Het geheim van de Tleilaxu moet in hun zaad zitten. Onze proeven bewijzen dat hun zaad niet op een gewone genetische manier eigenschappen doorgeeft. Er treden gaten op. Elke Tleilaxu die wij bestudeerd hebben heeft zijn innerlijk voor ons verborgen gehouden. Ze zijn van nature ongevoelig voor een Ixiaanse Sonde! Geheimhouding op de diepste niveaus, dat is hun uiterste pantsering en hun uiterste wapen.

Bene Gesserit conclusie, Archief nummer: BTXX441WOR

Op een ochtend van Sheeana's vierde jaar onder de hoede van de priesters, maakten de verslagen van hun spionnen een sprankje bijzondere belangstelling wakker in de Bene Gesserit waarnemers op Rakis.

'Ze was op het dak, zeg je?' vroeg de Moeder Bevelhebber van de Rakische Burcht.

Tamalane, de bevelhebber, had eerder op Gammu gediend en zij wist meer dan de meesten over wat de Zusters hier probeerden te bekokstoven. Het verslag van de spion had Tamalane gestoord bij haar ontbijt van gekonfijt cifruit met een snufje melange. De boodschapster stond ontspannen naast de tafel terwijl Tamalane verder at en tegelijk het verslag nog eens doorlas.

'Op het dak, jawel, Eerwaarde Moeder,' zei de boodschapster.

Tamalane keek omhoog naar de boodschapster, Kipuna, een op Rakis geboren novice die werd opgeleid voor gevoelig liggende plaatselijke karweitjes. Tamalane slikte een mondvol gekonfijt fruit door en zei: ' "Breng hen terug!" Dat zei ze letterlijk?'

Kipuna knikte kort. Ze begreep de vraag. Had Sheeana een onvoorwaardelijk bevel geuit?

Tamalane nam het verslag verder door, op zoek naar de betekenisvolle kleinigheden. Ze was blij dat ze Kipuna zelf gestuurd hadden. Tamalane had ontzag voor de kundigheid van deze Rakische vrouw. Kipuna had het zachte, ronde gezicht en het pluizige kroeshaar dat onder de priesterklasse van Rakis zo veel voorkwam, maar onder dat haar zat geen pluizig verstand.

'Sheeana was mishaagd,' zei Kipuna. 'De 'thopter vloog dicht langs het dak en ze zag de twee geboeide gevangenen duidelijk zitten. Ze wist dat ze naar de woestijn gebracht werden om daar te sterven.'

Tamalane legde het verslag neer en lachte breed. 'En dus gaf ze bevel om de gevangenen bij haar terug te brengen. Ik vind haar woordkeus heel boeiend.'

'Breng hen terug?' vroeg Kipuna. 'Dat lijkt toch een heel eenvoudig bevel. In welke zin vindt u het boeiend?'

Tamalane bewonderde de openlijke belangstelling van de leerling. Kipuna zou geen kans voorbij laten gaan om iets te leren over de manier waarop het verstand van een echte Eerwaarde Moeder werkte.

'Het was niet dat deel van haar optreden dat mijn belangstelling had,' zei Tamalane. Ze boog zich over het verslag en las hardop voor: 'Jullie zijn dienaren van Shaitan, geen dienaren van dienaren.' Tamalane keek Kipuna weer aan. 'Je hebt dit allemaal zelf gezien en gehoord?'

'Ja Eerwaarde Moeder. Men vond het belangrijk dat ik persoonlijk verslag aan u uitbracht voor het geval u nog andere vragen zou hebben.'

'Ze noemt hem nog steeds Shaitan,' zei Tamalane. 'Wat zal hen dat steken! De Dwingeland heeft het natuurlijk zelf ook gezegd: "Ze zullen me Shaitan noemen".'

'Ik heb de verslagen gezien uit de grote vondst bij Dar-es-Ba-lat,' zei Kipuna.

'Er werd niet getalmd met het terugbrengen van de twee gevangenen?' vroeg Tamalane.

'Zo snel er een bericht naar de thopter kon worden overgeseind, Eerwaarde Moeder. Ze waren binnen een paar minuten terug.'

'Ze houden haar dus voortdurend in het oog en in het oor. Prima. Liet Sheeana nog uit iets merken dat ze de twee gevangenen kende? Wisselden ze een boodschap uit?'

'Ik ben ervan overtuigd dat ze vreemden voor haar waren, Eerwaarde Moeder. Twee gewone mensen uit de lagere stand, tamelijk smerig en armoedig gekleed. Ze stonken naar het ongewassen volk uit de krotten aan de rand van de stad.'

'Sheeana gaf opdracht om hun boeien te verwijderen en vervolgens sprak ze dit ongewassen tweetal toe. Nu graag haar woorden! Wat zei ze?'

'Jullie zijn mijn volk.'

'Verrukkelijk, verrukkelijk,' zei Tamalane. 'En daarna gaf Sheeana bevel om dit tweetal mee te nemen en hen te baden en van nieuwe kleren te voorzien alvorens hen vrij te laten. Vertel me nu in je eigen woorden wat er vervolgens gebeurde.'

'Ze ontbood Tuek, die met drie van zijn raadslieden-dienaren bij haar kwam. Het was... bijna een regelrechte ruzie.'

'Geheugentrance, graag,' zei Tamalane. 'Herhaal het gesprek voor me.'

Kipuna sloot haar ogen, haalde een keer diep adem en raakte in geheugentrance. En toen: 'Sheeana zegt: "Het staat me niet aan dat jullie mijn mensen aan Shaitan voeren." Raadsman Stiros zegt: "Ze worden aan Shai-hulud geofferd!" Sheeana zegt: "Aan Shaitan!" Sheeana stampt woedend op de grond. Tuek zegt: "Genoeg, Stiros. Ik wil niets meer over deze onenigheid horen." Sheeana zegt: "Wanneer zullen jullie het eindelijk eens leren?" Stiros wil iets zeggen maar Tuek legt hem met een blik het zwijgen op en zegt: "We hebben het geleerd, Heilig Kind." Sheeana zegt: ''Ik wil -"'

'Genoeg,' zei Tamalane.

De leerling deed haar ogen open en bleef zwijgend staan. Even later zei Tamalane: 'Je kunt naar je post terugkeren, Kipuna. Je hebt uitstekend werk verricht.' 'Dank u, Eerwaarde Moeder.'

'Er zal wel opschudding onder de priesters heersen,' zei Tamalane. 'Sheeana's wens is hun bevel omdat Tuek in haar gelooft. Ze zullen de wormen niet langer als strafwerktuigen gebruiken.'

'De twee gevangenen,' zei Kipuna.

'Ja, heel scherp gezien. De twee gevangenen zullen vertellen wat hun overkomen is. Het verhaal zal verdraaid worden. De mensen zullen gaan zeggen dat Sheeana hen tegen de priesters beschermt.'

'Doet ze dat dan niet, Eerwaarde Moeder?'

'Ahhh, maar bedenk eens welke mogelijkheden er nu voor de priesters overblijven. Ze zullen hun alternatieve straffen gaan opvoeren - geselingen en bepaalde ontberingen. Terwijl door Sheeana de angst voor Shaitan zal afnemen, zal de angst voor de priesters toenemen.'

Binnen twee maanden bevatte Tamalanes verslag aan het Kapittel een bevestiging van haar eigen woorden.

'Vermindering van rantsoenen, vooral vermindering van waterrantsoenen is de voornaamste vorm van straffen geworden,' rapporteerde Tamalane. 'Wilde geruchten hebben zich al tot in de verste uithoeken van Rakis verspreid en zullen weldra ook op vele andere planeten gehoor vinden.'

Tamalane overwoog de gevolgen van haar verslag zorgvuldig. Het zou door vele ogen gezien worden, waaronder ook een aantal die het niet met Taraza eens waren. Elke Eerwaarde Moeder zou zich een beeld kunnen vormen van wat er op Rakis aan de hand moest zijn. Velen op Rakis hadden Sheeana op de rug van een wilde worm uit de woestijn zien komen. De reactie van de priesters om het geheim te houden was van het begin af aan al mis geweest. Onbevredigde nieuwsgierigheid schiep vaak zijn eigen antwoorden. Gissingen waren vaak gevaarlijker dan feiten.

In voorgaande verslagen was melding gemaakt van de kinderen die Sheeana bij zich liet brengen om mee te spelen. De vreselijk verminkte verhalen van zulke kinderen werden in steeds verdraaider vorm herhaald en die verdraaiingen waren plichtsgetrouw aan het Kapittel doorgegeven. De twee gevangenen die in hun nieuwe spullen op straat terugkeerden, maakten de groeiende mythologie alleen nog maar ingewikkelder. De Zusters die ware kunstenaars waren op het gebied van mythologie, bezaten op Rakis een kant en klare hoeveelheid energie die listig versterkt en gericht kon worden.

'We hebben in de bevolking de overtuiging geplant dat hun wensen in vervulling zijn gegaan,' berichtte Tamalane. Ze dacht aan de bij de Bene Gesserit vandaan gekomen uitdrukkingen toen ze haar laatste verslag nog eens doorlas.

'Sheeana is de lang verwachte.'

De bewering was eenvoudig genoeg om zonder onaanvaardbare verdraaiing verspreid te raken.

'Het Kind van Shai-hulud komt de priesters kastijden!'

Die laatste was wat ingewikkelder geweest. Als gevolg van het vuur van het volk waren een paar priesters in donkere stegen aan hun eind gekomen. Dit had het korps van priesterlijke ordehandhavers extra waakzaam gemaakt, met als voorspelbaar gevolg dat de bevolking weer allerlei onrecht werd aangedaan.

Tamalane dacht aan de afvaardiging van priesters die zijn opwachting bij Sheeana had gemaakt als gevolg van de opschudding onder Tueks raadslieden. Onder leiding van Stiros had een zevental van hen Sheeana's middagmaal met een straatkind verstoord. Tamalane die had geweten dat dit zou gaan gebeuren, was erop voorbereid en ze had een stiekeme opname van het voorval ontvangen waarin elk woord verstaanbaar en elke uitdrukking zichtbaar was, zodat de gedachten voor het geoefende oog van een Eerwaarde Moeder glashelder waren.

'Wij brachten een offer aan Shai-hulud!' protesteerde Stiros.

'Tuek heeft je opgedragen daarover niet met mij te kiften,' zei Sheeana.

Wat gniffelden de priesteressen toen Stiros en de andere priesters zo in verlegenheid gebracht werden! 'Maar Shai-hulud -' begon Stiros.

'Shaitan!' verbeterde Sheeana hem en haar uitdrukking was makkelijk te lezen: Wisten die stomme priesters dan niks? 'Maar wij hebben altijd gedacht -'

'Jullie hadden het mis!' Sheeana stampte met haar voet.

Stiros veinsde dat hij opheldering zocht. 'Moeten wij dan geloven dat Shai-hulud, de Gespleten God, ook Shaitan is?'

'Dat weet elk straatkind bijna zodra ze kan lopen!' schetterde Sheeana.

Stiros zei sluw: 'Hoe weet jij wat er in het hoofd van straatkinderen omgaat?'

'Jij bent slecht, je twijfelt aan me!' beschuldigde Sheeana. Het was een antwoord dat ze vaak had leren gebruiken omdat ze wist dat het Tuek ter ore zou komen en moeilijkheden zou veroorzaken.

Stiros wist dat maar al te goed. Hij stond met neergeslagen ogen te wachten terwijl Sheeana hem met overdreven geduld, alsof ze een kind een oude fabel vertelde, uitlegde dat de worm van de woestijn door god of door de duivel of door beiden tegelijk bewoond kon worden. Mensen hadden dat gewoon maar te aanvaarden. Het was niet aan mensen gegeven om zulke dingen te beslissen.

Stiros had mensen de woestijn in gestuurd voor zulke ketterse taal. Op zijn gezicht (zo zorgvuldig vastgelegd voor onderzoek door de Bene Gesserit) stond te lezen dat zulke wilde ideeen altijd de kop opstaken in de drek onderaan de Rakische ladder. Maar nu! Hij moest Tueks hardnekkige overtuiging dat Sheeana's woorden het evangelie waren betwisten!

Toen ze de opname bekeek, bedacht Tamalane dat dit vuurtje lekker smeulde. Dit meldde ze aan het Kapittel. Stiros werd door twijfels gekweld; overal heerste twijfel behalve onder de bevolking in hun toewijding aan Sheeana. Spionnen in Tueks nabijheid zeiden dat hij zelfs begon te twijfelen aan de wijsheid van zijn beslissing om de spreker-geschiedkundige over te plaatsen.

'Had Dromind gelijk dat hij aan haar twijfelde?' vroeg Tuek aan de mensen die hem omringden.

'Onmogelijk!' zeiden de pluimstrijkers.

Wat konden ze anders zeggen? De Hogepriester kon zich in zulke beslissingen niet vergissen. God zou het niet toestaan. Maar Sheeana bracht hem duidelijk in verwarring. Ze zette de beslissingen van vele voorgaande Hogepriesters volkomen op losse schroeven. Aan alle kanten werd er om nieuwe uitleg gevraagd.

Stiros bleef Tuek maar bestoken: 'Wat weten we eigenlijk van haar?'

Tamalane had een volledig verslag van het jongste treffen over dit onderwerp. Stiros en Tuek die met zijn tweeen tot diep in de nacht zaten te debatteren, alleen zij beiden (dachten ze) in Tueks kamer, behaaglijk weggedoken in zeldzame blauwe stoelhonden met een schaaltje met melange gekruide gekonfijte vruchten binnen handbereik. Op Tamalanes holografische opname van de bijeenkomst was een enkele gele gloeibol te zien die op zijn suspensiegenerators vlak boven het tweetal zweefde, het licht gedempt om vermoeide ogen te sparen.

'Misschien was die eerste keer, toen we haar met een stamper in de woestijn achterlieten wel geen goede beproeving,' zei Stiros.

Het was een sluwe opmerking. Tuek stond erom bekend dat hij niet bepaald een erg ingewikkelde geest bezat. 'Geen goede beproeving? Wat bedoel je eigenlijk?'

'God verlangt misschien dat wij andere beproevingen uitvoeren.'

'Je hebt haar zelf gezien! Vele malen in de woestijn als ze met God praatte!'

'Ja!' Stiros sprong bijna boven op hem. Dit was duidelijk het antwoord dat hij wenste. 'Als zij ongedeerd in Gods nabijheid kan staan, kan ze misschien ook anderen leren hoe ze dit moeten bereiken.'

'Je weet dat ze heel boos wordt als we dat ter sprake brengen.'

'Misschien hebben we het probleem niet helemaal op de goede manier aangepakt.'

'Stiros! Als het kind nu eens gelijk heeft? Wij dienen ^Gespleten God. Ik heb hier lang en serieus over nagedacht. Waarom zou God zich delen? Is dit niet Gods uiterste test?'

De uitdrukking op Stiros' gezicht zei dat dit nu precies het soort hersengymnastiek was waar zijn groepering bang voor was. Hij probeerde de Hogepriester af te leiden, maar Tuek liet zich niet van zijn blindelingse duik in de metafysica afbrengen.

'De uiterste test,' hield Tuek vol. 'Om het goede in het kwaad te zien en het kwaad in het goede.'

Stiros' gezichtsuitdrukking kon alleen maar omschreven worden als verbijsterd. Tuek was Gods Allerhoogste Gezalfde. Geen enkele priester mocht daaraan twijfelen! De toestand die nu zou kunnen ontstaan als Tuek in het openbaar zo'n idee zou verkondigen, zou de grondvesten van het priesterlijk gezag doen wankelen! Stiros vroeg zich duidelijk af of het geen tijd werd om zijn Hogepriester over te plaatsen.

'Ik zou nooit durven opperen om zulke diepe ideeen met mijn Hogepriester te bespreken,' zei Stiros. 'Maar misschien kan ik een voorstel doen dat veel twijfels zou kunnen wegnemen.'

'Stel maar voor,' zei Tuek.

'We zouden gevoelige instrumenten in haar kleding kunnen verbergen. We zouden kunnen luisteren als ze met -'

'Denk jij soms dat God niet zou weten wat we deden?'

'Zo'n gedachte is nimmer bij me opgekomen.'

'Ik weiger bevel te geven om haar naar de woestijn te brengen,' zei Tuek.

'Maar als ze nu zelf van plan is om te gaan?' Stiros zette zijn meest innemende gezicht. 'Dat heeft ze al vele malen gedaan.'

'Maar de laatste tijd niet meer. Ze schijnt geen behoefte meer te hebben aan beraad met God.'

'Zouden we haar niet op het idee kunnen brengen?' vroeg Stiros.

'Hoe dan?'

'Sheeana, wanneer ga je weer met je Vader praten? Verlang je er niet naar weer in Zijn nabijheid te staan?'

'Dat klinkt meer naar aansporen dan naar iemand op een idee brengen.'

'Ik wil alleen maar voorstellen om -'

'Dit Heilige Kind is niet achterlijk! Zij spreekt met God, Stiros. God zou ons lelijk kunnen straffen voor zulk aanmatigend gedrag.'

'Heeft God haar niet zelf hier gebracht zodat wij haar kunnen bestuderen?' vroeg Stiros.

Dit leek naar Tueks smaak veel te veel op de ketterij van Dromind. Hij keek Stiros vertoornd aan.

'Wat ik bedoel,' zei Stiros, 'is dat het toch vast Gods bedoeling is dat wij van haar leren.'

Dat had Tuek vele malen zelf gezegd, zonder ooit in zijn eigen woorden een eigenaardige echo van Drominds woorden te bespeuren.

'Ze mag niet aangespoord en op de proef gesteld worden,' zei Tuek.

'De hemel verhoede het!' zei Stiros. 'Ik zal de heilige voorzichtigheid zelf zijn. En alles wat ik van het Heilige Kind opsteek, zal ogenblikkelijk aan u worden doorgegeven.'

Tuek knikte alleen maar. Hij had zijn eigen middelen om zich ervan te verzekeren of Stiros de waarheid sprak.

De daarna volgende sluwe aansporingen en beproevingen werden door Tamalane en haar ondergeschikten onmiddellijk doorgegeven aan het Kapittel.

'Sheeana ziet er bedachtzaam uit,' meldde Tamalane.

Voor de Eerwaarde Moeders op Rakis en de Eerwaarde Moeders aan wie zij verslag uitbrachten, had dit bedachtzame uiterlijk een duidelijke verklaring. Sheeana's voorgeschiedenis was al lang geleden uitgepluisd. De aansporingen van Stiros bezorgden het kind heimwee. Sheeana zweeg er wijselijk over, maar kennelijk sloeg ze haar leven in een pioniersdorp heel hoog aan. Ondanks alle angsten en gevaren was dat kennelijk een gelukkige tijd voor haar geweest. Ze dacht vaak terug aan de vrolijkheid, aan het palen van het zand om het weer te kunnen voorspellen, aan de jacht op schorpioenen in de kieren van de dorpskrotten en aan het op snuffelen van speciebrokjes in de duinen. Door Sheeana's herhaalde bezoeken aan het gebied hadden de Zusters redelijk nauwkeurig kunnen gissen waar het verdwenen dorp zich had bevonden en wat ermee was gebeurd. Sheeana staarde heel vaak naar een van Tueks oude kaarten die in haar vertrekken aan de wand hing.

Zoals Tamalane al verwachtte wees Sheeana op zekere morgen met een priemende vinger de plaats op de wandkaart aan die ze al vele malen had bezocht. 'Breng me daarheen,' droeg Sheeana haar verzorgers op.

Er werd een 'thopter ontboden.

Terwijl de priesters in een hoog boven haar hoofd zwevende 'thopter gretig luisterden, ontmoette Sheeana opnieuw haar nemesis op het zand. Afgestemd op de golflengte van de priesters, luisterden Tamalane en haar raadsvrouwen even gretig mee.

In de met duinen bedekte woestenij waar Sheeana zich aan de grond liet zetten, was niets meer te bekennen dat ook maar in de verte aan een dorp deed denken. Maar dit keer gebruikte ze een stamper. Weer zo'n sluwe suggestie van Stiros, vergezeld van een nauwgezette uiteenzetting over het gebruik van het antieke instrument voor het oproepen van de Gespleten God.

Er kwam een worm.

Tamalane die meekeek via haar eigen projectoraansluiting, vond de worm maar een middelmatig monster. Ze schatte zijn lengte op een meter of vijftig. Sheeana stond maar drie meter van de gapende muil af. Het bulderen van het vuur in de ingewanden van de worm was voor de toeschouwers duidelijk hoorbaar.

'Wil je me vertellen waarom je het deed?' vroeg Sheeana.

Ze deinsde niet terug voor de hete adem van de worm. Onder het monster knetterde het zand maar ze liet uit niets blijken dat ze het hoorde.

'Geef antwoord!' commandeerde Sheeana.

De worm gaf geen kik maar Sheeana leek te luisteren met haar hoofd schuin.

'Ga dan maar terug naar waar je vandaan kwam,' zei Sheeana. Ze joeg de worm weg.

Gehoorzaam kroop de worm achteruit en verdween onder het zand.

Dagenlang debatteerden de priesters over het karige onderhoud, terwijl de Zusters hen vol leedvermaak gadesloegen. Aan Sheeana kon niets gevraagd worden omdat ze anders te weten kwam dat ze haar afgeluisterd hadden. Net als tevoren weigerde ze ook maar iets over haar bezoeken aan de woestijn te bespreken.

Stiros bleef haar op zijn sluwe manier prikkelen. Het gevolg was precies wat de Zusters verwachtten. Zonder enige vooraankondiging zei Sheeana op sommige dagen als ze wakker werd ineens: 'Vandaag ga ik de woestijn in.'

Soms gebruikte ze een stamper en soms danste ze haar oproep.

Diep in de zandwoestijn, ver uit het gezicht van Keen of van enig ander bewoond oord, kwamen de wormen tot haar. Sheeana stond in haar eentje voor een worm en praatte tegen hem terwijl anderen luisterden. Tamalane werd steeds meer geboeid door de verzamelde opnames die via haar handen hun weg naar het Kapittel vonden.

'Ik zou je moeten haten!'

Wat veroorzaakte dat een opschudding onder die priesters! Tuek wenste een openbaar debat:'Moeten wij misschien allen de Gespleten God haten terwijl we Hem liefhebben?'

Stiros wist dit voorstel maar nauwelijks tegen te houden door aan te voeren dat Gods wensen niet duidelijk gemaakt waren.

Sheeana vroeg aan een van haar reusachtige bezoekers: 'Mag ik weer op je rug rijden?'

Toen ze dichterbij kwam, kroop de worm achteruit en wilde haar niet laten opstappen.

Een andere keer vroeg ze: 'Moet ik bij de priesters blijven?'

Die bepaalde worm bleek trouwens het doelwit voor een massa vragen, waaronder:

'Waar gaan mensen heen als jij ze verslindt?'

'Waarom liegen mensen tegen mij?'

'Moet ik de slechte priesters straffen?'

Bij die laatste vraag barstte Tamalane in lachen uit toen ze aan de opschudding dacht die hij onder Tueks mensen teweeg zou brengen. En prompt meldden haar spionnen ontsteltenis onder de priesters.

'Hoe antwoordt Hij haar?' vroeg Tuek. 'Heeft iemand God horen antwoorden?'

'Misschien spreekt Hij wel regelrecht tot haar ziel,' opperde een raadslid.

'Dat is het!' Tuek klampte zich aan het geopperde vast. 'We moeten haar vragen wat God haar opdraagt.'

Sheeana weigerde zich in zulke discussies te laten betrekken.

'Ze heeft een redelijk goed idee van haar macht,' meldde Tamalane. 'In weerwil van Stiros' gestook gaat ze momenteel niet vaak meer naar de woestijn. Zoals we al konden verwachten, is de aantrekkingskracht sterk afgenomen. Angst en vervoering verbleken als ze eenmaal op een bepaald punt zijn aangeland. Maar ze heeft een zeer doelmatig bevel geleerd: "Ga weg!" '

De Zusters merkten dit aan als een belangrijke ontwikkeling.

Als zelfs de Gespleten God gehoorzaamde, zou geen priester of priesteres het wagen haar gezag om zo'n bevel te geven te betwijfelen.

'De priesters bouwen torens in de woestijn,' meldde Tamalane. 'Ze willen meer veilige plaatsen van waaruit ze Sheeana kunnen observeren als ze de woestijn in gaat.'

De Zusters hadden deze ontwikkeling voorzien en hadden zelfs hier en daar wat gepord om de projecten te versnellen. Elke toren had zijn eigen windval, zijn eigen onderhoudspersoneel, waterbarriere, tuinen en andere beschavingsonderdelen. Elk van die plaatsen was een kleine gemeenschap zodat de bewoonde gebieden van Rakis steeds verder binnendrongen in het rijk van de wormen.

Pionierdorpen waren niet langer nodig en deze verdienstelijke ontwikkeling werd aan Sheeana toegeschreven.

'Ze is onze priesteres,' zei de bevolking.

Tuek en zijn raadslieden dansten op de punt van een naald: Shaitan en Shai-hulud in een lichaam? Stiros zat dagelijks in angst dat Tuek dat feit zou verkondigen. Stiros' adviseurs verwierpen uiteindelijk het voorstel om Tuek over te plaatsen. Een ander voorstel om Priesteres Sheeana dodelijk te laten verongelukken werd door allen met afgrijzen begroet en zelfs Stiros vond dat een te gewaagde onderneming.

'Als we deze doorn verwijderen, kan God ons wel eens met een nog vreselijker prikkel treffen,' zei hij. En hij waarschuwde: 'De oudste boeken zeggen dat een klein kind ons zal leiden.'

Stiros was lang niet de eerste die Sheeana als meer dan een gewone sterveling beschouwde. Het was duidelijk waarneembaar dat de mensen in Sheeana's directe omgeving, met inbegrip van Cania, van haar waren gaan houden. Ze was zo ongekunsteld, zo pienter en zo spontaan.

Velen namen waar dat deze groeiende genegenheid voor Sheeana zich zelfs tot Tuek uitstrekte.

De Zusters zagen onmiddellijk wat er gebeurde met de mensen die door deze kracht beroerd werden. De Bene Gesserit had een naam voor dit oeroude verschijnsel: toenemende verering. Tamalane maakte melding van ingrijpende veranderingen op heel Rakis toen de mensen overal op de planeet tot Sheeana begonnen te bidden in plaats van tot Shaitan of zelfs tot Shai-hulud.

'Ze zien dat Sheeana opkomt voor de zwakste mensen,' berichtte Tamalane. 'Het is een vertrouwd patroon. Alles verloopt volgens plan. Wanneer sturen jullie de ghola?'