Koffer
‘Jahaa. Ik wéét dat ze in Italië ook kindertandpasta hebben. Mag ik alsjeblieft zelf uitmaken wat ik in m’n koffer stop? Vorige keer hadden ze in Italië alleen maar heel vieze kindertandpasta. Alle drie janken bij het poetsen, niet normaal. Wat weet jij ervan, jij was daar elke avond te dronken om je éígen tanden te poetsen, laat staan... Wat doe je nou?
Een stapel oude kranten. En die neem jij mee op vakantie. Maar natúúrlijk. Oude kranten, die hebben ze namelijk in Italië niet. En als je ze nou nog ging lézen... Ja, daar weet ik alles van, want ik ga al twintig jaar met jou op vakantie, en ik weet precies wat er gebeurt: jij koopt daar elke dag in de supermarkt De Telegraaf van eergisteren, en al die geleerde nrc-supplementen gaan na drie weken weer ongelezen mee terug. Na een heeeel lange omweg toch nog de kattenbak in.
Maar ga gerust je gang, hoor. Omslachtigheid kent geen tijd. Maar dan wil ik ook geen gezeik horen over het espressoapparaat. Natúúrlijk gaat dat mee. Ja, ik weet dat ze in Italië ook espresso hebben. Maar we zitten daar wél in the middle of nowhere, weet je nog? Voor onze rust en zo? En dat de kinderen zich daar gaan doodvervelen, en dat dat júíst goed voor ze was? Nou, ik denk zómaar dat er naast zo’n afgelegen plaggenhut misschien wel géén pittoresk cafeetje staat, met lekkere espresso en ijsjes en zo, wat natuurlijk wel zo leuk zou zijn geweest, ook voor de kinderen. En dat ik dan drie weken van die gore doorloopkoffie moet drinken. Ik ga net zo lief níét op vakantie.
Trouwens, ik zit toch ook niet te zeuren over die zes ontbijtkoeken van jou? Serieus, een volwassen vent van vijfenveertig, kom op zeg: ontbijtkoek? Nee, die kaas, dat is héél wat anders. Die is voor de kinderen. Ja, ik weet dat ze in Italië ook kaas hebben, maar die lusten de kinderen niet. Dat vind ik zielig. Drie kilo jonge Goudse, ja. Dat is zó op, hoor. Zeker als jij er ’s avonds laat met je zatte kop in gaat staan hakken.
Trouwens, van die wasverzachter, dat weet je best. Ik kan er nu eenmaal niet tegen als de lakens anders ruiken dan thuis. Dan krijg ik vreselijke heimwee. Ja, hahaha. Leuk hoor, om iemand zo met zijn zwakheden te pesten. Moet jij nodig zeggen, meneer kan geen dag van huis zonder zijn eigen kussens. Vind je dat zelf niet een beetje belachelijk, met drie levensgrote donzen kussens heen en weer naar Italië rijden? En die ingelijste foto van je moeder?
Nee, maar nu overdrijf je echt. Die geurkaarsen nemen helemaal geen plaats in, die stop ik gewoon in de mosselpan. En die boetseerklei, ja, weet je nog? In heel fucking Toscane geen boetseerklei te bekennen. Die arme kinderen. Hier, ik prop hem onder in de Lego-kist. Geen centje pijn. Nou, vooruit, dan haal ik de keukenmachine weer uit de koffer, jij je zin. Doen we het die drie weekjes wel met de staafmixer.
Je hebt gelijk. Vakantie is improviseren. Maar doe me een lol, en laat jij dan ook voor één keer je nietpistool thuis.’