25 maart
Ik had een paar dagen verstek laten gaan. Ik was er niet meer geweest sinds de avond waarop Sophie haar lieve kat had ontdekt, vastgespijkerd aan de deur van het schuurtje van haar man. Wat een gemene streek, stel je eens voor dat het jou zou overkomen! Ik arriveerde tegen negenen. Sophie vertrok. Ik kon nog net een glimp van haar opvangen toen ze een reistas in de kofferbak van haar auto legde. Ik wachtte een halfuur, uit voorzorg, en toen forceerde ik een luik op de begane grond, aan de achterkant van het huis, en ging naar binnen. Sophie had niet stilgezeten. Ze had het grootste deel van de benedenverdieping al geschilderd, de keuken, de zitkamer en een ander vertrek waarvan ik niet wist waar het voor bestemd was. Een fraaie, lichtgele tint met friezen van een donkerder kleur geel. De balken van de zitkamer hadden een beetje pistachegroene kleur (voor zover ik dat kon beoordelen). Hoe dan ook, het zag er heel mooi uit. Monnikenwerk. Tientallen en tientallen uren werk. De arbeiders waren nog lang niet klaar met de badkamer, maar er was warm water. Ook de keuken werd opgeknapt. De arbeiders hadden de meubels zomaar ergens in de keuken neergezet. Ik had het idee dat het werk van de loodgieter eerst af moest zijn voordat ze de keuken écht gingen inrichten. Ik zette thee voor mezelf en dacht na. Ik liep door de vertrekken. Ik nam twee of drie snuisterijen voor mezelf mee, het soort dingetjes waarvan je nooit merkt dat ze verdwenen zijn, maar die je verrassen als je ze toevallig terugvindt. Toen ik mijn besluit had genomen, ging ik de potten verf en de kwasten zoeken. Ik deed er veel korter over dan Sophie om alles opnieuw te schilderen, van de grond tot aan het plafond, maar dan wel in een 'spontanere' stijl. De keukenmeubels heb ik gereduceerd tot hout voor de open haard. Ik heb de druipsporen van de verf met het tafelkleed weggeveegd. Ik heb van de gelegenheid gebruikgemaakt om een lik verf van een woeste kleur aan het meubilair toe te voegen. Ik heb de leidingen van de badkamer tot aan de keuken doorgeknipt en ben vertrokken, terwijl de kranen openstonden.
Ik heb geen behoefte om onmiddellijk terug te keren.
26 maart
Kort na haar aankomst heeft Sophie kennisgemaakt met Laure Dufresne, de onderwijzeres van de dorpsschool. Ze zijn ongeveer even oud en ze konden het meteen goed met elkaar vinden. Ik heb van het lesrooster geprofiteerd om een kijkje in Laures huis te nemen. Ik wil niet verrast worden. Geen bijzonderheden. Een rustig leventje. Een rustige jonge vrouw. Ze zien elkaar vrij vaak. Laure komt graag langs aan het eind van de dag, en dan drinken ze samen koffie. Sophie is haar een handje gaan helpen bij het plaatsen van nieuwe meubels in haar klaslokaal. Ik heb door de verrekijker gezien dat ze zich amuseerden. Ik heb de indruk dat het contact positief is voor Sophie. Ik ben gaan fantaseren. De vraag is hoe ik dat alles ga gebruiken. En ik denk dat ik het antwoord heb gevonden.
27 maart
Hoe Laure ook probeert Sophie gerust te stellen, Sophie blijft ontmoedigd. Na de dood van haar kat is haar huis vernield terwijl zij afwezig was, en dat heeft haar een zware slag toegebracht. Volgens haar gaat het om een kwaadwillige persoon uit de omgeving. Volgens Laure is dat onmogelijk: Sophie is heel goed ontvangen, de dorpelingen zijn heel aardig, verzekert ze. Sophie heeft grote twijfels. En de feiten die ze aanvoert spreken in haar voordeel. Experts laten komen, aangifte doen, arbeiders vinden, nieuwe meubels bestellen, dat is allemaal niet in één dag gebeurd. Dat duurt weken (maanden misschien, zie daar maar eens achter te komen). En alles opnieuw schilderen. Bovendien is er Vincent met zijn nieuwe baan... Hij werkt elke dag tot s avonds laat. Hij zegt dat het normaal is, dat het in het begin altijd zo is. Ze voelt dat er iets niet goed is begonnen bij dit huis. Ze wil geen al te negatieve gedachten hebben (je hebt gelijk, Sophie: blijf rationeel). Vincent heeft een alarmsysteem laten aanbrengen om haar gerust te stellen, maar toch voelt ze zich niet op haar gemak. De wittebroodsweken met l'Oise zullen niet lang hebben geduurd. Haar zwangerschap? Die vordert. Drieënhalve maand. Maar Sophie ziet er werkelijk niet goed uit.
2 april
Dat ontbrak er nog maar aan: er zijn ratten in het huis! Er was geen enkele rat en ineens stikt het ervan. En als je er ééntje ziet, schijnen er tien te zijn. Het begint met een paartje en dan planten ze zich razendsnel voort. Overal wemelt het van de ratten. Je ziet ze wegrennen en in de hoeken verdwijnen. Echt angstaanjagend! s Nachts hoor je ze krabben. Je zet vallen, perverse producten die hen lokken en doden. Werkelijk waar, je vraagt je af hoeveel er wel niet zijn. Ik rij heen en weer met rattenpaartjes die doldraaien in de zijtassen van mijn motor. Dat is het aller-onaangenaamste.
4 april
Bij Laure vindt Sophie de meeste troost. Ik ben naar het huis van de lerares teruggegaan om een paar kleine dingetjes te controleren. Ik vroeg me zelfs af of dat meisje niet een beetje lesbisch was, maar ik dacht van niet. Toch wordt dat beweerd in de anonieme brieven die in het dorp en in de omgeving zijn verspreid. Eerst hebben ze op het gemeentehuis zon brief ontvangen, en daarna bij de sociale dienst en bij de onderwijsinspectie. Er staan gruwelijke dingen over Laure in. Ze wordt omschreven als oneerlijk (in één brief staat dat ze fraudeert met de bankrekeningen van het schoolbestuur), als boosaardig (in een andere brief staat dat ze ondeugende kinderen superstreng aanpakt), als immoreel (er wordt beweerd dat ze stiekem een verhouding heeft met Sophie Duguet). Er hangt een onaangename sfeer in het dorp. Uiteraard baart zoiets veel opzien in een dorp waarin nooit iets gebeurt. In haar e-mails omschrijft Sophie Laure als een 'zeer moedig meisje'. Sophie heeft de gelegenheid aangegrepen om Laure een beetje te helpen, daardoor voelt ze zich nuttig.
15 april
Nou, daar is ze dan eindelijk, de beroemde Valérie! Ik vind dat ze op elkaar lijken, Sophie en Valérie. Ze kennen elkaar van de middelbare school. Valérie werkt bij een internationaal transportbedrijf in Lyon. Op internet is niets te vinden over 'Valérie Jour- dain'. Maar bij 'Jourdain', dus alleen de achternaam, krijg je toegang tot de hele familie, van de grootvader, oorsprong van het familiefortuin, tot en met de kleinzoon, Henri, oudste broer van Valérie. Aan het eind van de negentiende eeuw had de familie al
een vrij aanzienlijk fortuin vergaard, met weefgetouwen. Toen kreeg de grootvader, Alphonse Jourdain, een ongekend geniale inval. Hij vroeg een octrooi voor synthetisch katoen aan, wat de familie gedurende twee generaties verzekerde van voldoende geld om van te leven. Dat ging allemaal goed tot Alphonse, de vader van Valérie, het over een andere boeg gooide en door een reeks speculaties (voornamelijk in onroerend goed) de rustige tijd van twee tot acht generaties verlengde. Ten aanzien van zijn persoonlijke fortuin: alleen al van de verkoop van zijn appartement zou hij onbezorgd tot zijn 130ste kunnen leven.
Ik heb Sophie en Valérie in de tuin zien wandelen. Een somber kijkende Sophie liet haar alle planten zien die doodgingen. Zelfs een aantal bomen. Ze weten niet wat er gebeurt. Ze willen het liever niet weten.
Valérie toont zich vol goede wil (ze denkt even na, dan steekt ze een sigaret op, gaat op een kruk zitten en kletst erop los, tot ze beseft dat Sophie al meer dan een uur de enige is die werkt). Het probleem is dat ze bang is voor ratten, dat het angstzweet haar uitbreekt als het alarm - soms vier keer per nacht - afgaat. Voor mij is dat natuurlijk veel maar ook erg dankbaar werk. Valérie vindt dat het niet normaal is. Ik kan haar daar geen ongelijk in geven.
Sophie heeft Laure aan Valérie voorgesteld. Het lijkt allemaal goed te verlopen. Natuurlijk, Valérie heeft niet echt vakantie met Sophie, die al maanden chronisch depressiefis, en Laure, die leeft in de angst voor de golven anonieme brieven die het dorp blijven overspoelen...