, kan ik nog steeds niet geloven dat ik met zo’n aantrekkelijke man getrouwd ben. Ik verdien hem niet.’ Federica lachte.

‘Je verdient hem wel.’

‘Nee, hoor. Hij doet alles voor me. Ik hoef nergens aan te denken. Mrs. Hughes doet het hele huis. Als ik ook maar een fotolijstje verplaats, wordt ze al kwaad. Ze is wel een beetje erg bezitterig, maar ja, ze heeft ook al zo lang voor hem gezorgd dat ze veel beter dan ik weet wat hij prettig vindt.’

‘Dat betwijfel ik. Zíj is toch niet met hem getrouwd.’

‘Daar denkt zij heel anders over,’ grapte ze. ‘Maar ik mag niet klagen. Het huis is in één woord geweldig. De meeste mannen geven hun vrouwen geen dure kleren of sieraden. Torquil wel. Ik heb alles wat mijn hartje begeert. Ik hoop niet dat ik me ooit verwend ga gedragen.’

‘Dat zal jou niet gauw gebeuren, Fede. Je bent een lieve meid en hij mag z’n handjes dichtknijpen met iemand als jij. Het klinkt allemaal zo volmaakt.’

‘Dat is het ook. Maar ik mis jullie wel,’ zei ze zacht. Toby hoorde de spanning – in haar stem, alsof ze een kreet om hulp probeerde te onderdrukken. ‘Ik mis Polperro en de zee, wandelingen met – Rasta in de storm over de kliffen. O, ik mis Rasta ook, ja. Hoe gaat het met ’m?’ vroeg ze, in een poging opgewekt te klinken.

‘Hij mist je. We knuffelen hem vaak ter compensatie, maar hij blijft ons maar aankijken met die grote verdrietige ogen, alsof hij ons wil vragen waar je bent.’

‘Hou op, je maakt me aan het huilen,’ jammerde ze. ‘Ik mag van Torquil geen hond nemen omdat hij een hekel heeft aan hondenharen door het hele huis. Alsof hij dat zou merken, hij is immers bijna altijd weg. Maar hij is nu eenmaal erg trots op zijn huis. Op het pietepeuterige af.’

‘Dat had ik al gemerkt. Hij kleedt zich als een edelman,’ zei Toby geestdriftig, maar tegelijkertijd bekroop hem een onbehaaglijk gevoel.

‘Hou op over zijn kleren.’ Ze zuchtte melodramatisch. ‘Hij wordt woedend als Mrs. Hughes de kreukels niet uit zijn kleren krijgt of zijn broeken verkeerd perst. Godzijdank dat hij tegen mij niet zo tekeergaat. Trouwens, dat gebeurt wel eens als hij jaloers is, maar volgens Lucia is dat zijn manier om me te laten weten dat hij van me houdt. Stel je voor dat hij nooit jaloers zou zijn, dan zou ik me erg verwaarloosd voelen.’

‘Kook je nog wel eens?’ vroeg Toby. Hij wist immers met hoeveel plezier ze voor hem en Julian had gezorgd in de periode dat ze bij hen woonde.

‘Nee, ik heb niet meer gekookt sinds ik getrouwd ben. Mrs. Hughes kookt of we gaan uit eten. Je hoort het: ik word vreselijk verwend.’

Toby durfde niet te vragen of ze nog steeds bloemen in een vaas schikte, het beddengoed geurde met lavendel en het huis vulde met muziek. Hij wist het antwoord immers al en wilde het niet horen.

‘Zolang jij maar gelukkig bent,’ gaf hij ten slotte toe. Toen hij echter het gesprek had beëindigd, kwamen er allerlei vragen in hem op. Op de een of andere manier week het beeld van de Torquil die ze voor het huwelijk hadden leren kennen af van het beeld dat Federica van hem schetste. Ergens klopte er iets niet.

Maar Federica was gelukkig – althans, dat geloofde ze zelf. Ze hield waanzinnig veel van haar man en ongemerkt stemde ze haar smaak en haar behoeften op hem af. Torquil gunde haar alles, behalve haar vrijheid. Af en toe dreigde zijn bezitterigheid haar te verstikken, maar dan hield ze zichzelf voor dat hij uit liefde handelde en vergaf ze hem. Zelden stelde ze zijn motieven of daden ter discussie. Hij was haar man, ze had hem gekozen, dus eventuele gevoelens van frustratie zette ze van zich af. Wat kon ze anders? Ze was vastbesloten een succes te maken van hun huwelijk. Maar bovenal had ze hem nodig. Hij gaf haar geborgenheid en liefde, en in ruil daarvoor was ze bereid haar vrijheid op te geven.

Omdat Federica niet de kans kreeg haar eigen sfeer in huis te creëren – Mrs. Hughes deed immers het hele huishouden – begon ze haar verveling weg te eten. Een koekje, een plakje cake, totdat ze voortdurend iets eetbaars in haar hand had dat als vanzelf in haar mond verdween. Tot haar grote genoegen zag Lucia, in wier ogen iemand nooit té dun of té rijk kon zijn, het lichaam van haar rivale uitdijen en ze was ook nog zo gehaaid dat ze haar stimuleerde nog meer te eten. Torquil, die eigenlijk een hekel had aan dikke vrouwen, was blij met het zwaardere lijf van zijn vrouw; hij leidde eruit af dat ze langzamerhand haar onafhankelijkheid verloor en dat gaf hem een gevoel van macht. Hij zag immers niet in dat het een uitdrukking was van Federica’s innerlijke onvrede. De engel in haar ivoren toren viel van haar voetstuk. Naarmate haar zelfvertrouwen verder afnam, werd ze steeds afhankelijker van hem. Torquil genoot van zijn macht. Ze was van hem. Zonder het kwaad te bedoelen noemde hij haar af en toe ‘mijn Venus’ of ‘Voluptuosa’, terwijl hij haar tegelijkertijd aanzette om nog meer te eten. ‘Je bent niet dik, liefje. Je bent sensueel en ik hou van je zoals je nu bent,’ placht hij te zeggen. Ze geloofde hem omdat hij haar meer dan ooit leek te begeren. Seks was ten slotte de enige manier waarop hij haar zijn liefde kon tonen.

Zonder te merken dat ze haar vrijheid langzaam prijsgaf, had Federica zich binnen twee jaar volledig gevoegd naar Torquil. Het ging allemaal zo geleidelijk dat ze niet eens besefte dat ze ongelukkig was. Met haar beperkte inzicht zag ze Torquil nog steeds als dezelfde gevoelige man met wie ze was getrouwd – iets veeleisender misschien. Ze kocht niet langer haar eigen kleren, omdat ze wist dat hij het leuk vond om ze voor haar uit te zoeken. Ze kocht geen cadeautjes meer voor hem, omdat ze had begrepen dat hij de dingen die hij wilde hebben liever zelf kocht. Ze lunchte regelmatig met Lucia en maakte algauw deel uit van een groep vrouwen die, net als zijzelf, niets anders te doen hadden dan met elkaar lunchen, roddelen en winkelen. Maar juist door Torquils autoritaire karakter had ze geleerd hoe ze hem moest misleiden. Als ze haast had, druppelde ze water op de zeep in het toilet, omdat ze wist dat Torquil controleerde of ze haar handen wel had gewassen. Ze vroeg de chauffeur om voor Harrods te wachten, waarna ze de andere uitgang nam naar Walton Street, alleen maar om eens iets te doen zonder te worden gecontroleerd. Ze belde haar familie vanuit telefooncellen en af en toe sprak ze met Hester af in het toilet van Harvey Nichols. Voor haar familie bleef ze Torquils gedrag rechtvaardigen, waarbij ze zonder het zelf te beseffen als een afgerichte papegaai dezelfde argumenten aanvoerde als hij.

Toen belde Sam, volkomen onverwacht.

‘Hallo Fede, met Sam.’

‘Sam!’ riep ze verrast uit. ‘Mijn hemel, ik heb je sinds mijn bruiloft niet meer gezien.’

‘Ik heb gehoord dat je sinds je bruiloft nauwelijks nog je gezicht laat zien,’ antwoordde hij. ‘Die man van je verstopt je, geloof ik.’

‘Nee hoor, helemaal niet,’ reageerde ze luchtig. ‘Ik heb het gewoon heel druk gehad. De tijd is omgevlogen.’

‘Twee jaar lang?’

‘Is het echt al zo lang geleden?’ zei ze met gespeelde verbazing.

‘En hoe gaat het met je?’ vroeg hij.

‘Goed. Heel goed. Trouwens, ik heb een cursus literatuur gevolgd. Wat vind je daarvan? Ik heb les gehad van een oude professor uit Cambridge,’ zei ze trots.

‘Zo, ik ben onder de indruk. Hoe heet hij?’

‘Dr. Lionel -’

‘Swanborough,’ onderbrak hij haar vol ontzag. ‘Bof jij even. Hij is een zeer geleerd man. Wat heb je gelezen?’

‘O, ik heb alles bestudeerd van Zola tot García Marquez.’

‘In het Spaans?’

‘Doe niet zo gek. Ik ben mijn Spaans al jaren verleerd.’ Ze lachte.

‘Wat zonde.’

‘Zeg dat wel.’

‘En, bevalt het huwelijk je?’ vroeg hij terwijl hij zich het gladde gezicht van Torquil Jensen voor de geest haalde.

‘Genoeg over mij. Hoe is het met jou?’ vroeg ze.

‘Ik heb genoeg van de City. Ik ga terug naar huis.’

‘Naar huis?’ vroeg ze verbaasd.

‘Naar Polperro.’

‘Wat ga je daar doen?’

‘Schrijven.’

‘Wat leuk,’ zei ze. Toen ze aan de winderige kliffen en de ruwe zee terugdacht, voelde ze een steek van heimwee. Sinds de vorige kerst was ze er niet meer geweest.

‘Ja, Nuno is er heel blij mee. Ik mag zijn studeerkamer gebruiken.’

‘Dat is een hele eer.’ Met een zucht herinnerde ze zich Pickthistle Manor en de heerlijke tijd die ze daar had doorgebracht. Sam hoorde de weemoed in haar stem en wilde niets liever dan haar vragen hoe ze zich écht voelde.

‘O ja, zeker. Hij laat nooit iemand in zijn kamer.’

‘Hoe oud is Nuno?’

‘Heel oud.’

‘Ach ja, maar hij is wel een heel bijzonder figuur.’

‘Dat is hij zeker. Niet bepaald dertien in een dozijn.’

‘Vertel me nu eens waarom je hem nooit grootvader hebt genoemd?’ vroeg ze nieuwsgierig.

‘Nonno betekent grootvader in het Italiaans, en daar hebben we Nuno van gemaakt.’

‘Dat heb ik me nu altijd afgevraagd.’

‘Dan weet je het nu.’

‘Ik zie je zussen niet vaak meer.’

‘Weet ik. Dat hebben ze me verteld.’

‘Mijn leven is af en toe zo hectisch.’ Zuchtend keek ze rond in haar keurig opgeruimde woonkamer en ze voelde zich eenzamer dan ooit.

‘Ik bel je eigenlijk om je uit te nodigen voor de lunch. Ik zou je graag nog willen zien voordat ik me in Nuno’s studeerkamer ga begraven.’

‘Ja, graag,’ antwoordde ze enthousiast. ‘Dat lijkt me gezellig. Lukt het je deze week nog?’

‘Ja, schikt het je morgen?’

‘Prima.’

‘Ik kom je ophalen,’ zei hij. ‘Kun je me nog een keer je adres geven?’

Toen Sam Federica in de deuropening van haar huis zag staan, zag hij onmiddellijk dat ze was veranderd. Ze droeg een elegant blauwwit zomers mantelpakje met een korte rok en hoge hakken, waarin goed te zien was dat ze zwaarder was geworden. Dat ook haar gezicht voller was geworden, viel vooral op omdat ze haar haren in een paardenstaart droeg. Met haar opgemaakte gezicht maakte ze op iemand anders misschien een sensuele, aantrekkelijke indruk, maar in Sams ogen zag ze eruit als een treurige clown die door de dikke laag verf heen somber glimlachte. Hij voelde zijn hartslag versnellen toen ze naar hem toe liep. Hij had haar in zijn armen willen nemen en haar mee willen nemen naar Polperro, waar ze thuishoorde. Maar ze kuste hem hartelijk, zei nogmaals hoe leuk ze het vond hem weer te zien en klom in de wachtende taxi.

Pas toen de koffie werd geserveerd, deed hij een voorzichtig poging door haar façade heen te breken. ‘Je ziet er zo anders uit, Fede. Ik herkende je bijna niet toen je daarnet voor je huis stond,’ zei hij terwijl hij in haar blauwe ogen keek, die haar verdriet niet konden verbergen.

‘Jij bent niets veranderd,’ reageerde ze. Weer probeerde ze het gesprek niet over haarzelf te laten gaan. ‘Je draagt nog steeds versleten broeken en overhemden vol gaten. Je zou eens met Torquil moeten gaan winkelen!’ Lachend gooide ze twee suikerklontjes in haar koffie.

Sam lachte echter niet. ‘Ik ben bang dat ik wel iets beters te doen heb dan me zorgen maken over de staat van mijn kleding,’ zei hij. In zijn toon klonk de wrok door die hij jegens haar echtgenoot voelde. Hij wilde haar echter niet boos maken, want dan zou hij haar vertrouwen verliezen. ‘Wat leuk dat je een literatuurcursus hebt gevolgd,’ zei hij. ‘Ik hoop dat je ook nog verdergaat met fotografie, dat was altijd je passie.’

Federica sloeg haar ogen neer en staarde in haar kopje. ‘Ach, voor fotografie heb ik eigenlijk niet zoveel belangstelling meer,’ antwoordde ze kalm.

‘Hoe kan dat nou? Dat geloof ik niet, Fede,’ riep hij uit terwijl hij de woede in zich voelde oplaaien.

‘Ik heb er geen tijd voor.’

‘Waar ben je dan in hemelsnaam de hele dag mee bezig?’

‘Ach, met allerlei dingen.’

‘Zoals?’

‘Nou, ik heb een hele hoop te lezen…’ Haar stem stierf weg. In een impulsief gebaar nam Sam haar handen in de zijne. Verschrikt keek ze op en in paniek keek ze om zich heen om te zien om iemand naar hen keek.

‘Fede, ik maak me zorgen om je,’ zei hij ernstig. Zijn gezicht kreeg plotseling een sombere en ongeruste uitdrukking. Ze keek hem vragend aan. Sam schudde langzaam zijn hoofd en terwijl hij haar diep in de ogen keek vervolgde hij op gedempte toon: ‘Vertel me alsjeblieft dat het jóuw beslissing was om geen fotografiecursus te gaan doen, dat het jóuw beslissing was om literatuur te gaan studeren, dat het jóuw beslissing was om niet meer naar Polperro te gaan, om ons allemaal uit je leven te bannen, om je zo aan te kleden en op te maken…’ Even liet zijn stem het afweten. ‘Want als je man jou zijn wil oplegt, loop je het gevaar te verstikken. Ik kan niet aanzien dat je persoonlijkheid wordt onderdrukt.’

Verward keek Federica hem aan. Plotseling moest ze haar eigen angsten onder ogen zien. Ze beet op haar onderlip. Sam keek haar aan en probeerde haar gedachten te lezen. Hij kon zien dat ze twijfelde of ze hem, net als vroeger, in vertrouwen zou nemen of buitensluiten.

Er viel een geladen stilte. Sam kneep haar bemoedigend in de hand. ‘Ik vraag het je omdat ik om je geef,’ zei hij zachtjes en hij glimlachte geruststellend. Tot zijn teleurstelling voelde hij haar verstijven, en ze trok haar hand terug.

‘Ik hou van Torquil, Sam,’ zei ze ten slotte, waarna ze eraan toevoegde: ‘En trouwens, je zou het toch niet begrijpen.’

‘Ik wil het proberen,’ opperde hij, maar ze had haar blik al afgewend. De verbinding was verbroken. Uit het veld geslagen vroeg hij om de rekening en bracht hij haar terug naar huis. Toen hij op de marmeren trap voor haar huis nog een keer probeerde haar te bereiken, besefte hij dat het vergeefse moeite was. Hij vroeg zich af of hij ooit nog een kans zou krijgen.

Federica nestelde zich op de bank met een rol chocoladekoekjes en een glas koude melk. Ze snoot haar neus in een stuk van de keukenrol en dacht terug aan de lunch met Sam. Hoe zou hij haar situatie ooit kunnen begrijpen? Wat hij niet besefte was dat het haar keuze was om van Torquil te houden en voor hem de beste echtgenote te zijn. Hij had haar nodig en droeg haar op handen. Hij was misschien bezitterig en autoritair, maar alleen omdat hij van haar hield. Zelf had ze hem ook nodig. Bovendien, bedacht ze boos, had Sam het recht niet zich met het reilen en zeilen van haar huwelijk te bemoeien. Maar terwijl ze haar tranen droogde en nog een greep deed in de rol koekjes, begon de twijfel die door Sam was gezaaid langzaam uit te kiemen.

Toen Torquil die avond thuiskwam, zag hij er rood en verhit uit.

‘Wat zie je er uitgeput uit, lieveling. Zal ik een bad voor je klaarmaken en je een glas whisky brengen?’ stelde Federica voor, nadat ze hem liefdevol had omhelsd.

‘We moeten praten,’ zei hij koel. Hij duwde haar van zich af.

Ze huiverde en voelde zich onmiddellijk schuldig. ‘Waarover?’

‘Dat zul jij niet weten?’ snauwde hij terwijl hij naar zijn studeerkamer beende om zich er een borrel in te schenken.

Nerveus volgde ze hem. ‘Mijn lunch met Sam.’ Ze zuchtte verslagen. Het had geen zin om iets voor Torquil te verbergen; hij was immers, net als de duivel, overal aanwezig.

‘Precies. Je lunch met Sam,’ herhaalde hij, ongeduldig met zijn tong klakkend. Hij schonk een glas whisky in, zonder ijs, zonder water. ‘Zou je het me verteld hebben of zou je net zo lang gewacht hebben totdat je er niet meer onderuit kon?’

‘Waar maak je je druk om, Torquil. Hij is gewoon een oude vriend,’ wierp ze tegen.

‘Dat vroeg ik niet,’ reageerde hij boos.

Federica slikte moeizaam. Hij had zo’n afstandelijke blik in zijn ogen dat ze hem amper herkende. ‘Natuurlijk zou ik het je gezegd hebben, maar ik kreeg de kans niet.’

‘Je had het me gisteravond kunnen vertellen. Hij heeft je gisteren immers gebeld,’ schreeuwde hij opeens. Met een klap zette hij zijn glas neer op tafel. De woede in zijn stem deed Federica huiveren. ‘Je hebt het me niet gezegd,’ vervolgde hij op dreigende toon terwijl hij zich naar haar toe draaide, ‘omdat je bedoelingen niet zuiver waren.’

Federica’s kin trilde. Ze vocht tegen haar tranen. Voor de eerste keer in haar huwelijk voelde ze een diepe angst. ‘Ik heb het je niet gezegd omdat ik wist dat je me niet zou laten gaan,’ zei ze schor. ‘En ik wilde het zo graag.’

‘Dus je hebt tegen me gelogen?’ voerde hij aan terwijl hij haar met samengeknepen ogen aankeek. ‘Mijn eigen vrouw heeft tegen me gelogen?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik kan mijn eigen vrouw niet eens vertrouwen.’

‘Ik wist dat je nee zou zeggen,’ verklaarde ze, niet in staat de wanhopige kreun die uit haar borst opwelde te onderdrukken. ‘Ik heb mijn vrienden van vroeger in geen jaren gezien. Ik mis ze.’

‘Fede, ik ben je cipier niet,’ zei hij op iets mildere toon. ‘Wat ik van je vraag is niet onlogisch. Probeer de situatie maar eens om te draaien. Hoe zou jij je voelen als ik met een oude vriendin had geluncht en je er niets over had verteld?’

Ze slikte. ‘Ik zou waarschijnlijk jaloers zijn.’ Torquil had altijd voor alles een doorslaggevend argument.

‘Luister, laat ik het je uitleggen door middel van een analogie,’ zei hij terwijl hij ging zitten en haar handen in de zijne nam. Om zijn standpunt te illustreren kwam Torquil altijd met de perfecte analogie op de proppen. ‘Neem nu een pornovideo,’ begon hij. Ze keek hem vragend aan. ‘Nee, luister. Stel dat er een pornovideo op de videorecorder ligt, dan is het wel heel simpel om hem in het apparaat te stoppen en er even naar te kijken. Maar stel dat je eerst naar een videotheek moet gaan, het risico loopt dat je gezien wordt, je je schaamte moet overwinnen om ernaar te vragen, ervoor moet betalen en vervolgens naar huis moet sluipen om hem te bekijken, dan doe je dat zo snel niet. Begrijp je dat?’

‘Bedoel je dat ik door met Sam te lunchen het risico loop een buitenechtelijke affaire te krijgen?’

‘Juist.’

‘Maar, Torquil,’ drong ze aan. ‘Dat is toch waanzin. Hij is als een broer voor me.’

‘Maar hij is je broer niet,’ antwoordde hij.

‘De kans dat ik een affaire met hem krijg is net zo groot als dat Hal mijn minnaar wordt.’

‘Kan me niet schelen. Ik wil niet dat mijn vrouw met mannen omgaat. Het is gevaarlijk, geloof me. Ik heb meer ervaring dan jij. Je bent erg naïef, kleintje,’ zei hij terwijl hij haar wang streelde. ‘Ik hou van je. Ik aanbid je. Ik wil je niet verliezen. Ik wil echt alles doen om je bij me te houden. Echt alles.’

Ze huiverde en wachtte angstvallig af.

‘Toen ik je zei dat ik mijn leven lang van je zou houden, meende ik dat. Je vindt het misschien vreemd wat ik allemaal van je vraag, maar ik doe dat alleen om ons huwelijk veilig te stellen. Het is in ons beider belang,’ legde hij uit. Hij boog zich naar haar toe en kuste haar. Maar Federica voelde niets, behalve verwarring. Hij nam haar bij de hand. ‘Kom mee naar boven. Ik wil helemaal geen ruzie met je. Laten we het goedmaken.’

‘Torquil, alsjeblieft,’ protesteerde ze met een klein stemmetje dat nauwelijks hoorbaar was.

Hij leek haar tranen niet te zien. ‘Ik wil je laten zien dat je geen vrienden nodig hebt. Ze kunnen je niet geven wat ik je te bieden heb. Kom, kleintje, laat me zien dat je niet meer boos op me bent.’

Onwillig liet ze hem haar broek losknopen en uittrekken. Terwijl ze haar snikken probeerde te onderdrukken, ging ze in haar blouse en slipje op bed liggen. Hij sloot de gordijnen, legde de hoorn van het toestel en zette een cd van Pink Floyd op. Vervolgens dimde hij de lampen. ‘Niet huilen, liefje, we gaan het goedmaken,’ suste hij terwijl hij haar voorhoofd kuste. ‘Ik ga je blinddoeken,’ voegde hij er langzaam aan toe.

‘O Torquil, ik…’

‘Ssst,’ fluisterde hij. Hij legde zijn vinger op haar lippen, die hij vervolgens in haar mond stopte en langs haar tandvlees het glijden. Inwendig rilde ze van weerzin. Hij trok een zijden sjaal uit het laatje van zijn nachtkastje en bond die voor haar ogen. Ze sloot haar ogen in de duisternis terwijl ze zich afvroeg waar hij was en wat hij deed. Uiteindelijk voelde ze dat hij haar blouse uitdeed en de sluiting van haar beha losmaakte. Met een lange witte veer streek hij over haar huid en hij liet zijn tong tussen de openingen van haar tenen glijden.

Ze had naar hem willen roepen dat ze op een normale manier wilde vrijen. Maar plotseling besefte ze dat liefde voor hem nooit het uitgangspunt was geweest als ze met elkaar in bed lagen. Ze voelde een ijzige kou vanbinnen die haar verlamde.

Maar Torquil had niets in de gaten, hij vond het immers prettig als ze passief was. Op dat moment begon de twijfel die door Sam was gezaaid wortel te schieten en te groeien. Voor het eerst sinds haar huwelijk het ze de twijfel toe. Maar toen ze de deur eenmaal had opengezet, kon ze de stroom twijfels niet meer tegenhouden. Als zwarte rookpluimen drongen ze haar gedachten binnen.

Federica stond op en rommelde in haar kast. Daar, heel diep weggestopt op een plek waar Torquil het niet hadden kunnen vinden, stond het vlinderkistje. Ze ging op de vloer zitten, zette het op haar knieën en maakte het open. Met trillende handen las ze alle brieven van haar vader, een voor een. Met elk teder woord kwam het verleden terug totdat haar tranen het zoveelste laagje verdriet op het papier vormden.

Vervolgens staarde ze lange tijd in het niets en putte troost uit het verleden.