Kapper
Liever ging ik nooit naar de kapper en knipte er gewoon hier en daar zelf een stukje af, maar helaas heeft mijn haar van nature de kleur die de Engelsen zo aardig weten te omschrijven als dishwater blond, iets wat men zijn ergste vijand uiteraard van harte toewenst, maar zichzelf niet.
Daarom laat ik de boel af en toe in een kapsalon beschaafd opfleuren door twee meisjes, Alice en Rosie. Alice is tenger en mooi; ze heeft de ene keer rood haar, dan weer een zwart rattenkopje en soms een blonde Bardot-knot, maar áltijd schattige knokige hertenbeentjes. Rosie is Engels, vierkant en artificieel witblond, met klassiek-schrale Britse gelaatstrekken. Lok voor lok pakt ze mijn haar in folie, tot mijn hoofd eruitziet als een ontplofte ovenschotel. Intussen zegt ze dingen als: ‘Ja, op een bepaalde leeftijd wordt het natuurlijk wel een beetje sneu, lang haar...’ Of: ‘Wat een schitterend haar heeft je dochter. Dat heeft ze zeker van je man?’ Dit alles in het heerlijk soort Engels waarbij de h’s niet worden uitgesproken.
Ook de lectuur bij de kapper is deels Brits. ‘Kate Middleton krijgt een tweeling,’ las ik in een Star geheten blad. Wat leuk, dacht ik. Maar hoe zit dat met de troonopvolging? De baby die er het eerst uit komt wordt koning? Of...
Rosie onderbrak mijn mijmering. ‘Het is niet waar, hoor, van Kate. Ze krijgt helemaal geen tweeling.’
Alice liet van schrik bijna haar schaar vallen. ‘Dat meen je niet! Echt niet?!’
Rosie was zeker van haar zaak. ‘Joh, ze is niet eens zwanger,’ schamperde ze. En, met een misprijzend wuifje naar mijn hoofd: ‘Zeg, er moet echt een héél stuk af. Het is helemaal dood. Wat heb je ermee gedaan?’
Ik zei niets. De waarheid was dat ik het onlangs met een zeer giftig, bijtend goedje had moeten ontdoen van luizen, want mijn kinderen brengen deze opdringerige diertjes geregeld mee uit school. Luizen zijn geen schande, heet het, maar toch is het iets waarover je liever zwijgt, uit angst dat de toegesprokene wegrent om zichzelf ergens te gaan ontsmetten, woest plenzend met lysol en petroleum.
‘O, ik was juist zo blij voor Kate en William,’ zei Alice met een dun stemmetje. ‘En Kate ziet er ook echt zo zwanger uit. Weet je het zéker?’
‘Absoluut,’ zei Rosie en ze keek tevreden naar de verwoestende invloed van deze informatie op het lieve gezichtje van haar collega.
Alice was verpletterd, alsof haarzélf een kind was afgenomen. ‘Hoe kan dat nou?’ jammerde ze. ‘Dat mag zo’n tijdschrift dan toch niet zomaar schrijven?’
Rosie haalde haar schouders op en liep naar de koffiemachine.
Alice föhnde mij peinzend tot een zwaarlijvige Linda de Mol, maar ik durfde er niks van te zeggen. Toch al nooit, en nu al helemáál niet. ‘Nou, je weet maar nooit,’ sprak ze tot slot hoopvol. ‘Ze kán toch best zwanger zijn? Waarom niet? Die dingen gebeuren zo vaak...’ Haar ogen staarden over mij heen, in een verte vol koninklijke wiegjes.
Buiten regende het gelukkig zo hard dat mijn haar bij thuiskomst er alweer bijna normaal uit zag. Een korte zoektocht op internet wees uit: nee, Kate Middleton is niet zwanger. En al helemáál niet van een tweeling.
Arme Alice.