6
Hoe ben ik eigenlijk de avond doorgekomen? Nu ik in bed naar de schimmige contouren van de kamer lig te staren, kan ik me de afgelopen uren niet eens meer voor de geest halen. Alsof er nauwelijks tijd is verstreken tussen het kale eten met alleen Fleur en mijn beslissing om dan maar in mijn eentje naar bed gaan. De avond is voorbijgegleden, gevuld met een stilte die vooral dreigend was.
Ik heb geen idee waarom hij toch niet op is komen dagen. Had ik eerder op zijn sms moeten reageren? Was ik te laat thuis? Toen ik later op de avond een paar voorzichtige sms’jes stuurde, kreeg ik geen reactie. Ook een ingesproken bericht op zijn voicemail bleef onbeantwoord.
Het vreemde makelaarsbord zit me helemaal niet lekker. Natuurlijk heb ik geprobeerd om de makelaar te pakken te krijgen. Zinloos natuurlijk. Antwoordapparaat. Er moet een fout gemaakt zijn. Hoe bizar is het dat ons huis zomaar opeens te koop staat? Roderick zal het vast wel regelen. Zoals hij altijd alles voor ons regelt.
Al vanaf het moment dat ik hem heb leren kennen, merkte ik zijn betrokkenheid. Ik voelde me gestreeld doordat zo’n aantrekkelijke man aandacht voor mij had. Die intense blik, de weerbarstige krullen erboven, de intelligentie die uit elke zin sprak. Het was zo fijn om iemand te hebben met wie ik kon praten. Ik had me al zo lang alleen gevoeld. Ik hoorde nergens bij. Bovendien bleek hij goed te kunnen luisteren, een competentie die in zijn werk als advocaat van pas komt. Natuurlijk merkte ik later wel dat híj de beslissingen nam, dat híj bepaalde wat er gekocht werd en waar we op vakantie heen gingen, en dat zíjn wil wet was. Het maakte me niet uit. Hij zorgde voor mij, dat was belangrijk. Ik was niet meer alleen en voelde me niet meer verloren, zoals in die eerste tijd na het ongeluk.
Dertien minuten over twee. De rode cijfers van de wekkerradio lichten op in de nacht. Ze geven feilloos aan hoe lang ik wakker lig. Als ik mijn hoofd draai zie ik de leegte naast me. Daar hoort Roderick te liggen, zijn hoofd diep tussen zijn schouders. Rug gekromd, als een onschuldig kind. Waar is hij? Ik wil het weten, maar tegelijkertijd ook niet.
De irritatie groeit, hoewel ik weet dat alles verdampt op het moment dat hij voor me staat. De minuten glijden traag weg naar het verleden. Ik wil slapen. Moet slapen. Morgen moet ik een belangrijke presentatie geven. Als ik die carrièrevrouw wil zijn, moet ik dat ook uitstralen. Niemand zit te wachten op een vrouw met rode ogen van vermoeidheid. En vooral niet laten zien dat ik wakker lig van persoonlijke problemen. Medewerkers in het bedrijfsleven hebben geen privéleven.
Ik moet ontspannen, houd ik mezelf voor de zoveelste keer voor. Ik staar naar het plafond dat in de grauwe duisternis boven me hangt. De nacht geeft nauwelijks details prijs. Toch weet ik dat in de hoek bruine kringen zitten, veroorzaakt door een lekkage van vorig jaar zomer. De belofte van Roderick om een schilder te regelen is blijven hangen, samen met mijn schuldgevoel omdat ik geen nieuwe gordijnen heb laten maken. Zelfs in het donker is duidelijk te zien dat de haken op verschillende plekken los zijn geraakt. Alsof zelfs de nacht me wil wijzen op mijn tekortkomingen. Júllie zijn druk, zei Ilse. Ze heeft gelijk. Mijn ambitie zorgt voor gratis stress.
Vierentwintig minuten over twee. De nacht tikt door. Ik denk terug aan de tips die ik ooit van Ilse kreeg tegen slapeloosheid. Ademhaling is het toverwoord. Concentratie op iets wat onbewust hoort te gaan, maar wat je dan bewust overneemt. Vreemd fenomeen, je zou toch denken dat het goed is om je gedachten te laten uitwaaieren, in plaats van focussen. Ik zucht diep. Ik mis de ademhaling van Roderick, een zacht knorrend geluid.
Twaalf minuten voor drie. Ik leg mijn beide handen op mijn buik. Adem in en adem uit. Ben ik zelf tevreden? Vroeger kwam die vraag niet eens in me op. Dat was niet belangrijk. We hebben het goed samen. We hebben een prachtig huis, twee auto’s voor de deur en er is ruim voldoende geld om alles te kopen wat maar in me opkomt. Roderick verdient de laatste jaren echt goud geld. We hebben een huishoudster, een tuinman, en voor Fleur een plek bij de beste naschoolse opvang van de stad. Ik zou tevreden moeten zijn. Toch blijven die verbijsterende momenten aanwezig. Die onvoorspelbare aanvallen begonnen nadat ik weer was gaan werken. Had ik moeten wachten tot Fleur oud genoeg was? Roderick houdt niet van kinderen. Ik zag hoe hij worstelde met zijn gevoel, net alsof hij geen idee had hoe hij vaderliefde kon tonen.
Ik denk terug aan die nacht dat hij over zijn jeugd vertelde. Het was de eerste en naar later bleek ook de laatste keer. We waren pas drie maanden samen, en lagen na een ontspannen vrijpartij stil tegen elkaar aan in het donker. De woorden die hij gebruikte om de mishandelingen te beschrijven, waren eentonig en vlak. Zijn vader had hem stelselmatig geslagen, waarbij zijn vuisten afgewisseld werden met een dikke stok, die al in de hal op Roderick stond te wachten als hij uit school kwam. Ik durfde op dat moment nauwelijks adem te halen, bang om de sfeer van verbondenheid en vertrouwen te doorbreken. Nadat hij zijn verhaal had gedaan, eindigde hij met de boodschap dat hij geen traan had gelaten toen zijn vader al op jonge leeftijd aan een hartaanval overleed.
Elke keer als ik later een toespeling maakte door zijn gedrag te vergelijken met dat van zijn vader, werd ik ruw onderbroken. ‘Jij kunt daar niet over oordelen’, was het enige wat hij dan zei. En dan hield ik mijn mond maar weer.
Opnieuw probeer ik me op mijn ademhaling te richten. Ik adem langzaam uit en onder mijn duimen voel ik mijn ribben verschijnen. Langzaam zakken mijn schouders in het matras. Zo is het goed. Nu inademen door mijn neus. Ik moet slapen.