Recht? Wie vraagt er om recht? Wij maken ons eigen recht. We maken het hier op Arrakis - win of sterf. Zolang we nog wapens hebben en de vrijheid om die te gebruiken leuteren we niet over recht.
Leto I: Bene Gesserit Archief
Het non-schip scheerde over het Rakische zand. In het voorbijgaan wierp het stoffige wervelwinden op die er omheen tolden toen het in een knersende verstoring van de duinen tot stilstand kwam. De zilvergele zon zakte weg achter een horizon die vervormd werd door de stofhoosjes van een lange, hete dag. Het nonschip stond daar krakend op het zand, een glanzende bal van staal waarvan de aanwezigheid door oog en oor kon worden opgemerkt, maar niet door een voorzienig of verkijkend instrument. Tegs tweede gezicht overtuigde hem ervan dat zijn aankomst niet door ongewenste ogen was waargenomen.
'Over tien minuten moeten de gevechts thopters en -wapens buiten staan,' zei hij.
Achter hem kwamen mensen in actie.
'Weet u zeker dat ze hier zijn, Bashar?' De stem was die van een drinkgezel uit de bar op Gammu, een getrouwe officier uit Renditai die niet langer in de stemming verkeerde van iemand die de opwinding uit zijn jonge jaren wil terugvinden. Deze man had oude vrienden zien sneuvelen in de strijd op Gammu. En net als de meeste andere overlevenden die hierheen waren meegekomen, had hij een gezin achtergelaten waarvan het lot onbekend was. Zijn stem had een verbitterde bijklank, alsof hij zichzelf ervan probeerde te overtuigen dat hij onder valse voorwendselen tot dit avontuur was verleid.
'Ze zullen weldra hier zijn,' zei Teg. 'Ze zullen op de rug van een worm rijden.'
'Hoe weet u dat?'
'Dat is allemaal geregeld.'
Teg sloot zijn ogen. Hij had zijn ogen niet nodig om de drukke 504 bezigheden rondom hem te zien. Dit was sprekend een van de vele commandoposten die hij had bezet: een ovaal vertrek vol instrumenten en mensen die die instrumenten bedienden, officieren die op bevelen wachtten.
'Waar zijn we hier ergens?' vroeg iemand.
'Die rotsen daar noordelijk van ons,' zei Teg. 'Zie je ze? Die waren vroeger een hoge rotswand. Die heette Windval. Er was daar een Vrijmanse vest waarvan nu weinig meer over is dan een enkele grot. Er leven nu een paar Rakische pioniers.'
'Vrijmans,' fluisterde iemand. 'Grote goden! Ik wil die worm zien naderen. Ik had nooit gedacht dat ik ooit zoiets te zien zou krijgen.'
'Nog een van uw onverwachte regelingen, zeker,' vroeg de officier met groeiende verbittering.
Wat zou hij zeggen als ik mijn nieuwe vermogens onthulde'? vroeg Teg zich af. Hij zou misschien denken dat ik een doel verborgen hield dat het daglicht niet zou kunnen velen. En hij zou gelijk hebben. Die man staat aan de rand van een openbaring. Zou hij me trouw blijven als ik hem de ogen opende? Teg schudde zijn hoofd. De officier zou weinig keus hebben. Geen van hen had erg veel keus, behalve dan tussen vechten of sterven.
Het was waar, bedacht Teg toen, dat het proces van conflict-regeling altijd inhield dat er grote massa's mensen misleid werden. Wat was het makkelijk om in de houding van de Achtenswaarde Matres te vervallen.
Drek!
Dat misleiden was niet zo moeilijk als sommigen wel veronderstelden. De meeste mensen lieten zich graag leiden. Die officier van daarnet ook. Dat had te maken met diep gewortelde groeps-instincten (krachtige, onbewuste drijfveren). En als je eenmaal begon te beseffen hoe makkelijk je je liet leiden, was de natuurlijke reactie altijd het zoeken van zondebokken. Die officier van daarnet was nu op zoek naar een zondebok.
'Burzmali wil u spreken,' zei iemand links van Teg.
'Nu niet,' zei Teg.
Burzmali kon wel even wachten. Hij zou al gauw genoeg zelf het commando moeten voeren. Ondertussen leidde hij Teg alleen maar af. Later zou hij nog gevaarlijk dicht bij de rol van zondebok kunnen komen.
Wat was het eenvoudig om zondebokken te scheppen en wat werden ze gretig aanvaard! Dat ging vooral op als het enige alternatief was jezelf stom of schuldig te voelen, of beide. Teg wilde iedereen om hem heen wel toeroepen: 'Kijk dan toch hoe jullie bedrogen zijn! Daaraan kunnen jullie onze ware bedoelingen herkennen!'
De verbindingsofficier links van Teg zei: 'Die Eerwaarde Moeder is nu ook bij Burzmali. Ze staat erop dat ze allebei binnengelaten worden om u te spreken.'
'Zeg tegen Burzmali dat ik wil dat hij bij Duncan blijft,' zei Teg. 'En laat hem even naar Murbella kijken om te controleren of haar boeien nog goed vast zitten. Lucilla mag binnenkomen.'
Dat moest wel, dacht Teg.
Lucilla begon steeds meer achterdocht te koesteren over de veranderingen in hem. Reken maar dat een Eerwaarde Moeder het verschil zag.
Lucilla beende naar binnen en het ruisen van haar rokken benadrukte haar heftige gemoedstoestand. Ze was kwaad, maar ze wist het goed te verbergen.
'Miles, ik eis een verklaring!'
Dat was een goede opmerking om mee te beginnen, dacht hij. 'Waarvan?' zei hij.
'Waarom landen we niet gewoon op de-'
'Omdat de Achtenswaarde Matres en hun Tleilaxu handlangers uit de Verstrooiing het grootste deel van de belangrijke Rakische centra in handen hebben.'
'Hoe... hoe weet je dat?'
'Ze hebben Taraza gedood, weet je,' zei hij.
Dat bracht haar tot zwijgen, maar niet lang. 'Miles, ik sta erop dat je me vertelt-'
'We hebben niet veel tijd,' zei hij. 'De volgende satelliet die overkomt zal ons hier op het oppervlak signaleren.'
'Maar de verdedigingswerken van Rakis-'
'Zijn even kwetsbaar als alle andere verdedigingswerken die te statisch zijn geworden,' zei hij. 'De gezinnen van de verdedigers zijn hier beneden. Neem de gezinnen gevangen en je hebt de verdedigers in je macht.'
'Maar waarom zijn we hier in de-'
'Om Odrade op te pikken en dat meisje dat ze bij zich heeft. O, en hun worm, uiteraard.'
'Wat moeten we in 's hemelsnaam met een-'
'Odrade zal wel weten wat er met de worm moet gebeuren. Zij is nu jullie Moeder Superior, weet je.'
'Je bent dus van plan om er met ons vandoor te gaan naar-'
'Jullie gaan er zelf vandoor! Mijn mensen en ik blijven achter om voor een afleidingsmanoeuvre te zorgen.'
Dat veroorzaakte een geschokte stilte in de hele commandopost.
Afleidingsmanoeuvre, dacht Teg. Wat een ontoereikend woord.
Het verzet dat hij wilde bieden zou de Achtenswaarde Matres tot hysterie drijven, vooral als hun de overtuiging werd aangepraat dat de ghola hier was. Niet alleen zouden ze een tegenaanval doen, ze zouden uiteindelijk hun toevlucht nemen tot totale uitroeiing. Rakis zou grotendeels in een verschroeide puinhoop veranderen. Dat mensen, wormen of zandforel dat zouden overleven was niet erg waarschijnlijk.
'De Achtenswaarde Matres hebben vergeefs geprobeerd een worm op te sporen en te vangen,' zei hij. 'Ik begrijp werkelijk niet hoe ze zo blind konden zijn in hun idee over hoe je een worm moet overplanten.'
'Overplanten?' Lucilla begreep er niets meer van. Teg had een Eerwaarde Moeder zelden zo verbijsterd gezien. Ze probeerde de dingen die hij gezegd had aan elkaar te passen. Hij had gemerkt dat de Zusterorde een aantal mentat vermogens bezat. Een mentat kon op onvoldoende gegevens een voorwaardelijke overtuiging baseren. Hij was van mening dat hij al lang buiten haar bereik zou zijn (of het bereik van enige andere Eerwaarde Moeder) voor ze die gegevens had verzameld. Dan zou het gevecht om zijn nakomelingen losbarsten! Ze zouden Dimela inpikken voor hun teeltleidsters natuurlijk. En Odrade. Zij zou er niet aan ontkomen.
En ze kenden ook het geheim van de Tleilaxu axolotl-tanks. Het zou nu gewoon een kwestie van tijd zijn voor de Bene Gesserit haar zedelijke bezwaren overwon en zich die speciebron eigen maakte. Een menselijk lichaam was de fabriek!
'Dan verkeren we hier dus in gevaar,' zei Lucilla.
'Enigszins, ja. De moeilijkheid met de Achtenswaarde Matres is dat ze te rijk zijn. Ze maken de vergissingen van de rijken.'
'Ontaarde hoeren!' zei ze.
'Ik raad je aan om bij de laadklep te gaan staan,' zei hij. 'Odrade zal zo wel komen.'
Ze vertrok zonder nog een woord te zeggen.
'Het geschut is allemaal uitgeladen en opgesteld,' meldde de verbindingsofficier.
'Waarschuw Burzmali dat hij zich gereed moet houden om hier het bevel over te nemen,' zei Teg. 'Wij gaan weldra van boord.'
'Verwacht u dat wij allemaal met u meegaan?' Dat was de man die een zondebok zocht.
'Ik ga van boord,' zei Teg. 'Zo nodig ga ik alleen. Alleen degenen die dat willen hoeven mij te vergezellen.'
Na zo'n opmerking zouden ze allemaal komen, bedacht hij. Sociale druk werd door weinigen echt begrepen, behalve door mensen die een Bene Gesserit opleiding achter de rug hadden.
Het werd stil in de commandopost. Alleen het zachte zoemen en klikken van instrumenten was te horen. Teg raakte verdiept in gedachten over de 'ontaarde hoeren'.
Het was niet juist om hen ontaard te noemen, bedacht hij. Soms raakten heel rijke mensen inderdaad ontaard. Dat kwam door hun overtuiging dat voor geld (macht) alles en iedereen te koop was. En waarom zouden ze dat ook niet geloven? Ze zagen het elke dag gebeuren. Het was heel makkelijk om in vaststaande feiten te geloven.
Hoop doet leven en meer van die kletskoek.
Het leek wel een soort geloof. Met geld kon je het onmogelijke kopen.
En dan sloeg de ontaarding toe.
Bij de Achtenswaarde Matres lag dat anders. Zij waren op een of andere manier de ontaarding voorbij. Ze waren er doorheen; dat zag hij wel. Maar nu was er iets anders met hen aan de hand dat zo ver van ontaarding af stond dat Teg zich afvroeg of hij het eigenlijk wel wilde weten.
Maar hij wist het nu eenmaal, en door zijn nieuwe inzicht kon hij er niet omheen. Niet een van deze mensen zou ook maar een moment aarzelen om een hele planeet aan foltering bloot te stellen als dat persoonlijk gewin betekende. Of als het een verondersteld pleziertje zou opleveren. Of als ze door de foltering een paar extra dagen of uren aan hun leven konden toevoegen.
Wat vonden ze prettig? Wat bevredigde hen? Ze waren net se-muta verslaafden. Wat het ook was dat ze als surrogaat-plezier gebruikten, ze hadden er iedere keer meer van nodig.
En dat weten ze!
Wat zouden ze inwendig zieden! Om in zo'n val gevangen te zitten! Ze hadden het allemaal al gezien en niets ervan was genoeg - niet goed genoeg en niet kwalijk genoeg. De kunst van het matigen was hun volledig ontschoten. Maar ze waren gevaarlijk. En misschien zat hij er in een opzicht naast: misschien konden ze zich niet meer herinneren hoe het geweest was voor die verschrikkelijke verandering door dat vreemde zurig ruikende stimulerende middel dat hun ogen oranje kleurde. Herinneringen van herinneringen konden vervormd raken. Elke mentat was voor deze fout op zijn hoede.
'Daar is de worm!'
Het was de verbindingsofficier.
Teg draaide zich met stoel en al om en keek naar het scherm waarop een miniatuur-hologram van het landschap in het zuidwesten te zien was. De worm met de twee kleine stipjes van zijn menselijke passagiers was een kronkelend sliertje in de verte.
'Breng alleen Odrade hier als ze arriveren,' zei hij. 'Sheeana -dat is het jonge meisje - moet helpen om die worm in het ruim te lokken. Hij zal haar gehoorzamen. Zorg dat Burzmali dichtbij klaar staat. We zullen niet veel tijd hebben voor de overdracht van het opperbevel.'
Toen Odrade de commandopost binnenstapte, liep ze nog te hijgen en ze bracht de geuren van de woestijn mee; een mengsel van melange, zwavel en mensenzweet. Teg zat schijnbaar te rusten in zijn stoel. Zijn ogen bleven dicht.
Odrade dacht dat ze de Bashar in een heel onkarakteristieke rusthouding had betrapt; hij zag er bijna zwaarmoedig uit. Toen deed hij zijn ogen open en zag ze de verandering waarover Lucilla alleen maar heel vlug een waarschuwende opmerking had kunnen maken - plus nog een paar haastige woorden over de wijzigingen aan de ghola. Wat was er met Teg gebeurd? Hij zette zich zelfs min of meer voor haar te kijk, om haar te tarten het in hem te ontdekken. De stevige kin stak een beetje omhoog in zijn gewone houding van wakkere oplettendheid. Het smalle gezicht met zijn netwerk van ouderdomsrimpels had niets van zijn waakzaamheid verloren. De lange, smalle neus die zo kenmerkend was voor zijn Corrino- en Atreides voorouders was met het klimmen der jaren een beetje langer geworden. Maar het grijze haar was nog altijd dik en dat kleine puntje bovenaan zijn voorhoofd richtte de blik van een scherp waarnemer...
Op zijn ogen!
'Hoe wist je dat je ons hier zou treffen?' wilde Odrade weten. 'We hadden er geen idee van waar de worm ons heen bracht.'
'Er zijn maar heel weinig bewoonde plaatsen hier in de woestijngordel,' zei hij. 'Een gokkers beslissing. Dit leek waarschijnlijk.'
Gokkers beslissing? Ze kende die mentat uitdrukking maar ze had hem nooit begrepen.
Teg hees zich uit zijn stoel overeind. 'Neem dit schip en ga naar de plaats die jij het beste kent,' zei hij.
Het Kapittel? Ze zei het bijna hardop, maar dacht bijtijds aan de anderen om haar heen, deze onbekende soldaten die Teg had meegenomen. Wie waren zij? Lucilla's korte uitleg voldeed niet.
'We zullen Taraza's plan enigszins moeten wijzigen,' zei Teg. 'De ghola blijft hier niet. Hij moet met jullie mee.'
Dat begreep ze. Ze zouden Duncan Idaho's nieuwe vaardigheden nodig hebben in de strijd tegen de hoeren. Hij was niet langer louter lokaas voor de verwoesting van Rakis.
'Hij zal de geborgenheid van het non-schip natuurlijk niet kunnen verlaten,' zei Teg.
Ze knikte. Duncan was niet onzichtbaar voor voorzienige speurders... zoals bijvoorbeeld Gilde navigatoren.
'Bashar!' Dat was de verbindingsofficier. 'We zijn gepeild door een satelliet!'
'ok, zandhazen!' schreeuwde Teg. 'Allemaal naar buiten! Stuur Burzmali hierheen!'
Achterin de commandopost vloog een luik open. Burzmali sprong naar binnen. 'Bashar, wat gaan we-'
'Geen tijd! Neem het hier over!' Teg stapte bij de bevelhebbers stoel vandaan en beduidde Burzmali dat hij daar moest gaan zitten. 'Odrade zal je vertellen waar jullie heengaan.' In een opwelling die bewust ook een beetje uit wraak was ingegeven, greep Teg Odrade bij haar linkerarm, boog zich over haar heen en gaf haar een zoen op haar wang. 'Doe wat je moet doen, dochter,' fluisterde hij. 'Die worm in het ruim is misschien binnenkort de enige in het heelal.'
Toen begreep Odrade het: Teg kende Taraza's hele plan en hij was van plan de opdracht van zijn Moeder Superior tot zijn laatste snik uit te voeren.
'Doe wat je moet doen.' Dat zei alles.