Boot

Zo’n kindervrijmarkt in het park is een fraai staaltje van Hollandse handelsgeest op zandbakniveau. Dromerigblonde meisjes spelen Prokofjev op een dwarsfluit of driekwartviooltje, nauwelijks hoorbaar onder het woest geram van een belendend drumjongetje; ze lakken je nagels voor een dubbeltje, proberen hun te klein geworden balletschoentjes en paardrijlaarzen te verkopen of hebben onooglijke zelfgebakken cakejes c.q. biologische pompoensoep in de aanbieding. De netto dagopbrengst overstijgt zelden de 7,35 euro, grotendeels door passerende tantes, buren en oma’s gefourneerd – maar ach, ze doen het tóch maar voor de lol.

Er zijn ook handige kinderen die met bescheiden middelen behoorlijk geld weten te verdienen. Zeg nou zelf: wie wil er nou níét voor vijftig cent een natte spons of overrijpe tomaat naar zo’n verwend grachtengordelsmoeltje smijten of een rauw ei op diens hersenpannetje kapottikken? Middeleeuws, wreed vermaak is van alle tijden.

Reeds tegen het middaguur hoor ik zo’n joch tegen zijn vader juichen dat de 100-eurogrens bereikt is. Beteuterd kijkt een buurjongetje naar zijn eigen nerinkje, een kansarm conglomeraat van incomplete legpuzzels, Sesamstraat-cassettebandjes, een verschoten knuffelkuiken met de gelaatsuitdrukking van iemand die langzaam gewurgd wordt, en een minipedaalemmertje vol popcorn, met het hoopvolle opschrift: koop 1 ding!!! gratis 2 handjes popcorn!!!!

Huisgenoot P. kan zulke dingen niet aanzien, en koopt van zo’n stakker een groot, ingewikkeld, tragisch speelgoedzeilschip, dat bij hoopvolle tewaterlating in de dichtstbijzijnde vijver onmiddellijk zinkt. Het hele gezin is dan inmiddels al kotsmisselijk van de ook al uit medelijden aangeschafte misvormde oranje koekjes, spiesjes, taartjes en andere deerniswekkende, als huisvlijt vervaardigde versnaperingen.

De achtjarige Zoë, met oranje gestifte lippen, verkoopt ‘een compliment voor 50 cent’. Ik overhandig haar het muntje, ze kijkt me aan, en zegt: ‘Je bent heel lief, en heel grappig.’ Zoiets is toch mooi meegenomen? Goed, ik ken haar al mijn hele leven, want ze is het dochtertje van goede vrienden, en bovendien zegt ze hetzelfde tegen ál haar klanten, maar tóch.

De goudvissenrace biedt uitkomst, want ook hier kunnen we geld uitgeven zónder iets te hoeven opeten of meenemen. Guppie en Nemo doen hun best, maar het vinnige oranje opdondertje Elvis blíjft maar winnen, en na een halfuurtje is ons kleingeld echt op.

Echt goede zaken doen eigenlijk alleen de verkopers van bier. Tachtig cent inkoop, 2 euro verkoop, met alleen een teil ijswater als extra investering: platvloerse, prozaïsche handel tussen al dat lieflijke kindergescharrel, maar geld is geld, en sommige van die jongens zien er bovendien uit alsof ze het goed kunnen gebruiken: Noord-Afrikanen met vroeg-oude, bezorgde gezichtjes. Poëzie kun je niet eten.

We lopen dóór, nog steeds met die enorme boot, die in de gure wind steeds natter en onhandiger lijkt te worden en ons telkens uit handen dreigt te waaien. Pas uren later blijkt waarom.

‘Hé, wat een mooie vlieger hebben jullie daar!’ zegt een passant.

Aha, dus dáár was dat touwtje voor... Maar zelfs vrijelijk aan de wind overgegeven gaat het ding niet meer dan enige hortende en stotende meters de lucht in. We hebben hem maar tegen een boom gelegd. Mocht u hem tegenkomen: u bent gewaarschuwd.

Tot dusver niets aan de hand
x97890295843711.xhtml
x97890295843712.xhtml
x97890295843713.xhtml
x97890295843714.xhtml
x97890295843715.xhtml
x97890295843716.xhtml
x97890295843717.xhtml
x97890295843718.xhtml
x97890295843719.xhtml
x978902958437110.xhtml
x978902958437111.xhtml
x978902958437112.xhtml
x978902958437113.xhtml
x978902958437114.xhtml
x978902958437115.xhtml
x978902958437116.xhtml
x978902958437117.xhtml
x978902958437118.xhtml
x978902958437119.xhtml
x978902958437120.xhtml
x978902958437121.xhtml
x978902958437122.xhtml
x978902958437123.xhtml
x978902958437124.xhtml
x978902958437125.xhtml
x978902958437126.xhtml
x978902958437127.xhtml
x978902958437128.xhtml
x978902958437129.xhtml
x978902958437130.xhtml
x978902958437131.xhtml
x978902958437132.xhtml
x978902958437133.xhtml
x978902958437134.xhtml
x978902958437135.xhtml
x978902958437136.xhtml
x978902958437137.xhtml
x978902958437138.xhtml
x978902958437139.xhtml
x978902958437140.xhtml
x978902958437141.xhtml
x978902958437142.xhtml
x978902958437143.xhtml
x978902958437144.xhtml
x978902958437145.xhtml
x978902958437146.xhtml
x978902958437147.xhtml
x978902958437148.xhtml
x978902958437149.xhtml
x978902958437150.xhtml
x978902958437151.xhtml
x978902958437152.xhtml
x978902958437153.xhtml
x978902958437154.xhtml
x978902958437155.xhtml
x978902958437156.xhtml
x978902958437157.xhtml
x978902958437158.xhtml
x978902958437159.xhtml
x978902958437160.xhtml
x978902958437161.xhtml
x978902958437162.xhtml
x978902958437163.xhtml
x978902958437164.xhtml
x978902958437165.xhtml
x978902958437166.xhtml
x978902958437167.xhtml
x978902958437168.xhtml
x978902958437169.xhtml
x978902958437170.xhtml
x978902958437171.xhtml
x978902958437172.xhtml
x978902958437173.xhtml