XXIX
Parijs
Het Institut Georges Sagnac was gehuisvest in een laag betonnen
universiteitsgebouw in een westelijk gelegen buitenwijk van Parijs.
Voor de meeste ramen hingen lamellen; de weinige kamers met
verlichte ramen gloeiden op als televisieschermpjes. Een stel
tieners rolde met skateboards over de oprit, maar verder was er
niemand te bekennen.
Nick en Emily hielden halt voor een van de gebouwen en belden aan
bij het bordje waarop de naam vandevelde stond. Het plastic doosje
van de intercom was gebarsten, de luidspreker klonk gedempt door
een collage van verbleekte stickers waarop undergroundbands,
radicale politiek, avant-gardekunst of alleen oproepen tot anarchie
stonden.
'oui?
Emily boog zich dichter naar de muur toe. 'Professor Vandevelde?
Hier doctor Sutherland.'
Een geluid als een cirkelzaag brak los door de luidspreker. De deur
klikte open.
'Venez.'
De lift was buiten gebruik, dus namen ze de trap. Professor
Vandeveldes kantoor bevond zich op de vierde verdieping aan het
eind van een lange linoleum gang die waarschijnlijk sinds 1968 niet
meer was opgeknapt. Ze klopten en een kortaffe stem gelastte hun
binnen te komen.
Het was een groot kantoor. Links bood een breed venster een
troosteloos uitzicht op kantoorflats die de horizon aan het oog
onttrokken. Er stond een bureau van fineerblad vol paperassen, een
whiteboard volgekrabbeld met halt uitgeveegde reactievergelijkingen
en twee lage stoelen. Er stak geel schuimrubber uit de gaten in de
stoelen. De enige versiering was een aan de muur geplakte affiche,
een bladzijde uit een verlucht manuscript waarop een allang
afgelopen expositie in het Louvre werd aangekondigd.
Professor Vandevelde stond op en liep om zijn bureau heen om hun de
hand te schudden. Hij was een lange en zwaarlijvige man, gekleed in
een ribfluwelen broek en blauwe trui, de mouwen opgerold. Afgezien
van de bril met zilveren montuur vond Nick hem meer op een visser
dan op een fysicus lijken.
'Emily Sutherland. En dit is mijn assistent Nick.'
Vandevelde zette een waterkokertje aan dat wankel boven op een
archiefkast balanceerde. Hij gebaarde dat ze plaats moesten
nemen.
Emily ging op het puntje zitten van een stoel en sloeg haar benen
over elkaar. 'Bedankt dat we u op zo korte termijn mochten
ontmoeten, en nog wel op een zaterdagmiddag. Het spijt me bijzonder
dat mijn e-mail nooit is aangekomen.'
Vandevelde veegde een lepel af aan zijn trui en opende een pot
Nescafé. 'Ca ne fait rien. Ik zit hier toch. En u bent
helemaal van het Metropolitan Museum in New York gekomen.'
'Ik heb veel van uw papers gelezen.' Van het internet geplukt en in
een rokerig cafeetje vluchtig doorgeneusd in de tijd die nodig was
om een espresso op te drinken. 'Maar mijn collega heeft wat moeite
het proces te begrijpen.'
Nick glimlachte verontschuldigend als om te zeggen dat het niet aan
Vandevelde lag.
'Ik vroeg me af of u het misschien voor hem nog eens wilde
uitleggen.'
'Maar natuurlijk.' De professor ging hun voor naar een zijdeur in
een kale, raamloze kamer.
'Hier staat onze protonmilliprobe.'
Het apparaat leek op iets uit de praktijk van een tandarts: witte
metalen buizen staken uit de muur en het plafond, eindigend in een
straalpijp die gericht was op een stalen lessenaar. Een bundel
dikke kabels slingerde ervandaan naar een computer op een bureau
tegen de muur.
'Wat wij hier doen, is de zogeheten pixe-techniek, Particle-Induced
X-ray Emission, oftewel röntgenemissie door straling van
energetische deeltjes.' Hij sprak elk woord zó overdreven langzaam
uit dat wat hij zei door zijn zware accent bijna onverstaanbaar
werd. 'Het is in San Diego in de jaren tachtig ontwikkeld. Wat je
doet, dat is een straal van protonen door de buis schieten
iciin het voorwerp datje analyseert; in mijn experiment is dat een
pagina uit een boek. De protonen, zij gaan door de pagina heen, zij
raken de atomen en breken die. Dit doet de röntgenstralen
vrijkomen, die wij met een fluoroscopiesysteem meten.'
Hij tikte tegen de straalpijp die van het plafond omlaag hing en
wees toen naar de computer. 'Het analyseert het vrijkomen en
vertelt ons wat er zit in de pagina.'
'Beschadigt dat het boek niet?'
'Non. We scannen maar één millimeter van de pagina en de
protonen breken maar een paar atomen. Behalve op moleculair niveau
is er weinig schade.'
Nick keek even naar Emily. Ze leek het niet erg te vinden dat hij
vragen bleef stellen. 'En hierdoor weet u wat er in het papier
zit?'
'Het vertelt ons dat wat er in de inkt zit. Elke inktsoort zij
heeft een chemische signatuur die wij identificeren. Wij analyseren
de oude gedrukte teksten zodat we zien wie ze hebben gemaakt.'
Nick haalde diep adem en zocht in zijn jas. 'Wat vond u dan toen u
dit scande?' Hij hield de kaart op, zijn blik strak op die van
Vandevelde gericht.
'Ik werk alleen met boeken. Ik heb deze kaart niet
geanalyseerd.'
Maar Nick had het op zijn gezicht gelezen... Herkenning, en nog
iets. Angst? 'Een vrouw die Gillian Lockhart heet heeft dit bij u
langs gebracht.'
'Ik heb nooit ontmoet die Gillian Lockhart.' Hij zei het op
dezelfde moeizame manier waarop hij het pixe-acroniem eerder
tevoren had uitgelegd: iets wat hij uit zijn hoofd had geleerd.
'Wat heeft u ontdekt?'
'Dat heb ik u al verteld. Ik heb dit nog nooit eerder gezien.'
Vandevelde stond op. 'Ik denk dat misschien u helemaal niet
geïnteresseerd bent in mijn werk. Mijn excuses, ik kan u niet
helpen.' Hij legde zijn hand op de deurknop. 'S'il vous
plait...'
Nick en Emily bleven staan waar ze stonden. 'Wanneer is Gillian bij
u gekomen?'
'Nooit.'
'Ze heeft u een maand geleden gebeld. Een week geleden verdween
ze.'
Vandevelde zuchtte. 'Het doet mij verdriet dat te horen. Eerlijk.
Maar — ik kan u niet helpen.'
'Herinnert u zich dat ze u heeft gebeld?'
'Hoe zei u dat ze heette?'
'Gillian Lockhart.'
Vandevelde schudde net iets te snel zijn hoofd.'Non.'
'We hebben haar belgegevens. Het gesprek duurde bijna een
kwartier.'
'Misschien heeft mijn secretaresse haar in de wacht gezet terwijl
ze mij zocht. Misschien gaf ze me niet haar ware naam op. Misschien
deed zij alsof ze geïnteresseerd was in mijn werk omdat ze iets
anders van me wilde.'
Hij liet de deurknop los en liep naar het apparaat toe. 'Denkt u
dat ik iets voor u verborgen houd? Ik verberg niets. Ik verzeker u
dat ik uw vriendin nooit heb gezien, noch deze kaart. Maar als u
wilt dat ik hem voor u analyseer, als dat u gelukkig maakt, dan doe
ik dat. Oui?'
Hij stak zijn hand uit, zijn hoofd een beetje scheef. Nick keek
even naar Emily, die behoedzaam knikte.
De Fransman legde de kaart plat op de lessenaar voor de buis en
morrelde toen aan de straalpijp tot die naar tevredenheid was
afgesteld. Nick boog zich eroverheen en keek gespannen toe. 'Hij is
nergens op gericht.'
'We verrichten twee metingen. De inkt is door het papier opgenomen,
ja? Dus eerst wij meten het papier zelf, en vervolgens samen met de
inkt. Wanneer wij de eerste meting aftrekken van de tweede, blijft
slechts over hetgeen van de inkt afkomstig is.'
Hij draaide een hendel om die de straalpijp vastzette en liep toen
naar de computer toe. Nick zat het nog steeds niet helemaal lekker.
'Moeten we niet de kamer uit of zo?'
'Het is volkomen veilig. Men absorbeert meer protonen door een
kwartier in de zon te staan. Als u mij niet vertrouwt, kunt u de
kaart de hele tijd tijdens het experiment vasthouden.'
Nick deed een stap terug. 'Ik bekijk het wel hiervandaan.'
Er viel bijna niets te zien. Vandevelde drukte op een toets van de
computer; er klonk gerommel van achter de muur en een rood lampje
ging aan boven de buis. Een paar seconden later ging het weer uit
en stopte het gerommel. Vandevelde stelde de straalpijp bij zodat
hij op een weelderig stukje leeuwenmanen was gericht, waar de inkt
het dikst was. Het licht ging aan en toen weer uit. Een
piekendiagram verscheen op het computerscherm.
'Wat betekent dat?'
'Het toont de verschillende elementen die wij kunnen
onderscheiden.' Vandevelde volgde een van de uitschieters met zijn
vinger. 'Deze lijn toont het natriumgehalte. Deze koper.'
'Begrijp ik het goed? Kunt u zien waar de inkt uit bestaat?'
'Niet alles. Sommige elementen kan het röntgenfluoroscopiesysteem
niet meten. Soms weten we niet waar het vandaan komt. Bijvoorbeeld,
wij vinden lood. Misschien komt het uit loodgeel, of mineraal
loodmonoxide, dat men voor het droogproces gebruikt; of het komt
uit verhit loodoxide, voor de kleur; of in het geval van een boek
het is afkomstig van de zetletters van een loodlegering. We kunnen
met dit apparaat alleen zeggen dat er lood in zit.'
'En wat hebben we daaraan?'
'Elke inktsoort heeft een signatuur, begrijpt u? Elke drukker
gebruikt een ander soort inkt. We hebben een database.'
'Kunt u deze inkt onderzoeken?'
'Bien sûr. Ik zal het u laten zien.'
Hij drukte op een knop op de computer en een zandloper begon traag
over de grafiek te tollen. Kort daarna verscheen één enkele regel
tekst onder aan het scherm. Nick kon al raden wat het betekende
voordat Vandevelde het in één woord samenvatte.
'Rien.' Hij haalde zijn schouders op en liep weg van zijn
computer. Er sprak uit zijn bewegingen een zekere behoedzaamheid,
dacht Nick, als een hond die te vaak is getrapt. Hij keek Nick en
Emily met trieste blik aan. 'Als uw vriendin hier is gekomen en ik
verzeker u dat dat niet zo is zou ik haar hetzelfde hebben
verteld.'
Nick pakte de kaart van de lessenaar, wikkelde hem in het
vloeipapier en stopte hem in zijn rugzak. Hij staarde naar
Vandevelde, ervan overtuigd dat die meer wist, maar hij wist niet
wat hij verder nog moest zeggen.
Vandevelde deed de deur open en glimlachte droevig. 'Ik hoop dat u
uw vriendin zult vinden.'
Schoorvoetend stapte Nick de donkere gang op. Toen Emily volgde,
hoorde Nick Vandevelde iets in haar oor mompelen in het Frans voor
hij de deur sloot. Ze liepen de trap af naar beneden in stilte.
Buiten was de zon ondergegaan en de skateboarders waren vertrokken.
Het enige licht kwam nu in oranje bundels uit straatlantaarns. De
lucht was bitter koud.
'Wat zei hij tegen je bij het weggaan?' vroeg Nick.
'Hij zei: "Niet alle tekens op de kaart zijn inkt.'"
Nick keek even om, zich afvragend wat dat te beduiden kon hebben.
Maar toen hij omhoogkeek, was de kamer op de vierde verdieping niet
meer verlicht.