30
‘FEDE IS VERLIEFD,’ ZEI HESTER TEGEN HAAR MOEDER, DIE BIJ DE kerstboom stond en een vaag handgebaar naar Sam maakte.
‘Nee, schat, iets meer naar rechts,’ zei ze. ‘Zo ja, en nou maar afwachten of Angus erin vliegt.’
Sam kwam van de ladder af en keek omhoog naar het nest dat hij stevig op de bovenste tak had vastgezet. ‘Wie is de gelukkige?’ vroeg hij terwijl hij de ladder inklapte.
‘Hij is zo knap dat je er duizelig van wordt,’ zei Hester. ‘Hij is donker en zijn ogen zijn lichtgroen, héél bijzonder. Hij stuurt haar doorlopend cadeautjes. Weet je, mam, dat hij gewoon voor een dagje met haar naar Parijs is gevlogen en tassen vol kleren voor haar heeft gekocht? Je zult haar niet meer herkennen. Ze is zo chic geworden.’
Sam wierp zich op de sofa, strekte zijn benen voor zich uit en vouwde zijn handen achter zijn hoofd.
‘En dan te bedenken dat ze ooit verliefd op jou was,’ voegde Hester er met een grijns aan toe.
‘Dat was helemaal niet zo,’ antwoordde Sam verongelijkt. ‘Alleen toen ze nog klein was.’
‘Waar is Angus. Angus!’ riep Ingrid, de kamer rond turend. ‘Net was hij er nog,’ klaagde ze terwijl ze geagiteerd met de monocle speelde die tussen haar volle borsten hing.
‘Hij is waarschijnlijk naar buiten gevlogen,’ zei Sam geërgerd.
‘In deze kou? Dat betwijfel ik,’ antwoordde ze. Ze liep de hal in terwijl de rok van haar exotische jurk achter haar Opbolde als de zeilen van een schip. ‘Molly, heb jij Angus gezien?’ vroeg ze toen ze Molly passeerde die net naar de woonkamer wilde gaan.
‘Ja, hij zit bij Nuno in de bibliotheek. Hij probeert hem te leren lezen.’ Ze slaakte een zucht en rolde met haar ogen. ‘Nee toch, het is een duif, geen papegaai!’
‘Vertel eens, Mol. Hoe is het nieuwe vriendje van Federica?’ vroeg Sam terwijl in de nevelen van zijn herinnering de onschuldige avond met haar in de schuur en de korte wandeling over de heuvels opdoemden.
‘Leuk,’ zei Molly, die naast haar broer ging zitten. ‘Mooie boom!’ riep ze uit. ‘Maar ik denk niet dat Angus daar graag in gaat zitten. Hij zit veel liever in papa’s kleedkamer.’
‘Is dat alles? Leuk?’ drong hij nieuwsgierig aan. Hij vroeg zich af waarom hij zo van streek was.
‘Nou,’ zei Molly, haar kastanjebruine haren uit haar gezicht strijkend. ‘Hij is knap en charmant… maar…’ Ze zweeg even om haar gedachten zorgvuldig in woorden om te zetten. ‘Hij is te mooi om waar te zijn,’ zei ze beslist. ‘Maar Fede ziet er geweldig uit. Ik weet zeker dat je haar niet zult herkennen.’
‘Echt waar,’ beaamde Hester.
Molly sprak liever niet over Fede en Torquil. Telkens wanneer ze hen samen zag, voelde ze een stekende jaloezie, en ze haatte zichzelf erom.
‘Is ze gelukkig?’ vroeg Sam ietwat onwillig.
‘Ze is verblind,’ zei Molly zuinigjes.
‘Ja, ze is gelukkig,’ antwoordde Hester. ‘Ik heb haar nog nooit zo gelukkig gezien. Hij geeft haar zoveel aandacht. Belt haar voortdurend op, neemt haar mee uit. Ze bloeit helemaal op.’
‘Hij lijkt op haar vader,’ verklaarde Molly.
‘Haar vader?’ riep Sam verbijsterd uit. ‘Hoe oud is die vent in hemelsnaam?’
‘Achtendertig,’ zei Molly met opgetrokken wenkbrauwen, om haar broer te laten merken hoe ze daarover dacht.
‘Wat moet ze met zo’n oude kerel?’ reageerde Sam boos. ‘Hij is twintig jaar ouder dan zij.’
‘Leeftijd doet er niet toe als twee mensen van elkaar houden,’ wierp Hester tegen.
‘Toch wel,’ kwam Sam tussenbeide. ‘Ze is beïnvloedbaar.’
‘Wat maakt het uit? Ze zal zich door iedereen met wie ze uitgaat laten beïnvloeden,’ zei Hester.
‘Het bevalt me helemaal niet,’ verzuchtte Sam. Hij nam zijn bril af en wreef met zijn duim en wijsvinger over zijn neus.
‘Dat kun je haar dan mooi zelf vertellen, want ze komt vanavond borrelen,’ opperde Molly. ‘Maar zonder Torquil,’ voegde ze er teleurgesteld aan toe.
Sam wandelde over de kliffen met Trotsky en Amadeus, de nieuwe spaniël van zijn moeder, en keek neer op de golven die tegen de kust beukten en de rotsen met wit schuim bedekten. Hij zette zich schrap tegen de ijzige wind en trok zijn schouders hoog op in zijn jas om warm te blijven. Om uit de wind te blijven liep Trotsky vlak achter hem, terwijl Amadeus snuffelend om hem heen rende. Hij was boos op Federica en begreep niet waarom hij het zich zo aantrok. De kus in de schuur was een zoet moment van onschuldig plezier geweest. Meer had het niet betekend; slechts een kus op een regenachtige avond. Hij was het niet van plan geweest, het was gewoon gebeurd. Naderhand had hij zich schuldig gevoeld, alsof hij misbruik van haar had gemaakt. Ze had zo duidelijk laten blijken dat ze hem adoreerde. Vervolgens had hij op die herfstdag in een opwelling aangeboden haar terug te rijden naar het huis van haar oom en hadden ze in dat schitterende gouden licht gewandeld. Daar boven op die heuvel, uitkijkend over de zee, had hij haar willen kussen. Het was het meest romantische moment in zijn leven geweest. Die lucht, die kleuren, die geuren en Federica die er zo onschuldig en etherisch had uitgezien. Hij kon zelf maar moeilijk erkennen dat hij naar haar verlangde. Ze was zoveel jonger dan hij. Hij kon iedereen krijgen die hij wilde, maar Fede was te jong, een verboden vrucht. Hij stak zijn handen diep in zijn zakken en slaakte een zucht. Hij voelde zich schuldig dat hij naar haar verlangde en daarom had hij haar wederom ontweken. Een laffe manier om met iemand om te gaan, maar hij kon niet anders. Hij had zichzelf ervan overtuigd dat hij niets maar dan ook niets voor haar voelde. Maar nu was ze verliefd op een ander. Hij was het niet gewend om niet het middelpunt van haar gevoelens te zijn. Hij hoopte maar dat haar relatie niet lang zou duren. Een eerste liefde was immers vaak van korte duur.
‘Die Torquil Jensen komt me bekend voor,’ zei Toby terwijl ze de inrit naar Pickthistle Manor op reden.
‘Je kunt hem niet eerder ontmoet hebben,’ antwoordde Federica vanaf de achterbank.
‘Jawel, we hebben hem wel ontmoet,’ hield Julian hoofdschuddend vol. ‘Ik kan me alleen niet meer herinneren wanneer.’
‘Is hij niet wat te oud voor je, Fede?’
‘Hij is ouder maar niet te oud,’ antwoordde Federica gelukzalig. ‘Liefde houdt geen rekening met leeftijd. En we houden nu eenmaal van elkaar.’
‘Je gaat me toch niet vertellen dat hij je al ontmaagd heeft, lieverd?’ vroeg Julian bezorgd. ‘Als hij je met een vinger durft aan te raken, vermoord ik hem.’
Federica lachte. ‘Nee, nog niet,’ antwoordde ze geamuseerd. Er ging een golf van opwinding door haar heen bij de gedachte dat ze voor het eerst de liefde zou bedrijven met Torquil.
‘Godzijdank,’ verzuchtte Julian.
‘Laat je niet dwingen tot iets waar je nog niet aan toe bent. Hij is een man met ervaring en jij bent nog maar een kind.’
‘Lieve Toby, ik ben geen kind meer,’ zei ze. ‘Ik ben al achttien.’
‘Tjonge, dat is oud,’ antwoordde Toby gekscherend.
‘Doe geen domme dingen. Je zult nog heel wat vriendjes moeten afwerken voordat je de ware Jacob tegenkomt,’ zei Julian. ‘En wij willen ze eerst allemaal keuren.’
‘Nou, je kunt met Torquil kennismaken wanneer je wilt,’ zei ze, vooroverleunend tussen de twee stoelen. ‘Ik weet zeker dat je hem leuk zult vinden. Hij is knap, geestig, beschaafd, echt een man van de wereld…’
‘Hij zal toch ook wel z’n minpunten hebben,’ zei Toby. ‘Die hebben we allemaal.’
‘Torquil niet.’ Ze slaakte een dromerige zucht. ‘Hij is volmaakt.’
Toby en Julian wisselden een blik van verstandhouding uit, maar ze hielden hun gedachten wijselijk voor zich.
Toen Federica de woonkamer op Pickthistle Manor binnenliep, waar haar moeder, Arthur en Hal al met een glas champagne de kerstavond inluidden en de witte duif bewonderden die vanaf de top van de kerstboom op hen neerkeek, voelde Sam zich alsof iemand hem zojuist in zijn maag had gestompt. Ze zag er adembenemend uit in haar zwarte leren broek en lichtblauwe kasjmieren trui, waarin haar borsten zich duidelijk aftekenden. Haar schouderlange blonde haren hadden een gezonde glans en gaven haar bleke huid en haar lichtblauwe ogen extra diepte. Nadat ze Hester en Molly had omhelsd, bleef ze nog even geanimeerd bij de deur staan praten. Sam voelde zijn keel samenknijpen en snel leegde hij zijn glas champagne om te ontspannen. Hij bestudeerde haar aandachtig. Molly en Hester hadden gelijk. Ze was veranderd. Ze zag er gelukkig uit.
Nuno was de eerste die over de metamorfose begon. ‘Cara mia verzuchtte hij goedkeurend. ‘Het lelijke eendje is uitgegroeid tot een zwaan.’
‘Pa, ze was toch nooit een lelijk eendje,’ voerde Ingrid tot Federica’s verdediging aan. Ze bracht haar sigarettenpijpje naar haar scharlakenrode lippen en trok er verwoed aan, zoals ze altijd deed wanneer ze haar vaders opmerkingen ongepast vond.
‘Vergeleken bij de zwaan die ze nu is, liefje, was ze een lelijk eendje,’ antwoordde hij beslist. Hij glimlachte naar Federica.
‘Dank je, Nuno,’ lachte ze. Toen viel haar blik op het gekwelde gezicht van Sam, die haar nog steeds vanaf de sofa zat aan te kijken. Ze beantwoordde zijn blik met een glimlach, maar hij glimlachte niet terug. Hij wendde zich tot Toby die naast hem zat, alsof hij zich schaamde voor zijn gestaar.
‘Het komt door haar leventje van werkende vrouw in Londen,’ zei Helena. ‘Maar Hal gaat naar de universiteit,’ voegde ze eraan toe, in een wanhopige poging om haar zoon met complimentjes uit zijn chagrijnige bui te halen. Hal keek zijn moeder echter stuurs aan. Hij wist maar al te goed dat hij nooit zou worden aangenomen op een universiteit en bovendien had hij er helemaal geen zin in. Hij was alleen maar naar de borrel gegaan omdat zij hem had gesmeekt. Hij mocht Lucien niet, die was veel te slim, net als zijn broer Sam, die hij ook niet mocht. Ze gaven hem het gevoel dat hij minder waard was. Hij keek naar zijn zus in de deuropening en was jaloers op de aandacht die ze van iedereen kreeg; hij was het niet gewend dat zij in het middelpunt van de belangstelling stond. Maar toen ze naast hem kwam zitten, verdween zijn jaloezie en liet hij zich door haar in een betere stemming brengen.
‘Hoe gaat het op school?’ vroeg ze. Hij schudde de zwarte lok die over zijn voorhoofd viel naar achter en keek haar met dezelfde chocoladebruine ogen als zijn vader aan.
‘Goed,’ antwoordde hij onverstoorbaar.
‘Je hebt het er niet naar je zin, hè?’ zei ze meelevend.
‘Ik wil er zo snel mogelijk van af.’
‘En naar de universiteit wil je ook niet,’ voegde ze eraan toe. Toen hij naar haar grijnsde, ontging haar de opstandige plooi om zijn mond niet.
‘Juist,’ zei hij terwijl zijn blik door de kamer heen naar Helena gleed.
‘Maak je geen zorgen. Als je niet wilt, hoef je niet. Je kunt doen wat je wilt. Kom ook naar Londen. Je zult het er geweldig vinden,’ zei ze enthousiast.
‘Zodra ik mijn school af heb, ben ik hier weg. Ik heb genoeg van Cornwall.’ Hij keek haar met een boze blik aan. ‘Ik heb er genoeg van om met mama en Arthur te leven. Ik word er claustrofobisch van. Ik heb ruimte nodig. Ik wil niet dat er steeds iemand over mijn schouder meekijkt.’
‘Het duurt niet lang meer,’ zei ze. ‘Dan ben je vrij.’
Weer gleed haar blik onwillekeurig naar Sam. Even keken ze elkaar aan, waarna hij opstond met de smoes dat hij een nieuwe fles champagne uit de keuken moest halen en uit de kamer verdween. Federica liet Hal zwelgend in zelfmedelijden achter en volgde hem naar de keuken.
‘Hallo Sam,’ zei ze, toen ze hem alleen aantrof in de keuken waar hij de honden stond te aaien. Verrast keek hij op en er verscheen een glimlachje om zijn lippen.
‘Hallo Federica,’ antwoordde hij terloops. ‘Hoe is ’t?’
‘Goed. Heb je ook iets fris?’
‘Fris?’
‘Ja, frisdrank.’
‘Natuurlijk,’ zei hij. Hij kon zich wel voor zijn hoofd slaan om zijn eigen domheid. ‘Limonade, Coca Cola, sinaasappelsap?’
‘Sinaasappelsap graag.’
Hij opende de koelkast en pakte er een kan versgeperst sap uit. Met onvaste hand schonk hij een glas vol, terwijl hij zich afvroeg waarom hij nerveus werd van iemand die hij al meer dan tien jaar kende.
‘Ik neem aan dat je het naar je zin hebt in Londen,’ zei hij, in een poging het gesprek te rekken zodat ze nog even in de keuken bleef. Federica zag dat hij kaal begon te worden. Zijn haren waren niet meer zo blond, maar donkerder en heel kort geknipt. Hij zag er ouder en minder flitsend uit dan voorheen. Toen hij haar het glas aanreikte, keek hij haar vanachter zijn brillenglazen knipperend aan.
‘Ja, ik vind het er heerlijk,’ antwoordde ze terwijl ze tegen het aanrecht leunde.
‘Ik hoorde van Molly en Hester dat je een nieuw vriendje hebt,’ zei hij. Hij wilde blij voor haar zijn, maar de glimlach op zijn gezicht was gespannen.
Federica kon haar opwinding echter nauwelijks verbergen. Als ze het over Torquil had, begonnen haar ogen te glinsteren en haar huid te gloeien. Sam voelde zijn maag ineenkrimpen van ergernis.
‘Ja, hij is geweldig,’ zei ze met een brede grijns. ‘Molly en Hester hebben hem al ontmoet.’
‘Wat doet hij?’
‘Hij zit in het onroerend goed,’ antwoordde ze. ‘Hij heeft een eigen bedrijf.’
Sam trok zijn wenkbrauwen op, alsof hij onder de indruk was. ‘Mooi. Ik verheug me erop kennis met hem te maken,’ loog hij.
‘Ik zie je de laatste tijd nooit meer,’ zei ze, vol spijt haar hoofd schuddend. ‘Het is zo gek, we wonen allemaal in dezelfde stad en je komt zelfs niet even langs om je zussen te zien.’
‘Ik weet ’t.’ Hij zuchtte, en wou dat hij vaker langs was geweest. ‘Ieder heeft zo zijn eigen leven.’
‘Wat vliegt de tijd, hè?’ zei ze peinzend. ‘Ik zal de dag nooit vergeten dat je me uit het meer hebt gered.’
‘Of die keer dat ik je in de schuur heb gekust,’ voegde hij eraan toe, en hij keek haar strak aan, zich afvragend waarom hij dit in vredesnaam ter sprake bracht.
Federica bloosde verward. ‘Daar heb ik mooie herinneringen aan,’ antwoordde ze stijfjes. ‘Het lijkt een eeuwigheid geleden.’
‘Het was je eerste kus,’ zei hij terwijl hij haar aandachtig aanstaarde.
‘Maar niet mijn laatste,’ kaatste ze dapper terug. Hij sloeg zijn ogen neer en terwijl hij aan die vreselijke Torquil dacht, staarde hij naar de bodem van zijn glas. ‘Het was lief van je om me in de wereld van de romantiek in te wijden, Sam. Ik zou je eigenlijk moeten bedanken,’ zei ze koel. Ze dacht terug aan de pijn die hij haar met zijn onverschilligheid had aangedaan en ze wilde hem ervoor straffen. ‘Ik ga maar weer eens naar de kamer. Ze zullen zich wel afvragen wat we aan het doen zijn. Het is tenslotte nog niet zo lang geleden dat ik verliefd op je was.’ Ze lachte spottend. ‘Maar we worden uiteindelijk allemaal volwassen, nietwaar?’ zei ze, waarna ze Sam alleen achterliet om haar woorden nog eens te overdenken.
Maar Federica ging niet terug naar de woonkamer. Ze ging naar het toilet, sloot de deur achter zich en ging op de wc-deksel zitten. Ze wachtte tot haar hartslag weer normaal was en de kleur uit haar verhitte gezicht was weggetrokken. Ze was niet meer bang voor Sam, maar hij had haar pijn gedaan en dat kon ze hem niet vergeven. Hij had ter eigen vermaak met haar gevoelens gespeeld en haar vervolgens laten vallen toen hij zijn pleziertje had gehad. Ze was niet meer verliefd op hem. Ze voelde niet meer dan het zoete nagloeien van haar eerste onschuldige liefde. Maar in zijn ogen had ze een flikkering van spijt en teleurstelling gezien. Ze voelde dat haar relatie met ‘Torquil hem woedend maakte en dat deed haar goed. Hij was te laat. Ze behoorde iemand anders toe. Hij had zijn kans niet gegrepen en ze hoopte dat hij er de rest van zijn leven spijt van zou hebben.
Federica was haar korte ontmoeting met Sam snel vergeten. Na de kerst keerde ze terug naar Londen en naar Torquil, die haar totaal in beslag nam. Toen hij haar uitnodigde om een lang weekend te gaan skiën in Zwitserland, wist ze dat hij de liefde met haar zou gaan bedrijven, en onmiddellijk maakte ze een afspraak met haar huisarts.
Ze dacht vaak aan seks. Wanneer Torquil haar kuste, wilde ze niets liever dan dat zijn handen haar lichaam zouden verkennen, zoals ze als kind haar eigen lichaam had verkend en ontdekt. Ze verlangde zo hevig naar hem dat het pijn deed, maar ze wilde eerst zeker weten dat hij bij haar zou blijven. Haar grootste angst was dat ze zich aan hem zou geven en dat hij vervolgens uit haar leven zou verdwijnen om haar gebroken en vernederd achter te laten. Eerst moest ze hem kunnen vertrouwen. En stukje bij beetje won Torquil haar vertrouwen. Hij was er altijd voor haar. Hij belde wanneer hij dat had beloofd, hij kwam altijd op de afgesproken tijd, hij was betrouwbaar, geloofwaardig, maar bovenal plaatste hij haar in het middelpunt van zijn wereld. Toen ze zijn uitnodiging om in zijn vaders chalet in Zwitserland te logeren aannam, wist ze dat ze zichzelf aan hem zou geven.
Het chalet lag beschut tegen een bergflank, omgeven door dennenbomen en met een spectaculair uitzicht over het dal. Ze stonden op het besneeuwde balkon naar de sterren te kijken, die als geslepen glas aan de heldere zwarte hemel glinsterden. De fonkelende maan wierp een bijna fosforescerend licht op de bergen, waardoor ze details konden onderscheiden alsof het dag was. Torquil nam haar bij de hand en leidde haar naar de slaapkamer. In de haard brandde een uitbundig vuur dat de koude berglucht verdreef die door het geopende raam naar binnen kwam. Hij legde zijn handen om haar gezicht en kuste haar teder op de mond. ‘Ik wil dat je dit moment nooit zult vergeten,’ fluisterde hij.
‘Ik zal het nooit vergeten.’
‘Ik wil dat het net zoveel voor jou betekent als voor mij,’ zei hij. Overmand door emoties gaf ze zich over aan haar zintuigen en genoot ze van zijn liefkozingen en de vochtige sensatie van zijn mond op de hare. Bevend liet ze toe dat hij haar blouse uit haar broek trok en zijn handen de zachte onschuld van haar huid verkenden. Het besef dat hij de blaadjes van een ongeplukte bloem afpelde ontroerde hem. Voor het eerst zou ze de lichamelijke liefde ervaren. Met zijn vingers streelde hij haar kleine borsten en hij voelde haar tepels zwellen. Toen hij haar blouse uittrok, zag hij het licht van de flakkerende vlammen over haar huid spelen. Vervolgens deed hij haar pantalon uit, zodat ze, verlegen naar hem lachend, in haar slipje voor hem stond.
‘Wat ben je mooi,’ fluisterde hij vol bewondering. Loom liet hij zijn blik over elke lijn, elke welving van haar lichaam glijden. Even voelde ze zich opgelaten en was ze zich bewust van haar kwetsbaarheid. Maar Torquil, die haar verlegenheid aanvoelde, nam haar handen in de zijne, drukte er een kus op en liet haar vervolgens zijn broek en overhemd losknopen, tot hij naakt en trots voor haar stond. Hij trok haar tegen zich aan en begroef zijn gezicht in de ronding van haar hals. Zijn vingers gleden omhoog langs de binnenkant van haar dij tot aan de rand van haar slipje. Hoewel ze stond te wankelen op haar benen, leidde hij haar niet naar het bed maar liet zijn hand in haar slipje glijden. Met ingehouden adem onderging ze de streling van zijn vaardige vingers. Toen ze zichzelf overgaf aan zijn ritmische aanraking en meedeinde op de betoverende golven van een onontdekte zee, tilde hij haar op en droeg haar naar het bed waar ze zich schaamteloos en half verdoofd liet bedekken door zijn sensuele liefkozingen, totdat hij ten slotte helemaal bezit van haar nam.
Torquil leunde achterover in bed en stak een sigaret op. ‘Ik heb je nog nooit zien roken,’ zei ze terwijl ze zich tegen hem aan nestelde.
‘Alleen na de seks,’ zei hij. Hij inhaleerde diep. ‘En dan nog alleen na de allerbeste seks.’
‘Het was heerlijk, Torquil,’ zei ze, blozend bij de herinnering aan haar schaamteloosheid.
Met zijn arm trok hij haar tegen zich aan en kuste haar klamme voorhoofd. ‘Jíj was heerlijk,’ zei hij met nadruk.
‘Maar jij ook,’ antwoordde ze lachend.
‘Dit is nog maar het begin. Ons leven wordt één groot avontuur,’ zei hij terwijl hij haar met zijn lichtgroene ogen strak aankeek. ‘Ik weet dat ik hard van stapel loop, maar ik weet precies wat ik wil.’ Federica knipperde verward met haar ogen. ‘Ik wil met je trouwen, Fede.’
Verschrikt schoot Federica overeind. ‘Maar we kennen elkaar pas een paar maanden,’ wierp ze tegen, zich afvragend door welk wonder hij zoveel van haar was gaan houden.
‘Je houdt toch van me?’ vroeg hij met een frons.
‘Ja, ik hou van je,’ antwoordde ze. ‘Maar een huwelijk is voor de rest van je leven.’
‘En ik zal levenslang van je houden,’ hield hij vol. Hij trok haar weer naast zich. ‘Trouw met me, Fede, en je maakt me de gelukkigste man van de wereld. Ik weet dat ik ouder ben dan jij, maar zo is het nu eenmaal. Ik weet beter wat ik wil en ik weet wat het beste voor jou is,’ zei hij, en weer kuste hij haar. ‘Je hebt iemand nodig die voor je zorgt en die je beschermt, en diegene wil ik voor je zijn. Je hoeft je nooit meer ergens zorgen over te maken. Liefde overwint alles.’
‘Ja, dat is waar,’ zei ze, glimlachend om de intense emoties die ze voelde. ‘Ik hou zoveel van je. Ik ben alleen een beetje bang.’ Ze zuchtte. ‘Ik heb het huwelijk van mijn ouders stuk zien lopen. Ik wil niet dat mij hetzelfde gebeurt.’
‘Ik beloof je dat dat niet zal gebeuren. Je hoeft nooit meer bang te zijn,’ suste hij. ‘Als je met me trouwt, zul je altijd gelukkig zijn. Dat beloof ik je.’
‘Als je zeker weet dat je me wilt, dan zeg ik ja. Ik wil met je trouwen,’ zei ze, en ze lachte. ‘Mrs. Torquil Jensen. Dat klinkt mooi.’
‘Maar nog mooier zal de ring zijn die ik voor je ga kopen,’ zei hij, waarna hij haar zo dicht tegen zich aan drukte dat ze bijna geen lucht meer kreeg.
Torquil drukte zijn lippen op haar voorhoofd alvorens nog eens aan zijn sigaret te trekken. Wat een geluk dat hij Federica had gevonden. Het lot was hem gunstig gezind. Ze was in alle opzichten volmaakt. Na al die wereldse stadsmeisjes had haar onschuld hem betoverd. Haar naïviteit gaf hem kracht en hij was verblind door haar schoonheid en gratie. Federica gaf hem het gevoel dat ze hem nodig had, dat hij bemind werd. Juist omdat hij wist dat ze voor het eerst met iemand naar bed was gegaan, was hij ontroerd en vereerd dat ze hem had gekozen – een gevoel dat nieuw voor hem was. Hij was haar held. Ze keek tegen hem op, ze vond het goed dat hij beslissingen voor haar nam en altijd de leiding had. Na jaren het zorgvuldig door zijn vader uitgestippelde pad te hebben bewandeld nam hij eindelijk het heft in eigen handen. Zijn vader zou er niet blij mee zijn. Hij had altijd gedomineerd in het leven van zijn zoon. Voor Torquil was het moeilijk om aan het overheersende karakter van zijn vader te ontkomen. Maar de afgelopen jaren was Torquil volwassen geworden en was hij uit de schaduw van zijn vader gekropen. Elke stap naar zelfstandigheid, hoe klein ook, zag hij als een overwinning. Nu nam hij een andere, veel grotere stap. Federica was zijn keuze. Hij was immers de baas over zijn eigen hart. En dat gaf hem een goed gevoel.
Toen Federica weer in Londen was, belde ze haar moeder om haar het grote nieuws te vertellen. ‘Mama, ik ga trouwen,’ zei ze.
Helena ging zitten. ‘Ga je trouwen!’ riep ze vol afgrijzen uit. ‘Met Torquil?’
‘Ja, met wie anders?’ antwoordde Federica en ze lachte vrolijk.
‘Maar ik heb hem nog niet eens ontmoet,’ wierp ze tegen.
‘Dat duurt niet lang meer. Ik wil hem komend weekend mee naar huis nemen.’
‘Liefje, is dit niet allemaal wat overhaast? Je kent hem pas een paar maanden.’
‘Ik wil het,’ zei ze ferm.
Even zweeg Helena. Ze herinnerde zich haar eigen overhaaste huwelijk met Ramon en huiverde. ‘Je bent pas achttien. Je bent nog een kind.’
‘Nee, ik ben een vrouw,’ antwoordde Federica met klem en ze glimlachte inwendig.
‘Heb je het al aan Toby verteld?’
‘Nog niet,’ verklaarde ze. ‘Ik wilde het eerst aan jou vertellen.’
‘Nou, bel Toby maar,’ opperde ze. ‘Ik vind het allemaal wel erg plotseling. Ik ken die hele man nog niet eens, dus kan ik er nog niets over zeggen. Waarom verloven jullie je niet eerst, zodat je tijd hebt om elkaar te leren kennen?’
‘Torquil wil zo snel mogelijk trouwen.’
‘Echt waar?’
‘Ja. Hij is zo impulsief. We houden van elkaar, mama,’ hield ze vol.
‘Je vader en ik hielden ook van elkaar.’
‘Papa en jij staan hier los van. Het gaat om mij en Torquil, we zijn twee totaal andere mensen. We weten allebei wat we willen.’
Helena slaakte een diepe zucht. Alsof Federica oud genoeg was om te weten wat ze wilde…
Toen Toby het nieuws hoorde, sprong hij uit zijn vel van woede. ‘Julian en ik gaan meteen naar Londen om met haar te praten,’ zei hij op afgemeten toon tegen Helena. ‘We nemen morgenochtend de eerste trein. Net als Julian weet ik zeker dat ik die Torquil wel eens heb ontmoet en hoewel we niet meer weten waar, hebben we er heel onprettige herinneringen aan.’
‘Probeer haar alsjeblieft tot rede te brengen, Toby. Ze is compleet buiten zinnen.’
‘Ze zal niet met hem trouwen, maak je geen zorgen,’ antwoordde hij.
‘Ze is vastbesloten.’
‘Dat weet ik. Maar naar mij luistert ze wel.’
‘Godzijdank, want naar mij luistert ze niet meer,’ antwoordde ze op defensieve toon. Met het laatste restje verbittering herinnerde ze zich dat ze wel altijd naar haar vader had geluisterd. ‘Waar ontmoet je haar? Is ze morgen niet op haar werk?’
‘Nee, Torquil heeft haar gedwongen haar baan op te zeggen. Ze hangt een beetje rond in zijn huis in The Little Boltons.’
‘Wat chic,’ zei Helena zuinigjes.
‘Erg chic, ja,’ beaamde Toby. ‘We gaan er rechtstreeks naartoe.’
Het nieuws ging als een lopend vuurtje rond. Polly was zo verbijsterd dat ze per ongeluk een van Jakes modelbootjes op de grond gooide, waar het in honderden stukjes uit elkaar viel. Toen hij ’s avonds thuiskwam van zijn werk en zijn geliefde creatie in gruzelementen zag liggen, vertrok zijn mond zich van woede totdat hij de pijn in de ogen van zijn vrouw zag.
‘Federica gaat met die man trouwen,’ zei ze machteloos.
Jake schudde zijn hoofd. ‘Er zijn wel meer modelbootjes op de wereld, maar er is maar één Federica. Ik hoop maar dat ze weet waar ze aan begint,’ zei hij kalm.
‘Ze zoekt een vervanger voor haar vader,’ zei Polly. ‘Volgens Ingrid, die alles te horen krijgt van haar dochters, is die man al bijna veertig en lijkt hij sprekend op Ramon.’
‘Een knappe duivel dus,’ zei hij.
‘Met de nadruk op duivel, vrees ik,’ reageerde Polly ernstig.
Helena zat haar nagels te vijlen toen ze het nieuws op de radio hoorde. Ze had haar aandacht er niet bij en zat een beetje te dagdromen. Maar de woorden drongen zich steeds dieper in haar gedachten totdat zich plots een ijskoude paniek van haar meester maakte die haar als een vlijmscherp mes doorkliefde.
De trein waarmee Toby en Julian op weg waren naar Londen was verongelukt.