Bal
In het park probeerde ik de eindejaarsmelancholie met een frisse wandeling te verdrijven toen ik in het kielzog belandde van twee mannen van een jaar of veertig. De een droeg een lange, donkerblauwe jas en een bijpassend, non-descript hoofd. De ander droeg een pilotenjack met zo’n kraag van teddyberenvacht, zo’n jack dat elke man goed staat, mits zijn haar niet ijdel zit; dat laatste was misgegaan, want hij had zo’n bewerkelijk, met behulp van veel smeersels tot stand gekomen talkshowkapsel dat hij zelf waarschijnlijk voor jongensachtig hield. In zijn hand had hij een gele tennisbal. Naast hem liep een grauwe, broodmagere windhond met een mottige vacht en een lange spitse snuit; een uitgemergelde spookverschijning uit een koortsdroom. Dat soort honden hóórt er geloof ik zo uit te zien, maar leuk is anders.
‘Ik kom thuis, en ik was tóch al pislink, want ik had net een halfuur in de rij gestaan bij die fokking poelier,’ zei de man met het pilotenjack. Hij wierp de bal heen en weer van zijn ene hand in de andere, een handeling die de hond nauwgezet in de gaten hield. ‘En daar zit ze, hoor, pontificaal op de bank. Alles eraf. Nou, nog nét tot hier.’ Hij wees op zijn oor. ‘Zo’n middelbarewijvenkapseltje, weet je wel?’
De lange jas knikte, met vertrokken gezicht. ‘Dat méén je niet,’ sprak hij. ‘En ze had zulk mooi haar...’
‘Nou!’ ging het jack voort. ‘Ze had fokking Doutzen Kroes-haar! Ik zeg: mens, hoe kun je dat nou doen? We hebben voorlopig wel even genoeg shit gehad, toch? We gingen opnieuw beginnen, we geven het allemaal nog een kans, en dan doe jij dit? En zij zegt, wat denk je dat ze zegt? “Eva Jinek heeft d’r haar óók zo, en jij valt toch zo op Eva Jinek?” Ja, jezus, Eva Jinek!’
De lange jas dacht even na. ‘Wat voor haar heeft Eva Jinek ook alweer?’ vroeg hij.
‘Nou, kort dus,’ ging het jack voort. ‘Het is een mooie meid, maar je denkt toch: zonde van dat haar. En dan nog; Eva Jinek, dat is natuurlijk wel even heel wat anders dan Machteld. Machteld moet het echt van d’r haar hebben. Ze is geen twintig meer en ze is dus echt wel tien kilo te zwaar.’
‘Het schijnt dat vrouwen hun haar afknippen als ze in een nieuwe levensfase komen of zo,’ hernam de lange jas. ‘Dus misschien was het goed bedoeld. Dat jullie nu met een schone lei beginnen en zo.’
‘Nou ja, schone lei, schone lei...’ ging het jack voort. ‘En zij janken, van: “Ik kan ook nóóit wat goed doen, en zit je godverdomme zelfs met Kerstmis nog op me in te hakken...” De kinderen óók janken natuurlijk – nou, en toen moesten we dat hele diner dus nog door. Een train wreck hoor, een fokking train wreck. Maar goed. En jij? Hoe was jouw kerst?’
De lange jas haalde zijn schouders op. ‘Nou ja. Gewóón. Geen grote rampen. Christa heeft natuurlijk nog wel al d’r haar. Maar verder...’ Hij maakte een wegwerpend handgebaar.
Het jack knikte somber. Zwijgend liepen ze verder.
De hond keek opnieuw verlangend naar de tennisbal. Maar nee, het zat er vandaag niet in.