Steun nimmer zwakte; steun altijd kracht.

Het Bene Gesserit Statuut

'Hoe komt het dat jij de priesters kunt sturen en stellen?' vroeg Sheeana. 'Dit is hun thuis.'

Odrade gaf een terloops antwoord, maar ze koos bewoordingen die aansloten bij de kennis die Sheeana naar haar weten al bezat: 'De priesters hebben Vrijmanse wortels. Ze hebben altijd in de nabijheid van Eerwaarde Moeders geleefd. Bovendien laat jij hen ook naar je pijpen dansen, kind.'

'Dat is heel wat anders.'

Odrade onderdrukte een grijns.

Er waren amper drie uur verstreken sinds haar gevechtsgroep de aanval op het tempelcomplex had neergeslagen. In die tijd had Odrade in Sheeana's vertrekken een centrale commandopost ingericht van waaruit ze de noodzakelijke kwestie van schattingen en voorlopige vergeldingsmaatregelen regelde, terwijl ze ondertussen Sheeana uithoorde en gadesloeg.

Simultaanstroom.

Odrade keek het vertrek rond dat ze als commandopost had gekozen. Naast de wand voor haar lag nog een flard van Stiros' verscheurde kleren. Doden en gewonden. De kamer had een eigenaardige vorm. Nergens liepen twee wanden evenwijdig. Ze snoof.

In het vertrek hing nog steeds een geur van ozon van de spieders waarmee haar mensen deze vertrekken afluistervrij hadden gemaakt.

Wat was de zin van die eigenaardige vorm? Het gebouw was heel oud en herhaaldelijk verbouwd en uitgebreid, maar dat was geen verklaring voor deze kamer. Wanden en plafond waren afgewerkt met een roomkleurige, aangenaam aandoende ruwe structuur-pleisterlaag. Naast de twee deuren hingen bewerkelijke wandkleden van specievezel. Het was vroeg in de avond en het zonlicht dat door de blinden naar binnen viel tekende een stippelpatroon op de wand tegenover de ramen. Zilvergele gloeibollen zweefden tegen het plafond, allemaal afgestemd op de kleur van het zonlicht. Door de luchtroosters onder de ramen drongen gedempte straatgeluiden naar binnen. Het zachte patroon van oranje kleden en grijze tegels op de vloer getuigde van weelde en veiligheid, maar Odrade voelde zich plotseling lang niet veilig.

Een lange Eerwaarde Moeder kwam uit de aangrenzende verbindingskamer. 'Moeder Bevelhebber,' zei ze, 'de boodschappen naar Gilde, lx en Tleilaxu zijn verzonden.'

Afwezig zei Odrade: 'In orde.'

De brengster van de boodschap ging weer aan haar werk. 'Wat ben je aan het doen?' vroeg Sheeana. 'Ik bestudeer iets.'

Odrade tuitte bedachtzaam haar lippen. De mensen die hen door het tempelcomplex hadden geloodst, hadden hen door een doolhof van gangen en trappen met hier en daar een boog met een doorkijkje op een binnenplaats, naar een schitterend Ixiaans suspensieschacht-netwerk gebracht, dat hen geluidloos naar een andere gang droeg, waarna ze via nog meer trappen en nog een gebogen gang tenslotte in deze kamer belandden.

Weer keek Odrade de hele kamer rond.

'Waarom bestudeer je deze kamer?' vroeg Sheeana.

'Stil, kind!'

De kamer was een onregelmatig veelvlak met het kleinste vlak aan de linkerkant. Hij was ongeveer vijfendertig meter lang en zijn grootste breedte was ongeveer de helft daarvan. Een heleboel lage divans en stoelen in verschillende graden van gemak. Sheeana zat als een koningin op een helgele stoel met brede zachte armleuningen. Nergens een stoelhond te bekennen. Veel bruine, blauwe en gele bekleding. Odrade staarde naar het witte rooster van een luchtkoker boven een schilderij van een berglandschap aan de breedste kant van de wand. Een koele bries kwam door de luchtroosters onder de ramen naar binnen en trok in de richting van het rooster boven het schilderij.

'Dit was Hedley's kamer,' zei Sheeana.

'Waarom erger je hem door hem bij zijn voornaam te noemen, kind?'

'Ergert dat hem?'

'Speel geen woordspelletjes met mij, kind! Je weet dat het hem ergert en daarom doe je het.' 'Waarom vraag je het dan?'

Odrade gaf geen antwoord op die vraag maar hervatte haar zorgvuldige studie van de kamer. De wand tegenover het schilderij maakte een schuine hoek met de buitenmuur. Nu had ze het. Slim! Dit vertrek was zo geconstrueerd dat zelfs een gefluisterd woord opgevangen kon worden door iemand die achter het hoge luchtrooster stond. Ongetwijfeld ging er achter het schilderij nog een luchtkoker schuil die geluiden uit deze kamer naar elders transporteerde. Geen enkele snuiver of spieder of ander instrument zou zo'n opstelling ontdekken. Niets zou met een piepsignaal de aanwezigheid van een lens of een microfoon verklikken. Alleen de achterdochtige zinnen van een in bedrog bedreven persoon hadden het weten uit te vissen.

Een handgebaar ontbood een wachtende leerling. Odrades vingers brachten razendsnel een zwijgende boodschap over: 'Zoek uit wie er achter dat luchtrooster staat te luisteren.' Ze knikte in de richting van de luchtkoker boven het schilderij. 'Laat ze begaan. We moeten weten aan wie zij verslag uitbrengen.'

'Hoe wist je dat je mij moest komen redden?' vroeg Sheeana.

Het kind had een verrukkelijke stem maar hij moest wel geschoold worden, bedacht Odrade. In ieder geval had hij een vaste, evenwichtige klank die tot een krachtig stuk gereedschap omgevormd kon worden.

'Geef antwoord!' beval Sheeana.

De bevelende toon verbaasde Odrade en ze was genoodzaakt haar oplaaiende gramschap te onderdrukken. Hier moest onmiddellijk corrigerend worden ingegrepen!

'Bedaar toch, kind,' zei Odrade. Ze had de toon van het bevel heel zorgvuldig gekozen en zag dat het de gewenste uitwerking had.

Maar weer wist Sheeana haar te verbazen: 'Dat is een ander soort Stem. Je probeert me te kalmeren. Kipuna heeft me alles over de Stem verteld.'

Odrade draaide zich om en keek Sheeana recht in haar gezicht. Sheeana's eerste verdriet was voorbij maar als ze over Kipuna praatte klonk haar stem nog steeds kwaad.

'Ik ben bezig ons antwoord op die aanval te formuleren,' zei Odrade. 'Waarom stoor je me daarbij? Ik zou toch denken dat jij hen wel gestraft wilt zien.'

'Wat gaan jullie met hen doen? Vertel op! Wat gaan jullie doen?'

Een verbazend wraakgierig kind, dacht Odrade. Dat zou ingetoomd moeten worden. Haat was net zo'n gevaarlijke gemoedsaandoening als liefde. Het vermogen om te haten was het vermogen voor de tegenhanger van haat.

Odrade zei: 'Ik heb het Gilde, lx en de Tleilaxu de boodschap gestuurd die we altijd sturen als ze ons geergerd hebben. Vijf woorden ."Daar zullen jullie voor boeten."'

'Hoe zullen ze boeten?'

'Er wordt een passende Bene Gesserit straf bedacht. Ze zullen de gevolgen van hun gedrag voelen.' 'Maar wat gaan jullie dan doen?'

'Misschien krijg je dat mettertijd te horen. Misschien zul je zelfs wel leren hoe wij onze strafmaat bepalen. Voorlopig hoef jij dat niet te weten.'

Er verscheen een stuurse trek op Sheeana's gezicht. Ze zei: 'Je bent niet eens kwaad. Geergerd. Dat zei je.'

'Toom je ongeduld wat in, kind! Er zijn dingen die jij niet begrijpt.'

De Eerwaarde Moeder uit het verbindingsvertrek kwam weer binnen, wierp een blik op Sheeana en zei tegen Odrade: 'Het Kapittel bevestigt de ontvangst van uw verslag. Ze bekrachtigen uw antwoord.'

Toen de Eerwaarde Moeder uit het verbindingsvertrek bleef staan waar ze stond zei Odrade: 'Is er nog meer?'

Een vlugge blik op Sheeana verklaarde de terughoudendheid van de vrouw. Odrade stak haar rechterhand op, het sein om op gebarentaal over te gaan.

De Eerwaarde Moeder reageerde onmiddellijk en haar vingers dansten van ongebreidelde opwinding: 'Boodschap van Taraza

De Tleilaxu zijn de spil waar alles om draait. Gilde zal flink moeten gaan betalen voor zijn melange. Snij hun Rakische aanvoerlijnen af. Drijf Gilde en lx in eikaars armen. Ze zullen boven hun macht grijpen vanwege verpletterende concurrentie vanuit de Verstrooiing. Vissprekers voorlopig negeren. Die komen met lx ten val. Van de Tleilaxu heeft Meester der Meesters ons geantwoord. Hij gaat naar Rakis. Lok hem in de val.'

Odrade glimlachte om aan te geven dat ze het had begrepen. Ze keek de andere vrouw na toen die de kamer uitliep. Niet alleen was het Kapittel het eens met de op Rakis ondernomen acties, er was bovendien bewonderenswaardig snel een passende Bene Gesserit straf bedacht. Kennelijk hadden Taraza en haar raadslieden dit ogenblik verwacht.

Odrade slaakte een zucht van verlichting. Het bericht aan het Kapittel was beknopt geweest: een beschrijving in grote lijnen van de aanval, de lijst met namen van dode en gewonde Zusters, de herkomst van de aanvallers en een bevestiging aan Taraza dat Odrade de vereiste waarschuwing al aan de schuldigen had verstuurd: 'Daar zullen jullie voor boeten.'

Ja, die stomme aanvallers wisten nu dat het wespennest wakker geschud was. Dat zou angst opwekken - een wezenlijk deel van de straf.

Sheeana zat te wiebelen op haar stoel. Uit haar houding viel op te maken dat ze het eens met een andere aanpak wilde proberen. 'Een van jouw mensen zei dat er gelaatsdansers waren.' Ze wees met haar kin in de richting van het dak.

Wat was dit kind een reusachtig vat vol onwetendheid, dacht Odrade. Die leegte zou gevuld moeten worden. Gelaatsdansers! Odrade dacht aan de lijken die ze hadden onderzocht. De Tleilaxu hadden eindelijk hun nieuwe gelaatsdansers het veld ingestuurd. Het was natuurlijk een test van de Bene Gesserit. Deze nieuwe exemplaren waren ontzettend moeilijk te ontdekken. Maar ze verspreidden nog steeds die karakteristieke geur van hun unieke feromonen. Odrade had dat gegeven in haar boodschap aan het Kapittel vermeld.

De moeilijkheid was nu om deze Bene Gesserit kennis geheim te houden. Odrade ontbood een leerling-boodschapper. Met een vlugge blik naar het luchtrooster, zei ze vlug in gebarentaal: 'Dood de luistervinken!'

'Je stelt te veel belang in de Stem, kind,' zei Odrade uit de hoogte tegen Sheeana in haar stoel. 'Zwijgen is een uiterst waardevol werktuig als je iets wilt leren.'

'Maar zou ik de Stem kunnen leren beheersen? Ik wil het graag.'

'Ik draag je op om te zwijgen en van je zwijgen te leren.'

'Ik beveel je om mij de Stembeheersing te leren!'

Odrade dacht aan Kipuna's verslagen. Sheeana had een doelmatige Stembeheersing over de meeste mensen in haar omgeving. Het kind had zich dat zelfstandig eigen gemaakt. Een Stembeheersing op tussenniveau voor een beperkt gehoor. Ze was een natuurtalent. Tuek en Cania en de anderen waren bang voor Sheeana. Godsdienstige fantasieen droegen natuurlijk bij aan die angst, maar Sheeana's beheersing van Stemklank en toonhoogte getuigde van een bewonderenswaardige, onbewuste keuzevaardigheid.

Het gewenste antwoord aan Sheeana was overduidelijk, wist Odrade. Oprechtheid. Dat was een krachtig lokmiddel en het diende meer dan een doel.

'Ik ben hier om je een heleboel te leren,' zei Odrade, 'maar dat doe ik niet op jouw bevel.'

'Iedereen gehoorzaamt mij!' zei Sheeana.

Ze is nog amper in haar puberteit en zit nu al op aristocraten niveau, dacht Odrade. Bij onze zelfgeschapen Goden! Wat kan er allemaal niet uit haar groeien?

Sheeana liet zich uit haar stoel glijden en stond Odrade aan te kijken met een onderzoekende blik. De ogen van het kind bevonden zich ter hoogte van Odrades schouders. Sheeana zou lang worden, een gezag afdwingende gestalte. Als ze het overleefde.

'Op sommige van mijn vragen geef je antwoord, maar op andere niet,' zei Sheeana. 'Je zegt dat jullie op mij hebben gewacht maar dat wil je verder niet uitleggen. Waarom wil je me niet gehoorzamen?'

'Een idiote vraag, kind.'

'Waarom noem je me steeds maar kind?'

'Ben je dan geen kind?'

'Ik menstrueer.'

'Maar je bent nog een kind.'

'De priesters gehoorzamen me.'

'Ze zijn bang van je.'

'En jij niet?'

'Nee, ik niet.'

'Mooi. Het wordt vervelend als mensen alleen maar bang voor je zijn.'

'De priesters denken dat jij van God komt.' 'Denk jij dat niet?'

'Waarom zou ik? Wij-' Odrade zweeg omdat er een leerlingboodschapper binnenkwam. De vingers van de leerling vertelden zwijgend hun verhaal. 'Vier priesters stonden te luisteren. Ze zijn gedood. Alle vier ondergeschikten van Tuek.'

Odrade gaf de boodschapper met een gebaar te kennen dat ze kon gaan.

'Zij praat met haar vingers,' zei Sheeana. 'Hoe doet ze dat?'

'Jij stelt te veel verkeerde vragen, kind. En je hebt me nog steeds niet verteld waarom ik je als een werktuig van God zou moeten beschouwen.'

'Shaitan spaart mij. Ik loop door de woestijn en als Shaitan komt praat ik tegen hem.'

'Waarom noem je hem Shaitan in plaats van Shai-hulud?'

'Iedereen stelt altijd diezelfde stomme vraag!'

'Geef mij dan je stomme antwoord.'

De norse uitdrukking keerde op Sheeana's gezicht terug. 'Vanwege de manier waarop we met elkaar kennis maakten.' 'En hoe hebben jullie kennis gemaakt?'

Sheeana hield haar hoofd schuin, keek Odrade een ogenblik aan en zei toen: 'Dat is een geheim.'

'En jij weet hoe je geheimen moet bewaren?'

Sheeana ging rechtop staan en knikte, maar Odrade herkende de onzekerheid in die beweging. Het kind wist wanneer ze in een onmogelijke positie werd gemanoeuvreerd!

'Uitstekend!' zei Odrade. 'Het bewaren van geheimen is een van de meest wezenlijke dingen die een Eerwaarde Moeder moet leren. Ik ben blij dat we ons daar niet druk over hoeven te maken.'

'Maar ik wil alles leren!'

Wat een kribbigheid klonk er in haar stem door. Heel slechte gemoedsbeheersing.

'Je moet me alles leren!' herhaalde Sheeana koppig.

Tijd voor de zweep, dacht Odrade. Sheeana had genoeg gezegd en gedaan om zelfs een vijfdeklas leerling in staat te stellen haar met gemak onder de duim te houden.

Met alle kracht van haar Stem zei Odrade: 'Sla die toon niet tegen me aan, kind! Als je tenminste ooit iets wilt opsteken!'

Sheeana verstijfde. Het duurde meer dan een minuut voor ze verwerkt had wat haar was overkomen en ze zich eindelijk ontspande. Even later lachte ze, hartelijk en ontvankelijk. 'O, ik ben zo blij dat u bent gekomen! Het was de laatste tijd zo saai!'