Vrijheid en Ongebondenheid zijn ingewikkelde begrippen. Ze zijn terug te voeren op godsdienstige gedachten over Vrije Wil en ze zijn verwant met de Heersersmystiek waarmee absolute vorsten omgeven zijn. Zonder absolute vorsten naar het model van de Oude Goden, die heersten bij de gratie van een geloof in religieuze uitspattingen, zouden Vrijheid en Ongebondenheid nooit hun huidige betekenis hebben gekregen! Deze idealen danken hun bestaan uitsluitend aan voorbije gevallen van onderdrukking. En de krachten die zulke begrippen in stand houden, kalven af als ze niet steeds vernieuwd worden door dramatische lessen of nieuwe onderdrukkingen. Dit is de meest fundamentele sleutel tot mijn leven.
Leto II, God-Keizer van Duin: Verslagen van Dar-es-Balat.
Ongeveer dertig kilometer diep in het dichte woud ten noordoosten van de Burcht van Gammu, moesten ze van Teg in de dekking van een levensscherm-deken blijven wachten tot de zon achter het hoge terrein in het westen verdween.
'Vannacht trekken we in een andere richting,' zei hij.
Drie nachten lang loodste hij hen nu al door met bomen omringde duisternis in een meesterlijke demonstratie van mentat geheugen capaciteit. Elke stap volgde nauwkeurig de route die Patrin voor hem had uitgestippeld.
'Ik ben stijf van te veel zitten,' klaagde Lucilla. 'En het wordt weer een koude nacht ook.'
Teg vouwde de levensscherm deken op en stopte hem boven in zijn ransel. 'Jullie tweeen kunnen wel even wat beweging nemen,' zei hij. 'Maar we vertrekken pas als het helemaal donker is.'
Teg zat rechtop met zijn rug tegen de stam van een conifeer met dikke takken en hield vanuit de diepere schaduwen Lucilla en Duncan in de gaten die naar de open plek liepen. Het tweetal stond een ogenblik te huiveren toen het laatste restje warmte van de dag werd opgeslorpt door de kilte van de nacht. Ja, het zou vannacht inderdaad weer koud worden, dacht Teg, maar ze zouden maar weinig gelegenheid hebben om daar over na te denken.
Het onverwachte.
Schwangyu zou nooit verwachten dat ze nog zo dicht bij de Burcht zouden zijn en dan nog wel te voet.
Taraza had me nadrukkelijker voor Schwangyu moeten waarschuwen, dacht Teg. Schwangyu's gewelddadig en openlijk verzet tegen een Moeder Superior druiste tegen de traditie in. Zonder meer gegevens kon mentat logica de toestand niet aanvaarden.
Uit zijn geheugen borrelde een oude zegswijze uit zijn schooltijd omhoog, een van die kernachtige, vermanende wijsheden waarmee een mentat zijn logica in toom moest houden.
'Eenmaal op een bepaald logisch spoor gezet, dat tot in de kleinste kleinigheid van een onberispelijke eenvoud lijkt, kan de mentat die logica zover doorvoeren dat hij er persoonlijk grote schade van ondervindt.'
Logica schoot dus wel eens tekort.
Hij dacht terug aan Taraza's gedrag op het Gildeschip en vlak daarna. Ze wilde dat ik zou weten dat ik er helemaal alleen voor stond. Ik moest het probleem op mijn eigen manier bekijken en niet op de hare.
Het gevaar dat van Schwangyu dreigde moest dus een echt gevaar zijn dat hij op eigen houtje ontdekte, onder ogen zag en oploste.
Taraza had niet geweten wat er door dit alles met Patrin zou gebeuren.
Het kon Taraza eigenlijk niet echt schelen wat er met Patrin gebeurde. Of met mij. Of met Lucilla. Maar hoe zat het met de ghola? Dat moest Taraza wel kunnen schelen!
Het was niet logisch dat ze zou... Teg zette deze gedachtereeks uit zijn hoofd. Taraza wilde niet dat hij logisch handelde. Ze wilde juist dat hij deed wat hij nu deed, wat hij altijd had gedaan als het erom spande.
Het onverwachte.
Er stak dus wel een soort logica achter dit alles, maar de betrokkenen werden zonder meer het nest uitgeschopt, de wanorde van de boze buitenwereld in.
Waaruit we onze eigen orde moeten scheppen.
Verdriet drong zijn bewustzijn binnen. Patrin! Verdomme, Patrin! Jij wist het en ik niet! Wat moet ik zonder jou beginnen?
Teg kon de oude oppasser bijna horen antwoorden; op die stijve, formele toon die Patrin altijd aansloeg als hij zijn bevelhebber berispte.
'U doet uw best, Bashar.'
De logische uitkomst van uiterst kil doorredeneren was dat Teg Patrin nooit meer in levende lijve zou terugzien, of ooit de stem van de oude man weer zou horen. En toch... bleef de stem. De persoon bleef in zijn geheugen bestaan.
'Moeten we niet op pad?'
Dat was Lucilla, die vlak voor zijn zitplaats onder de boom stond. Duncan stond naast haar te wachten. Ze hadden alle twee hun ransel al omgehangen.
Terwijl hij zat te denken was de nacht gevallen. Het licht van de weelderige sterrenhemel tekende vage schaduwen op de open plek. Teg hees zich overeind, pakte zijn ransel en liep gebukt onder de lage takken door naar de open plek. Duncan hielp Teg met het omhangen van zijn ransel.
'Schwangyu zal hier uiteindelijk toch aan denken,' zei Lucilla. 'Haar speurders zullen achter ons aan komen. Dat weet je.'
'Pas nadat ze het valse spoor helemaal tot het eind gevolgd hebben,' zei Teg. 'Kom.'
Door een opening tussen de bomen ging hij hun voor naar het westen.
Drie nachten lang had hij hen langs wat hij 'Patrins herinneringen-pad' noemde gevoerd. Nu hij deze vierde nacht verder trok, schold Teg zichzelf de huid vol dat hij de logische gevolgen van Patrins gedrag niet had doorgeredeneerd.
Ik begreep hoe diep zijn trouw geworteld was, maar ik trok die trouw niet door tot de voor de hand liggende consequentie. We waren zo veel jaren samen dat ik dacht dat ik zijn geest kende als de mijne. Verdomme Patrin! Jouw dood was niet nodig!
Maar toen moest Teg toch toegeven dat het wel nodig geweest was. Patrin had het gezien. De mentat had zichzelf niet toegestaan om het te zien. Logica kon net zo blindelings te werk gaan als elke andere vaardigheid.
Zoals de Bene Gesserit vaak benadrukte en aantoonde.
En dus lopen we hier. Schwangyu verwacht dit niet.
Teg moest toegeven dat deze voettocht door de wilde natuur van Gammu hem een heel nieuwe kijk op de dingen gaf. De hele streek was tijdens de Grote Hongersnood en de Verstrooiing onbelemmerd overwoekerd door wilde flora. Later had er herbeplanting plaatsgevonden, maar voornamelijk in de vorm van wild natuurbos. Tegenwoordig was het alleen toegankelijk via geheime paadjes en persoonlijke herkenningspunten. Teg stelde zich voor hoe Patrin als jongen deze streek had leren kennen - dat rotsheuveltje dat tegen de sterrenhemel net zichtbaar was in een opening tussen de bomen, dat scherpe uitsteeksel, deze paden tussen reusachtige bomen.
'Ze zullen verwachten dat we zullen proberen een non-schip te bereiken,' hadden Patrin en hij gezamenlijk geconcludeerd toen ze hun plan gestalte gaven. 'De lokeend moet de speurders in die richting leiden.'
Patrin had niet gezegd dat hij voor lokeend zou spelen. Teg slikte een prop uit zijn keel.
Duncan kon in de Burcht niet beschermd worden, rechtvaardigde hij zichzelf. Dat was waar.
Lucilla was de eerste dag die ze doorbrachten onder het levensscherm, dat hen vrijwaarde voor ontdekking door de apparatuur van speurders in de lucht, erg zenuwachtig geweest.
'We moeten Taraza op de hoogte brengen!'
'Wanneer dat kan.'
'Stel dat jou iets overkomt? Ik moet je hele ontsnappingsplan kennen.'
'Als mij iets overkomt, zal je toch Patrins pad niet kunnen volgen. We hebben de tijd niet om het in je geheugen te prenten.'
Duncan zei die dag maar weinig. Hij zat zwijgend naar hen te kijken of hij sluimerde om dan ineens met een boze blik op zijn gezicht wakker te schrikken.
Tijdens hun tweede dag onder de afschermende deken vroeg Duncan plotseling aan Teg: 'Waarom willen ze mij doden?'
'Om de plannen die de Zusters met jou hebben te dwarsbomen' zei Teg.
Duncan keek Lucilla fel aan: 'Wat zijn dat voor plannen?'
Toen Lucilla geen antwoord gaf zei Duncan: 'Zij weet het. Zij weet het omdat ik verondersteld word van haar afhankelijk te zijn. Ik moet van haar houden.'
Teg vond dat Lucilla haar ontsteltenis heel goed wist te verbergen. Kennelijk waren haar plannen met de ghola in het honderd gelopen, doordat de volgorde volledig verstoord was door deze vlucht.
Duncans gedrag onthulde nog een nieuwe mogelijkheid: was de ghola een latente Waarheidszegger? Wat hadden de sluwe Tleilaxu voor extra vaardigheden in deze ghola ingebouwd?
Tegen het vallen van de tweede avond in de wildernis had Lucilla vol beschuldigingen gezeten. 'Taraza heeft je opgedragen om zijn oorspronkelijke herinneringen wakker te schudden. Hoe kan je dat hier doen?'
'Als we onze schuilplaats bereiken.'
Een zwijgende en uiterst waakzame Duncan vergezelde hen die nacht. Hij straalde een nieuwe levenskracht uit. Hij had het gehoord!
Teg mag niets overkomen, dacht Duncan. Waar en wat die schuilplaats ook mocht zijn, Teg moest hem veilig bereiken. Dan zal ik het eindelijk weten!
Duncan was er niet zeker van wat hij zou weten, maar nu aanvaardde hij het volledig als een soort bekroning. Deze wildernis moest naar dat doel leiden. Hij herinnerde zich hoe hij vanuit de Burcht naar de wilde natuur had staan staren en zich voorstelde dat hij hier vrij zou zijn. Dat gevoel van onbeperkte vrijheid was verdwenen. De wildernis was niet meer dan een pad naar iets veel belangrijkers.
Lucilla, die dit keer achteraan liep, dwong zichzelf kalm te blijven en waakzaam, en te aanvaarden wat ze niet kon veranderen. Een deel van haar bewustzijn beet zich hardnekkig vast in Taraza's opdracht: 'Blijf dicht bij de ghola en voltooi je taak zodra de gelegenheid zich voordoet.'
Stap na stap mat Tegs lichaam de kilometers af. Dit was de vierde nacht. Patrin had geschat dat ze in vier nachten hun doel konden bereiken.
En wat voor een doel!
Het vluchtplan voor in geval van nood steunde helemaal op het feit dat Patrin hier als opgeschoten knaap een van Gammu's geheimen had ontdekt. Teg hoorde Patrin nog zeggen: 'Onder het voorwendsel van een persoonlijke verkenningstocht heb ik twee dagen geleden die plek weer opgezocht. Volledig intact. Ik ben nog altijd de enige die daar ooit geweest is.' 'Hoe kan je daar zeker van zijn?'
'Ik heb mijn voorzorgsmaatregelen genomen toen ik jaren geleden van Gammu vertrok, kleine dingetjes die iemand anders absoluut verstoord zou hebben. Alles lag nog op zijn plaats.'
'Een Harkonnen non-bol?'
'Heel oud maar alle vertrekken zijn nog ongeschonden en functioneren nog goed.'
'Hoe zit het met voedsel en water...'
'Alles wat je nodig zou kunnen hebben is aanwezig, opgeslagen in nul-entropievaten in de kern.'
Teg en Patrin maakten hun plannen in de hoop dat ze dit nood-schuilhol nooit zouden hoeven gebruiken. Ze hielden het strikt geheim terwijl Patrin voor Teg de geheime weg naar de ontdekking uit zijn jeugd uitstippelde.
Achter Tegs rug slaakte Lucilla een kreetje toen ze over een wortel struikelde.
Ik had haar moeten waarschuwen, dacht Teg. Duncan volgde Teg kennelijk op het gehoor. Lucilla had kennelijk haar aandacht voor een groot deel bij haar eigen innerlijke gedachten.
Ze leek van gezicht opmerkelijk veel op Darwi Odrade, dacht Teg bij zichzelf. In de Burcht, toen hij de vrouwen naast elkaar zag, waren hem de door hun leeftijdsverschil veroorzaakte verschillen opgevallen. Lucilla's jeugd bleek uit een dikkere laag onderhuids vet en een wat gevulder gezicht. Maar hun stemmen! Timbre, uitspraak, atonale stembuigingen, helemaal het gewone stempel van de Bene Gesserit manier van praten. In het donker zou het bijna onmogelijk zijn om hen uit elkaar te houden.
Door zijn grondige kennis van de Bene Gesserit wist Teg dat dit geen toeval was. Gegeven de neiging van de Zusters om hun prijsgenen te kruisen en te herkruisen ten einde de investering veilig te stellen, moest er ergens wel een gemeenschappelijke voorouder zijn.
Atreides, wij allemaal, dacht hij.
Taraza had niet onthuld wat ze met de ghola van plan was, maar alleen al het feit dat hij deel uitmaakte van dat plan maakte dat het voor Teg steeds duidelijker gestalte kreeg. Het was nog geen compleet patroon, maar hij voelde dat hij het geheel al dicht genaderd was.
Generatie na generatie hadden de Zusters handel gedreven met de Tleilaxu door Idaho ghola's van hen te kopen, die ze dan hier op Gammu grootbrachten waar ze vervolgens vermoord werden. Al die tijd hadden ze op het juiste moment gewacht. Het leek wel een gruwelijke wedstrijd die ineens van waanzinnig belang was geworden omdat er op Rakis een meisje was opgedoken dat de wormen naar haar hand kon zetten.
Gammu zelf moest ook een onderdeel van het patroon zijn. Caladanen hadden overal hun stempel op gedrukt. Een vernisje van Daanse listigheden bedekte de gewelddadiger methoden van lang geleden. Uit de Daanse Wijkplaats waar de grootmoeder van de Dwingeland, Vrouwe Jessica, haar laatste jaren had gesleten, was behalve een nieuwe bevolking nog iets anders gekomen.
Teg had de openlijke en de heimelijke tekenen ervan opgemerkt tijdens zijn eerste inspectietocht over heel Gammu.
Rijkdom!
Het was overal aan te zien. Rijkdom stroomde door het heelal, om zich als een amoebe op elke plek te nestelen waar hij zich maar kon hechten. Op Gammu was ook rijkdom uit de Verstrooiing te vinden, wist Teg. Een rijkdom zo groot dat maar weinigen de omvang en de macht ervan konden bevroeden (of zich die konden voorstellen).
Ineens bleef hij stokstijf staan. Materiele patronen in de onmiddellijke omgeving eisten zijn volledige aandacht. Voor hen lag een onbeschermde kale rotsrichel, waarvan Patrin de herkenningstekenen in zijn geheugen had geprent. Het oversteken hiervan zou een van de gevaarlijkste stukken van hun tocht zijn.
'Geen grotten of overhangende begroeiing om jullie dekking te geven. Hou de deken gereed.'
Teg haalde het levensscherm uit zijn ransel en hing het over zijn arm. Hij gaf een teken dat ze weer verder konden. Het donkere weefsel van het levensscherm schoof ruisend langs zijn lijf terwijl hij verder liep.
Lucilla werd steeds minder een raadsel, bedacht hij. Ze streefde ernaar om Vrouwe voor haar naam te krijgen. Vrouwe Lucilla. Ongetwijfeld vond ze dat aantrekkelijk klinken. Er verschenen hier en daar al zulke Eerwaarde Moeders met titels nu de Geslachten Major uit de lange, hun door de Gouden Weg van de Dwingeland opgedrongen periode van vergetelheid opdoken. Lucilla, de Prenter-Verleidster.
Al dergelijke Zusters waren seksueel zeer bedreven. Tegs eigen moeder had hem de werking van dat stelsel bijgebracht door hem op nog heel jeugdige leeftijd naar zorgvuldig uitgekozen plaatselijke vrouwen toe te sturen, om hem gevoelig te maken voor de tekenen die hij bij zichzelf en de vrouwen moest waarnemen. Buiten toezicht van het Kapittel was dergelijke training verboden, maar Tegs moeder was een van de ketters van de Bene Gesserit geweest.
'Je zult het nodig hebben, Miles.'
Ongetwijfeld had ze een zekere voorzienigheid bezeten. Ze had hem gewapend tegen de Prenters die geoefend waren in het versterken van orgasmen om onbewuste banden te smeden - van mannen voor vrouwen.
Lucilla en Duncan. Een fixatie op haar zou tegelijk een fixatie op Odrade zijn.
Teg hoorde de stukken bijna in elkaar klikken toen ze in zijn geest op hun plaats vielen. Wat was dan de bedoeling met de jonge vrouw op Rakis? Zou Lucilla de verleidingstechnieken aan haar prentpupil onderwijzen om hem te voorzien van wapens waarmee hij het meisje dat wormen naar haar hand zette voor zich kon winnen?
Nog te weinig gegevens voor een Hoofdberekening.
Aan het eind van de gevaarlijke oversteek over het kale gesteente bleef Teg weer staan. Hij borg de deken weg en maakte zijn ransel dicht terwijl Duncan en Lucilla vlak achter hem wachtten. Teg slaakte een zucht van verlichting. De deken baarde hem altijd zorgen. Hij bezat niet de afweerkracht van een volledig strijdpantser maar als het ding door een straal uit een laswapen getroffen werd kon het resulterende raasvuur fataal zijn.
Gevaarlijk speelgoed!
Zo noemde Teg zulke wapens en mechanische instrumenten altijd. Je kon beter vertrouwen op je verstand, je eigen lichaam en de Vijf Zienswijzen van de Bene Gesserit manier, had zijn moeder hem geleerd.
Gebruik de instrumenten uitsluitend als ze absoluut noodzakelijk zijn als verlengstuk van het lichaam; dat was de stelregel van de Bene Gesserit.
'Waarom staan we stil?' fluisterde Lucilla.
'Ik luister naar de nacht,' zei Teg.
Duncan, wiens gezicht een spookachtige vlek was in het door de bomen gefilterde licht van de sterren, staarde Teg aan. Tegs vertrouwde trekken stelden hem gerust. Ze lagen ergens in een onbereikbare herinnering opgeslagen, meende Duncan. Ik kan deze man vertrouwen.
Lucilla vermoedde dat ze stilstonden omdat Tegs oude lijf even een adempauze nodig had, maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen omdat te zeggen. Teg zei dat zijn ontsnappingsplan ook een manier omvatte om Duncan naar Rakis te krijgen. Uitstekend. Voorlopig was dat het enige dat telde.
Ze had al uitgedacht dat deze schuilplaats die hier ergens voor hen lag iets te maken zou hebben met een non-schip of een non-ruimte. Iets anders was gewoon niet afdoende. Op een of andere manier was Patrin de sleutelfiguur. Tegs vage toespelingen hadden duidelijk gemaakt dat Patrin de bron van hun ontsnappingsroute was.
Lucilla had als eerste beseft hoe Patrin voor hun ontsnapping zou moeten betalen. Patrin was de zwakste schakel. Hij bleef achter waar Schwangyu hem gevangen kon nemen. Het was onvermijdelijk dat de lokeend gevangen genomen werd. Alleen een idioot zou ervan uitgaan dat een Eerwaarde Moeder met Schwangyu's vermogens geen geheimen zou kunnen loskrijgen uit een doodgewone man. Schwangyu zou niet eens zwaar geschut hoeven te gebruiken. De geraffineerde trucjes van de Stem en die pijnlijke ondervragingsmethoden die een monopolie van de Zusters bleven - de marteldoos en zenuwknoop pressuur - waren alles wat ze nodig zou hebben.
De vorm waarin Patrins trouw zich zou manifesteren was Lucilla toen wel duidelijk geweest. Hoe kon Teg zo blind geweest zijn?
Liefde!
Die lange band van vertrouwen tussen de twee mannen. Schwangyu zou snel en wreed optreden. Patrin wist het. Teg had zijn eigen zekere kennis niet onderzocht.
Duncans stem rukte haar met een schok uit die gedachten los.
' 'Thopter! Achter ons!'
'Vlug!' Teg rukte de deken uit zijn ransel en gooide die over hen heen. Ze hurkten dicht tegen elkaar aan in de naar aarde ruikende duisternis en hoorden de ornithopter overvliegen. Hij bleef niet hangen en keerde ook niet terug.
Toen ze er zeker van waren dat ze niet ontdekt waren ging Teg hen opnieuw voor over Patrins geheugenspoor.
'Dat was een speurder,' zei Lucilla. 'Ze beginnen iets te vermoeden... of Patrin...'
'Spaar je energie voor het lopen,' snauwde Teg.
Ze hield niet aan. Ze wisten allebei dat Patrin dood was. Er viel niets meer over te zeggen.
Deze mentat is een diepzinnig persoon, zei Lucilla bij zichzelf.
Teg was het kind van een Eerwaarde Moeder en die moeder had hem veel meer geleerd dan toegestaan was voordat de Zusters hem onder hun manipulerende hoede namen. De ghola was hier niet de enige met onbekende gaven.
Hun pad boog telkens terug, een wildpaadje dat dwars door een dik woud zigzaggend tegen een steile heuvel opliep. Het licht van de sterren drong niet tussen de bomen door. Alleen het fantastische geheugen van de mentat hield hen op het spoor.
Lucilla voelde gruis onder haar voeten. Ze luisterde naar Tegs bewegingen en liet haar voeten leiden door wat ze hoorde.
Wat is Duncan stil, dacht ze. Wat is hij in zichzelf gekeerd. Hij deed wat hem werd opgedragen. Hij volgde waar Teg hem voorging. Ze voelde de aard van Duncans gehoorzaamheid aan. Hij liet niets los. Duncan gehoorzaamde omdat het hem goed uitkwam - voorlopig. Schwangyu's rebellie had iets wild onafhankelijks in de ghola losgemaakt. En wat voor dingen hadden de Tleilaxu voor eigen doeleinden in hem gestopt?
Teg bleef op een vlakke plek onder hoge bomen staan om op adem te komen. Lucilla kon zijn diepe ademhaling horen. Dit herinnerde haar er weer aan dat de mentat een heel oude man was, veel te oud voor deze inspanningen. Ze zei zachtjes: 'Alles goed met je, Miles?'
'Als er iets mis is, zeg ik het wel.'
'Hoeveel verder nog?' vroeg Duncan.
'Nog maar een klein stukje.'
Even later hervatte hij zijn tocht door de nacht. 'We moeten opschieten,' zei hij. 'Deze zadelrug is het laatste stuk.'
Nu hij het feit van Patrins dood aanvaard had, richtten Tegs gedachten zich als een kompasnaald op Schwangyu en op wat zij moest doormaken. Schwangyu zou haar wereld om zich ineen voelen storten. De vluchtelingen waren al vier nachten weg! Mensen die een Eerwaarde Moeder op die manier konden ontlopen waren tot alles in staat! De vluchtelingen waren natuurlijk inmiddels al van de planeet af. Een non-schip. Maar wat als...
Schwangyu's gedachten zouden vol wat-als bedenkingen zitten.
Patrin was de breekbare schakel geweest maar Patrin was goed geoefend in het verwijderen van breekbare schakels, geoefend door een meester - Miles Teg.
Teg schudde het water uit zijn ogen met een vlugge hoofdbeweging. Dringende noodzaak deed een beroep op die kern van innerlijke eerlijkheid waar hij niet omheen kon. Teg was nooit een goede leugenaar geweest, zelfs niet tegenover zichzelf. Al heel vroeg in zijn opleiding had hij beseft dat zijn moeder en de anderen die bij zijn opvoeding betrokken waren, hem een diep besef van persoonlijke eerlijkheid hadden ingeprent.
Trouw blijven aan een erecode.
Toen hij de vorm van de code in zichzelf herkende, wekte die Tegs geboeide belangstelling. Het begon met het besef dat mensen niet gelijk geschapen waren, dat ze verschillende geerfde gaven bezaten en in hun leven verschillende gebeurtenissen meemaakten. Dit gaf mensen van verschillende bekwaamheid en verschillende waarde.
Teg besefte al vroeg dat hij, om aan deze code te gehoorzamen, nauwkeurig zijn plaats moest kiezen in de stroom van waarneembare gezagsstructuren en dat hij moest aanvaarden dat er een moment zou kunnen komen dat hij zich niet verder zou kunnen ontplooien.
De code zat hem diep ingehamerd. Hij had de wortels ervan nooit kunnen vinden. Kennelijk was hij verbonden met iets dat aan zijn menselijkheid eigen was. De code schreef met enorme macht de grenzen voor van het gedrag van zijn meerderen, maar ook van zijn minderen in de piramidestructuur van het gezag.
De voornaamste pasmunt: loyaliteit.
Loyaliteit werkte naar boven en naar beneden en nestelde zich overal waar hij een verdienstelijke band aantrof. Zulke loyaliteiten waren stevig in hem verankerd, wist Teg. Hij twijfelde er niet aan dat Taraza hem in alles zou steunen, behalve in een situatie die zou verlangen dat hij voor het voortbestaan van de Bene Gesserit werd opgeofferd. En dat was op zichzelf goed. Daar lag uiteindelijk hun aller loyaliteit.
Ik ben Taraza's Bashar. Dat zegt de code.
En dit was de code die Patrin had gedood.
Ik hoop dat je niet erg hebt geleden, oude vriend.
Weer bleef Teg onder de bomen stilstaan. Hij trok zijn vecht-mes uit de schede in zijn laars en kraste een klein tekentje in een boom naast hem.
'Wat doe je daar?' wilde Lucilla weten.
'Dit is een geheim teken,' zei Teg. 'Alleen de mensen die door mij zijn opgeleid kennen het. En Taraza natuurlijk.' 'Maar waarom doe je...' 'Ik zal het later uitleggen.'
Teg liep verder om bij een andere boom nogmaals te blijven staan om het daarop aan te brengen, een dingetje dat een dier zou kunnen maken met een klauw, iets dat helemaal opging in de natuurlijke vormen van deze wildernis.
Terwijl hij zo langzaam verder werkte, besefte Teg dat hij tot een beslissing omtrent Lucilla was gekomen. Haar plannen met Duncan moesten verhinderd worden. Elke mentat berekening die Teg over Duncans veiligheid en gezondheid kon maken vereiste dat. Het ontwaken van Duncans pre-ghola geheugen moest voorafgaan aan een diepprent door Lucilla. Het zou niet makkelijk zijn om haar tegen te houden, wist Teg. Er was een betere leugenaar dan hij ooit geweest was nodig om een Eerwaarde Moeder een rad voor ogen te draaien.
Het moest allemaal toeval lijken, het gewone gevolg van omstandigheden. Lucilla mocht nooit vermoeden dat hij haar tegenwerkte. Teg koesterde niet de illusie dat hij het in een kleine ruimte van een geprikkelde Eerwaarde Moeder zou kunnen winnen. Dan was het beter om haar te doden. Dat zou hij wel kunnen, dacht hij. Maar de gevolgen! Hij zou Taraza nooit kunnen laten inzien dat zo'n bloedige daad onder het opvolgen van haar bevelen viel.
Nee, hij zou rustig moeten afwachten met ogen en oren goed open.
Ze bereikten een kleine open plek met een hoge barriere van vulkanisch gesteente vlak voor hen. Dwergstruiken en lage doornboompjes groeiden tot dicht tegen de rotswand aan en waren bij het licht van de sterren zichtbaar als donkere vlekken.
Teg zag de diepzwarte omtrek van een kruipruimte onder de struiken.
'Van hieraf moeten we op onze buik verder kruipen,' zei Teg. 'Ik ruik as,' zei Lucilla. 'Er is hier iets verbrand.'
'Dit is de plaats waar de lokeend heen kwam,' zei Teg. 'Hij heeft links van ons een schroeiplek achtergelaten - een nabootsing van de brandplek die de startvlam van een non-schip achterlaat.'
Lucilla hijgde hoorbaar. De vermetelheid! Als Schwangyu een voorzienige speurder in de arm zou durven nemen om Duncans spoor te volgen (omdat Duncan de enige van hen was die geen Siona-bloed in zich had dat hem beschermde) zouden alle tekenen erop wijzen dat ze deze kant op gekomen waren en in een nonschip van de planeet waren weggevlucht... mits...
'Maar waar breng je ons heen?' vroeg ze.
'Het is een Harkonnen non-bol,' zei Teg. 'Hij bestaat al duizenden jaren en nu is hij van ons.'