25
IN HET JAAR DAT VOLGDE WAS FEDERICA GELUKKIG EN VOELDE Jake zich ellendig. Terwijl Federica het naar haar zin had bij oom Toby en Julian, waar ze taarten bakte, leerde fotograferen en van waaruit ze naar Pickthistle Manor fietste zoals ze altijd had gedaan, stortte Jake zich steeds meer op zijn hobby omdat hij het verafschuwde dat Helena Federica op zo’n ontvankelijke leeftijd bij twee homoseksuelen liet wonen. Polly probeerde er met hem over te praten maar hij weigerde erop in te gaan.
‘Het is niet goed,’ zei hij wanneer hij in een milde bui was en hij vond het ‘walgelijk’ wanneer hij een rothumeur had.
Het maakte echter allemaal deel uit van Helena’s plan. Ze wilde hem bekeren en was ervan overtuigd dat het haar uiteindelijk zou lukken.
Polly stuurde Helena foto’s van Jake op eerdere bruiloften, zodat ze hem in haar album tussen de andere trouwfoto’s kon moffelen, maar Helena lachte alleen maar en stuurde ze terug.
‘Werkelijk, mam, ik dacht dat pa de excentriekeling in de familie was, niet jij,’ zei ze. Maar het greep Polly meer aan dan ze liet blijken. Bovendien miste ze haar dochter en haar kleinkinderen om zich heen, en ze verzon keer op keer allerlei smoezen om bij Toby op bezoek te gaan en Federica te zien.
‘Federica is echt gelukkig, Jake,’ zei Polly op een middag toen ze haar van een boottochtje met Toby en Julian in de Helena had zien terugkeren.
Haar wangen waren rood van de wind en ze hadden het grootste plezier. Toby droeg de picknickmand vol vuile borden en bestek en Julian had foto’s genomen. Rasta drentelde achter hen aan, dik van de vegetarische taartpunten en moe van de spelletjes op het strand. ‘Ze zagen er allemaal zo goed uit. Ze konden zo voor een gezinnetje doorgaan,’ vervolgde Polly, of haar man nu wilde luisteren of niet. Ze wilde haar vreugde delen en liet zich niet door een onbenullig vooroordeel het zwijgen opleggen. Jake ging echter geconcentreerd door met het aan elkaar lijmen van stukjes hout. ‘Toby is als een vader voor Federica. Het was een goede zet van Helena om haar daar te laten wonen. En ze wordt al zo groot, al een hele jongedame, en ze is zo handig. Ze kookt en zorgt als een moedertje voor de jongens. Ik ben trots op haar. Ontzettend trots! Julian heeft haar fotograferen geleerd. Ze heeft er oog voor, weet je. Echt waar. Hij heeft er een paar van haar ingelijst en aan de muur gehangen. Dat is goed voor haar zelfvertrouwen geweest. Dat was wat ze nodig had, een vader. Nu heeft ze er twee.’ Ze wierp een steelse blik op haar echtgenoot maar die werkte door alsof hij haar niet had gehoord.
Toen Hester tegenover haar moeder over een feest voor haar zestiende verjaardag begon, belde Ingrid onmiddellijk naar Helena met het voorstel het samen met Federica te doen. ‘Dan slaan we twee vliegen in één klap,’ zei ze, omdat ze wist dat ze niet in staat was het feest in haar eentje te organiseren.
‘Wat voor soort feest had je in gedachten?’ vroeg Helena. Ze vroeg zich af of Ingrid enig idee had van wat zestienjarigen leuk vonden en hoe haar huis er na het feest uit zou zien.
‘O, iets leuks. Met een grote tent of zo,’ zei ze vaag.
Helena glimlachte om Ingrids benijdenswaardige naïviteit. ‘En het eten?’
‘O, misschien een buffet? Ik regel wel een cateraar,’ zei ze opgewekt.
‘Voor hoeveel personen?’
‘Hoeveel vrienden hebben ze?’ reageerde Ingrid afwezig, want haar aandacht werd al weer getrokken door de melkachtige avondlucht en het adembenemende meer dat in de lente een paradijs voor broedende vogels vormde.
‘Misschien kunnen we morgen met de meisjes bij elkaar komen om het te bespreken?’ opperde Helena toen ze merkte dat Ingrid er met haar hoofd niet meer bij was.
‘Dat is een goed idee. Kom morgen maar met Federica op de thee.’ Na een korte stilte voegde ze eraan toe: ‘Neem Hal ook mee, want Joey en Lucien zijn er ook en die vinden het vast leuk om weer eens met hem te spelen. We zien Hal tegenwoordig zo weinig.’
Hal was dol op Arthur. Hij herinnerde zich zijn vader alleen nog vaag wanneer de mist in zijn geheugen optrok. Dan zag hij een man met het ruige, verweerde uiterlijk van een wolf, die de macht van een koning uitstraalde. Als kind was hij bang van Ramon geweest, maar nu hij ouder was vreesde hij hem alleen nog in zijn dromen. Arthur daarentegen zorgde ervoor dat hij zich bijzonder voelde. Hij nam de tijd voor hem, stimuleerde hem en kleineerde hem nooit. Arthurs liefde voor Helena was totaal maar kwam nooit tussen haar en haar zoon. Hij begreep hun intieme band en werd erdoor ontroerd. Hij probeerde een goede vader voor Hal te zijn en werd beloond door de genegenheid en het vertrouwen van de jongen. Helena had verwacht dat Hal jaloers zou zijn op haar relatie met Arthur, wat heel begrijpelijk zou zijn, maar tot haar verbazing reageerde Hal op Arthur zoals hij nooit op zijn eigen vader had gereageerd.
Alleen Federica hield de herinnering aan haar vader levend.
Helena zag hoe Arthur beetje bij beetje iedereen in Polperro voor zich innam. Was hij in het begin nog een vreemde figuur geweest om wie werd gelachen, naarmate de mensen hem beter leerden kennen werd hij vanwege zijn hartelijkheid alom gerespecteerd. Hij had voor iedereen een glimlach, nam de tijd voor een gesprek en luisterde onvermoeibaar naar hun problemen, zonder daarover ooit tegenover anderen uit de school te klappen. De mensen vertrouwden hem en namen zijn eerlijke raad ter harte. Zelfs Ingrid kon goed met hem opschieten nadat hij haar genegenheid had gewonnen met zijn liefde voor dieren en zijn verbazingwekkende vogelkennis. Hij hielp Hester egels vangen en prees Inigo om zijn indrukwekkende wijnkelder. Nuno gaf hem de bijnaam ‘Arthuro’, die bij iedereen in de smaak viel en alom werd overgenomen. Alleen Federica bleef hem Arthur noemen, louter uit boosaardigheid. Helena was razend over haar dochters onwil haar stiefvader te accepteren. Eigenlijk verdiende ze helemaal geen feest, vond ze.
‘“Een partij is de dwaasheid van velen, ten behoeve van het voordeel van weinigen,’” zei Nuno terwijl hij Helena een kop thee inschonk. Hij haalde zijn dikke wenkbrauwen naar haar op, die in de loop der jaren steeds meer op twee golvende witte schuimkoppen waren gaan lijken.
Helena schudde haar hoofd. ‘Sorry, Nuno, ik geef het op,’ zei ze met een toegeeflijke glimlach.
‘Ach, wat mis ik de scherpzinnigheid van de jonge Samuel, die liet me nooit in de steek.’ Met een zucht zette hij de theepot neer. ‘Alexander Pope, lieve kind,’ zei hij. ‘“Zelfs in het gunstigste geval is een vrouw nog een vat vol tegenstrijdigheden,’” voegde hij er meesmuilend aan toe. ‘Die is ook van hem.’
‘Oké pa, nu weten we het wel weer. Het duizelt me,’ klaagde Ingrid terwijl ze een slokje van haar thee nam. ‘Het valt me op dat je niet meer rookt, Helena,’ zei ze. ‘Arthuro doet je zo te zien goed.’
‘Klopt. Ik ben heel gelukkig. Hoewel ik nog wel eens naar een sigaret snak,’ zei ze. ‘Maar hij is echt een goeierd. Ik bof met hem.’
‘Wat fijn voor je. Ik wou dat Inigo zo was. Die zit al weer dagen met een pesthumeur op zijn kamer. Ik vraag me af waarom filosofen altijd zo somber zijn.’
‘Lieve kind, ze denken na over de grote mysteries van het leven die nooit bewezen kunnen worden. Als er iets demoraliserend is, is dat het wel,’ zei Nuno wijs.
‘Hij zou beter over zichzelf kunnen filosoferen, het grootste mysterie aller tijden,’ merkte Ingrid op.
‘Alsof hij daar wel vrolijker van zou worden,’ voegde Nuno eraan toe.
‘Maar laten we spijkers met koppen gaan slaan,’ kwam Helena tussenbeide. ‘Waar zijn de meisjes? Er valt nog een hoop te bespreken.’
‘Ach natuurlijk,’ zei Ingrid terwijl ze een sigaret aanstak. ‘Het feest. Ik kan me niets gezelligers voorstellen dan een jolige groep jongelui die in een tent dineren. Zo romantisch, een tent in de tuin! Net als op jouw bruiloft, Helena. Jammer dat Molly nog te jong is om te trouwen, anders hadden we dat ook meteen kunnen vieren.’
De datum werd vastgesteld op een zaterdag in juli, halverwege Federica’s verjaardag, die in juni was, en die van Hester, die in augustus viel. Ze besloten een grote tent op te zetten in de tuin, met uitzicht over het meer, omdat Ingrid wilde dat de jongelui van de zonsondergang over het water zouden kunnen genieten. Toen Helena voorstelde de kosten te delen wuifde Ingrid haar aanbod weg. ‘Komt niks van in,’ antwoordde ze, zwaaiend met haar sigarettenpijpje. ‘Dat is wel het minste wat Inigo kan doen. Bovendien zal hij voor zijn afwezigheid moeten betalen.’ Ze lachte gemeen.
Helena durfde er niet bij stil te staan wat de avond zou gaan kosten, want de meisjes hadden verregaande plannen. Ze wilden honderdvijftig vrienden en vriendinnen uitnodigen, cateraars, disco, een dansvloer en veel drank. Ingrid had een vruchtenbowl voorgesteld maar Nuno had erop gestaan dat ze allemaal wijn dronken. ‘Als je ze als kinderen behandelt, zullen ze zich ook als kinderen gedragen,’ zei hij. ‘Geef ze wijn en ze zullen zich als beschaafde Parijse aristocraten in het feestgedruis begeven.’
Helena vreesde dat het geen enkel verschil zou maken: dronken Parijse aristocraten en dronken schoolkinderen waren waarschijnlijk één pot nat. Dat zou Nuno en Ingrid nog wel eens kunnen gaan tegenvallen.
Op de avond van het feest was het typisch Engels zomerweer. Er waren de hele dag al zware buien gevallen, met tussendoor flinke opklaringen, die echter snel weer plaatsmaakten voor donkere wolken. Federica pakte haar tas en liet zich in de namiddag door Toby afzetten bij Pickthistle Manor.
‘Als het nu maar niet de hele avond blijft regenen,’ jammerde ze. ‘Ingrid heeft zo haar best gedaan om de tuin te versieren.’
‘Stel je er maar niet te veel van voor,’ zei Toby glimlachend. ‘Die tuin interesseert geen hond, ze zullen het allemaal veel te druk hebben met elkaar.’
‘Ook dat is niet leuk als het regent.’
‘Dat ben ik niet met je eens. Dingen lopen veel beter in een chaotische sfeer. Je moet juist blij zijn dat het regent.’
Toen ze het huis naderden, keerde Federica’s maag zich om. Op de oprit stond Sams groen-witte Deux Chevaux.
Federica had Sam nauwelijks gezien sinds de bruiloft van haar moeder een jaar geleden. Hij was al een tijd uit Cambridge weg en had op Nuno’s aanraden een jaar in Rome gewoond en gewerkt, voordat hij een baan in de Londense financiële wereld vond. Nuno was razend dat hij zijn ‘briljante geest’ verspilde aan een carrière die voor iedere onbenul was weggelegd, maar Sam verzekerde hem dat het slechts tijdelijk zou zijn; hij wilde zien hoe het er in de City aan toe ging. Federica had gehoopt dat hij er was, maar nu ze zijn auto op de oprit zag staan, raakte ze zoals gewoonlijk in paniek omdat ze niet zou weten wat ze tegen hem moest zeggen. Ze wou dat ze ouder, langer, mooier en zelfverzekerder was.
‘Toby, Sam is thuis,’ zei ze met een dun stemmetje.
‘Mooi. Het wordt tijd dat hij ziet hoe mooi je bent opgebloeid,’ antwoordde hij terwijl hij de auto voor het huis parkeerde.
‘Ik ben bang.’
‘Logisch, en daarom is het ook zo spannend. Als je niet bang zou zijn, dan was je jezelf niet. Je ziet er hartstikke mooi uit.’ Hij wierp een blik op haar ernstige profiel en hoopte dat Sam ook volwassen was geworden.
‘Ja, dat vind je omdat je mijn oom bent.’ Ze lachte.
‘Maar ik ben ook een man,’ zei hij en hij raakte even haar wang aan. ‘En ik vind dat je er mooi uitziet. Dus ga naar binnen en wees jezelf. Hij zal niet weten wat hij ziet.’
Federica gaf haar oom een liefdevolle kus en stapte nerveus de auto uit. Toby keek haar na terwijl ze naar binnen ging. Ze had iets van een blozende appel, nog niet helemaal rijp, maar met de juiste zorg zou ze tot een heerlijke vrucht kunnen uitgroeien.
Toen Federica de voordeur opende, brak er voor de zoveelste keer die dag een bui los; de druppels spatten hoog op van het bordes. ‘Allejezus!’ klaagde Hester, op haar afstormend. ‘Gelukkig ben je op tijd binnen. Wat een weer!’
‘Het komt allemaal goed, schatje,’ zei Ingrid, die met een pot orchideeën de hal in kwam. ‘Deze zullen de tent wel opfleuren.’
‘Mam denkt dat het een soort schoolbal wordt. Ze snapt er niets van,’ siste Hester met een besmuikt lachje. ‘De pech is alleen dat Sam en zijn vriend Ben politieagentje komen spelen.’
‘Politieagentje?’ herhaalde Federica. Bij het horen van zijn naam steeg er een blos naar haar wangen.
‘Nou, ze gaan ons in de gaten houden, zodat er geen stoute dingen gebeuren in de bosjes.’ Ze lachte.
‘Als het zo blijft plenzen zal niemand zo gek zijn om naar buiten te gaan,’ zei Federica. Haar hart bonsde bij het zonnige vooruitzicht dat Sam ook van de partij zou zijn.
Toen Federica en Hester via de openslaande deuren van de woonkamer naar de tent liepen, zwaaide Sam naar haar, waarna hij tegen Ben zei: ‘Dat is een leuke meid.’
‘Wie? Die met je zus?’
‘Ja. Fe-de-rica,’ zei hij, waarbij hij net als Nuno de lettergrepen beklemtoonde.
‘Kijk maar uit, ze is nog minderjarig,’ lachte Ben.
‘Ja, maar wacht maar tot ze wat ouder is, dan weet je niet wat je ziet. Let op mijn woorden. Ik hou haar al een tijdje in de gaten. Ze is anders dan andere meisjes, ze heeft iets onpeilbaars en daar hou ik wel van. Geef haar nog een paar jaar en dan zal ze een rijpe, mooie jonge vrouw zijn.’
‘Waar wacht je nog op?’
‘Doe even normaal, Ben. Ik ga toch geen kind ontmaagden,’ reageerde Sam verbijsterd.
‘Dit is toch haar zestiende verjaardag?’
‘Ja, wat wou je daarmee zeggen?’
‘Nou, dan is ze rijp om geplukt te worden. Ik zou maar uitkijken, want voor je het weet, gaat een ander met ’r aan de haal. Wil je me even voorstellen, dan kan ik haar eens goed bekijken.’
Ben volgde Sam naar de tent waarin Ingrid grote potten met orchideeën had gezet, ondanks de aanwezigheid van een bloemiste die bezig was de tent met haar eigen creaties te versieren. Hester en Federica stonden met hun armen over elkaar verstoord naar de plensbui te kijken, terwijl de cateraars druk in de weer waren met het opzetten van de tafels en de stoelen. Terwijl Sam en Ben uitweken voor de lichtmannen en de repeterende band, liepen ze op de meisjes af.
‘Hallo Fede.’ Federica draaide zich om en voelde een prikkelende warmte in haar hals toen ze Sam op zich af zag komen kuieren. Hoe sterker ze zich voornam niet te blozen, hoe warmer haar gezicht werd. Ze glimlachte, in de hoop dat niemand iets zou merken, en sloeg haar ogen neer. ‘Dit is Ben,’ zei Sam. Ben stak haar zijn hand toe en nam haar aandachtig op.
‘De politieagenten,’ zei ze met een glimlach.
‘De politieagenten,’ zei Sam en hij stak zijn handen in zijn broekzakken. ‘Dat was de enige manier waarop we op een uitnodiging konden rekenen.’
‘We hebben geen bewaking nodig,’ zei Hester verongelijkt.
‘Dat denk je maar,’ lachte Sam. ‘Je zult maar al te blij zijn met onze spierballen wanneer al die dronken jongens vanavond om je beginnen te vechten.’
‘Was dat maar zo,’ kaatste ze terug. ‘Kijk nou toch,’ zei ze terwijl ze haar hand naar de regendruppels uitstak.
‘Ik hou van regen. Dat is romantisch,’ zei Sam. Federica probeerde oogcontact te vermijden, maar hoe ze ook haar best deed, ze voelde zijn blik op haar gezicht als de warmte van de zon. Ze vroeg zich af waarom hij zich ineens zo geïnteresseerd toonde en had het liefst dat hij snel weer vertrok, want zijn nabijheid verstikte haar bijna.
‘Nou, ik niet,’ klaagde Hester. ‘Waarom moet het nu net vandáág regenen? Het wordt één groot modderbad.’
‘Dan kunnen jullie naakt in de modder gaan worstelen,’ grinnikte Ben met een blik van verstandhouding naar zijn vriend. Hester giechelde. Sam veranderde van onderwerp.
‘Hoe is het om bij je oom te wonen?’ vroeg hij aan Federica. Hij herinnerde zich hun gesprek tussen de grasklokjes en hoezeer ze van streek was geweest bij het vooruitzicht dat ze Polperro moest verlaten.
‘Goed hoor, dank je,’ antwoordde ze. Het lukte haar hem even aan te kijken, maar al snel wendde ze haar blik weer af. Ze voelde zich belachelijk, alsof haar tong te groot was voor haar mond. Ze wou dat ze een of andere intelligente opmerking klaar had. ‘Julian leert me fotograferen,’ zei ze om de onbehaaglijke stilte, die haar verlegenheid nog eens extra accentueerde, te doorbreken.
‘Ik wed dat je al heel goed bent,’ zei hij. ‘Dat moet wel met een docent als Julian.’
‘Dat is ze ook. Ik heb al een paar foto’s van haar gezien,’ zei Hester loyaal. Sam trok belangstellend zijn wenkbrauwen op.
‘Dat valt wel mee, hoor,’ kwam Federica bescheiden tussenbeide. ‘Ik moet nog veel oefenen.’
‘Een beroep als fotograaf lijkt me niet mis,’ zei Sam, langzaam knikkend. ‘Je komt nog eens ergens, en je bent altijd je eigen baas. Daar is wat voor te zeggen, voor die vrijheid.’
‘Weet ik. Alleen heb ik nog een lange weg te gaan voor ik zover ben.’
‘Dat gaat sneller dan je denkt,’ zei Sam. Hij besefte dat het afgelopen jaar bijna ongemerkt voorbij was gevlogen en dat hij nauwelijks had gezien hoezeer ze veranderd was.
‘Ik hoop het,’ antwoordde Federica, verbaasd over de intense uitdrukking op zijn gezicht wanneer hij naar haar keek. Ze was blij dat Hester voorstelde dat ze zich klaar gingen maken voor het feest.
‘We hebben geen tijd om hier met een stel oude mannen te staan praten,’ zei ze terwijl ze Federica aan haar arm meetrok. Federica ging maar al te graag mee.
‘Ik ben vergeten haar te feliciteren,’ zei Sam terwijl de meisjes in huis verdwenen.
‘Dat doe je dan straks maar wanneer je haar met een graaiende puber uit de struiken vist.’
‘Hou je kop, Ben,’ snauwde Sam geërgerd. ‘Soms ben je nog kinderachtiger dan die twee meiden.’
Federica genoot van een warm bad in het gezelschap van Trotsky, die zich als haar bewaker had opgeworpen, aangezien er op geen van de deuren in Pickthistle Manor een slot zat. Hij lag hijgend in de stoom, met zijn edele kop op zijn poten en zijn roze tong uit zijn bek. Federica’s gedachten dwaalden af naar Sam. Ze sloot haar ogen en stelde zich een wereld voor waarin alles wat ze zei geestig en intelligent was, waarin ze nooit bloosde of stamelde en waarin ze er altijd verleidelijk uitzag. In die wereld hield Sam van haar. Hartstochtelijk. Hij kuste haar afwisselend teder en heftig en verloor haar geen moment uit het oog. Ze was alles voor hem. In zijn armen voelde ze zich veilig en gekoesterd, vrij van de twijfels en de zorgen die haar in de echte wereld achtervolgden.
Ze werd ruw uit haar prettige verblijfplaats weggerukt door een luide, ongeduldige geeuw van Trotsky, die was opgesprongen en bij de deur wachtte totdat hij eruit gelaten werd. Federica trof Hester in haar slaapkamer aan voor de spiegel. Ze had haar haren al geföhnd en Molly bracht mascara aan met de vaste hand van een professionele schoonheidsspecialiste. ‘Als ik met Hester klaar ben, doe ik jou,’ zei ze.
Federica haalde haar neus op. ‘Dat weet ik niet, hoor. Ik heb nog nooit make-up gebruikt.’
‘Kom op, vandaag is het feest en ik ga zorgen dat je er pico bello uitziet. Schiet op, doe je jurk aan,’ zei ze bazig. Ze deed een stapje van Hester vandaan om haar werk te bewonderen. ‘Hester, je ziet er prachtig uit,’ zei ze, waarna ze in een paar snelle streken op beide wangen rouge aanbracht.
Toen Hester en Federica mooi opgemaakt en in hun feestjurk de tent binnenkwamen, straalden ze het raffinement van veel oudere meisjes uit. Molly stond als een trots kindermeisje achter hen en duwde ze naar voren, zodat ze zich konden laten bewonderen. Ingrid sloeg haar handen ineen en riep verrast uit dat ze er als prinsessen uitzagen. Helena besefte dat haar dochter groot werd en voelde een steek van verdriet om haar voorbije jeugd. Ze droeg een blauwe strapless jurk die mooi bij haar aquamarijnblauwe ogen paste en Molly had haar haren hoog opgestoken. Ze zag er onschuldig uit maar tegelijk ook een beetje afwezig, niet zoals andere kinderen van haar leeftijd, die vaak al te wereldwijs waren of juist nog te kinderlijk. Ze had het laatste jaar een etherische schoonheid over zich gekregen, maar Helena betwijfelde of ze zich bewust was van haar charme; ze was te onzeker.
‘Jullie zien er allebei beeldschoon uit,’ zei ze terwijl ze een verdwaalde blonde lok achter Federica’s oor streek. ‘Echt beeldschoon,’ zei ze weemoedig. Ze wou dat Ramon haar zo kon zien. Hij zou zo trots zijn. Ze schudde het gevoel van spijt van zich af en glimlachte flauwtjes. ‘Toby komt je morgenvroeg halen. Je ziet er prachtig uit, Fede, al een hele dame.’
‘Che belle donne!’ verklaarde Nuno die in een wit kostuum de tent kwam binnenschrijden.
‘Pa, wat heb je in hemelsnaam aan?’ riep Ingrid verwonderd uit terwijl ze hem van top tot teen opnam. ‘Wítte avondkleding?’
‘Cara mia, ik hou er een persoonlijke dress code op na,’ zei hij met een zucht. ‘Als mijn kleindochter een bal geeft, ben ik het aan haar verplicht er op mijn best uit te zien.’
‘Weet je zeker dat je op mijn feest wilt komen, Nuno?’ lachte Hester. ‘Je ziet eruit als een ijsbeer.’
‘Waarlijk, u vleit me,’ zei hij met een buiging. ‘Het is een eer om in het gezelschap van twee prinsessen te mogen verkeren. Laten we daar ons glas champagne op heffen!’
Federica was teleurgesteld dat Sam niet naar de tent was gekomen. Ze voelde zich mooi en wilde dat hij haar zag. Terwijl ze eindeloos toostte met Ingrid, Nuno en haar moeder, hield ze de openslaande deuren in de gaten. Haar hart beefde in afwachting van zijn komst. Maar hij kwam niet. Uiteindelijk vroeg ze aan Hester: ‘Waar blijven de agenten?’
‘O, die zullen wel tv aan het kijken zijn,’ antwoordde ze tot Federica’s teleurstelling. ‘Die komen pas als het feest goed op gang is.’
Het feest kwam al snel goed op gang. De gasten arriveerden en wisten het grootste deel van de voorraad alcohol aan te spreken voordat er aan tafel werd gegaan. Het buffet was op tijd geserveerd om als tegenwicht te dienen voor de drank, maar werd pas aangebroken toen Trotsky bij een van de tafels was gesignaleerd, waar hij als een stofzuiger bakjes met saus naar binnen stond te werken. Nadat Hester de hond de tuin in had getrokken, vielen de gasten aan op het buffet, uit angst dat ze alles zouden moeten afstaan aan de andere dieren die in en uit liepen alsof het feest ter ere van hen was georganiseerd. Federica zat naast twee jongens die ze niet kende en die de hele avond over cricket en examens praatten. Omdat ze te verlegen was om zich erin te mengen, leunde ze achterover en luisterde ze stilletjes terwijl ze Molly gadesloeg die niet ver van haar vandaan een hele tafel onderhield en met veel zwier een lange dunne sigaret rookte. Vergeleken bij haar voelde Federica zich belachelijk en oninteressant.
Federica danste met een paar jongens maar was te nerveus om ervan te kunnen genieten. Ze merkte dat ze over haar schouder keken, op zoek naar interessantere meisjes. Ze zag een van Molly’s vriendinnen, in een zwarte kanten jurk, die zich als een volleerd danseres over de dansvloer bewoog, en ze wenste dat zij zoveel gratie en zelfverzekerdheid bezat. Toen ze zich ten slotte in de hoek van de tent in een stoel wilde terugtrekken – liefst onder een grote orchidee – liep haar danspartner groen aan en trok haar aan haar hand mee de nacht in.
‘Ik voel me niet goed,’ gromde hij. De alcohol deed hem kokhalzen.
‘Waar heb je mij dan voor nodig?’ vroeg ze verschrikt en ze voelde dat haar hakken diep in het drassige gazon wegzakten.
‘Ik wil niet alleen doodgaan,’ antwoordde hij terwijl hij haar verder meetrok.
‘Zo erg is het toch zeker niet?’ vroeg ze. Ze hoopte dat hij als door een wonder zou herstellen, zodat ze terug naar het feest konden gaan. De motregen zorgde voor een fijn laagje vocht op haar gezicht en schouders, en ze huiverde van de kou.
‘Jawel,’ wist hij nog net uit te brengen voordat hij zijn hoofd in de struiken stak en luidruchtig begon over te geven. Federica trok een vies gezicht toen hij een golf braaksel over Ingrids rozen uitstootte. Met haar hand voor haar mond deinsde ze walgend achteruit. Plotseling ging de motregen over in een stortbui en in een mum van tijd was haar jurk doorweekt. Ze kromp ineen, weifelend of ze bij hem moest blijven of beter kon gaan schuilen. Toen ze haar naam over het gazon hoorde schallen, wendde ze zich opgelucht af van de bosjes. Het was Sam.
‘Federica!’ riep hij. Federica tuurde ingespannen naar Sam die door de stortbui op haar af kwam rennen. ‘Federica. Alles goed?’ vroeg hij toen hij bijna bij haar was. Zijn witte overhemd was doorweekt en plakte als papier aan zijn borst, waardoor de kleur van zijn huid erdoorheen scheen. De regen drupte uit zijn blonde haar over zijn gezicht, maar hij glimlachte stralend, alsof hij genoot van het drama.
‘Wat?’ stamelde ze, hem verward aanstarend.
‘Hester zei dat je door een dronkelap naar buiten was gesleept,’ verklaarde hij buiten adem. Federica wees naar de bosjes. ‘Jasses!’ riep hij vol afschuw uit. ‘Kom, wegwezen hier. Die wordt vanzelf wel weer nuchter.’ Hij greep haar bij de hand en loodste haar mee in tegenovergestelde richting van de tent.
‘Waar gaan we heen?’ riep ze, terwijl ze hem zo goed en zo kwaad als het ging op haar hakken probeerde bij te benen.
‘Ver weg van dat vreselijke feest. Je vond er zelf ook niets aan, ik heb je in de gaten gehouden.’ Federica kreeg vlinders in haar buik bij het idee dat hij naar haar had gekeken, dat hij haar zag staan. Ze was blij dat de nacht haar blozende wangen en uitgelopen mascara verhulde. Nadat hij de deur van het schuurtje had geopend, gingen ze voorzichtig de donkere ruimte binnen. Ze hoorde hem rommelen met de klink en rook de geur van warm hooi en gemaaid gras. Even later knipte hij zijn aansteker open en stak een kaars aan.
‘Ik ben hier nog nooit geweest,’ zei ze, nieuwsgierig om zich heen kijkend.
‘Ik kom hier heel vaak. Vooral ’s avonds, want er woont hier een eendenfamilie. Daarom doe ik het licht niet aan. Dan gaan ze ervandoor. Met een kaars kan ik ze toch observeren.’
‘Een eendenfamilie? Meen je dat?’ vroeg ze.
‘Kom,’ fluisterde hij, haar bij de hand nemend. ‘Ik zal je ze laten zien.’
Sam leidde haar langzaam door het schuurtje, waarvan de vloer bedekt was met stro dat in het kaarslicht glinsterde. De schuur werd gebruikt voor de opslag van hooi en graan voor de dieren en houtblokken voor de open haard. De regen kletterde op het dak maar binnen was het warm en droog. Geruisloos kropen ze op een stapel strobalen, vanwaar ze neerkeken op de eenden die bij elkaar waren gekropen in een warm bed van veren. De eendenkuikentjes sliepen, zich niet bewust van de vreemde wezens die stilletjes toekeken terwijl hun moeder hen alert maar onbevreesd met haar zwarte oogjes in de gaten hield. Sam grijnsde naar Federica, die hem verrukt aankeek. Geen van beiden zei iets, en ze keken alleen maar toe om te voorkomen dat het geluid van woorden het moment zou bederven.
Toen Sam zich naar Federica toe boog en haar kuste, was ze totaal verrast. Zijn hand lag om haar nek en zijn lippen kusten haar verbouwereerde lippen, waarna hij zich terugtrok en haar aankeek om haar reactie te peilen. Ze keek hem als versteend aan.
‘Vind je het niet fijn?’ vroeg hij zachtjes. Federica wilde iets zeggen maar de woorden vormden zich niet zoals ze had gehoopt. ‘Wil je dat ik je nog een keer kus?’ Ze knikte sprakeloos, overweldigd door zijn nabijheid. Hij drukte zijn mond weer op de hare, volgde de lijn van haar lippen, beroerde haar huid zonder haar te proeven. Ze bleef stokstijf zitten, doodsbang zich te verroeren, en niet wetend wat ze moest doen. Alsof hij haar ongemak aanvoelde, trok hij zich terug en streelde met zijn vingers door haar haren die nat voor haar gezicht vielen.
‘Is dit de eerste keer?’ vroeg hij.
‘Ja,’ antwoordde ze hees.
Sam glimlachte vertederd. ‘De eerste keer is altijd een beetje eng. Dat vond ik zelf ook,’ zei hij. ‘Het is nog erger voor een jongen omdat er van je wordt verwacht dat je weet wat je doet.’
‘Hoe wist je dan wat je moest doen?’ vroeg ze om het gesprek gaande te houden, maar het enige waaraan ze kon denken was het gevoel van zijn lippen op de hare en het vooruitzicht dat hij het nog eens zou doen.
‘Instinct,’ zei hij eenvoudig terwijl hij zijn bril afzette. Haar hart begon sneller te kloppen toen hij haar met een intense blik aankeek en zijn hand langs de welving van haar hals liet glijden. ‘Sluit je ogen maar. Je hoeft niet verlegen te zijn. Luister naar je gevoel en probeer je niet af te vragen wat er allemaal gebeurt. Een kus moet fijn zijn, niet vervelend. Ontspan je en concentreer je op je lichaam. Laat je niet door je angsten van de wijs brengen. Ik oordeel niet, ik geniet alleen maar.’ Federica giechelde nerveus. ‘Toe, doe je ogen nu maar dicht,’ drong hij aan. Federica giechelde weer en sloot toen vol verwachting haar ogen. Het kriebelde in haar buik toen ze zijn lippen op haar huid voelde, boven haar oor, op haar kaak, haar slaap, haar ogen. Ze probeerde haar gedachten los te laten maar kon zich niet aan het plezierige gevoel overgeven, omdat ze bang was dat ze zich zou laten gaan en zich belachelijk zou maken. Ze rook zijn pittige aftershave, vermengd met de natuurlijke mannelijke geur van zijn lichaam. Het liefst zou ze zichzelf even in haar arm knijpen om er zeker van te zijn dat ze niet droomde. Maar net toen ze vreesde dat haar verstand het magische moment zou verstoren, vonden zijn lippen de hare weer en kwam de op hol geslagen gedachtestroom tot rust. Ze proefde de wijn op zijn tong en voelde zijn ruwe huid tegen de hare. Nu ze zich alleen nog maar bewust was van het sensuele verlangen in haar lendenen, reageerde ze instinctief. Hij sloeg zijn armen om haar heen en trok haar tegen zich aan. En daar, in het flakkerende licht van de kaars, bloeide ze open als een bloem in de lente.