Dit heelal kan niet gezien worden, kan niet gehoord worden, kan op geen enkele manier via vaste gewaarwordingen worden opgespoord. Het is de uiterste leegte waar geen voorbeschikte schermen bestaan waarop vormen geprojecteerd kunnen worden. Je hebt hier maar een bewustzijn - het scherm van de magier: Verbeelding! Hier leer je wat het is om een mens te zijn. Je bent een schepper van orde, van prachtige vormen en formaties, en je brengt systeem in wanorde.
Het Atreides manifest, Bene Gesserit Archief
'Wat jij doet is te gevaarlijk,' zei Teg. 'Ik heb opdracht om je te beschermen en je sterk te maken. Ik kan dit niet laten voortduren.'
Teg en Duncan stonden in de lange, met hout betimmerde gang, net buiten de oefenzaal van de non-bol. Volgens hun zelfgekozen dagindeling was het laat in de middag en Lucilla was zojuist kwaad weggelopen na een heftige scheldpartij.
De laatste tijd had elke ontmoeting tussen Duncan en Lucilla het karakter van een veldslag. Daarnet had ze in de deuropening van de oefenzaal gestaan, haar stevige gestalte door haar zachte rondingen net niet lomp, en haar verleidelijke bewegingen waren beide mannen duidelijk opgevallen.
'Hou daar mee op, Lucilla!' had Duncan bevolen.
Alleen haar stem verraadde haar woede: 'Hoe lang denk je dat ik nog zal wachten met het uitvoeren van mijn opdracht?'
'Totdat jij of iemand anders me vertelt dat ik-'
'Taraza verlangt dingen van je die wij hier geen van allen weten!' zei Lucilla.
Teg probeerde de groeiende irritaties te sussen: 'Alsjeblieft. Is het niet genoeg dat Duncan zijn prestaties blijft verbeteren? Over een paar dagen ga ik regelmatig buiten de wacht houden. We kunnen-'
'En hou jij nu eens op je ermee te bemoeien!' snauwde Lucilla. Ze draaide zich om en liep stampend weg.
Toen hij de onverzettelijke trek op Duncans gezicht zag begon er in Teg iets als een razende te werken. Hij voelde zich gedwongen door de noodzaken van hun afzondering. Zijn verstand, dat fantastisch gescherpte mentat gereedschap, was hier afgeschermd van het geestelijke kabaal waaraan het zich in de buitenwereld moest aanpassen. Als hij nu alleen zijn brein nog tot zwijgen kon brengen, alles tot stilstand kon brengen, zou alles hem duidelijk worden, dacht hij.
'Waarom houdt u uw adem in, Bashar?'
Duncans stem pinde Teg vast. Het kostte hem al zijn wilskracht om weer gewoon adem te halen. Hij voelde de emoties van zijn twee metgezellen in de non-bol als een eb- en vloedbeweging die tijdelijk van andere krachten was gescheiden.
Andere krachten.
Het mentat bewustzijn kon erg achterlijk zijn vergeleken bij andere krachten die door het heelal stormden. Mogelijk bestonden er in het heelal mensen wier levens doordrongen waren van krachten die hij zich niet kon voorstellen. Voor zulke krachten zou hij kaf zijn dat met het schuim op wilde stromingen meedreef.
Wie kon zich in zo'n tumult storten en er heelhuids uit opduiken?
'Wat kan Lucilla in hemelsnaam doen als ik me tegen haar blijf verzetten?' vroeg Duncan.
'Heeft ze de Stem tegen je gebruikt,' vroeg Teg. Zijn eigen stem leek van heel ver te komen.
'Een keer.'
'Je kon haar weerstaan?' Ergens in de verte verbaasde dat Teg. 'Ik heb nog van Paul Muad'Dib zelf geleerd hoe dat moet.' 'Ze is in staat om je te verlammen en-'
'Volgens mij verbiedt haar opdracht het gebruik van geweld.'
'Wat is geweld, Duncan?'
'Ik ga douchen, Bashar. Gaat u mee?'
'Over een paar minuten.' Teg zuchtte diep, en voelde dat hij de uitputting nabij was. Deze middag op de oefenvloer en de nasleep ervan hadden het uiterste van hem gevergd. Hij keek Duncan na. Waar was Lucilla? Wat was ze van plan? Hoe lang kon ze nog wachten? Dat was de vraag waar het om draaide en die maakte hun eigenaardige, nadrukkelijk van de Tijd gescheiden toestand in de non-bol nog belangrijker.
Weer voelde hij die eb- en vloedbeweging die hun drie levens beinvloedde. Ik moet met Lucilla praten! Waar zou ze zitten? De bibliotheek? Nee! Ik moet eerst iets anders doen.
Lucilla zat in het vertrek dat ze als haar kamer had gekozen. Het was een kleine ruimte met in een nis in de wand een pompeus bed. Rondom haar duidden allerlei grove en subtiele tekenen erop dat dit de kamer geweest was van een geliefde Harkonnen courtisane. De bekleding was pastelblauw met accenten van donkerder blauw. Ondanks het barokke beeldhouwwerk op bed, nis en plafond en alle gebruiksvoorwerpen, kon ze de kamer zelf volledig uit haar bewustzijn bannen als ze zich eenmaal ontspannen had. Ze ging op haar rug op het bed liggen en deed haar ogen dicht om de platte seksuele voorstellingen op het plafond van de nis niet te hoeven zien.
Het zou moeten gebeuren op een manier die Taraza niet voor het hoofd zou stoten en ook de ghola niet zou verzwakken. Teg was op een heleboel manieren een bijzonder probleem, vooral door de manier waarop zijn geestelijke processen diepere bronnen, verwant aan die van de Bene Gesserit konden aanboren.
Dat had hij natuurlijk van de Eerwaarde Moeder die hem gebaard had!
Zo'n kind nam altijd wel iets over van zo'n moeder. Het begon al in de baarmoeder en het hield waarschijnlijk zelfs niet op toen ze eindelijk gescheiden werden. Hij had nooit de alles verslindende verandering ondergaan die Gruwelen deed ontstaan... nee, dat niet. Maar hij had geraffineerde en wezenlijke vermogens. De kinderen van Eerwaarde Moeders leerden dingen die voor anderen onmogelijk waren.
Teg wist precies hoe Lucilla over liefde in al haar verschijningsvormen dacht. Ze had het op zijn gezicht gelezen die keer in zijn kamer in de Burcht.
'Berekenende heks!'
Hij had het net zo goed hardop kunnen zeggen.
Ze herinnerde zich hoe ze hem getrakteerd had op haar welwillende lach en haar bazige uitdrukking. Dat was een vergissing geweest, vernederend voor hen allebei. In zulke gedachten bespeurde ze een sluimerende sympathie voor Teg. Ergens in haar binnenste had ze, ondanks haar zorgvuldige Bene Gesserit opleiding, kennelijk toch een paar zwakke plekken in haar wapenrusting. Haar onderwijzeressen hadden haar daar herhaaldelijk voor gewaarschuwd.
'Om in iemand echte liefde te doen ontstaan, moet je het zelf ook voelen, maar slechts tijdelijk. En een keer is genoeg.'
Tegs reactie op de Duncan Idaho was erg onthullend. Teg voelde tegelijk genegenheid en afkeer voor hun jeugdige pupil.
Net als ik.
Misschien was het toch een vergissing geweest om Teg niet te verleiden.
Tijdens haar seksopleiding, waarin ze had geleerd om kracht te putten uit geslachtsgemeenschap in plaats van zich erin te verliezen, hadden haar onderwijzers altijd de nadruk gelegd op onderzoek en historische parallellen, waarvan een Eerwaarde Moeder er heel wat in haar Andere Herinneringen had.
Lucilla concentreerde haar gedachten op de man Teg. En daarbij voelde ze de vrouw in haar reageren; haar lijf verlangde de nabijheid van Teg in staat van hevige seksuele opwinding - gereed voor het geheime ogenblik.
Het was toch wel vermakelijk, bedacht Lucilla. Niet orgasme. Geen wetenschappelijke etiketten! Bene Gesserit vaktaal van het zuiverste water: het geheime ogenblik, de specialiteit bij uitstek van de Prenter. Dit begrip was vereist om op te kunnen gaan in het oeroude verband van de Bene Gesserit. Er was haar een diep geloof in de tweeledigheid van deze dingen bijgebracht: de wetenschappelijke kennis die de teeltleidsters hun als leidraad gaven, maar tegelijk het geheime ogenblik dat alle kennis te boven ging. De historische en de wetenschappelijke tak van de Bene Gesserit beweerden dat de voortplantingsdrift onvindbaar in de psyche verborgen moest blijven. Je kon die niet verwijderen zonder de hele menselijke soort te vernietigen.
Het vangnet.
Lucilla zette nu al haar seksuele zeilen bij zoals alleen een Bene Gesserit Prenter dat kon. Ze begon haar gedachten op Duncan te richten. Inmiddels zou hij onder de douche staan en nadenken over de oefenperiode met zijn Eerwaarde Moeder onderwijzeres van vanavond.
Ik zal dadelijk mijn leerling opzoeken, dacht ze. Hij zal de belangrijke les moeten leren anders is hij niet volledig toegerust voor Rakis.
Dat waren Taraza's instructies.
Lucilla dacht nu alleen nog maar aan Duncan. Ze kon hem bijna naakt onder de douche zien staan.
Hij begreep zo weinig van wat er allemaal te leren kon zijn!
Duncan zat alleen in het kleedhok naast de douches dat aan de oefenzaal grensde. Hij was vervuld van een diepe treurigheid. Dit bracht herinneringen mee aan pijn van oude wonden die dit jonge lijf nooit had ervaren.
Sommige dingen veranderden ook nooit! De Zusterorde had nog steeds dezelfde oeroude streken.
Hij keek om zich heen in dit Harkonnen vertrek met zijn donkere betimmering. Gebeeldhouwde arabesken sierden wanden en plafond en in het vloermozaiek waren vreemde patronen verwerkt. Een wirwar van lijnen tekende de omtrekken van monsters en van bevallige mensenlijven tegelijk. Slechts een kleine aandachtsverschuiving scheidde het een van het ander.
Duncan keek omlaag naar zijn lijf dat de Tleilaxu met hun axolotl-tanks voor hem hadden gemaakt. Bij tijd en wijle voelde het nog steeds vreemd aan. Hij was een man met vele volwassen ervaringen geweest in het laatste moment dat hij zich van zijn voor-ghola leven herinnerde - hij had een hele horde Sardaukar proberen tegen te houden om zijn jonge Hertog een kans te geven om te ontkomen.
Zijn Hertog! Paul was toen niet ouder geweest dan dit lijf! Maar al op en top geconditioneerd op de manier waarop de Atreides altijd geconditioneerd werden: trouw en eer boven alles.
De manier waarop ze ook mij conditioneerden na me van de Harkonnens gered te hebben.
Iets in zijn binnenste kon die oude schuld niet ontlopen. Hij kende de herkomst. Hij kon een nauwkeurige omschrijving geven van het hele proces waarmee het zich in zijn binnenste had genesteld.
Waar het nu nog zat.
Duncan keek naar de mozaiekvloer. In de tegeltjes van de spat-drempel van het kleedhok waren woorden verwerkt. Ze waren in een schrift dat een deel van zijn persoonlijkheid herkende als iets ouds uit de tijd van de Harkonnens, maar waarin een ander deel van zijn persoonlijkheid een maar al te vertrouwd Galach zag.
'schoon fris schoon helder schoon zuiver schoon'
Het oude schrift herhaalde zich over de hele omtrek van het vertrek, alsof de woorden zelf iets in leven zouden kunnen roepen dat naar Duncans weten de Harkonnens uit zijn herinnering volkomen vreemd was.
Boven de deur naar de douches stond nog meer te lezen:
'belijd uw zonden en ge zult zuiverheid vinden'
Een godsdienstige vermaning in een Harkonnen vesting? Waren de Harkonnens veranderd in de eeuwen na zijn dood? Duncan kon dat maar moeilijk geloven. De woorden waren dingen die de bouwers waarschijnlijk toepasselijk hadden gevonden.
Hij voelde eigenlijk meer dat Lucilla binnenkwam dan dat hij het hoorde. Duncan stond op en sloot de klemmetjes van de tuniek die hij zich uit de nul-entropievaten had toegeeigend (maar pas nadat hij alle Harkonnen emblemen verwijderd had!).
Zonder zich om te draaien zei hij: 'Wat nu weer, Lucilla?'
Ze streek over de stof van de linkermouw van zijn tuniek. 'De Harkonnens hadden een dure smaak.'
Duncan zei kalm: 'Lucilla, als je me nog een keer aanraakt zonder mijn toestemming, zal ik proberen je te doden. Ik zal het zo serieus proberen dat je hoogstwaarschijnlijk gedwongen zult zijn om mij te doden.'
Ze deinsde achteruit.
Hij staarde haar recht in haar ogen. 'Ik ben niet een of andere stomme fokhengst voor de heksen!'
'Denk je dat we dat van je verlangen?'
'Niemand heeft gezegd wat jullie van me verlangen, maar jouw daden spreken voor zich!'
Hij was tot het uiterste gespannen. Het nog niet ontwaakte iets in zijn binnenste roerde zich en liet zijn hart als razend tekeer gaan.
Lucilla bestudeerde hem nauwgezet. Die vervloekte Miles Teg! Ze had niet verwacht dat zijn verzet deze vorm zou aannemen. Aan Duncans oprechtheid viel niet te twijfelen. Woorden op zichzelf zouden niet langer genoeg zijn. Hij was niet vatbaar voor de Stem.
Waarheid.++++
Dat was het enige wapen dat zij nog over had. 'Duncan, ik weet niet precies wat Taraza van jou verwacht op Rakis. Ik kan ernaar gissen, maar mijn gissing kan ernaast zitten.' 'Gis dan maar eens.'
'Er is een jong meisje op Rakis, een tiener nog maar. Ze heet Sheeana. De wormen van Rakis gehoorzamen haar. De Zusterorde moet deze gave op een of andere manier toevoegen aan haar voorraad vaardigheden.'
'Wat zou ik in 's hemelsnaam kunnen...'
'Als ik het wist zou ik het je nu zeker vertellen.'
Hij hoorde haar door wanhoop ingegeven oprechtheid.
'Wat heeft jouw gave hiermee te maken?' wilde hij weten.
'Dat weten alleen Taraza en haar Raadslieden.'
'Ze willen een greep op me krijgen, een greep waaraan ik me niet kan ontworstelen!'
Lucilla had voor zichzelf die conclusie ook al getrokken, maar ze had niet verwacht dat hij het zo snel zou inzien. Achter Duncans jeugdige gezicht ging een brein schuil dat werkte op manieren die zij nog niet had kunnen doorgronden. Lucilla's gedachten werkten op volle toeren.
'Als je de wormen beheerst zou je de oude godsdienst kunnen doen herleven.' Dat was Tegs stem uit de deuropening achter Lucilla's rug.
Ik heb hem niet horen aankomen!
Ze draaide zich vlug om. Teg stond daar met een van de antieke Harkonnen laswapens nonchalant over zijn linkerarm, met de loop op haar gericht.
'Dit is om ervoor te zorgen dat je naar me luistert,' zei hij.
'Hoe lang sta je daar al te luisteren?'
Haar boze blik veranderde niets aan zijn gezichtsuitdrukking.
'Vanaf het moment dat je toegaf dat je niet weet wat Taraza van Duncan verwacht,' zei Teg. 'Ik weet het ook niet. Maar ik kan wel een paar mentat berekeningen maken - geen van alle nog zeker maar allemaal geven ze te denken. Zeg maar als ik het mis heb.'
'Over wat?'
Hij keek naar Duncan. 'Een van de dingen die je werden opgedragen is om hem voor de meeste vrouwen onweerstaanbaar te maken.'
Lucilla probeerde haar ontsteltenis te verbergen. Taraza had haar gemaand om dit zo lang mogelijk voor Teg geheim te houden. Ze zag in dat verbergen niet langer doenlijk was. Teg had haar reactie doorzien met die vervloekte vaardigheden die hem door zijn vervloekte moeder waren bijgebracht!
'Er wordt een grote hoeveelheid energie verzameld en op Rakis gericht,' zei Teg. Hij keek Duncan strak aan. 'Wat de Tleilaxu ook in hem begraven hebben, zijn genen dragen het stempel van de ouderwetse mensensoort. Hebben de teeltleidsters daar behoefte aan?'
'Een vervloekte Bene Gesserit dekhengst!' zei Duncan. 'Wat ben je met dat wapen van plan?' vroeg Lucilla. Ze knikte naar het antieke laswapen in Tegs handen.
'Dit? Ik heb er geeneens een patroon in gedaan.' Hij liet het laswapen zakken en zette het naast zich in een hoek.
'Miles Teg, daar zal je voor gestraft worden!' zei Lucilla knarsetandend.
'Dat zal dan moeten wachten,' zei hij. 'Het is buiten bijna nacht. Ik ben buiten geweest onder het levensscherm. Burzmali is hier geweest. Hij heeft zijn teken achtergelaten om me te laten weten dat hij de boodschap heeft gelezen die ik met die dierensporen in de bomen had gekrast.'
Duncans ogen begonnen waakzaam te glanzen.
'Wat ben je van plan?' vroeg Lucilla.
'Ik heb nieuwe tekens achtergelaten om een ontmoeting te regelen. Nu gaan we met z'n allen naar de bibliotheek. We gaan de kaarten bestuderen. We leren ze uit het hoofd. Als we er vandoor gaan moeten we toch minstens weten waar we zitten.'
Bij wijze van gunst gaf ze hem een kort knikje.
Duncan lette maar half op haar beweging. Hij was al met zijn gedachten bij de antieke apparatuur in de bibliotheek. Hij was het geweest die Lucilla en Teg had laten zien hoe ze die precies moesten gebruiken, waarbij hij een antieke kaart van Giedi Prime had opgeroepen uit de tijd dat de non-bol werd gebouwd.
Met Duncans voor-ghola geheugen als richtlijn en zijn eigen modernere kennis van de planeet, had Teg geprobeerd de kaart op te dateren.
'Houtvesterspost' werd 'Bene Gesserit Burcht'.
'Een deel ervan was een Harkonnen jachthut,' had Duncan gezegd. 'Ze jaagden op menselijk wild dat speciaal voor dat doel werd gefokt en geconditioneerd.'
Hele steden verdwenen onder Tegs opdatering. Sommige steden bleven maar kregen nieuwe namen. 'Ysai', de meest nabije stad had op de oorspronkelijke kaart 'Baronie' geheten.
Duncans ogen kregen een harde uitdrukking bij die herinnering. 'Daar hebben ze me gemarteld.'
Toen Teg alles wat hij zich van de planeet herinnerde had afgewerkt, was er weliswaar een heleboel met onbekend aangemerkt, maar er stond ook vele malen het gekrulde Bene Gesserit symbool dat de plaatsen aangaf waarvan Taraza's mensen tegen Teg hadden gezegd dat ze er tijdelijk een veilig onderkomen zouden kunnen vinden.
Dat waren de plaatsen die ze van Teg in hun geheugen moesten prenten.
Toen hij zich omdraaide om hen voor te gaan naar de bibliotheek, zei Teg: 'Als we de kaart uit het hoofd kennen, wis ik hem uit het bibliotheekgeheugen. Je weet nooit wie dit oord nog eens vindt en die kaart onder ogen krijgt.'
Lucilla beende hem voorbij. 'De gevolgen zijn voor jouw rekening, Miles!' zei ze.
Teg riep tegen haar verdwijnende rug: 'Een mentat vertelt je dat ik deed wat van me verlangd werd.'
Zonder zich om te draaien zei ze: 'Wat logisch!'