LXV
Rheinland-Pfalz, Duitsland
Nick wist niet wanneer hij wakker was geworden. De donkere dag
en de zware gordijnen hielden de kamer in de schemering. Hij had de
hele week in die ziekelijke duisternis doorgebracht, in het licht
van treinstellen, straatlantaarns, autokoplampen en kale peertjes.
Een vlieg die in amber verdronk.
Maar amber was koud; Nick was warm, zelfs gloeiend, in dekens en
lakens en Emily gehuld. Haar topje was in haar slaap omhooggekropen
zodat haar naakte rug tegen zijn buik aan drukte, hun lichamen
verstrengeld in één enkele kromming.
De hitte van haar lichaam tegen het zijne vervulde hem van
begeerte. Hij trok haar haren uiteen om haar in haar nek te kussen;
hij streelde haar blote arm waar die over de dekens lag. Ze keerde
hem haar hoofd toe, haar lippen zochten de zijne. Hij zag dat haar
ogen gesloten waren en hield afstand, maar ze pakte zijn hoofd vast
en trok zijn mond naar de hare toe.
Begeerte zwol aan tot geilheid. Hij gleed met zijn hand over haar
dijbeen en klemde toen met zijn hand op haar heup en reed tegen
haar aan. Ze haalde zwaar adem. Ze trok zijn hand weg en bracht hem
over haar lichaam zodat hij haar borsten kon voelen door de strakke
stof van haar topje. Ze rolde op haar rug en trok hem op zich. Hij
liet zich gewillig meevoeren.
Toen hij weer ontwaakte was hij alleen in bed. Zijn koppijn was
verdwenen maar hij had een vreselijke honger. Emily had zich
aangekleed
en zat bij het ladekastje, waar ze een provisorisch bureautje van
had gemaakt. Ze had het gestolen bibliotheekboek voor zich
opengeslagen, samen met de enorme grafiek, waarop ze met een
potlood aantekeningen maakte.
Nick kwam overeind. Een wirwar van herinneringen die misschien
dromen waren geweest, en dromen waarvan hij hoopte dat ze
herinneringen waren, raasde door hem heen. Hij bloosde.
Emily keek naar hem en lachte verlegen. 'Lekker geslapen?'
'Hmmm.' Hij zocht haar gezicht af naar sporen van spijt, tot hij
besefte dat ze hetzelfde bij hem deed.
'Ik hoop niet dat je denkt... Ik weet dat ik niet moet...'
'Nee.'Wacht, dat klonk verkeerd. 'Ik bedoel ja, dat moet je wel.
Niet dat je dat moet..!
'Ik wil niet tussen jou en Gillian komen.'
Nicks verwarde gedachten stopten abrupt. 'Gillian?'
'Ik weet wat ze voor je betekent.'
'Dat weet je niet.' Nick gooide de dekens van zich af en stond op,
naakt. Gegeneerd keek Emily weg. 'Denk je dat ik haar wanneer we
haar vinden in mijn armen sluit en er met haar vandoor ga?'
Ze gooide haar hoofd in haar nek en keek hem recht aan. 'Waarom doe
je dit dan allemaal?'
Nick bleef haar aankijken en besefte dat hij het antwoord niet meer
wist.
'Ik ga douchen.'
Er was geen douche; alleen een bad. Hij waste zich zo goed mogelijk
in het lauwe water en kleedde zich aan. Toen hij tevoorschijn kwam,
zat Emily in kleermakerszit op het opgemaakte bed, met boeken en
papieren om zich heen.
'Wat heb je ontdekt?'
'Ik probeer de verbanden tussen Gutenberg en de Meester van de
Speelkaarten te ontdekken.'
Deze woordenwisseling leek een onuitgesproken afspraak te
beklinken. Emily ontspande zich; Nick ging zitten op de hoek van
het bed.
'We mogen aannemen dat Gillian de bladzijde die wij hebben
samengevoegd niet heeft gezien. Ze zal een ander spoor zijn
gevolgd.'
'Inderdaad.' Nick onderzocht het grote vel papier dat op het bed
lag uitgespreid. Het was bedekt met een onregelmatig rooster, door
vouwen gekreukt; het merendeel van de vierkantjes was onbeschreven,
maar op de andere vierkantjes stonden cryptische fragmenten: 'F.
212r midden onder, hetzelfde.' Plaatjes van de speelkaarten in
miniatuurpentekeningen stonden langs de linkerkolom.
'Wat is dat?'
'Het is een grafiek van boeken en manuscripten met illustraties die
lijken op de speelkaarten. Er staat opgesomd welke plaatjes waar
staan. Een ervan is de Gutenbergbijbel uit Princeton, waarover ik
je heb verteld.'
Nick stapte van het bed af en liep naar een laag tafeltje bij de
deur, waarop een waterkoker en een kistje met theezakjes stonden.
'Ik snap het niet. Als het bij Gutenberg draait om het feit dat
alle exemplaren hetzelfde zijn, moeten ze dan niet allemaal
dezelfde illustraties hebben?'
Emily schudde het hoofd. 'Zoals vele revolutionairen hulde
Gutenberg zijn uitvinding in heel conservatieve kleren. Mensen zijn
op hun hoede voor veranderingen. Hij verkocht geen nieuwigheidje;
hij probeerde mensen te overtuigen dat hij een betere manier had om
iets vertrouwds te reproduceren. In dit geval manuscripten. Precies
zoals de eerste automobielen op paardenwagens leken.'
Nick vulde de waterkoker.
'In de middeleeuwen kocht je niet een boek zoals je dat
tegenwoordig doet. Het waren allemaal deeltaken. Eerst vond je de
gewenste tekst, dan liet je een klerk die kopiëren. Hij schreef hem
uit over katernen van acht of tien pagina's, die je vervolgens bij
een boekbinder bracht, die ze samenbond en van een kaft voorzag.
Ten slotte zocht je een rubricator, die de rubriek invulde, de
hoofdstuktitels, in rood of blauw, en een illuminator om de
afbeeldingen te verschaffen. Zwart graag.'
Nick pakte twee theezakjes uit het kistje en gooide ze in de
kommen.
'Sommige vroege bladzijden van de Gutenbergbijbel tonen dat hij
zelfs experimenteerde met tweekleurendruk, zodat hij de
hoofdstuktitels kon toevoegen aan de hoofdtekst. Maar hij liet dat
idee al snel varen vermoedelijk omdat het te moeilijk en
tijdverslindend was. Gutenberg wilde de manier waarop boeken werden
geproduceerd niet veranderen, alleen de manier waarop teksten
werden geproduceerd.'
Nick herinnerde zich een zinnetje achter in het bestiarium: 'een
nieuwe manier van schrijven'.
'Ik had al veel eerder moeten beseffen wat het betekende. Maar het
antwoord op je vraag is: hoewel de teksten van de Gutenbergbijbel
allemaal zo goed als identiek zijn, is elk resterend exemplaar
uniek. Ze zijn allemaal gebonden en verlucht door verschillende
mensen.'
'En het Princeton-exemplaar werd door de Meester van de
Speelkaarten gemaakt?'
'Sommige afbeeldingen in de Princeton-uitgave zijn getrouwe kopieën
van de figuren op de speelkaarten,' corrigeerde zij hem. 'Het kan
zijn dat een illuminator de speelkaarten zag en ze kopieerde, of
dat ze allebei dezelfde bron hebben nagetekend.'
'Alleen hebben we nu een vel papier waarop Gutenberg en de Meester
op dezelfde pagina van een ander boek staan.' Nick goot kokend
water in de kommen. 'Laten we aannemen dat dat niet gewoon toeval
is; Gillian heeft dat blijkbaar ook gedaan.'
'Klopt. Daarom wilde ik de illustraties van de Princeton-versie
bekijken. Misschien is er een of ander patroon, een aanwijzing die
Gillian vond.'
'Heb je al wat gevonden?'
'Nog niet. Deze grafiek noemt alleen de paginanummers. Ik moet de
bijbehorende teksten zien.'
Nick staarde haar aan. 'Ik hoop niet dat je van plan bent om nóg
een bibliotheekboek te gaan stelen.'