De wet kiest altijd partij op grond van macht tot afdwingen. Zedelijk normbesef en juridische spitsvondigheid hebben er maar weinig mee te maken als de werkelijke vraag is: Wie heeft de knoet?

Bene Gesserit raadsnotulen: Archief no. XOX232

Onmiddellijk nadat Taraza met haar gezelschap van Gammu was vertrokken, stortte Teg zich in zijn werk. Er moesten nieuwe gedragsregels voor in de Burcht worden opgesteld om Schwangyu op zekere afstand van de ghola te houden. Bevel van Taraza.

'Waarnemen mag ze zoveel ze wil. Maar ze moet van hem afblijven.'

Ondanks de drukkende werklast betrapte Teg zichzelf erop dat hij op de raarste momenten in de lucht zat te staren, ten prooi aan ongeremde onrust. De ervaring opgedaan bij het redden van Taraza's gezelschap uit het Gildeschip en Odrades eigenaardige onthullingen pasten in geen enkele gegevensindeling die hij bedacht.

Afhankelijkheden... sleutelstammen...

Ineens merkte Teg dat hij in zijn werkkamer zat met op het projectiescherm voor zijn neus een taakverdeling met een veranderde ploegenindeling die hij moest goedkeuren, en heel even had hij er geen idee van hoe laat het was of zelfs wat voor dag het was. Het duurde even voor hij alles weer op een rijtje had.

Het was halverwege de ochtend en Taraza en haar gezelschap waren al twee dagen weg. Hij was alleen. Ja, Patrin had vandaag het oefenschema met Duncan van hem overgenomen om Teg de handen vrij te geven voor de commandobeslissingen.

De werkkamer deed Teg vreemd aan. En toch, als hij stuk voor stuk elk element erin bekeek, zag hij alleen maar vertrouwde dingen. Hier stond zijn eigen persoonlijke gegevensbank. Zijn uniformjasje hing keurig over de rugleuning van een stoel naast hem. Hij probeerde in mentat staat te komen en merkte dat zijn geest zich daartegen verzette. Dat verschijnsel was hij sinds de oefenperiode tijdens zijn opleiding niet meer tegengekomen. Oefenperiode.

Taraza en Odrade hadden hem met zijn tweeen opnieuw in een soort oefenfase gebracht. Zelf-oefening.

Zonder er erg bij betrokken te zijn voelde hij hoe zijn geheugen op de proppen kwam met een gesprek dat hij in het verre verleden met Taraza had gevoerd. Wat kwam het hem vertrouwd voor! Hij was er bij, gevangen in de ogenblikken van zijn eigen geheugenstrik.

Taraza en hij waren destijds allebei erg moe geweest na het nemen van de beslissingen en het uitvoeren van de maatregelen om een bloedige strijd te voorkomen - het Barandiko incident. Inmiddels niet veel meer dan een oprisping in de geschiedenis, maar destijds had het al hun gezamenlijke krachten gevergd.

Na het tekenen van de overeenkomst noodde Taraza hem in de kleine zitkamer van haar verblijven aan boord van het non-schip. Ze praatte ontspannen en prees zijn schranderheid, de manier waarop hij had ingezien welke zwakke punten tot een compromis zouden dwingen.

Ze waren al bijna dertig uur onafgebroken in touw en Teg was blij dat hij even kon zitten terwijl Taraza haar voedrankomaat bediende. Die produceerde heel gehoorzaam twee hoge glazen met een romige bruine vloeistof.

Teg herkende de geur toen ze hem het glas aanreikte. Het was een snelle energie aanvuller, een opkikkertje dat de Bene Gesserit maar zelden met buitenstaanders deelde. Maar Taraza beschouwde hem niet langer als een buitenstaander.

Met zijn hoofd achterover en zijn blik op het versierde plafond van Taraza's kleine zitkamer, nam Teg een lange teug uit zijn glas. Dit non-schip was een ouderwets model, gebouwd in de tijd dat men alles nog zorgvuldig versierde - bewerkelijk gebeeldhouwde kroonlijsten en drukke barokversieringen in elk oppervlak uitgesneden.

De smaak van de drank stuurde zijn geheugen terug naar zijn jeugd, de fikse scheut melange erin...

'Mijn moeder maakte dit altijd voor me als ik me te zwaar had ingespannen,' zei hij met een blik op het glas in zijn hand. Hij voelde de kalmerende energie zijn lijf al binnenstromen.

Taraza nam haar eigen glas mee naar een stoelhond tegenover hem, een donzig wit, levend meubelstuk dat zich met het gemak van langdurige gewenning naar haar lijf voegde. Voor Teg had ze een gewone stoel met groene bekleding laten aanrukken, maar ze zag hem snel even naar de stoelhond kijken en grijnsde tegen hem.

'Smaken verschillen, Miles.' Ze nam een teugje van haar glas en zuchtte. 'Dat was pas aanpoten, zeg, maar we hebben goed werk geleverd. Op bepaalde momenten scheelde het maar een haar of het zou heel lelijk aflopen.'

Teg voelde zich geroerd door haar ontspannen houding. Geen uiterlijk vertoon, geen kant-en-klaar masker om hen te scheiden en hun onderscheidenlijke rol in de Bene Gesserit rangorde te omlijnen. Ze gedroeg zich opvallend vriendschappelijk en dat nog wel zonder enig spoor van verleidelijk gedoe. Dit was dus gewoon wat het op het eerste gezicht leek - voor zover je dat al kon zeggen over een samenzijn met een Eerwaarde Moeder.

Ineens opgetogen, besefte Teg dat hij inmiddels heel bekwaam was geworden in het doorzien van Alma Mavis Taraza, zelfs als ze een van haar maskers opzette.

'Je moeder heeft je meer geleerd dan ze je mocht leren,' zei Taraza. 'Een verstandige vrouw, maar weer een ketter. We kunnen tegenwoordig kennelijk alleen nog maar ketters fokken.'

'Ketter?' Hij was gepikeerd.

'Dat is een grapje van de Zusters onder elkaar,' zei Taraza. 'Wij horen de bevelen van een Moeder Superior op te volgen met volslagen toewijding. En dat doen we ook, behalve als we het er niet mee eens zijn.'

Teg lachte en nam een grote slok uit zijn glas.

'Het is gek,' zei Taraza, 'maar toen we die spannende kleine veldslag voerden merkte ik dat ik op jou net zo reageerde als ik op een van mijn mede-Zusters zou doen.'

Teg voelde hoe de drank zijn maag deed gloeien. Er bleef een prikkelende geur in zijn neus achter. Hij zette het lege glas op een bijzettafeltje, keek ernaar en zei: 'Mijn oudste dochter...'

'Dat moet Dimela zijn. Je had haar aan ons moeten geven, Miles.'

'Het was niet mijn beslissing.'

'Maar een woord van jou...' Taraza haalde haar schouders op. 'Nu ja, dat is voorbij. Wat was er met Dimela?' 'Zij vindt dat ik vaak te veel op een van jullie lijk.' 'Te veel?'

'Ze heeft een felle loyaliteit jegens mij, Moeder Superior. Ze begrijpt onze verhouding eigenlijk niet echt en-'

'Wat is onze verhouding?'

'Jij beveelt en ik gehoorzaam.'

Taraza keek hem over de rand van haar glas aan. Toen ze het glas neerzette zei ze: 'Ja, jij bent nooit echt een ketter geweest, Miles. Misschien... ooit...'

Om Taraza van zulke gedachten af te brengen zei hij vlug: 'Dimela vindt dat langdurig gebruik van melange veel mensen op jullie doet lijken.'

'Is dat zo? Is het niet eigenaardig, Miles, dat juist een geriatrisch elixer zoveel bijwerkingen vertoont?' 'Ik vind dat niet eigenaardig.'

'Nee, jij niet uiteraard.' Ze dronk haar glas leeg en zette het opzij. 'Ik doelde op de manier waarop een betekenisvolle levensverlenging in bepaalde mensen, en vooral in jou, een diepe kennis van de mensheid teweeg heeft gebracht.'

'We leven langer en zien dus meer,' zei hij.

'Volgens mij ligt het niet zo eenvoudig. Sommige mensen zien nooit iets. Het leven overkomt hen gewoon. Ze redden het met maar weinig meer dan een soort domme hardnekkigheid, en ze verzetten zich kwaad en wrokkig tegen alles wat hen boven die valse rust uit zou kunnen tillen.'

'Ik heb nooit een bevredigende balans voor de specie kunnen maken,' zei hij, doelend op een gebruikelijke mentat methode voor het schiften van gegevens.

Taraza knikte. Kennelijk ondervond zij dezelfde moeilijkheden. 'Wij Zusters zijn vaak wat rechtlijniger dan mentats,' zei ze. 'We hebben vaste manieren om onszelf daaruit los te schudden maar het is een hardnekkige kwaal.'

'Onze voorouders kenden dit probleem al heel lang,' zei hij.

'Voor de specie was het anders,' zei hij.

'Maar ze leefden zo kort.'

'Vijftig, honderd jaar; dat lijkt ons niet erg lang, maar toch...' 'Persten ze soms meer samen in de beschikbare tijd?' 'O, bij tijd en wijle konden ze als dollen tekeergaan.'

Ze deed hem verslag over waarnemingen uit haar Andere Herinneringen, begreep hij. Het was niet voor het eerst dat hij zulke oude kennis te horen kreeg. Zijn moeder had bij gelegenheid ook wel eens dergelijke herinneringen aangehaald, maar altijd om hem iets te leren. Deed Taraza dat nu ook? Leerde ze hem iets?

'Melange is een monster met vele handen,' zei ze.

'Wens jij wel eens dat we het nooit gevonden hadden?'

'Zonder melange zou de Bene Gesserit niet bestaan.'

'Noch het Gilde.'

'Maar er zou geen Dwingeland geweest zijn, geen Muad'Dib. De specie geeft met een hand en neemt met al zijn andere handen.'

'En in welke hand zit wat wij wensen?' vroeg hij. 'Is dat niet altijd de vraag?'

'Jij bent een rariteit, weet je dat Miles? Mentats houden zich zo zelden op met filosofie. Volgens mij is dat een deel van jouw kracht. Jij bent bij uitstek tot twijfel in staat.'

Hij haalde zijn schouders op. De wending die het gesprek nam bracht hem van zijn stuk.

'Je kan er niet om lachen,' zei ze. 'Maar blijf je in ieder geval aan je twijfels vastklampen. Twijfel is noodzakelijk voor een filosoof.'

'Zoals de Zensunni ons verzekeren.'

'Alle mystici zijn het daarover eens, Miles. Onderschat nooit de kracht van de twijfel. Erg overtuigend. S'tori houdt twijfel en zekerheid in een hand.'

Stomverbaasd vroeg hij: 'Voeren Eerwaarde Moeders Zensunni rituelen uit?' Hij had dat nooit eerder vermoed.

'Slechts een keer,' zei ze. 'Wij bereiken een verheven vorm van s'tori, totaal. Elke cel is erbij betrokken.'

'De speciemarteling,' zei hij.

'Ik was ervan overtuigd dat je moeder het je had verteld. Kennelijk legde ze nooit de verwantschap met de Zensunni uit.'

Teg slikte een brok uit zijn keel weg. Fantastisch! Ze gaf hem een nieuw inzicht in de Bene Gesserit. Dit veranderde zijn hele opvatting, met inbegrip van het beeld dat hij van zijn eigen moeder had. Ze werden van hem verwijderd naar een onbereikbare plaats waar hij hen nooit zou kunnen volgen. Bij gelegenheid beschouwden ze hem dan misschien als een kameraad maar hij zou nooit een lid van de intieme kring kunnen worden. Hij kon doen alsof, meer niet. Hij zou nooit zo worden als Muad'Dib of de Dwingeland.

'Voorzienigheid,' zei Taraza.

Het woord eiste zijn aandacht op. Ze was op een ander onderwerp overgegaan zonder van onderwerp te veranderen. 'Ik dacht inderdaad aan Muad'Dib,' zei hij. 'Jij dacht dat hij de toekomst voorspelde,' zei ze. 'Dat wordt mentats geleerd.'

'Ik hoor de twijfel in je stem, Miles. Voorspelde hij of schiep hij de toekomst? Voorzienigheid kan verschrikkelijk zijn. De mensen die van het orakel verlangen dat het de toekomst voor hen voorspelt willen eigenlijk alleen maar weten wat voor prijs walvisbont volgend jaar zal opbrengen, of iets dergelijks laag bij de gronds. Geen van hen wil zijn persoonlijke leven van seconde tot seconde voorspeld krijgen.'

'Geen verrassingen meer,' zei Teg.

'Precies. Als je zulke voorkennis bezat zou je leven onuitsprekelijk saai worden.'

'Denk jij dat Muad'Dibs leven saai was?'

'En dat van de Dwingeland ook. Wij zijn van mening dat hun hele leven gewijd was aan het doorbreken van de ketens die ze zelf hadden geschapen.'

'Maar zij geloofden...'

'Denk aan je filosofen twijfel, Miles. Pas op! De geest van de gelovige staat stil, en zal nooit uitdijen tot een onbegrensd, oneindig heelal.'

Teg bleef een ogenblik zwijgend zitten. Hij voelde de vermoeidheid die door de drank net buiten zijn directe gewaarwording was geduwd, hij voelde ook de manier waarop zijn gedachten werden opgejaagd door het binnendringen van nieuwe begrippen. Dit waren dingen waarvan hem was geleerd dat ze een mentat zouden verzwakken, en toch voelde hij zich er juist door gesterkt.

Ze leert me iets, dacht hij. Er zit hier een les in.

Hij merkte dat zijn hele mentat aandacht gericht was op de Zensunni vermaning die aan elke beginnende student aan de mentat school geleerd werd, alsof die met vurige letters in zijn hoofd werd geprojecteerd:

Door je geloof in granulaire singulariteiten ontken je alle beweging - vooruit of achteruit. Geloof vestigt een granulair heelal en zorgt dat dat blijft bestaan. Je kunt niets laten veranderen want op die manier zon je niet-bewegende heelal verdwijnen. Maar als jij niet beweegt, beweegt het uit zichzelf. Het ontwikkelt zich tot buiten jouw bereik en is dan niet langer toegankelijk voor je.

'En het eigenaardigste van alles,' zei Taraza, zich helemaal overgevend aan de stemming die ze zelf had geschapen, 'is dat de wetenschappers van lx niet kunnen inzien hoezeer hun eigen geloofsovertuigingen hun heelal beheersen.'

Teg staarde haar aan, zwijgend en ontvankelijk.

'De geloofsovertuigingen van Ixianen zijn volkomen onderworpen aan de keuzes die ze maken inzake de manier waarop ze hun heelal wensen te bekijken,' zei Taraza. 'Hun heelal beweegt niet uit zichzelf maar voert de bewegingen uit die horen bij de soorten experimenten die zij kiezen.'

Ineens schrok Teg uit zijn herinneringen wakker om in de Burcht op Gammu bij zijn positieven te komen. Hij zat nog steeds op de vertrouwde stoel in zijn werkkamer. Een blik door de kamer vertelde hem dat alles nog op de plaats stond waar hij het had neergezet. Er waren maar een paar minuten verstreken maar de kamer en de dingen erin kwamen hem niet langer vreemd voor. Hij was even ondergedompeld geweest in de mentat staat. Gesterkt.

De geuren en de smaak van de drank die Taraza hem zo lang geleden had gegeven, tintelden nog op zijn tong en in zijn neus. Hij wist dat hij zich in een mentat oogwenk het hele tafereel zo weer voor de geest kon halen - het schemerige licht van de gedempte gloeibollen, de stoel waarop hij zat, het geluid van hun stemmen. Alles lag vast in een tijdcapsule van op zichzelf staande herinneringen en hij zou het zo kunnen afspelen.

Het oproepen van die oude herinnering schiep een magisch heelal waarin zijn vermogens tot voorbij zijn wildste verwachtingen waren toegenomen. In dat magische heelal bestonden geen atomen, alleen maar golven en ontzagwekkende bewegingen rondom. Hij werd daar gedwongen om alle op begrip en geloof gebouwde barrieres op te geven. Dit heelal was doorzichtig. Hij kon er doorheen kijken zonder gezichtsbelemmerende schermen waarop de vormen ervan geprojecteerd moesten worden. Het magische heelal beperkte hem tot een kern van levendige verbeelding waar zijn eigen beeldende vermogens het enige scherm vormden waarop een projectie kon worden waargenomen.

Kijk, ik ben poppenspeler en marionet tegelijk!

De werkkamer rondom Teg golfde zijn zintuiglijke werkelijkheid in en uit. Hij voelde zijn bewustzijn samentrekken tot zijn meest beperkte doelstelling, en toch vulde die doelstelling zijn hele heelal. Hij stond open voor de oneindigheid.

Taraza heeft dit met opzet gedaan! dacht hij. Ze heeft mijngeest verruimd!

Een gevoel van ontzag dreigde hem te overweldigen. Hij begreep nu dat zijn dochter, Odrade, ook zulke krachten had aangewend om voor Taraza het Atreides manifest te kunnen scheppen. Zijn eigen mentat vermogen was ondergedompeld in het grotere patroon.

Taraza verlangde een vreselijke prestatie van hem. De noodzaak voor zoiets was tegelijk een uitdaging en een schrikbeeld voor hem. Het zou heel goed de ondergang van de Zusters kunnen betekenen.