Zwerver

Mijn jongste zoontje kwam thuis met een flinke schram op zijn gezicht. ‘Gevallen op het schoolplein,’ legde hij uit. ‘Ach jee,’ antwoordde ik, waarna hem ik een krentenbol overhandigde, en dat was dat.

Maar ik bleef over de nietige affaire nadenken. Toen mijn kinderen nog in Amerika op school zaten bezeerden ze zich óók weleens. Niet zo vaak, want om veiligheidsredenen mochten ze daar niet buiten spelen bij regen, felle zon, sneeuw of kou; ook was rennen, duwen, springen en lichamelijk contact tussen kinderen onderling onder geen énkele weersomstandigheid toegestaan. Toch kreeg zo’n kind weleens een splinter in zijn vinger, of de hik of iets dergelijks. Dan werd ik opgebeld door de schoolverpleegster. ‘Mrs. Whitman? U moet niet schrikken, maar...’ En dan moest ik het betreffende kind onmiddellijk komen halen. Ik trof hem/haar dan met een ijszak op het getroffen lichaamsdeel, liggend op een soort katafalk in de speciale ziekenkamer. Maar dat was het ergste nog niet: ik mocht dat kind, waar natuurlijk niets mee aan de hand was, pas weer naar school sturen met een verklaring van een kinderarts dat er inderdáád niks aan de hand was.

Dat was allemaal heel omslachtig en ik werd er doodmoe van. Met leedwezen dacht ik terug aan die flauwekul. Opeens was ik, voor het eerst sinds mijn terugkeer, oprecht blij om in Nederland te wonen.

‘We waren vandaag met school picknicken,’ onderbrak mijn zoontje mijn gemijmer. ‘Het was heel leuk. Er zat een zwerver in de boom die stenen naar ons gooide.’

‘Echt?’ vroeg ik. Ik dacht opnieuw terug aan de Amerikaanse school. Daar kregen de kinderen elke maand rampentraining. Als de alarmsirene voor Code Red ging moesten ze zich verstoppen in hun kluisje en doodstil blijven zitten tot het sein ‘Veilig’ kwam. Eén keer was het menens. Wat wilde het geval? Er was een ‘verwarde vrouw in ondergoed’ op het schoolplein waargenomen. Hop, al die kinderen in hun kluisjes. Ik moest er toen erg om lachen, want een verwarde vrouw in ondergoed, dat zien mijn kinderen thuis elke dag.

‘Die zwerver gooide eerst met een slipper,’ ging mijn zoontje voort. ‘Dat was mis. Toen gooide hij een beker. Tristan kreeg hem tegen zich aan. En daarna die baksteen. Maar die was weer mis.’ Dat laatste zei hij een beetje spijtig.

Ik was onderhand wel benieuwd naar de reactie van het onderwijzend personeel. Het leek me een typisch Code Red-geval. ‘Heeft de juf toen de politie gebeld?’ vroeg ik.

Hij schudde nee.

‘Wat deed ze dan?’ ging ik voort.

‘Niets,’ zei mijn zoontje. ‘We gingen gewoon een eindje verderop zitten.’

Mijn hart zwol van blijdschap. Zeker, Nederland is een rotland, met rotweer, en overal die onbehouwen rotsmoelen. Maar mijn kinderen groeien hier niet op tot slappe aanstellers, zoveel is zeker. Als mijn kind die baksteen wél tegen zijn kop had gekregen had ik die school vast voor het gerecht gesleept. Maar vooralsnog was ik trots. Trots op mijn dappere vaderland, waar men bij dreigend gevaar gewoon een eindje verderop gaat zitten.

‘Trouwens,’ zei mijn zoontje. ‘Die zwerver was daar het éérst. En wij stoorden hem natuurlijk. Best logisch dat je dan met stenen gaat gooien.’

Tot dusver niets aan de hand
x97890295843711.xhtml
x97890295843712.xhtml
x97890295843713.xhtml
x97890295843714.xhtml
x97890295843715.xhtml
x97890295843716.xhtml
x97890295843717.xhtml
x97890295843718.xhtml
x97890295843719.xhtml
x978902958437110.xhtml
x978902958437111.xhtml
x978902958437112.xhtml
x978902958437113.xhtml
x978902958437114.xhtml
x978902958437115.xhtml
x978902958437116.xhtml
x978902958437117.xhtml
x978902958437118.xhtml
x978902958437119.xhtml
x978902958437120.xhtml
x978902958437121.xhtml
x978902958437122.xhtml
x978902958437123.xhtml
x978902958437124.xhtml
x978902958437125.xhtml
x978902958437126.xhtml
x978902958437127.xhtml
x978902958437128.xhtml
x978902958437129.xhtml
x978902958437130.xhtml
x978902958437131.xhtml
x978902958437132.xhtml
x978902958437133.xhtml
x978902958437134.xhtml
x978902958437135.xhtml
x978902958437136.xhtml
x978902958437137.xhtml
x978902958437138.xhtml
x978902958437139.xhtml
x978902958437140.xhtml
x978902958437141.xhtml
x978902958437142.xhtml
x978902958437143.xhtml
x978902958437144.xhtml
x978902958437145.xhtml
x978902958437146.xhtml
x978902958437147.xhtml
x978902958437148.xhtml
x978902958437149.xhtml
x978902958437150.xhtml
x978902958437151.xhtml
x978902958437152.xhtml
x978902958437153.xhtml
x978902958437154.xhtml
x978902958437155.xhtml
x978902958437156.xhtml
x978902958437157.xhtml
x978902958437158.xhtml
x978902958437159.xhtml
x978902958437160.xhtml
x978902958437161.xhtml
x978902958437162.xhtml
x978902958437163.xhtml
x978902958437164.xhtml
x978902958437165.xhtml
x978902958437166.xhtml
x978902958437167.xhtml
x978902958437168.xhtml
x978902958437169.xhtml
x978902958437170.xhtml
x978902958437171.xhtml
x978902958437172.xhtml
x978902958437173.xhtml